Ditjes en Datjes Parlementaire Kroniek. De kermisklucht. Zangvereeniging „Excelsior." daar men anders toch later niet had toegestaan, wat eerst belet moest worden. Wie had de politie zoo precies onderricht dat in het ijzer gewerkt werd? Ook dat zal wel niet te bewijzen zijn. Maar het trok sterk de aandacht dat de familie Loopuyt in het geval zeer veel belang stelde. Wanneer het waar mocht zijn dat de rijke meneer Loopnijt op zulk een wijze z'n eigen belangetjes poogt te behartigen, dan is een stevig protest, dat de politie daarvoor kan worden gebruikt, zeker alleszins op z'n plaats. Indië in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer is thans bezig met de behande ling der begrooting voor 1907. Van begin November tot Kerstmis duurt dat werk onafgebroken voort. Dat eischt heel wat. van de kracht der Kamerleden, die er ernstig aan deelnemen en vooral van de sociaal-demo craten. Want die hebben daar bij elk hoofdstuk te vechten tegen de overmacht der burgerlijke partijen voor de belangen van de arbeidersklasse, die zij ver tegenwoordigen. Het eerst is altijd de Indische begrooting aan de orde. WantNederland is eene koloniale mogendheid. Het heeft zich in vroeger eeuwen, toen het nog wat in te brengen had op de wereldzeeën, het bezit ver zekerd van ontzaggelijke landstreken in overzeesche gewesten. Vooral in de Oost. Daar regeert het Neder- landsche gouvernement thans over een bevolking van bijna 38 millioen zielen, verspreid ovor eene oppervlakte van bijna twee millioen vierkante kilometers. Heeft Nederland, zal misschien hier en daar een lezer vragen, niet genoeg met zijn eigen zaken te doen, dat het zich nog met die Indische volken belast Wie antwoord op die vraag wil hebben, moet be denken, dat in Nederland nog altijd de bezittende klasse regeert. En voor die klasse is Indië door de eeuwen heen een melkkoe geweest, een bron van groote, makkelijk verkregen inkomsten. Zij heeft uit den grond en uit de menschen altijd alles gehaald wat er in zat en bekom merde zich om het lot van beiden maar luttel weinig, zoodat het er nu reeds jaren met Indië slecht uitziet De grond levert voor de Inlanders niet genoeg op om er van te leven, na door het gouvernement Je zijn uit geknepen voor belastingen van allerlei aard, door het kapitalisme op ergerlijke wijze afgebeuld, uitgebuit en gruwelijk mishandeld bovendien. Onze bezittende klasse beheert Indië om geen andere reden dan om haar tot berstens toe gevulde brandkasten nog voller te persen en om goed bestaande betrekkin gen met vette pensioenen aan haar kroost te kunnen vergeven. Het systeem van roof op schier weerlooze volkeren heeft onze partijgenoot Van Kol sinds hij voor een 10-tal jaren in de Tweede Kamer kwam, jaar op jaar ontmaskerd en gebrandmerkt en op verbetering aan gedrongen niet alleen, maar ook de middelen aange geven waarmee verbetering te brengen is. En dit jaar heeft hij in een. groote rede de balans van die tien jaren opgemaakt. En hij trok de kon- klusie, vooreerst dat in weerwil van alle schoone woor den van hervormingszin en zedelijke politiek er nog altijd bitter weinig hervormd wordt in Indië en bitter weinig te ontdekken valt. En in de tweede plaats, dat van schier al wat er aan hervorming uit de handen der bezittende klasse losgewrongen is, de eer toekomt aan het aanhoudend drijven der sociaal democraten, wier wenschen eerst minachtende bejegening, dan brute tegenspraak, dan kouden spot, vervolgens schoorvoetend tegemoetkomen en ten slotte erkenning ondervonden, Voor en na toonde hjj aan, dat al de klachten d;e hij in vorige jaren had geuit, na eerst te zijn ontkend nu worden toegegeven.. Maar tot verbetering is het nog niet gekomenEn o 'k deze minister doet niets dan beloven en overwegen. Voorts toonde hij aan, dat de partikuliere maatschappijen schatten goud uit Indië weghalen zonder dat de staat er iets van geniet. En hij verzette zich ten slotte tegen de bloedige slachtingen op Boni en Bali, die met geen ander doel begonnen zjjn dan om weer nieuwe landstreken onder ons beheer en onder het bereik der kapitalistische uitbuiting te brengen. Bij deze uitnemende rede sloten zich van de bur gerlijke sprekers slechts de unie-liberaal Thomson en de katholiek Victor de Stuers voor een grcot deel aan. De andere heeren zongen slechts den lof van den minister. Zelfs de vrijzinnig-democraat Van Deventer, van wien men bij zjjn verkiezing in Amsterdam IX betere verwachtingen had, deed daaraan mee. Het antwoord van den minister van koloniën, den heer Fock, waswat maakt jullie je druk, het gaat best zoo. Dat hebben alle ministers al vóór hem gezegd en het werd toch slechter met elk jaar. Er is eigenlijk geen tevredener mensch in Nederland dan een minister van Koloniën. Zoolang zijn klassegenooten maar winst maken, gaat voor hem alles best. Ook al gaat het ten koste van den welvaart en het geluk van den inlander. De Schiedamsche winkeliers hebben vergaderd om de afschaffing van de kermis te bespreken. Dit is gebeurd op bepaald amusante wijze, 't Is alleen jammer geweest dat het Verkooplokaal geen kermistent was en de clowns hun kunsten niet buiten vertoonden. Want het vraagstuk is wederom bekeken van de smalste zijde. Daar waren (blijkens de stemming) een 36-tal „winkeliers" aanwezig van de, laten we eens schatten, duizend neringdoenden die in Schiedam huizen. En die 36 menschen hebben het tot hun taak geacht, over het vraagstuk, dat ten opzichte van de zedelijke belangen der geheelen burge-ij van zoo grooten invloed is, een oordeel uit te spreken, op grond van de belangen hunner eigen portemonnaie. In geen van die 36 hoofden kwam ook de gedachte maar op, dat bij zulk een opkomst ter vergadering, de ivinkelstand over de kwestie niets te zeggen heeft! De heer Smit maakte bij de opening der vergadering de leuke opmerking, dat, waar deze vergadering was belegd door de S. W. V., de bespreking van het kermis- vraagstuk zich moest beperken tot de stoffelijke zijde van het vraagstuk ten opzichte van den Schiedamschen middenstand. Als een katholiek tot arbeiders spreekt, heet 't steeds het geestelijke voorop, mannen, broeders maar deze leus geldt ook maar alléén voor arbeiders. Intusschen over die stoffelijke belangen kwamen de tongen los. We denken er zelfs niet aan, de gevoerde besprekingen ook maar eenigszins weer te geven in 't algemeen gesproken waren ze absoluut geen belang stelling waard. De heer Blommendal deed zich kennen als een groot voorstander van den kermis en was o. a. maar van oordeel dat zoolang de kermisbestrijders geen krachtiger argumenten weten aan te voeren als de nu bekende, zij beter doen hun strijd te staken, indien ze ten minste als ernstige mannen willen aangemerkt worden. Je moet maar durven! De aanwezige katholieke persmannen namen een heel wat hooger standpunt in dan hun collega, en hun houding geeft zeker recht tot eenige verwondering. De h.h. Verhoeve en Dresch stelden de zedelijke zijde van het vraagstuk voorop. De heer Dresch betoogde dat van een volksfeest een opvoedende kracht moet uitgaan, welke in de kermis tevergeefs zoeken is. Met welk recht de heer Blommendal het durfde hebben over de „heele dikke woorden" van den heer Dresch, is voor een gewoon mensch een raadsel. Maar, wat te verwachten van menschen wier beroep het is aan de volksopvoeding mede te werken en die met een kond gezicht een gewoonte verdedigen, welke toch zeker niet de moraliteit verheft? Een niet onbelangrijk contingent der vergadering be stond uit kasteleins. De stemming over de vraag vóór of tegen de kermis gaf de volgende uitkomst: 25 vóór, 9 tegen, 1 blanco. Men had z'n figuur nog eenigszins kunnen redden door die stemming achterwege te laten. Maar men wilde grootdoen en een „beslissing" geven. De grootste klucht kwam van den heer Dirkzwager, ons geacht gemeenteraadslid. Deze verklaarde vóór de stemming nog dat hij vóór deze vergadering besloten was om mede te werken aan de afschaffing der kermis, maar dat hij na het hier gevoerde debat tot andere gedachten was gekomen, omdat hem gebleken is dat de winkeliers wel voordeel daaruit trekken. Die meneer is wat erg gemakkelijk te bekeeren't Is de vraag of z'n bekeering dan wel wat waard is. Het vierde jaarfeest van Excelsior werd niet met gunstige vooruitzichten gevierd. Het viel samen met de feestelijkheden van het volkshuis ge weet wel, de inrichting die verbroedering der standen beoogt en dus bevordert en tevens met lolmakerij in het nieuwe huis van den Volksbond. Zoo drie gelegenheden, om zijn Zondagavond gezellig door te brengen. Dat leek ons voor Schiedam, waar, dank zij de verclericaliseering het uitgaan niet vooruitgaat, wel wat al te veel. Maar anderen waren wat optimistischer gestemd, en zeiden: Wat denk je wel van onze getrouwe bezoeksters en bezoekers? Denk je, dat die een feestviering in Constantia in den steek laten? Dat nooit! Dan liever de lucht in om met wijlen van Spejjk te spreken. En deze laatsten hadden alweer gelijk. Ondanks alle tegenslag was Constantia geheel gevuld met een publiek, dat met aandacht de verschillende nummers van een programma vol verscheidenheid volgde. Excelsior had ditmaal meer dan gewone redenen, om eens goed feest te vieren. Het is allen bekend, dat bedoelde vereeniging dit jaar voor het eerst meedong naar een prijs op een concours het concours van haar zustervereeniging „Orpheus" en daarbij een tweeden prijs verwierf. Waar Excelsior voor de eerste maal reeds met zulke schitterende resultaten uit den strijd kwam, daar was een blijk gegeven, dat in Excel sior een frissche geest heerschten, zoowel bij directeur als bij leden. En toen nu bekend was geworden, dat Excelsior de concoursnummers ten gehoore zou brengen, was de belangstelling zeer begrijpelijk. Constantia was dus ondanks vermomde en openlijke tegenwerking vol. De voorzitter constateerde dit in z'n openingstoe spraak met groote ingenomenheid, en sprak daarbij tevens de hoop uit dat de avond voor Excelsior een goede zou zijn, dat de zangvereeniging dit zon onder vinden door het toetreden van vele nieuwe leden. Deze speech werd later op den avond door den voor zitter der S. D. A. P. nog eens aangedikt. Dr. J. van Leeuwen huldigde de onderafdeeling Excelsior en wenschte, dat zij binnenkort een paar honderd leden zou tellen, een wensch, waarbjj wij ons gaarne aansluiten. Mevrouw Anna Oldenboom (sopraan) uit den Haag, verleende als vorige malen haar welwillende medewer king, een medewerking, die door het publiek zeer ge waardeerd werd, wat bleek uit het aanhoudend applans na haar laatste voordracht, dat niet bedaarde, vóór zjj een toegift had geschonken. Mogen w(j nog dikwijls in ons uieuwe gebouw haar prachtige stem bewonderen. De heeren C. K. en H. A. v. d. B hadden met hun Cythers een enorm succes. Die zachte, weeke stem trof de aanwezigen in die mate, dat zelfs de kleine schreeuwertjes want die waren, als op al onze feestelijke bijeenkomsten, niet weinig in getal een oogenblikje meeluisterden. Zoowel vóór als na de pauze konden deze heeren zich niet bepalen tot de nummers van het programma. We hopen hen meer te hooren. Hermansde feest redenaar, had dezen avond een niet gemakkelijke taak. Hij mocht maar heel kort spreken, en toch had hij zooveel te zeggen. Was het in het begin van zijn rede een onbedaarlijk gelach, het volgende deel was meer ernstig en werd met groote aandacht aangehoord. De zangvereeniging zelf nam natuurlijk het leeuwen deel van den avond in beslag. En buiten de concours nummers had zij heel wat nieuwe stukken ingestudeerd, die er behoudens kleine feilen, goed inzaten. Het be gin van Denneboomkon ons minder bekoren. Heele- maal zuiver klonk het ons niet toe, evenmin als de aanvang van Zigeunerlevendat ons een oogenblikje deed vreezen voor den goeden afloop. Het vierde vers echter bracht alles goed in orde. Niet onvermeld mag hier blijven de kleine sopraan-solo, door een der leden gezongen op verdienstelijke wijze. We hopen die sopraan nog wel meer in een andere partij te hooren. Waar Excelsior tracht, meerdere leden aan te werven, daar mag in de eerste plaats wel gedacht worden aan versterking van bassen en tenoren. Deze bleken enkele malen niet opgewassen tegen de vrouwelijke partijen. De overige nummers liepen goed van stapel. Dat directeur en leden goeden moed houden, is onze vurige wensch! Dan hebben we zeker nog verscheiden mooie avonden in het vooruitzicht. Steeds Excelsior, vrienden. Staat pal, en de zege is aan u. Daarvoor allen gewei kt! St. Nikolaasfeest. De commissie voor het St. Nikolaasfeest bericht aan partijgenooten en geestver wanten, dat er nog gelegenheid tot het opgeven van kinderen is op Zondag 18 November, 's avonds van 89 nur in „Constantia." Na dien datum worden beslist geen kiuderen meer ingeschreven. „Constantia" gesloten. Door het fuifje van „Excelsior", is „Constantia" Zaterdag 17 Nov. voor het gewone bezoek gesloten. De repetitie van „Kunst en Stryd" wordt in- plaats van Zaterdagavond, gehouden Zondagmorgen te 12 ure. Uitgesteld. De in ons vorig no. aangekondigde vergadering der gemeente-werklieden, waarin Mr. Tasman zou spreken, is door huiselijke omstandigheden bij den spreker, uitgesteld. Coöperatief Ziekenfonds. Vrijdag 9 Novem ber had de vergadering plaats, door het comité tot oprichting van een coöperatief ziekenfonds uitgeschreven, om met Directeuren, bestuursleden, eigenaren van ziekte- vereenigingen en H.H. Medici d-< wenschelijkheid van samensmelting der verschillende kleine vereenigingen te bespreken. Aanwezig waren een tweetal bestuursleden van ver eenigingen, een drietal belangstellenden en vjjf doktoren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 2