Vlaardingen. No. 14. ZATERDAG 2 Juni 1906. 6e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij. Ameublement-Constantia. Debat Van Leeuwen—Domela Nieuwenhuis. De strijd der Arbeidersklasse, Actie Algem. Kiesrecht. A r. O N N K M E N T S P RIJ S 25 cent per kwartaal c 1 j. on i <n' vooruitoetahnq. franco per post .50 cent Losse nummers 2 cent. Bureau van Redaktie en Administratie Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat. Spreekuur voor de Redaetie: 's Woensdagsavonds van 71/»uur. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn, Te Vlaardingen is Zaterdags De Moker te verkrijgen bij J. VAN DRIEL, Oosterdwarsstraat 27, waar men zich tevens kan abonneeren, of als vast lezer zich kan opgeven. Kom, Vlaardingers, gaat hiertoe ten spoedigste over. Dat verzekert u een geregelde bezorging, en bespaart ons veel moeite. Allen daartoe medegewerkt, en binnen enkele weken zijn we o.ok te Vlaardingen, waar we zijn moeten. Bij de aanstaande verandering van gebouw wenscht de afdeeling de aandeelen-schuld voor het Ameublement van „Constantia" zoo mogelijk geheel af te lossen. De aandeelhouders worden daarom uitgenoodigd, hun aan deden zooveel doenlijk aan de afdeeling cadeau te doen. Hun, die daartoe niet kunnen besluiten, wordt verzocht, vóór den ioen Juni opgave van de nummers hunner aandeelen te doen aan den secretaris C. v. d. Hoeven de opgegeven aandeelen zullen dan óf direkt worden afbetaald óf aan een geregelde uitloting worden onder worpen. De vóór 10 Juni niet opgegeven aandeelen nummers zullen worden beschouwdaan de Afdeeling te zijn cadeau gedaan. In opdracht van de Afdeeling, 21 Mei 1906. Het Bestuur. De volgende stellingen zijn door Van Leeuwen op verzoek van Nieuwenhuis opgemaakt om aan het debat een stevigen grondslag te geven I. Bij de uiteenzetting van de verhouding tusschen den enkelen mensch en de gemeenschap gaat het anar chisme ten onrechte uit van den individu als eenheid, de sociaal-democratie daarentegen terecht van de gemeen schap als eenheid. II. Bij de uiteenzetting van de beteekenis van den staat voor de gemeenschap en voor den individu gaat het anarchisme ten onrechte uit van de stelling dat staat en maatschappij geheel zelfstandige organismen zijn, en erkent de sociaal-democratie terecht, op grond van de bijeenbehooring van staat en maatschappij, de gelijktijdige ineengrijpende ontwikkeling van die beide tezamen. III. De taktiek van het anarchisme berust op een verkeerd inzicht in den klassenstrijd en versterkt voort durend de klasse die het wil bestrijden de taktiek der sociaal-democratie daarentegen houdt ten volle rekening met het wezen van den klassenstrijd en maakt de arbei dersklasse steeds sterker tegen het kapitalisme Op het oogenblik dat wij dit schrijven is ons het uur van het debat nog onbekend. Maar wij wekken partij- genooten en geestverwanten op, er naar te gaan luisteren. De groote vraag, hoe de arbeidersklasse den strijd moet voeren tegen het kapitalisme, is een uitvoerige gedach- tenwisseling ten volle waard en dient door de arbeiders zelf goed onder de oogen te worden gezien. Waarschijnlijk is het uur van aanvang 12 uur. De arbeiders te Schiedam zijn nog niet in groote getalen strijdvaardig. Het kan ze niet schelen. Ze hebben zoon door-en-door ellendigen tijd mee doorgemaakt, dat ze afgestompt zijn door al te veel beroerdigheid. En de gemakkelijk te verkrijgen jenever heeft de afstomping behoorlijk in de hand gewerkt en verergerd. Werk en een niet al te geringe verdienste, maar meer vragen ze niet. Voor schijnloontjes heeft Smulders ze kunnen krijgen, eerst bij de oprichting en inrichting van zijn fabriek tot voor 8 en 9 cent in het uur hebben zij zich aangeboden en als dan het nieuwtje eraf was en het werk met minder nauwhezetheid en minder ijver werd gedaan en dikwijls ook wat op dat werk aan te merken was, nu, dan lieten ze zich kalmpjes de poort uitzetten, en dan hadden ze het weer als vroeger, dan konden ze weer aan de wal of langs de straat gaan loopen op zoek van wat werk. En nu de fabriek in ghng is, nu zijn ze nog altijd voor treurige loontjes te krijgen, ze zijn al zoo blij met 12, 13 en 14 cent, met minder zijn ze trouwens ook tevreden als het „moet," en nu laten ze zich ook maar rustig weer de poort uitzetten als hun werk niet bevalt en scharrelen dan weer verder. Het kan ze niet schelen, de Schiedamsche afstomping heeft ze te pakken. De arbeiders, die van buitenaf komen en lang niet altijd van plaatsen met een krachtige arbeidersbeweging, ze zijn een en al verbazing over die Schiedamsche onver schilligheid. En ze krijgen doorgaans zoo gauw het land aan Schiedam met zijn beroerde woningen en de ont aarding en neerdrukking door de jenever en de crisis, dat ze er zoo spoedig mogelijk weer uittrekken. Dan heb je ze even gezien en gesproken en ben blij geweest met den toevoer van nieuwe, frissche krachten, maar dan zijn ze al weer weg ook. Zoo gaat het trouwens met de beste Schiedamsche krachten zelf eveneens, die schieten er doorgaans tusschen uit zoodra ze er kans toe zien dan heb je eerst gezien dat ze zich loswor- stelden uit hun omgeving en zich opwerkten en dat ze flinke krachten in de arbeidersbeweging gingen worden, maar dan gaan ze weg. En ongelijk kun je ze niet geven er is een reuzenvertrouwen in de toekomst en een reuzengeloof in het socialistisch evangelie voor noodig om aan Schiedams opheffing te kunnen blijven meewerken, en ontwikkelende krachten versagen gemakkelijk. Toch is er schemerlicht te zien. En het clubje dat vlijtig en vol vertrouwen en geestdrift werkt aan de voorbereiding van dien nieuwen dag, dien zij in schemering al zien opgloren, dien nieuwen dag van een betere maatschappij, dat clubje wordt krachtiger en grooter en volhardender. Zij zien al de eerste vruchten van hun eigen werk. En zij zien al de eerste bevestiging van de waarheid van hun denkbeelden en de juistheid van hun toekomstgeloof. Dat staalt hun kracht en dat vervroo- lijkt hun moed. Zooals de werkers aan den arbeid gaan terwijl de genieters nog rusten, zoo trekt dit clubje in den schemer- morgen aan het werk terwijl de tevreden of onver schillige burgers nog slapen. Als wij eens tien jaar verder zijn, dan zullen wij ons dezen tijd haast niet meer kunnen herinneren, dezen tijd vari moedigen, volhardenden arbeid in de eenzaamheid van een vroegen schemermorgen. Maar niet waar, makkers, het is wel eens kil en dikwijls akelig stil in die groote rust van den vroegen dag, maar het is toch heerlijk werken, omdat wij samenwerken in dezelfde overtuigings kracht en in hetzelfde plichtsbewustzijn Ja, wat willen wij dan waarvoor werken wij dan En wat zien wij dan opkomen voor nieuwen tyd Welke nieuwe maatschappij verlangen wij dan en hooren wij ook reeds naderen? Wij willen den rijkdom der aarde en de schatten van het menschenverstand en het menschenhart in hun vollen gulden overvloed binnen het bereik brengen van alle menschen. Wij willen de gaven van alle menschen zonder onder scheid de gunstige gelegenheid van volle ontwikkeling verschaffen; tot geluk van den mensch, die deze gaven bezit, en tot geluk van de velen die daarvan kunnen genieten. Nu is dat niet het geval. Slechts enkelen genieten volop van wat de aarde voortbrengt, de meesten hebben daarvan slechts het hoogstnoodige voedings- en kleedings- portietje met een akelig klein beetje genot en weelde. En slechts weinigen hebben toegang tot de schatkamers van kennis, wijsheid en kunst, die de menschen de eeuwen door hebben gebouwd. En nu is het evenmin het geval, dat ieders gaven tot volle ontwikkeling kunnen komen. Slechts enkelen kunnen dat. En zelfs onder hen, die gelegenheid tot ontwikkeling in overvloed hebben, is dat nog slechts zelden het geval, omdat onze doortrapt slechte maatschappij niet vrij laat in eigen ontwikkeling maar de meest dwaze beperkingen oplegt. Wanneer men deze eenvoudige dingen zegt, dan zijn alle menschen het erover eens, dat iedereen wel zooiets verlangt. Dan zijn er niet veel te vinden, die niet beweren hetzelfde te willen als wij en een even groot ideaal te bezitten als wij. Maar als men met hen gaat spreken over de middelen tot bereiking van dat groote doel, dan zeggen de meesten met gemakkelijke zelfvoldaanheid een utopie, een ideaal, en dus onbereikbaar. En dan kan men steeds dezelfde opmerking maken die lui zijn bang hun eigen voorrechten te verliezen, en ze vreezen van een verwezenlijking van dat „ideaal", van die „utopie," vermindering van eigen macht en welvaart, en voor een groot deel zijn ze ook te dom om den weg te vinden die leiden moet tot een zoo hoogstaande maatschappij. Thans zijn het de domme materieele voorrechten, die over alles beslissenin een hooger staande maatschappij zou een andere maatstaf van beoordeeling gelden en zouden alleen de individueel hooger staande personen ook hoogere maatschappelijke waarde kunnen hebben, en daar durven de bevoorrechten van thans zich .niet aan te wagen. O zeker, er zijn wel losloopende bevoorrechten, die meewerken aan de opheffing en de omhoogwerking van onze maatschappij. Er zijn zelfs vereenigingen voor maatschappelijk werk die dat doen. En er zijn ook volks huizen om in die richting werkzaam te zijn. Maar al die particuliere ondernemingen van weldenkende personen maken een pover fiasco in de maatschappijze mogen een klein aantal menschen (o zoo klein doorgaans 1) een klein beetje ontwikkeling bijbrengen en een kleine maat schappelijke verheffing doen bereiken, tegenover de groote maatschappelijke fouten die ze willen verbeteren, staan ze als menschen die de zee willen leegscheppen met kinderemmertjes. En ze hebben dit reusachtig nadeel, dat ze de bestwillende burgers afhouden van degelijker werk, en dat ze de menschen de gelegenheid geven om, tevreden met hun inspanning en hun opoffering, verder niets te doen ente wanhopen aan groote resultaten. 'Neen, de burgerklasse, ze wil geen afstand doen van haar voorrechten, of voor zoover ze wel wil en ook de arbeiders in haar voorrechten wil doen deelen, ze kan niet. In de praktijk komen die onwil en. die onmacht op hetzelfde neerde verandering blijft uit en de be voorrechting blijft gehandhaafd. Maar ook dat kan weer niet anders. Want beiden, die onmacht en die onwil zijn noodzakelijke uitvloeisels van den klassenstrijd aan de zijde der burgerklasse. Immers, óf zij willen hun voorrechten niet prijsgeven en verdedigen daarmee bewust of onbewust hun klasse, óf zij kunnen ze niet prijsgeven omdat ze daarmee een eind zouden maken aan het eigen bestaan van hun klasse. De arbeidersklasse moet strijden voor haar eischen en voor haar rechten, de burgerklasse wil of kan niet toe geven, ze moet dus gedwongen worden, gedwongen worden niet met het ruwe, brute geweld dat de burger klasse zelf gewoon is te gebruiken, maar gedwongen worden door een onoverwinnelijke organisatie van het geheele proletariaat. Daarover in het volgende nummer. Zondag j.l. had te Rotterdam in het Vereenigingsge- bouw een vergadering plaats van het Prov. Zuid-Hollandsch Kiesrecht-Comité. Aanwezig waren afgevaardigden uit Leiden, Den Haag, Delft, Schiedam, Rotterdam, Dordt, Gouda en Schoon hoven. Nadat het comité opnieuw was geconstitueerd, welks dagelijks bestuur is samengesteld uit afgevaardigden te Rotterdam woonachtig, werd besloten de Prov. meeting DE MOKER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 1