Sluit U aa Leerplicht en Kindervoeding, bij de Zangvereeniging EXCELSIOR Vlaardingsche IJzerkoekjes. De Bruin zeide bij de opening dat de geringe op komst voor het comité geen teleurstelling was, daar ze geheel was voorzien. Sinds het oogenblik dat de commissie tot onderzoek in den S. B. B. was aangewezen; sinds het oogenblik dat deze commissie zich met die uit de „Algemeene" had vereenigd, is veel veranderd. Was het oorspronkelijk doel slechts, een ziekenfonds op te richten dat door de wijze van beheer zich plaatsen zou boven de nu bestaande, verouderde instellingen, sinds de indiening van de ziekteverzekeringswet acht het comité zich veel sterker. Bij aanneming dier wet zal geen plaats meer zijn voor alle mogelijke kleine vereeniginkjes de wet brengt op het ziekteverzekeringsgebied een heele revolutie teweeg. Van de gelegenheid om de bedoelingen van het Comité, in de circulaire reeds nader aangegeven, te bespreken, werd, ook na herhaalde aandrang, geen gebruik ge maakt. De voorzitter konstateerde met genoegen, dat het comité bljjkbaar op den goeden weg is, daar, waren de inzichten verkeerd, dit zeker wel zou zijn aange wezen. De arbeid van het Comité in den steun der aanwe zigen aanbevelend, werd de vergadering gesloten. Binnenkort zal nu een openbare vergadering worden belegd, waarin het streven van. het Comité in verband met de voornemens van de regeering, aan het publiek zal worden kenbaar gemaakt. Dat publiek zal zeker meer belangstelling toonen dan de besturen onzer plaat selijke ziektevereenigingetjes, die meenen dat ze zulk 'n zaak nog wel kunnen doodzwijgen door thuis te blijven. De menschen zien hun stanije verloopen, maar om dat ze dat niet prettig vinden, doen ze de oogen dicht en maken zichzelf wijs, dat er geen vuiltje aan de lucht is. Zelfs geen ziekteverzekeringswet, welke den naam draagt van„Ziekteverzekeringswet 1907." Gemeenteraadsverkiezing De verkiezing iu district III (vacature-Visser) zal plaats hebben op Dinsdag 27 November a.s. De stemming zal geschieden op Dinsdag 11 Decem ber, de herstemming, zoo noodig, op Donderdag 20 December e.k. Een humoristisch geschiedenisje wordt uit een plaatsje uit Noord-Brabant gemeld. Een paartje leefde genoeglijk in de wittebroodswe ken. Wat was't leven zoet en vredig. Geen enkel wolkje aan den blauwen huwelijkshemel. Toch op 'n middag gebeurde 't. Zij zou soep opschep pen bjj 't middagmaal, en nu stond de pot al op 't vuur zonder dat er rijst in huis was. Een dienstmeisje was er niet en zij kon den pot niet alleen laten. Ze tobde en tobde, wilde toch graag 't mannetje een voedend middageten verstrekken. Daar piepte 't vinkje in de bamboeshouten kooi. Tjiep, tjiep. En zij kreeg een idee. Waarom zou ze 't niet eens probeeren En in den pot gleed uit een grauwen zak een half pond vogelzaad. Twaalf uur kwam en ze aten. Zij loerde angstig naar hem, die at en at als merkte hij niets. En ze was vrien delijker dan ooit voor hem. Na den eten vroeg hij om een boodschap te zenden naar den dokter. Hij gevoelde zich niets goed. Kram pen en maar steeds aandrang om te fluiten. Zij hevig ongerust. Hij floot maar, den eenen deun na den andere. „Maar praat nu toch eens verstandig met me," smeekte ze. Hij floot maar en floot en schreef fluitend een briefje naar den dokter, die na 'n uurtje kwam. In dat uurtje had manlief zijn gefluit geen minuut onderbroken. Ên toen de dokter er was, floot hij het hoogste lied, daarbij knipoogend tegen den medicus. ,,'t Is duidelijk," zei de dokter meewarig tot het ongelukkige vrouwtje, „je man heeft de fluitziekte. Wat heeft hij gegeten En toen kwam het hooge woord er uit. „Vogeltjes zaad." „O," zei de dokter, „dan fluit hij net zoo lang tot het zaad verteerd is." „Maar ik dan," stotterde vrouwlief, „ik heb er toch ook van gegeten en ik fluit toch niet." „Dat wil ik wel gelooven," hernam de medicus, „jij bent ook de pop." Toen kon de man zich niet meer houden en barstte in schaterlachen uit. „'tZaad is verteerd," zei de dokter. De particuliere liefdadigheid is niet in staat in de voeding van arme schoolkinderen voldoende te voorzien. De vereenigingen voor kindervoeding, ook de beste, moeten schipperen met schrale finantiën en zoo komen zjj er toe, alleen in den winter de kinderen te voeden. Alsof een arm kind in den zomer geen honger kan hebben! Als de maand November zacht intreedt, stelt men den aanvang der maaltijden nog maar wat uit. Zoo in Zaandam, waar men besloot „zoo laat mogelijk in November te beginnea"; zoo in Middelburg, waar men inplaats van 1 November, den datum waar de kin deren reeds op vlasten, besloot te wachten tot 15 Nov. „met het oog op den finantiëelen toestand en omdat de koude niet vroeg intrad.11 Toch wist men in beide plaatsen dat er een aantal schoolkinderen behoefte aan een middagmaal hadden. Immers, zoowel in Zaandam als in Middelburg is er nadrukkelijk door 't bestuur der vereenigingen op ge wezen, dat men in de verminderde aanvragen om voeding het bewijs zag, hoe slechts dan die voeding door de ouders gevraagd wordt, als het hoog uoodig is. De voeding vroeger, ze hadden het dus hoog noodig, dat wist men, ja ze hadden het misschien heel den zomer noodig gehad. Toch draalde men nog om de deur van de eetzaal open te zetten en liet de kinderen nog een paar weken hongerig naar school gaan. Dat zijn zoo de echte liefdadigheidsmanieren. Zoo lang mogeljjk wachten met geven om zoo spoedig mo gelijk weer te kunnen eindigen. Toch mag men geenszins deze onvoldoende uitvoering van haar taak verwijten aan de particuliere vereeni gingen. Zij doen wat ze kunnen. Zij moeten het geld maar zien te krjjgen van medelijdende menschen of langs den omslachtigen weg van „bazaars," „fancy- fairs" of „komediespel," waarvan de opbrengst, na aftrek der vele onkosten, hun kas mott vullen. Dat is lang geen gemakkelijk werk. Wanneer de kosten der voeding van arme school kinderen gerekend werden te behooren tot de kosten van het onderwijs, dan zou het geld op de eenvoudigste en regelmatigste manier gevonden worden. Zij, die de maaltijden uitdeelen, zouden dit ook met meer opge wektheid kunnen doen, als zij wisten, dat er geen dag zou komen, waarop men tot de kinderen zeggen moest „Zie zoo, nu is 't weer uit met het eten." Als zij wisten dat kindervoeding nu ook volkomen de honger van schoolkinderen kon stillen met koud weer zoo goed als met „zacht weer." Het wordt hoog tijd, dat de leerplichtwet gewijzigd wordt. Art. 35 van deze wet luidtTer bevordering van het schoolbezoek is de gemeenteraad bevoegd voeding en kleeding te verstrekken aan schoolgaande kinderen voor wie daaraan behoefte bestaat. Het woordje bevoegd moet in verplicht veranderd worden. Zoo schreef onlangs het blad „de Volksonder wijzer." Zoo moet het. Maar wanneer zal dat gebeuren Zoolang de arbeiders en arbeidersvrouwen geen sterker invloed uitoefenen op de regeering; zoolang nog zoo velen ver blijven van het vereenigingsleven, onverschillig zijn voor de belangen van hun klasse, zoolang zullen de arme schoolkinderen honger blijven lijden. M. W. Repetitie 's Maandagsavonds 8-10 u. Contributie 7 ets. p.week tn „Constantia" Afgeluisterd. Terwijl wij uit de vestibule van ons station kwamen wij hadden ons kaartje wezen nemen viel ons oog op eenige oude werklieden, juist om den hoek met elkaar pratend, wachtend op een pakje, een sjouwtje zooals zij dat noemen. No. 1. „Zeg, ik heb een baantje gekregen ^o. 2. „Wat?" No. 1. „Ja, een postje, tegen 't volgend jaar als de schepen weer gaan varen. Dan wordt ik waker. 'tKan wel Juli of Augustus wordenHij heeft me laten roepen en me toen dat postje gegeven, 'k Zeg al, z m 't m'n laatste niet wezen P" Eenig onverstaanbaar ge mompel). No. 8. „Maar daar is toch een waker No. 1. „Ja, maar hij moest op een keer den waker hebben en riep: „Waker! Waker!! Waker!!!" Mm geen waker hoor! Hij was in de kooi gaan maffen Nou, dat past toch niet?" Eenig stilzwijgen) No. 1. (voortgaande): „Ja, 't duurt wel lang, hè? Maar wat moet je doen De trein snorde 't station binnen, we stapten in en vertrokken. Fijne manieren. Onze christen-demokratische „Goedkoope Vlaardingsche Courantmeende in haar laatste nummer ook wel een halve kolom te kunnen besteden aan de bekende loopersstaking aan „Het Volk." Het blad neemt daartoe zonder eenig nadere com mentaar over wat het kapitalistenblad bij uitnemend heid, Het Handelsblad ervaa meende te moeten zeggen. Zonder eenig commentaar. Dat wil dus zeggen dat dit christen-democratisch orgaan roerend instemt met de woorden van dit conservatief kapitalistische blad. Fraai gezelschap Het blad deed beter te vermelden wat in zijn oog conservatief-anti-revolntionüre bladen als het Friesch Dagblad en de Rotterdammer er van meenden te moeten zeggen. Het anti-rev. Friesch Dagblad schreef „Uit wat er publiek kwam, kan naar waarheid opgemaakt, dat voor dit 'oopwerk, in zijn soort, wel nergens zulke gunstige voorwaarden bestaan,, als bij Het Volk. 't. Blijkt beter baantje, looper te zijn voor het sociaaldemokratisch hoofdorgaan, dan voor het Handelsblad of eenige andere krant „in bonis." Dat doet de krankzinnigheid dezer staking nog te sterker uitkomen, maar 't is tevens een feit, waar de niet-sociaaldemokraten iets uit leeren kunnen. Een blad als Het Volk heeft het niet te breed. Het mist den steun der beurs- en geldmannen. Tienduizenden, gelijk mr. Troelstra zegt, zijn er bijgelegd en nog steeds moeten de partijgenooten bijspringen. Dat zij desniettemin arme zwoegers voor wie twee anderen loopen willen, als er een zij i kranten neerlegt, een loon geven, dat de ,groote" pers niet uitkeert, is prijzenswaard. Een les voor al degenen, die de „Wet van vraag en aanbod" tot het uiterste doordrijven." En de ant.-rev. Rotierdammer: „Wat dit konflikt zelf aangaat, geven we volkomen toe, dat de schuld niet ligt aan de zijde van Het Volk. Het minimum-loopersloon dat Eet Volk uitkeert, is volstrekt niet laag, ja in zekeren zin hoog te noemen. Wij zouden zelfs geen blad in Nederland kennen, waar zulke hooge loopers-loonen worden uitgekeerd. Deze waarheid willen wij gaarne neerschrijven." Dit christelijk-dmomftiscA orgaan kan hier nog een voorbeeld aan zijn christelijk-cowsemftieve collega's nemen. 'n Propagandatochtje naar het naburige Maas land werd j.l. Maandagavond door een 5-tal leden onzer aldeeling ondernomen. Heel op het nippertje vernamen we, dat de heer H. de Wilde van den Haag, daar voor de kerkelijke kies- vereenigingen van kerk A zbu optreden met het onder werp„Verlies of winste?" met gelegenheid tot debat. Van deze gelegenheid werd door onzen partijgenoot J. C. Hoorweg gebruik gemaakt. Hij besteedde de hem toegestane 20 minuten, waaraan na eenig onderling dis puut nog 10 minuten werden toegevoegd, om tegenover de stellingen van den spreker aan te toonen, dat de overwinning der kerkelijke partjjen van 1901 er niet eene was van christendom en demokratie, maar van mammon- nisme en conservatismedat de politieke strijd in werke lijkheid liep niet tusschen geloof en ongeloof, maar tusschen arbeid en kapitaal; dat het socialisme als maatschappelijk verschijnsel hoegenaamd niets met het christendom als godsdienstig zedelijk verschijnsel had uit te staan. De spreker zijn publiek van voor de overgroote meerder heid streng geloovige kleine boeren kennende, maakte daarvan in zijn repliek op handige wijze gebruik. Door flauwiteiten, aardigheden en handigheidjes trachtte hij de sociaaldemockatie af te kammen, wat hem in de oogen van dit publiek natuurlijk wel gelukte. Waar zich in deze streng orthodoxe en katholieke plaats nog nimmer een socialistisch spreker of debater had latenMiooren, daar was het voor ons troepje een aangename taak de eerste zaden uit te strooien. De volle vergadering, hoewel blijkbaar de sociaaldemokratie sterk vijandig gezind, luisterde aandachtig naar onzen debater. Daarom vertrouwen we, dat deze eerste zaden vooral bij de enkele aanwezige arbeiders langzamerhand zullen ontkiemen en tot wasdom komen. Jammer, dat we door het laat bekend worden der vergade ing niet meer partijgenooten konden opkloppen, want ook de wandeling heen en terug was een opge- wek e en vr olijke. Afdeelingscursas. Wij herinneren onzenleden aan den cursus op a.s. Z ndag. Aanvang 1T/3 uur, Vólkskoffiehuis. Pornografie. O ut stukje van de vorke week, handelende over een zeker soort plaat, welke in een

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 3