Denkt om den Steunpenning
Bloempjes uit den Raad,
Parlementaire Kroniek.
(die volgens besluit van de algem. vergadering te Utrecht,
dit jaar weer over het geheele land zullen plaats heb
ben en de groote Nat. Betooging voorafgaan), te Rot
terdam te doen plaats hebben, op Zondag 19 Augustus.
Aan den burgemeester aldaar zal vergunning worden
gevraagd tot het houden van een optocht met muziek
en ontplooide vaandels enz.
Verder werd besloten de mogelijkheid te onderzoeken
tot het op groote schaal verspreiden van eene doelmatige
en goed uitgevoerde brochure, in de plaats van de ge
bruikelijke manifesten, om alzoo de propaganda met
meer succes te zien bekroond.
Schiedam, 22 Mei 1906.
4 liberalen zijn afwezigde H.H. van Westendorp,
Gouka, Ris en Kranen. Benevens de heer van der Poel,
die schijnbaar meer en meer overtuigd raakt wel ge
mist te kunnen worden en dan ook bijna geregeld
verzuimt.
Maar ook van den kant der liberalen worden de zit
tingen veelvuldig verzuimd. We zouden moeten zeggen
dat de heeren met „liberale laksheid," de vergaderingen
bijwonen, doch omdat 't nogal oneerbiedig klinkt, durven
we niet.
De heeren weten zeer goed dat bij principieële be
sluiten de klerikale broederen steeds wel zorgen op
hun post te zijn. Doch dat prikkelt natuurlijk nog geen
liberale Schiedamsche gemeenteraadsleden om dat voor
beeld te volgen. Ken je begrijpen
Aan de orde komt een voorstel van B. en W. tot
wijziging van de verordening op de heffing van een plaat
selijke directe belasting naar het inkomen Gem.blno. 8
van 1903).
De heer Mr. Jansen (de eerwaardige vader van het
misproduct) heeft tegen de wijziging geen bezwaar.
Want het geld moet er wezen. En zooals de verorde
ning nü luidt, komt de gemeentekas niet aan d'r trek.
f 100.000.is het maximum, dat geheven kan worden
en dat is te weinig. Maar toch wil de heer Jansen
niet met het voorstel van B. en W. meegaan en hij
stelt voor. te bepalen „deze belasting wordt tot geen
hooger bedrag dan f 105.000.geheven" dan hebben
B. en W. voor 't oogenblik wat ze begeeren en kan
de Raad later op z'n gemak de heele zaak eens onder
de oogen zien.
Ik zou warempel zeggen, dat zelfs Mr. Jansen de
belastingheffing, door hèm daargesteld, niet heelemaal
in den haak vindt. Nu, dan zijn we in een paar jaar al
een heel eind gevorderd.
De heer Visser wijst er op, dat er behalve omtrent
het maximum bedrag ook een bepaling in de verordening
is, dat het percentage niet hooger mag zijn dan 5 pCt.
Het geval kan zich voordoen, dat zonder het tegenwoordige
heffingspercentage wordt verhoogd een hooger bedrag
dan het door mr. Jansen voorgestelde kan worden ver
kregen. Spr. is dus niet voor het stellen van een grens.
Intusschen kunnen de belastingbetalers zich wel op
een buitenkansje voorbereiden Want het percentage is
nog geen 5 pCt. en zal licht wat verhoogd worden.
D'r zijn er nog al wat onder onze welgezeten burgers,
die heel aardig door de mazen dér verordening weten
heen te kruipen gemeenteraadsleden en alen van
dien aardigheid is een ander de dupe.
De heer Jansen noemt de wijziging een aanvullings
belasting, en wil de kwestie nu niet principiëel behandelen.
De heer Lagerwey noemt het geen aanvullings-belasting;
de heer de Groot is tegen de beperking tot het genoemde
getal (nogal zonderling, zouden we zeggen)de heer Von
Briel Sasse wenschjt dat B. en W. het amendement-Jansen
overnemenwijziging der verordering komt hem niet
overbodig voor en ten slotte komt de heer Wittkampf
vertellen dat aan de verordening vele fouten kleven en
vooral de wijze van klassificatie eens ernstig dient te
worden onderzocht.
Bij de behandeling van dit punt werd het woord
gevoerd door sommigen, die toch wel een beetje aan eigen
eer verplicht waren geweest te zwijgen. De heeren ver
gaten zeker voor een oogenblik, dat de kohiers wel eens
onder minder bescheiden oogen komen en dat hun oprecht
heid in theorie en praktijk nu niet bepaald klopt met
elkander.
Het voorstel B. en W. werd verworpen met 96
stemmenvijf liberalen en de heer Honnerlage Grete
stemden er voor.
Voorts kwam ter tafel het voorstel van B. en W. om
een crediet beschikbaar te stellen van f 8000 voor uit-
voerinp van de eerste werken voor den schoplbouw.
Hier gingen de sluizen der „welsprekendheid (wie
lacht daar wagewijd open. Lang en breed werd er
gesproken over de vraag ol de aanbesteding al dan
niet publiek zal geschieden. De directeur van gemeente
werken heeft daartegen zulke ontzettende bezwaren, dat
het Dag. Bestuur per sé de onderhandsche aanbesteding
wilde doorzetten, 't Schijnt een kwestie te zijn meteen
achtergrond voor de werken in gewapend beton schijnt
onze directeur geen pap gegeten te hebben. En daarom
had hij maar een firma opgehengeld die hem soliede
voorkwam, om aan deze het heele schip over te laten.
En dat was wel goed gegaan, maar zoodoende komt
de schoolbouw maar eventjes op het respectable bedrag
van f 76.000.en dat vond de raad te kras. Daarom
gingen ze „muggen-ziften."
Onze „technikus" in den raad, de heer Van der Velden,
liet zich niet onbetuigd in de drie jaren tezamen van
z'n lidmaatschap heeft hij nog niet zooveel gezegd als
dezen middag alléén. Maar hij werd tamelijk wel gedwon
gen om z'n mond open te doen. Hij zag niet het minste
bezwaar in een publieke aanbesteding de directeur kan
een bestek maken, dan is hij toch ook van goede uit
voering verzekerd
Als 'm nou daar maar niet juist de knoop zat in
het maken van 't bestek
De heer Mr. Jansen kwam ook weer in 't krijt.
Z.Ed.Achtbare is van meening dat er in het plan teveel
weelde is toegelaten.
De wet eischt veel en spr. verheugt er zich in dat
voor de opvoeding en het onderwijs der kinderen de
wet veeleischend is, maar die eischen zijn in dit plan
wel wat overdreven. De lokalen zijn te groot voor 40
kinderen per klasse. De wet eischt 3 M3, hier is 6 M3
berekend. (Wat 'n schande, zooverre buiten het wettelijk
minimum te gaan!) Maar spr. heeft nog meer te ver
tellen. Bijv. over de speelplaats, 't Is een uitmuntend
denkbeeld geweest de speelplaats vóór het gebouw te
houden, zoodat in de school geen last van het straat
rumoer ondervonden zal worden.
Maar (die beroerde royaliteithet komt spr. voor dat
die speelplaats, die 16 M. diep is, wel wat geringer
afmeting kan hebben. Indien er gelegenheid wordt ge
geven om over dit onderwerp te delibereeren, dan zou
spr. wel een amendement op het voorstel willen doen,
strekkende om die diepte te brengen op 13 M.
Door den voorzitter en den wethouder van onderwijs
worden tegen de beweringen van Mr. Jansen eenige
bedenkingen aangevoerd. Zij verdedigen de voorgestelde
ruimte der lokalen het wettelijk minimum is voor open
bare scholen 3.6 M3 per kind, dus hooger dan voor
bizondere scholen, voert de heer Honnerlage Grete aan.
Met het oog op eventueele centrale verwarming is de
oppervlakte der lokalen wat grooter gesteld.
De heer Wittkampf zou gaarne van den deskun
dige in den Raad willen vernemen ol de verkleining
der lokalen een belangrijke besparing op de totaaluit
gaven zal geven. Hij voor zich gelooft dit niet. De
deskundige antwoordt, dat het verkleinen der lokalen
geen belangrijke besparing zou opleveren de duurte
schuilt meer in de constructie dan in de meerder hoe
veelheid bouwmateriaal.
De heer Wittkampf heeft maar zelden gehoord
dat iemand spijt had te groot te hebben gebouwd, wel
dat hij te klein bouwde. Daarom is hij er voor de af
metingen te behouden zooals zij in het ontwerp zijn
aangegeven.
De heer Von Briel Sasse komt nu ook een duit in 't
zakje doen. De voorstanders der bijzondere scholen
bouwen in den regel goedkooper dan de voorstanders
der openbare beweert hij. (Menéer vergeet dat de voor
standers der bijzondere scholen in den regel de halve
school bijeen bedelen grond incluis terwijl
niemand iets aan de gemeente cadeau geeft.)
Waar men bij een vorige gelegenheid reeds van den
Weth. van Onderw. heeft gehoord, dat er kinderen om
plaatsing schreeuwen, maar die niet geplaatst kunnen
worden, daar is dit voor spr. reden om te zeggenWe
moeten onze stem aan dit voorstel geven.
Echter hóópt spr. zeker te mogen verwachten dat
bij een latere gelegenheid de zaken beter voorbereid
zullen zijn.
Spr. stelt zijn stem echter afhankelijk hiervan dat de
speelplaats met 3 meter diepte verminderd wordt. Als
men die 3 M. grond wint, dan is dat een voordeel
en een succesje tevens, d?t spr. c.s. heeft bereikt bij de
behandeling van dezen kostbaren schoolbouw.
't Was dus dezen geleerden meneer om een succesje
te doen En wélk een succesje3 M. grond van een
speelplaats Zou men niet met verbazing kennis nemen
van zulke kleine manieren van zulk een groote geleerde
Er worden voorts over de onderhandsche aanbeste
ding nog heel wat vijven en zessen verkocht. Het slot
is dat het gevraagde crediet wordt verleend, maar ver
der besloten wordt met 10 tegen 5 stemmen tot open
bare aanbesteding.
Alsnu komt aan de orde een voorstel van B. en W.
tot het vaststellen van bepalingen als bedoeld in art 31
der Bouwverordening ten aanzien van een straat tus-
schen de Westfrankelandsche laan en de Verlengde
Mariastraat.
Het blijkt daar een eigenaardige toestand te zijn.
Men heeft in die huizen water waar men geen water
mocht hebben, men heeft er een riool in strijd met de
verordening en er zijn huizen bewoond die niet bewoond
mochten zijn.
In dit alles schijnt de Maatschappij „Kortland" (waarbij
de familie Jansen sterk geïnteresseerd is) nauw betrok-1;
ken en geen wonder, dat Mr. Jansen ook nu voor den
dag treedt. Hij verklaart van dit alles niets te begrijpen.
De tegenwoordige toestand bestaat al jaren vóór dat
de verordening in werking trad.
De heer Honnerlage Grete deelt mede dat
door de waterleiding in die huizen de leiding niet is
gelegd en het dan ook aanvankelijk niet bekend was
dat die er lag. Er is daar frauduleus gehandeld, waar
schijnlijk door de huiseigenaren. Er staan twee huizen
achter het laatst door de waterleiding aangesloten pand
en- men had niet het recht om, zooals is geschied, het
water te brengen naar de daarachter gelegen huizen.
Dat is geschied met een leiding binnendoor. Daarmede
is dus gefraudeerd en op dien grond is de leiding
afgesloten.
Mr. Jansen betoogt dat de Mij. „Kortland" met dit
alles niets te maken heeft. Zij is altijd een voorbeeld
geweest van toeschietelijkheidde heer de Groot kan
dit getuigen, waar de vereeniging door deze gesticht,
nog onlangs een cadeautje ontving van f 6000.
De voorzitter wil Mr. Jansen opdracht geven de zaak
tot een minnelijke schikking te brengen, maar Mr. Jansen
wijst dit zeer beleefd van de hand. Naar zijn meening
zouden tot leden dier commissie kunnen worden aan
gewezen de voorzitter, de heer de Groot en de kanton
rechter (mr. Von Briel Sasse). Die commissie kan dan
zien waar het misverstand schuilt en als die commissie
in contact komt met Kortland zal zij kunnen zien dat
die maatschappij gaarne tot medewerking bereid is.
De voorzitter zegt dat de besprekingen met Kortland
altijd zijn uitgeloopen op een punt waarop partijen elkander
niet begrepen. De besprekingen zijn altijd zeer aangenaam
gevoerd, maar hebben nooit tot een resultaat geleid. Die
besprekingen gaven blijk van wederkeerige hoogachting
en belangstelling maar na afloop ontvingen B. en W.
een brief waaruit bleek dat men elkaar niet had be
grepen.
Het voorstel B. en W. werd ten slotte aangenomen.
Een voorstel van B. en W. om de Singelkerkstraat
over te nemen van W. van Spronsen werd „gevaarlijk"
geacht en aangehouden tot een volgende vergadering.
Nog een beetje Arbeidskontract.
Deze week maar een klein scheutje Arbeidskontract.
Want de Kamer hield zich ook nog met andere zaken
bezig. Niet omdat het Arbeidskontract al is afgehandeld.
O Heere neen. Dat zal nog wel eenige weekjes duren.
Het wordt nu eerst recht belangrijk. Want de bepalingen
omtrent den opzegtermijn en het staangeld zijn nu het
eerst aan de beurt. En daarover zal door de socialisten
menig hartig woordje gezegd worded, in verband met
hun voorstellen om alle staangeld geheel re verbieden
en den opzegtermijn niet te doen gelden in geval van
werkstaking.
Inmiddels hebben wij er melding van te maken, dat
de vorige week werd afgehandeld het artikel omtrent de
veiligheidsvoorschriften. Het oorspronkelijk regeerings-
artikel strekte, om den patroon te verplichten tot zoo
danige veiligheidsmaatregelen als de aard van den arbeid
toelaat en den arbeider, bij niet-nakoming dier verplich
tingen, een aanspraak op schadeloosstelling gevende.
Dat is toch geen onbillijke eisch, zou men zeggen. De
arbeider werkt den ganschen lieven dag in de fabriek
om den zak van den patroon te spekken. Laat die
patroon dan tenminste zorgen, dat de man niet elk oogen
blik gevaar loopt te verongelukken. En als hem een
ongeval treft, doordat de patroon dezen menschelijken
plicht verzuimd heeft, laat hem dan althans dokken. Dat
is toch wel het allerminste, dat men eischen kan.
Toch was de koudhartige Christen Lohman er tegen.
Hij noemde het de grootste onrechtvaardigheid die
men den werkgever kan opleggen.
Onze partijgenoot Schaper nam hem even te
grazen. Hij bemerkte met verbazing, dat zelfs dit ar
tikel door de reaktie uit de rechterzijde werd bestreden.
Wij hebben anders wel verleerd ons te verbazen. Bij
al wat voorgesteld wordt ten gunste van den arbeider,
komen de heeren Lohman c.s. om er nog iets af te
halen. Maar dat tegen een zoo billijk artikel als dit
nog bezwaar zou worden gemaakt is vreemd. Het zou
toch wel een beetje bar zijn als nu ook op dit artikel
beknibbeld werd. De heer Lohman moet nu maar nooit
meer in het hoofd krijgen, om te poseeren als iemand
die ook wat voor de kleine luiden voelt.
Na uitvoerige diskussie werd aangenomen een amen
dement van den katholieken baron Van Wijnbergen,
dat het artikel belangrijk verzwakte, doordat er mee
werd bepaald, dat de patroon slechts zoodanige maat
regelen zal behoeven te nemen, als redelijkerwijze in
verband met den aard van den arbeid gevorderd kun
nen worden. De rechter zal nu hebben uit te maken,
wat in deze „redelijk" is of niet En dan weten wij er
alles van
Een tweede amendement Van Wijnbergen, eveneens
aangenomen, bepaalt, dat, indien van het ongeval de dood
van den arbeider het gevolg was, zijn familie een rechts
vordering tot schadevergoeding kan instellen.
De goede werkgever.
Aangenomen werd voorts een artikel, dat bepaalt
De werkgever is in het algemeen verplicht al datgene
te doen en na te laten wat een goed werkgever in ge
lijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
De heer Lohman vreesde, dat de reactie bij de
toepassing van dit artikel te zeer zou kunnen komen