Abonneert U op DE M0EE3 25 cent per 3 maanden Van over de grenzen. De- Schiedamsche onderwijzers. Het Meifeest in Schiedam. der verpleging, en veelal ook geen tijd en geen gele genheid hebbende om hun zieken voldoende te verzor gen, is de bevoegde hulp van een geoefend verpleegster een bijna onmisbare tegemoetkoming in al die tekorten aan zorg en oppassing. En heel wat leed zou verzacht en heel wat zorg verlicht kunnen worden door de aan- - vaarding van goede verplegingshulp. Intusschen, preeken daarover baat niet, zoolang de vereeniging voor wijkverpleging de arbeiders zelf en hun zieken feitelijk slechts als bedeelden behandelt. Wil de vereeniging zich aan onze opmerkingen storen, dan zullen wij onzen invloed op de arbeiders gebruiken om hen van het nut en het belang van wijkverpleging te overtuigen, en dan zal zij in ons blad een krachtigen voorvechter vinden voor haar doel en haar werk. Maar dan moet eerst het arbeiderselement in de vereeniging worden opgenomen en tot haar recht gebracht. En dat moet dan geschieden door de vakvereenigingen van alle richtingen erin te betrekken, die arbeiders- genootschappen zullen dan de beste propagandisten zijn voor de wijkverpleging. 1 Mei in Frankrijk. De radicale bourgeois-regeering heeft munt trachten te slaan uit den 1 MeidagVan meer anarchistische zijde beïnvloed heeft de „Confédération du Travail" voor den 1 Mei per manifest verklaard, dat de propa ganda voor den 8-urendag nu geëindigd was en dat 't nu tijd was, dien eisch op den 1 Mei te verwerkelijken. Daartoe werden de vakvereenigingen opgeroepen, zoo noodig door middel van uitgebreide werkstakingen, dien eisch door te zetten. Een ware angst bekroop de bourgeoisie. Het garni zoen van Parijs werd met een 26000 man versterkt, gelijk de „Figaro" berichtte. Dat was het begin nog maar. De Regeering, al noemt zij zich nog zoo vooruitstre vend, wist tegenover dien zuiver oeconomischen eisch dus geen ander antwoord te vinden dan 't sameiltrek- ken van militairen 't Zou nog mooier worden De Regeering liet vlak voor den 1 Mei een groot aantal huiszoekingen ondernemen bij meerdere leiders van de anti-republikeinsche partijenJacques Pion, de Cunerville, Turmentin, Péron, Dr. Lafur etc. Ongeveer 52 huiszoekingen werden gedaanen de „Matin", het regeeringsgezinde blad, zegt„dat 't niet onmogelijk is, dat er tusschen de leiders van den revolutionairen vakbond en eenige anti-republikeinsche partijen dus een zeker verband bestaan heelt". Dat is 't wat de Re geering zou willen „vaststellen" Sedert de vereenigde socialisten niet meer dienst doen als hulptroepen van de bourgeois-republikeinen, sedert dien tijd begint de proletarische beweging aan de heerschende kliek te lastig te worden. 6 Mei komen de verkiezingen. Verschillende zetels van radikale bourgeois zijn in gevaar en als deze 6 Mei een versterking brengt van de socialistische fractie, kon dat gevaarlijk worden voor de Regeering. De socialisten moeten dus bij het kiezerscorps in verdenking gebracht worden't moet schijnen alsof zij betaald werden door de monarchisten. Daartoe die nen die huiszoekingen, daartoe die arrestaties van vak- vereenigingsleiders, wier directe actie wij niet zullen goedkeuren, maar die, gelijk de „Humanité" terecht zegthun hand niet zullen bezoedelen met 't geld der reactionairen. De „Humanité" en ook de „Petite Repnblique" eischen van de Regeering de erkenning van de goede eer der arbeidersleiders. De „Confédération du Travail" heeft in een manifest zich scherp tegen dezen laster en verdachtmaking gericht en wijst erop, dat diezelfde taktiek al meer toegepast werd. Maar de Regeering ging voort en meerdere arrestaties van vakvereenigings- leiders hadden nog plaats. Over 't verloop van den eigenlijken oeconomischen strijd zal men ter anderer plaatse ingelicht moeten worden. Wij wilden slechts erop wijzen, welk een schitterende maatregelen deze radicale regeering tegen de arbeiders weet te nemen, als er verkiezingen in zicht z\jn. En dat, terwijl er een zoogenaamde „socialist" deel van uitmaakt, die vroeger een verwoed verdediger was van de algemeene werkstaking Vernietiging. Vuurmassa's wierp de Vesuvius uit. Een aschregen viel op de aarde, de lavastroom stortte zich over de steenen huizen en de velden der menschen en vernie tigde alle lenteverwachtingen, en de bevolking vluchtte bij duizenden, vluchtte voor de almacht der natuur en zocht haar heil in de kerken en bij de Madonna-beelden langs de wegen. Een ander beeld. Een wereldstad als San-Francisco is in den tijd van eenige minuten vernietigd. De aard beving heeft honderdduizenden menschen tot bedelaars gemaakt. Wat zal er worden uit dien chaos van men- schelijke ellende? Vuur en aardbeving hebben in de laatste weken aan honderdduizenden den grond, waarop zij leefden, weggescheurd onder hunne voeten. Zoo werden nu die massa's arm en hulpeloos op een onbekende toekomst aangewezen. En wij menschen vin den dat vreeselijk, omdat 't zoo duidelijk zichtbaar is voor iedereen! Maar geschiedt niet hetzelfde dagelijks in stilte en verborgenheid met andere honderdduizenden Sterven er niet eiken dag honderden en nog eens hon derden in de fabrieken en werkplaatsen een langzamen .maar zekeren dood? Gaat niet juist ouder het proleta riaat de dood het liefste rond, waar 't zoo makkelijk is in de kleine huizen der armen en zwakken een prooi te vinden? Maar voor hen beweegt zich nauwelijks de hand dei- rijken, voor hen vloeien maar weinig tranen van mede lijden. De bourgeoisie is bewogen over de groote volks rampen als van de laatste weken. Wij niet minder, maal ais wij denken aan het heirleger van den arbeid, dat gevallen is in den dienst van het kapitalisme, als wij denken aan de millioenen, die gevallen zijn door honger, ziekte en oorlog, dan gevoelen wij voor de krokodillen tranen van de bourgeoisie al bitter weinig. Het koude goud, het kapitaal; die God der uitbuiters en machthebbers, beheerscht deze mooie wereld en ver nietigt lichamelijk, geestelijk en zedeiijk millioenen menschenlevens. En nog steeds bidden vele van hen tot den God der gerechtigheid en der erbarming en keeren zich met ver achting af van hen, die het proletariaat organiseeren, versterken en weerbaar maken, opdat 't eens zijn eigen Verlosser zal kunnen zijn. De krater van het kapita lisme brengt dag aan dag dood en verderf voor de arbeidende klasse. Maar, en dit is onze groote bemoe diging, tegelijkertijd groeien de krachten, die eens de menschheid zullen voeren naar de zekere toekomst van het Socialisme. Het Heldengraf. Toen de vrijheidsroep der Revolutie de Russische matrozen uit hun slaafsche stompzinnigheid opwekte, was 't een eenvoudig man, luitenant Schmidt, die 't vaandel wist te dragen. De Russische vloot kwam voor een groot deel in ver zet, heesch de roode vlag boven de pantserschepen. Maar de reaktie bleek dit keer nog te sterk Luitenant Schmidt en zijn getrouwen werden gegrepen, ter dood veroordeeld, gevonnisd en begraven. Maar de beulen van 't Czarisme gunden hun zelfs dat graf niet. Wellicht vreesden zij, dat die graven eens een bedevaartplaats konden worden voor alle vervolg den. De dienaar van het Czarisme, admiraal Tochu- chnin liet luitenant Schmidt en zjjn drie matrozen uit hun graf halen en in zee werpen. Nu zijn ze vergeten, dacht hij. Wij weten beternu is hun de laatste eer bewezenDe zee, waar reeds zoo velen in dezen strijd hun dood vonden, nam ook hen op, een heldengraf voor die Russische strijders. Wilhelm II aan 't woord. „Ik heb u hier laten komen om n namens het geheele vaderland mijn hartelijken dank, mijn bewondering en mijn erkentelijkheid uit te spreken voor de daad, die gij volbracht hebtGij hebt bewezen dat er over de grenspalen heen iets is, dat de volkeren verbindt, dat is de naastenliefde. Gij hebt dit gebod van onzen Heiland opgevolgddat dit bij Duitsche mijnwerkers van zelf spreekt, behoef ik niet te zeggen." Zoo sprak keizer Wilhelm in de kazerne te Crefeld tot de mijnwerkers. Zij kwamen van Courrières, waar 1200 broeders van hen in de mijnen verbrandden, ver stikten en verhongerden. Als echte broeders hadden zij geholpen bij 't reddingswerk, terwijl de Fransche en Duitsche diplomaten in Algeciras wel haast bezig waren de beide volkeren tegen elkander op te hitsen. Keizer Wilhelm sprak dus van de naastenliefdewelnu, deze menschen moeten dageljjks in de mijnen hun leven wagen, opdat al die voortreffelijke menschen, die boven hen in 't licht wandelen, de bezitters en de leegloopers van deze wereld, 't vooral warm zullen hebben, 't Is heel mooi en aardig, dat men dezen mijnwerkers medailles geeft voor hun werk in de mijnen van Cour rières maar, wat krijgen zij er voor, dat zij dag in, dag uit afdalen in de mijnen van hun eigen land? Als zij hun plaats aan de zon opeischen, als zij ook licht en leven verlangen, dan is 't een „ontevreden massa," „ellendelingen," zooals de Duitsche keizer eens van de sociaal-democratische arbeiders zei. Met den „fatsoen lijken, tevreden werkman" valt nog te redeneeren. Maar zoodra de arbeiders de volle, geheele gelijkheid van levensvoorwaarden eischen, of zelfs maar een deel daarvan, is 't met al die arbeiders-vriendelijkheid gedaan. Onze Schiedamsche onderwijzers zijn deze week eens leelijk in het zonnetje gezet door hun autoriteiten. Op den len Mei, den dag, waarop bijna ieder arbeider zich gereedmaakte, feestdag te vieren, togen be doelde onderwijzers ook naar hun feestlokaal, niet, om den een of anderen spreker de beteekenis van het Meifeest te hooren verklaren, neen, om den klank van zilver te hooren klinken op de toonbank van den ge meente-ontvanger. Het was de gewone betaaldag. Met een feestelijk gevoel begeeft men zich naar zoo'n gelegen heid, nietwaar? Hoe menigeen heeft echter in zijn ge dachte reeds alles te voren uitgegeven. Maar toch, dat enkele oogenblik van ontvangen'stemt zoo gewichtig, en geeft een korte spanne tijds een zekere mate van tevredenheid, die anders maar al te dikwijls ontbreekt. En niet ten onrechte. De onderwijzers, en de onze niet het minst, worden nog niet zoo ruim bezoldigd, als dit wel noodig en wenschelijk zou zijn. Daardoor moet een onderwijzer een goed boekhouder zijn. Iedere cent moet gekeerd en weer gekeerd, waar hij wordt uitgegeven. Sparen, hö maar. Een tekort grijnst hem dikwijls tegen. Dat weten onze autoriteiten. Dat is ook de reden, die onze gemeentelijke autoriteiten bewoog, binnenkort, bij de behandeling der aanstaande gemeente begrooting, een betere salarisregeling aan den raad ter behandeling voor te dragen Nu is zoo'n gemeente begrooting altijd een raar ding. En niet het minst in Schiedam. Dan wordt er bezuinigd en beknibbeld op alles en nog wat. En kom dan niet met verhooging van salarissen aan dragen. Neen is dan het antwoord van de broederen in den Raad, dat kan de bruin niet trekken. En de zaak blijft, zooals ze is. Tegelijkertijd, is door Burg. en Weth. toegezegd, zal er in voorzien worden, dat de gemeente, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, de beta ling der pensioenen voor weduwen en weezen voor haar rekening neemt. Ha zoo, dachten de onderwijzers, dat is tenminste een klein buitenkansje. Want in Rotterdam en andere plaatsen hadden die ambtenaren al van 1 Februari hun aandeel moeten betalen en hier nog niet. Dat zou de gemeente dan zeker wel niet van de sala rissen aftrekken. En zie, den len. Mei trekt, zonder de minste waarschuwing vooraf, het gemeentebestuur van het salaris over de maand April in eens het pen sioenbedrag van vier, zegge vier maanden af. Voor de meesten en vooral voor gehuwden, is dat een som, die maar niet zoo gauw is opgenomen. Wat hebben we toch een doortastend gemeentebestuur! Was het dat maar in de goede richting! Dan zou het zeker op andere wijze in deze zaak zijn opgetreden. Een boerengemeenteraad zou zoo handelen, maar van een bestuur eener gemeente als Schiedam wordt wat anders verwacht. Welk raadslid zal in de eerstvolgende raadszitting daarover zijn afkeuring in ronde woorden uitspreken? Tot nu toe werd dit feest altijd gevierd, dank zij de activiteit der S.D.A.P. Al verscheidene jaren schreef deze de vergadering en de daaraan verbonden feeste lijkheden uit. Ditmaal echter zou de Bestuurdersbond voor een waardige viering zorg dragen. Alle werkzaam heden, aan de voorbereiding verbonden, waren dus aan de bestuurders der vakvereenigingen, die een onderdeel van den bestuurdersbond uitmaken, overgelaten. Voor hen een geheel nieuwe taak, een taak, die, nu zij deze eenmaal in handen genomen hebben, voortaan ook op hun schouders blijft rusten. En hoe die taak is uitgevoerd Enkel woorden van lof verdienen te worden gesproken. De zaal van Con- stantia, die er anders niet zoo gezej.'ig uitziet, was nu eens voor de bijzondere gelegenheid passend versierd. Op het podium groen en een aantal vaandels, waaron der ook het nieuwe der S.D.A.P. Wij misten echter de vaandels van den Bestuurdersbond zelf, en van nog enkele vakvereenigingen, daarbij aangesloten. Een vol gend jaar evenwel zal een grooter aantal aanwezig zijn, was de stilzwijgende toezegging van de ontbrekenden. Wij rekenen er op. Dan is er hoogstwaarschijnlijk ook kans op een flinke straatbetooging. Want daar moet het toch heen. Een muziekkorps en een zangvereeni- ging zijn dan op het appèl en wie weet, wat nog meer. „Constantia" was voor de laatste maal de zaal waarin het feest gevierd werd. En zeker om dit te toonen, was al vroeg de zaal met galery geheel gevuld met feestelijk gestemde bezoekers en bezoeksters. Tot zelfs de gangpaden waren voor een deel door belangstellen den ingenomen. Vooral vele bezoeksters. En dit stemt ons hoopvol. Waar de vrouw zoo dikwijls achterblijft, daar moet het ons tot blijdschap stemmen, dat de vrou wen te Schiedam zooveel instemming met de viering van het Meifeest betoonen. P. de Bruin, de voorzitter van den Bestuurdersbond, opende de feestvergadering met een herinnering aan een gezegde van Mevr. Roland Holst, dat te Schiedam, in tegenstelling met andere plaatsen, de vakbeweging zoo ver ten achteren was bij de politieke arbeiders beweging. Nu evenwel, aldus de voorzitter, zullen wij op den eenmaal ingeslagen weg voortgaan en trachten, den Bestuurdersbond stevig te maken en zooveel moge lijk arbeidersvereenigingen tot aansluiting daarbij te bewegen. Na dit korte openingswoord was .de beurt aan de kranige muziekvereeniging „Kunst en Strijd" die een tweetal nummers verdienstelijk uitvoerde, vervolgens „Excelsior", dat eveneens twee zangnummers bijna vlekkeloos ten gehoore bracht. Eén vraag moet hier echter van het hartHeeft „Excelsior" zoo weinig I tenoren In het midden der zaal hoorden wij er bitter

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 2