Oosterdwarsstraat
No. 20.
ZATERDAG 14 Juli 1906
6e Jaargang.
van Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Te Vlaardingen is Zaterdags „DE
MOKER'' verkrijgbaar
Naar Corinchem.
Bureau yoor Arbeidsrecht
Katholieke bestrijding.
De heer M. C, M. de Groot als zwijger.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal
franco per post 30 cent j hlJ vooruitbetaling.
Losse nummers 2 cent.
Bureau van Redaktie en Administratie
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Spreekuur voor de Redactie:
's Woensdagsavonds van y1^8y2 uur.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stukken Yoor 't eerstvolgenc
nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Nog zi^n kaarten verkrijgbaar voor de boot
tocht op Zondag a.s. aan de bekende adres
sen en voor zoover voorradig, Zondag aan
de boot.
Het Bureau is gevestigd aan het bekende
adresNieuwstraat 28.
We kregen onlangs een geschriftje onder oogen dat
misschien reeds meerderen hebben ingezien, doch zeker
ook aan nog velen onbekend D gebleven. Het is 16
pagina's groot en tegen het luttel bedrag van 21/2 cent
verkrijgbaar aan de Boek- en Handelsdrukkerij, Bern.
Claessens, te Sittard. Het is getiteld: Katholieke
Socialisten en de auteur noemt zich F. Hendricks.
Het boekske is een uitmuntend pleidooi voor de ge
zonde manier waarop de katholieke arbeiders worden
voorgelogen, verder een bloemlezing van de specifiek-
christelijke en gekuischte stijl van katholieke voor
lichters.
De gewijde auteur (vergissen we ons niet dan is de
heer Hendricks een geestelijke) bedoelt aan te toonen
dat er evenmin katholieke socialisten als katholieke
vrijdenkers en godloochenaars bestaan. Op blz. 4 weet
hjj zich zóó zeker van z'n taak dat hij schrijft
„En dan zeg ik, en nu ga ik het bewijzen zoo
klaar als de dag:
Laten eenige Katholieken nog te goeder trouw
meenen dat „Katholiek" en „Socialist" niet vloekt,
IHT vergissen zich schromelijk!
En de leiders vergissen zich niet,
W «naar z\j BEDRIEGEN het volk.
Brrrr alleen van dat reclameachtige uiterlijk
wordt 'n mensch al koud om 't hart. En dan moet het
eigenlijke „klaar als de dag" nog komen
Hoofdstuk I is bestemd om door „een heele vracht
uitspraken van Leo XIII te doen zien dat Katholiek
past op Socialist als een tang op een varken."
Daar gaat-ie dan: Volgens Leo XIII is de oorsprong
van het Socialisme „geweld", „beleediging", „jacht op
nieuwigheden", „nijd"; maar de oorsprong van het ka
tholicisme is geheel anders, is: rechtvaardigheid, verge
vingsgezindheid, gehechtheid aan de overlevering, broe
derlijkheid.
Das precies het tegenovergestelde
Volgens den schrjjver althans. Want van al die deug
den van het Katholicisme is tot nog toe bedenkelijk
weinig gebleken. Als men aan de rechtvaardigheid,
vergevingsgezindheid en broederlijkheid der katholieken
is overgeleverd, zoowel in vroeger tijden (men denke
aan de ketterjagerijen) als nu, waarvan bijv. priester
Van den Brink, of priester Fonteijne kunnen getuigen,
naast zoovele anderen, dan kan men haast wel zeggen
aan den duivel te zijn overgeleverd.
Gaan we verder: (blz. 6) Leo XIII noemt duizend
maal in zijn brieven het Katholicisme den zegen dei-
maatschappij.
Na, het Socialisme noemt die groote Paus:
W de pest.
Luister
„Pius IX heeft met alle kracht gestreden tegen de
„heillooze pogingen der sekten, vooral met name tegen
„de uit deze sekten losgebroken pest van het Socialisme."
V an „Katholieke-Socialisten" spreken is dus vierkant
gekkt n-praat.
In hoofdstuk II enkele vragen
kan het Socialisme goed zijn, als het gegroeid
is uit ketterijen?
Kan het een verstandig, mooi werk zijn, als domme
architecten, namelijk ketters, het bouwen-?
Kan het een welopgevoed, maatschappelijk wezen
zijn, als het opgevoed is door verdorven ouders, ketters
Voor de^ variatie komt de heer Hendricks aan het
eind van dit hoofdstuk eens tot de conclusie dat „Katho
lieke Socialisten" is
W klinkklare nonsens.
Voor wie 't nu echter heelemaal nog niet of slechts
ten halve gelooft, worden verder (steeds zoo klaar als
de dag!) vier redenen besproken, waarom Leo XIII
het Socialisme beslist veroordeelt. „Er zouden veel meer
redenen te geven zijn, maar 't Is eigenlijk al meer
dan genoeg, zeggen wij als slachtoffers.
De conclusiën van den schrijver zei ven zijn voor ons
op 't oogenblik hoofdzaak, en daarom zullen we deze
vermelden: (blz: 9 en 10.)
Het Socialisme is dus een onnatuur
lijke, gewelddadige beroering der Maatschappij.
Zoo iets is verderfelijk.
Zoo stoken zij twist en tweedracht
en werpen de orde der maatschappij onderste boven.
De Socialisten zijn staatsgevaarlijk.
Het zijn oproermakers
Leo XIII noemt de Socialisten bedriegers, maar de
schrjjver vertelt zeer goedmoedig, dat niet alle socia
listen bedriegers zijn. Er zijn ook bedrogenen.
Na dit physiologisch probleem op zoo roemvolle wijze
te hebben opgelost, betoogt de zegepralende schrijver
dat de bedriegers er toch immers op rekenen dat de
groote massa niet weet, dat ze wordt bedrogen, af
schuwelijk bedrogen. Helaas
Doch direkt na deze smartkreet heet 't: Nu, wie
dit boekje leest, is in eens op de hoogte
De heer Hendricks bereikte hier het toppunt van
verwaandheid, naar 't ons voorkomen wil
In het „Besluit" wordt nog eens geresumeerd wat nu
eigenljjk alzoo is verteld.
„Katholieke Socialisten" is onzin, leert Leo XIII.
Want Katholieken die de „pest" der maatschappij
zouden zijn, „oproermakers11„de dood" van den Staat,
vijanden van Christus, Kerk, Evangelie en Godsdienst,
die bovendien als hun vaders, „ketters" zouden moeten
erkennen, zulke „katholieken" kom, dat is immers
te gek om van te praten I
Maar de Socialisten zijn volgens Leo XIII
1. de pest der maatschappij
2. de oproermakers
3. verderf van Kerk en Staat;
4. bedriegers
5. praatjesmakers over Christus en Evangelie, met
de sluwe bedoeling het volk zand in de oogen
te strooien.
6. het grootste gevaar der samenleving, stokers van
haat en nijd.
7zonen van afschuwelijke ketterijen van allerlei aard.
W Dat leert U Pans Leo XIII.
Een Katholiek kan dus geen Socialist zijn.
„Katholieke Socialisten" is dus bare, schreeu
wende
IV onzin.
't Wil ons voorkomen, dat we 't hier wel gevoegelijk
bij kunnen laten. Er is natuurlijk geen oogenblik bij
ons de lust opgekomen het vodje te bespreken, (de hemel
beware ons voor nadere kennismaking met zulke viezig
heden) maar het ding is bedoeld als middel voor de
propaganda der katholieken als zóódanig willen we
het helpen verspreiden. In het bijzonder de katholieke
aibeiders moeten zich deze uitgave van 21/g cent eens
getroosten we vreezen volstrekt niet dat ze ook
maar eenigszins onder de bekoring dier fanfaronnades
met handwijzing zus of zoo zullen komen, maar ze
zullen eens terdege ervaren met welke onbenullige
kletspraatjes men hen tracht te bedotten, 't Is in één
woord dunne kost
In De Moker van 23 Juni 1.1. kwam een ingezonden
stuk voor_ van den heer M. C. M. de Groot, handelende
over onjuiste voorstellingen onzerzijds.
De lezers zullen zich wel herinneren met welk een
aplomb de geachte inzender daarover vermeende te mogen
spreken. Het zou toch slechts „dagwerk" zjjn op onze
onjuistheden te wijzen en 't was, onnoodig, omdat
(dank zij de zeer gewichtige waarschuwing des heeren
de Gioot) men na wel weten zon, hoe voorzichtig men
met ons blad wezen moet.
Wij onderstellen steeds in den heer de Groot een
kundig man, die de bizondere eigenschap bezit bij z'n
werken onfeilbaar te zijn
Maar we konden het toch niet over ons verkrijgen
z u stukje ernstig op te nemen. Want daarvoor was
de argumentatie &I te zwak. Zeker erkennen we on
volmaakt te zijn; zeker erkennen we, dat ook wij den
bal wel eens kunnen misslaan (ieder, die werkt, heeft
kans fouten te maken) maar als de heer de Groot voor
het aanduiden van onze onjuistheden dagwerk hebben
zou dan, zoo ware onze bescheiden eisch, had hjj
allicht iets kunnen opsnorren, dat meer steekhoudend
was dan hetgeen hjj nu aanvoerde. Want we haalden
daarover de schouders op.
In het no van 30 Juni bespraken we naar aanleiding
van het ons toegezonden eerste verslag, de vereeniging
„Volkshuisvesting", waarvan de heer M. C. M. de Groot
voorzitter is. We hebben onze verwondering uitgesproken
over de wijze, waarop de vereeniging „Volkshuisvesting"
hare taak blijkt op te vatten die in naam de volks-
huisvesting wilde bevorderen; die poogde de arbeiders
financieel aan zich te verbinden door hen aandeelen te
doen nemen van f 10, op zeer onvoordeelige voorwaarde
(die wij in De Moker van October 1903 in een artikel
„Speculeeren op den kleinen man" reeds aan kritiek
hebben onderworpen, blijkbaar met succes), maar die in
hare eerste daden reeds blijkt ljjnrecht tegen het voor
gegeven doel te willen ingaan, door huizen te bouwen
met een kostprijs van f 2.80 a f 2.90, hetgeen zeker een
huurprijs wordt van f 3 50.
Waar nu het bouwen van zulke woningen o.i. absoluut
niets gemeen heeft met vofehuisvesting, hebben wjj het
streven van genoemde vereeniging een fiasco genoemd
en in twijfel getrokken het zedelijk recht der vereeniging,
om voor hare doeleinden gemeente- en rijkssubsidie aan
te vragen.
De heer De Groot, die vanaf de oprichting tot op
het oogenblik ten nauwste bij „Volkshuisvesting" be
trokken is, en zeker van het groote nut der vereeniging
overtuigd zal zijn, evenals van het juiste der opvatting
die de vereeniging van hare taak blijk geeft te be
zitten, zal zeker naar aanleiding van onze beschouwingen
reden te over hebben gehad om nu onze „onjuiste voor
stellingen" te demonstreeren.
Maar de heer de Groot zwijgt. Hij had wel dag
werk
En toch had hij nu b e h o o r e n te spreken. Want zijn
naam is er mede gemoeid.
Z'n naam als e e r 1 ij k mensch.
Want de vereeniging „Volkshuisvesting" pleegt volks-
bedrog
MOKER