No. 12. ZATERDAG 19 MlEI 1906* 6e Jsuirgang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokr^sche Arbeiderspartij Bureau van .Redactie en Administratie; Singel 18415. Stokken voor 't eerstvolgenc nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. Afdeelingsnieuws. Photo's van het afd,-Vaandel. Hoe zit dat? Teekenen van groei. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal franco per post 30 cent j Uj vooruitbetaling. Losse nummers 2 cent. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. De haishoadelijke vergadering verleden Zondag was weer goed bezocht. Een 9-tal nieuwe leden was aan wezig. Het 3-maandelijksch financieel verslag bewees, dat de afdeeling ook in financieel opzicht op goeden grond slag rust. En het goede nieuws kon daarbij worden meegedeeld, dat de Moker, die door de verandering van colporteurs te Vlaardingen een tijd lang achteruit was gegaan, weer aan het ophalen was en op zijn te korten inhaalde. Het verslag der Congres-afgevaardigden werd goed gekeurd evenals de houding der afgevaardigden op het congres. De congres-besluiten, die aan het referendum moesten worden onderworpen, werden uitvoerig besproken en op één enkel na met algemeene stemmen goedgekeurd. Het bestuur kreeg vervolgens machtiging van de vergadering om plannen van bebouwing van het aan gekochte terrein tusschen Vischmarkt en Westvest zoo spoedig mogelijk voor te bereiden en dan aan de goed keuring der afdeeling te onderwerpen. De afdeeling besloot tot een ruinie opvatting van de exploitatie van het terrein, zoodat de plannen zich zullen uitstrekken over een flinke zaal voor 600 a 700 personen, een kleine zaal voor ruim 100 personen, een paar kleine lokalen, een billardkamer, enz... Een flinke bespreking ging aan dit besluit vooraf en leverde er het bewijs van, dat de afdeeling zich bewust was van de betee- kenis van dit besluit en den vasten wil heeft om met kracht voorwaarts te gaan. Behalve een aantal huishoudelijke zaken, voor open baarmaking ongeschikt, was er verder niets aan de orde. Het Bestuur. Reeds hebben een aantal afdeelingsleden opgave ge daan, om in het bezit te komen van een photo van ons nieuwe Vaandel, 't Getal is echter nog niet groot te noemen't kan heel wat meer zijn, te meer daar de verkoop dezer photo's een goed en noodzakelijk doel heeft: het aanschaffen van een foudraal en bandelier. Aanvankelijk was de uiterste datum van opgave be paald op 11 Mei. De vaandel-commissie heeft echter besloten de termijn met 'n week te verlengen, opdat belangstellenden alsnog hun opgave kunnen doen. 21 Mei zal dan de uiterste termijn zijn, waarna geen be stellingen meer worden aangenomen. De proeven der photo's zullen tot dien datum bij C. v. d. Hoeven ter bezichtiging aanwezig zijn, en wor den daar of in het gebouw Constantiabestellingen aangenomen. De prijs is zooals bekend, 50 ct. voor kabinet, en 25 ct. voor albumformaat. Zij, die geen photo wenschen, doch ons toch willen steunen, kunnen hunne bijdrage, 't zij groot of klein, aan genoemde adressen afdragen en tevens aan de col porteurs van ons blad. De kleinste gave zal ons wel kom zijn. De Vaandelcommissie. Het wetsontwerp tot aanvulling der Landweerwet, regelende de vergoeding voor hen die daartoe in de termen vallen, is reeds veertien dagen geleden door de Eerste Kamer aangenomen. Om van kracht te zijn is nu enkel nog de handteekening van H. M. de Ko ningin noodig. Maar onze geëerbiedigde Koningin schijnt nog steeds geen gelegenheid gevonden te hebben, haar naam eronder te plaatsen. Dus: nog altijd kunnen de verzoekschriften niet worden ingediend. Binnen enkele weken moeten nu de menschen reeds weg, wat er van hun^gezin worden moet gedurende hun afwezigheid, komt er min der op aan. Indien er dwangwetten te bekrachtigen zijn, is er meer spoed merkbaar. Landweermannen, die met vergoeding te maken heb ben, zijn ook maar gewone proletariërs, nietwaar Hun plichten te verzwaren, dat gaat best hun rechten toe te kennen heeft zoo'n haast niet. Is deze methode van werken gekozen om ze de ge legenheid af te snijden vergoeding te vragen? Er zijn teekenen van herleving op te merken te Schiedam. De crisis in de jeneverindustrie is voor Schiedam als gemeente ten einde; zij werkt nog wel door in de kringen van het jeneverkapitaal, waarin velen door de crisis zpn ten onder gegaan en anderen door de crisis rijk ziin geworden; en in die kringen zal zij nog wel lang blijven doorwerken,armoe en tobben verergerend en rijkdom vergrootend. Maar wat er in die jeneverindustrie voorvalt, is niet meer van overwegend, doorslaand belang voor onze stad. De nieuwe industrieën, die zich hier geleidelijk komen vestigen, zijn het, die een nieuwe toekomst voor Schie dam inluiden. Men kan het reeds zien aan het uiterlijk van sommige straten, dat er een kentering ten goede is gekomen. De meest vervallen panden zijn reeds voor nieuw ge bruik opgeknapt of door geheel nieuwe vervangen. En in de schafttijden ziet men groepen van arbeiders door de straten ijlen, waar men vroeger alleen schoolkinderen, bureauambtenaren en losversp eide arbeiders zag. Zeker, sinds jaren bestaat de „bloeiende" Apollo- fabriek, die uit de jenevercrisis groote voordeelen trok, doordat zij de voortdurende beschikking kreeg overeen willige goedkoope arbaidersmassa, die zich „buiten de stad ophoopte" in de Gorzen, dicht bij „de" fabriek, en die onder den neerdrukkenden invloed der Schie- damsche jenevercrisis willoos zich overgaf aan „de" fabriek, de eenige gelegenheid waar zij werk kon vin den, met geheele families tegelijk. Maar die Apollo vergrootte de welvaart der stad niet en gaf geen tegen wicht tegen de vervallende jenevernijverheid, juist doordat zij teerde, op den afval van de groote jenever crisis, juist omdat zij „bloeide" door den ondergang van het jeneverbedrijf. Die Apollo maakte het goed voornamelijk, omdat Schiedam het slecht maakte. Vandaar dat de invloed van de Apollo op het leven der stad Schiedam geljjk nul is gebleven, en dat ondanks net bestaan van deze vrij groote fabriek de gebeurte nissen in de jenevernijverheid toch het geheele Schie- damsche leven bleven beheerschen. Nu begint het anders te worden te Schiedam. De jeneverindustrie verheft zich niet, al maken de eeuwig klagende branders ook mooie jaren. De jeneverindustrie is door de concurrentie met binnen- en buitenland tegen den grond geslagen en is onmachtig om zich tot haar vroegere beteekeuis op te werken. Zij moet haar heer schappij over Schiedam afstaan aan nieuwe machten, en' wordt van haar eersten rang naar den achtersten rang teruggedrongen door de nieuwe industrieën, die hier opkomen. Alleen op Smulders' fabriek arbeiden reeds meer personen, dan in het heele jeneverbedrijf met al zijn aanverwante takken werkzaam zijn. En als grootbedrijf vervult de fabriek van Smulders een veel belangrijker rol dan de jenevernjjverheid, die nog achter lijk kleinbedrijf is. Zoo is het met meerdere industriëen, al zijn ze dan ook kleiner in omvang dan die van Smulders. Voor Schiedam is dit achteruitdringen van het jenever- bedrijf een groot geluk. Er zijn weinig bedrijven denk baar, waarin men als ondernemer üiet minder kennis en minder ontwikkeling toekan, en die daardoor een minder ontwikkelde en minder energieke ondernemers klasse hebben opgeleverd dan juist de jenevernijverheid. Het buitengewoon lage intellectueele peil der gegoede Schiedammers (de „echte," wel te verstaan) is daarvau het noodlottige gevolg. En het onvermogen om zich aan het noodlot van een dergelijke anti-intellectualiteit te ontrukken wreekt zich in een fatalistische laat-maar- waaien-politiek, die èn op industrieel èn op gemeentelijk gebied overheerscht. Dat er nu omstandigheden komen, die daarin verandering brengen, en die aan dit jenever- intellectualisnie een einde zullen maken, is natuurlijk voor Schiedam een groot geluk. Maar nu doet zich ook weer uit den aard der om standigheden het verschijnsel voor, dat de industriëelen, die hier hun ondernemingen komen vestigen, zelf liefst zoo ver mogelijk buiten Schiedam blijven. Ze willen wel van de goedkoope vestigingsgelegenheden en van de nog goedkoope arbeidskrachten gebruik maken om hun ondernemingen gemakkelijk de lucht in te werken. Maar zelfwat moeten zij voor zichzelf en hun families hier te Schiedam vinden Alles stoot hen in dat opzicht terug. Zij blijven daarom zelf zooveel mogelijk buiten de stad. Hun ondernemingen bezorgen doorgaans magere loontjes aan hun arbeiders en hun bureaupersoneel, de gemeente merkt in de gemeentekas slechts uit een magere vermeerdering van inkomsten hun bestaan, maar hun winsten verteren zij elders en aan den gemeenschappelijken gemeentelijken arbeid nemen zij geen deel. De eerste feiten van dit verschijnsel zijn reeds aan te wijzen. En logisch is het, dat bij toe-, neming van industriëen dit verschijnsel algemeen zal vast te stellen zijn. Intusschen, te constateeren zijn nu reeds de gelijk tijdige achteruitdringing van den invloed van het jene verkapitaal, de belangrijke arbeidsvermeerdering door de intrede van nieuwe industrieën, en het buiten Schiedam blijven van de meer gegoeden die bij die nieuwe industrieën zijn betrokken. Geheel daarmee in overeenstemming is de groei der arbeidersbeweging in de laatste jaren. Toen de S. D. A. P. hier haar afdeeling kreeg, leek het onmo gelijk er iets mee te kunnen beginnen. En in onze partij zelve waren er, die van Schiedam niets verwachtten. Met de vakbeweging was het niet rooskleuriger ge steld. Patrimonium en de Katholieke Volksbond waren levende lijken. De eerste Bestuurdersbond ging, zij het ook voor een deel door verkeerde leiding, ten gronde. Geen wonder ook in de arbeiderswereld werkten de ontaardende invloed van het jeneverkapitaal en de neerdrukkende macht van de jenevercrisis door, en kracht tot ontworsteling aan die invloeden ontbrak. Ook daarin is een groote verandering op te merken: langzaam maar zeker komt een gezonde vakbeweging hier te voorschijn, de nieuwe Bestuurdersbond ont wikkelt een flinke kracht, en de S. D. A. P. neemt rustig en zeker in innerlijke beteekenis en uiterlijken invloed toe. Toen nu 4 jaar geleden de S. D. A. P. haar tenten opsloeg in een eigen gebouw, voor 5 jaar in huur genomen, geloofden slechts weinigen aan de mogelijkheid van volhouden. Toen leek het een waag stuk^ om met zooiets te durven beginnen. Maar de partijgenooten, die in de toekomst van Schiedam en in de toekomst der Schiedamsche arbeidersbeweging ge loofden, werkten onverdroten voort. En nu 4 jaar later is er niemand meer die met onze arbeidersbeweging meeleeft en die niet erkent, dat Constantia zijn plicht heeft gedaan en de arbeidersbeweging het rustige, veilige plekje voor geregelden groei en krachtige ont wikkeling heeft verschaft. En nu 4 jaar later is de S. D. A. P. er toe over durven gaan, zelf een grooter tehuis te gaan inrichten, waar de degelijk-begonnen arbeidersbeweging haar eigen werkplaats zal kunnen vinden, groot en ruim genoeg om den arbeid te ver richten die de toestanden en haar eigen beginsel van haar eischen. Zoo wijzen allerlei teekenen nieuw leven aan, een nieuwbegonnen periode in het leven der stad Schiedam. A.1 die teekenen wijzen evenwel ook hier op: dat het nieuwe Schiedam een echte arbeidersstad zal zijn, een stad van opeengehoopte en door het kapitalisme uitge buite proletariërs. Van buiten af zullen de ondernemers hun industrieën exploiteeren met Schiedamsche arbeids krachten. Van binnen uit zullen dan de arbeiders hun strijd tegen het kapitalisme voeren, het eigen gebouw der S. D. A. P. zal voorloopig tenminste het middel-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 1