Parlementaire Kroniek.
Ditjes en Datjes
Uit ons V'ereenigingsleven,
de demokratie, dat moet de leus zijn van elk arbeider
die, niet door kerkelijke of vrijzinnige dogma's en frases
verblind, zelfstandig waarnemen, oordeelen en handelen
dnrft tegen het konservatisme de demokratie, niet
de halfslachtige, tuimelachtige, onvaste, zoogenaamde
demokratie der vrijzinnigen tegen het conservatisme
de sociaal-demokratie
Kiezers in III, dat zij uw parool bij de a.s. verkiezing
Nog altijd in Indië.
De Tweede Kamer is nog altijd bezig met de behan
deling der Indische begrooting. Wij hebben de vorige
week het voornaamste uit de algemeene beschouwingen
meegedeeld. Van Kol, zoo herinnert men zich, had toen
de balans gemaaktveel mooie woorden en geen daden,
was zijn konklusie. En met mooie woorden zijn de gru
welijke misstanden, door de sociaal-democraten jaar op
jaar blootgelegd, niet weg te nemen. De minister had,
zooals trouwens al zijn voorgangers, de schouders lich
telijk onverschillig opgehaald en gezegdhet gaat
goed zoo.
Van Kol nam hem om dat antwoord stevig te pakken.
De minister, zoo pakte hij uit, schijnt nogal tevreden
te zijn met wat hij deed. Gevoelde hij werkelijk veel
voor den inlander, dan zou hij het besef toonen te
hebben, voor een ontzagwekkende taak te staan. De
minister gaat door met beloften, maar daaraan hechtte
spr. niet. Het vorige jaar heeft de minister 187 beloften
gedaan en daarvan waren heel weinig tot uitvoering
gekomen. Had onze partijgenoot geljjk den heer Foch een
„veelbelovend" minister
te noemen Van ethische politiek, zoo besloot onze partij
genoot, heb ik genoeg. Houdt U, mijne heeren, aan de
gedane belofte en geeft meer centenMaar dat is vergeefs
gesproken, want het doel van alle kolonisatie is uit
buiting en alleen de bezitlooze volksklasse, die daarbjj
geen belapg heeft, zal aan dat stelsel een einde
maken. De hoop voor Indië ligt in een krachtigen in
vloed der sociaal-democratie.
Ook de katholieke heer de Stuers gat den minister
er stevig van langs, om de rooskleurige voorstelling,
die h\j van den stand van zaken had gegeven. Want,
zeide hij, in de officieele rapporten staat nooit de volle
waarheidle. omdat de ambtenaren niet alles weten
en 2e. omdat zij het vaak raadzaam achten iets te
verzwijgen. Zoo heeft men bijv. in de verslagen nooit
iets gelezen van het afmaken van gewonden, het ge
bruiken van dum-dum-kogels en het gevangennemen van
vrouwen om de mannen te krijgen voordat die dingen
door de dagbladen bekend geworden waren. Daarom
hechtte spr. ook zeer weinig aan de verklaringen van
regeeringszijde, maar wel aan het koude, naakte, bru
tale, onweersprekelijke cijfer der
15.000 Atjehsclie lijken in 7 jaren.
Daarover nu heeft de minister gezwegen.
Na de algemeene beschouwingen kwamen de onder
deden der begrooting aan de orde.
Bij de afdeeling „Justitie" hadden Troelstra en Van
Kol gelegenheid hun stem te verheffen tegea de koelie
mishandelingen in verschillende deelen der kolonie, zon
der dat de Justitie veel doet om er een eind aan te
maken.
B\j de houtkap-ondernemingen op de Riouw-eilanden
zijn eenige duizenden Chineezen onbeschermd overgele
verd aan lage loonen, gedwongen winkelnering, slechte
huisvesting, enz. Als ze uitgeput weggevoerd worden,
zien ze er vaak zoo ellendig uit, dat men ze niet in
Singapore durft afzetten, maar ze op een onbewoond
eiland aan land zette, zoodat ze den hongerdood nabij,
door Engelsche kapiteins gevonden worden.
„Er bestaat
een schandelijke slavernij
in den Archipel," konstateert Van Kol.
Hij legde voorts een aantal zwendelarijen bloot, dooi
de Hollandsche kapitalisten met naamlaoze vennoot
schappen bedreven. Millioenen en millioenen worden op
bedriegelpjke manier uit de zakken der kleine menschen
geklopt, om ze in die van de grooten te doen verdwij
nen. En de Regeering hielp daaraan een stevig handje
mee. ]Onze partijgenoot vroeg een wet om er een eind
aan te maken.
Een definitief antwoord kwam er niet. Bij de verdere
beraadslagingen hadden de soc.-dem. herhaaldelijk ge
legenheid voor de belangen van allen die in onze over-
zeesche gewesten worden verdrukt en verwaarloosd, op
te komen. En dat zij die gelegenheid flink benutten,
is overbodig te zeggen.
De tweede christelyke school. Ds. Halffman
schrijft in de Zondagsbode:
„Geen spade in den grond, vóór en aleer wij
door daden weten dat wij de Gemeente achter ons
hebben," zóo schreven wij in Juni. En gelukkig
zóo schrijven wjj nu dat wjj aan die verklaring
ons gehouden hebben. Want wat ern pijnljjke
ontnuchtering zou het geweest zijn, zoo wjj in goed
geloof aan het bouwen waren gegaan. Zonder ons
van te voren van den zedelijken en financieëlen
steun van de zijde der Gemeente verzekerd te
hebben! Immers, wat is ons ten slotte gebleken?
Dat een „tweede" Christelijke School, althans voor-
loopig, nog niet het hart der gemeente heeft; ja,
dat ook in de Wijk „Hoofdstraat en Gorzen" de
behoefte aan Christelijk onderwijs nog niet bijster
groot is, d.w.z. als het van de ouders eenige offers
vergt.
Dat wpj ons over die groote lauwheid bedroeven,
zal wel niet noodig zijn hier neder te schrijven.
Immers het wijst ons op een verschijnsel, dat schier
in alles onder ons openbaar wordthoe er n. 1.
bij al ons kerkelijk en geestelijk gedoe echter
maar machtig weinig ware belangstelling gevon
den wordt in wat toch zoo in de eerste plaats voor
de hand ligt, o.a. ook de opvoeding onzer gedoopte
kinderen.
Maar zoo heeft dan ook het Bestuur der Her
vormde Schoolvereenigiug, Dinsdag j.l. met slechts
„enkele" leden saamgekomen, besloten met de zaak
zelve voorloopig geen voortgang te maken; de
vereeniging voornoemd wel te laten voortbestaan,
ten einde als vereeniging niet alleen „betere tijden"
af te wachten, maar ook om door het optreden
van sprekers, als anderszins, de ouders hunne
roeping als „Christenouders" voor te houden, en
die behoeften te wekken waar zij kennelijk nog
sluimeren. Maar daarom rekenen wij tegelijk op
den volhardenden steun van hen, die reeds lid of
begunstiger onzer vereeniging zijn; ja, bljjft ons
steunen, vrienden, door uwe giften, maar ook door
uwe voorlichting of vermaan bij hen, die ze zoo
broodnoodig hebben. Immers dan kan, op Gods
tijd, toch nog de School verrijzen, die heusch geen
zaak van weelde is, maar een besliste noodzake
lijkheid voor de kinderen van dit geslacht, dat toch
kennelijk hoe langer hoe meer afglijdt van den weg
des levens en toeneemt met den dag in godsdienst
loosheid en onverschilligheid.
We kunnen ons toch waarlijk niet voorstellen dat
Ds. Halffman geen andere als de door hem gemelde
oorzaken zou kennen van de weinige belangstelling,
die de plannen voor het bouwen van een 2e christelijke
school bjj de gemeente ondervonden heeft.
Kom we zullen hem er nog één aanwijzen: wan
neer de gemeentenaren overtuigd zijn dat het onderwijs
hetwelk hun kinderen op de openbare school genieten,
goed is en in werkelijkheid er geen sprake kan zijn van
eenige noodzakelijkheid tot de oprichting eener tweede
christelijke school over te gaan waarom zouden zij
zich daarvoor dan warm gaan maken?
Waarom zouden bijv. de arbeiders (ten wiens be
hoeve de plannen natuurlijk waren uitgebroed) van
hun schamele loonen offers gaan brengen voor bedoe
lingen, wier gezondheid zij niet enkel op dominee's
woord hebben te gelooven?
Want van weelde gesproken zoolang niet kan
worden aangetoond dat de openbare school in het ver
strekte onderwijs tekort schiet; óf dat de openbare
school eenigen nadeeligen invloed uitoefent ten opzichte
van eenige godsdienstige opvoeding welke men voor
het kind goed acht, zóólang is niet alleen de oprich
ting van een tweede christelijke school maar is
iedere bizondere school een geheel overtollige weelde.
Er kan van kerkelijke zijde wel met de noodige
pathos het tegendeel beweerd worden, maar het gezonde
verstand der massa met eenige frases blijvend te bene
velen, zal toch niet mogelijk zijn.
Schouwburg S. O. V. Vrijdag 16 November
j. 1. werd in de S. O. V. door het Brondgeest-Ensemble
van Rotterdam opgevoerd „Neef!", een blijspel in vier
bedrijven van Arn. van Raalte Jzn.
In aanmerking genomen het slechte weer, was het
aantal van hen, die zich naar de S.O.V. hadden begeven,
zeer zeker groot te noemen. Zij, die regen en wind
hadden getrotseerd om de opvoering bij te wonen, werden
daarvoor ruimschoots beloond.
„Neef!" zouden we een stukje „uit het dagelijksch leven
gegrepen," kunnen noemen. Een bestaande toestand
wordt scherp (wel iets te scherp) aan de kaak gesteld.
Er waren oogenblikken waarop men moest lachen
of men wilde of niet.
Waar het bestuur der S. O. V. reeds bij de eerste
Abonnements-voorstelling zulk een gelukkige keuze deed,
twijfelen wjj er niet aan of bij volgende voorstellingen
zal er door het publiek nog meer gebruik van worden
gemaakt.
Leukerds. De dilettantenclub „Sobrietas", onder-
afdeeling van het „Kruisverbond" alhier gaf Zondag
een tooneel-uitvoering. Opgevoerd werden „Rooie Nelis",
en „Een zenuwachtig mensch." Het eerste was er,
volgens de Nieuwe, op berekend, den afschuw voor
het drankmisbruik op te wekken of te versterkenhet
na-stukje dat de lotgevallen van een zenuwachtig mensch
weergaf, had tot slot, dat de acteurs, nadat alles gelukkig
was afgeloopen, die afloop met een glaasje beklonken!
Dat zjjn door-en-door bewuste strijders tegen de
drinkgewoonte
Nog een grappenmaker. De redakteur van
de Schied. Cour. ageert vreeselijk tegen de beweging
tot afschaffing der kermis.
In het blad van Zondag j.l. zoowaar een hoofdartikel
over de „kermis" waarin op grond van uitspraken
van den heer Smit het goed recht tot instandhouding
der kermis wordt betoogd.
Nu willen we zelfs niet eens de vraag bespreken, of
de heer Smit een autoriteit is, op wiens uitspraken men
zich in een of andere beweging van algemeen belang
bij voorkeur gaat beroepen. Die vraag is voor ons geen
vraag.
Maar we willen wél wijzen op de eigenaardige manier,
waarop de redacteur van de Sch. Crt. van koers verandert.
Want in het aangeduide no. wordt ook het „standpunt"
van dien redacteur ten opzichte der kermis zelve aan
gegeven. En daarover lezen we:
Vraagt men ons of wij de kermis in onze dagen
wenschen te handhaven zooals die nu is, dan ant
woorden wij volmondigneen. De kermis heeft in
haar samenstelling elementen, waarvan het goed
is ze te verwijderenkleine tentjes met veelzeggende
opschriften, die wel is waar de verwachtingen ge
woonlijk niet bevredigen, maar die in elk geval
nóch tot leering, noch tot ontspanning kunnen
strekken en in den regel uitmunten door onoogljjk-
heid en vuilheid. Wij zouden dat willen noemen de
parasieten der kermis en daaronder kunnen ook
gerangschikt worden de tentjes met dikke dames,
reuzen, dwergen en andere excentriciteiten dei-
natuur bij mensch en dier.
Daarentegen zouden we de kermisontspanningen
willen uitbreiden door vertooning van lichtbeelden
in groote zalen te dezer stede, komedevoorstellingen
opgevoerd door „goede" gezelschappen, welke hetzij
gratis, hetzij tegen een kleine entree, voor allen
toegankelijk zullen zjjn; het geven van concerten,
het afsteken van vuurwerk enz. enz., en dit niet alleen
in die eene week, maar ook op andere tijdstippen.
Op die wyze zullen de volksontspanningen in een
betere richting worden geleid, ze zullen meer en
meer een beschavenden invloed uitoefenen op de
groote menigte en op die wjjze zal men die menigte
misschien tot zoodanige ontwikkeling en beschaving
kunnen brengen, dat de gewraakte daden als uit
vloeisel van elke volkssamenkomst zullen vermin
deren, omdat het pijl der bevolking zal stjjgen.
't Is vermakelijk, deze kermisverdediger zóó te zien
omrollen en een pleidooi te zien leveren vóór af
schaffing der kermis.
Want de volksontspanning die hjj nu voorstaat, komt
zoo goed als geheel overeen met die welke dooi ons
(en ook andere voorstanders van de afschaffing der
kermis) is bepleit, maar heeft absoluut niets gemeen
met de kermis en eischt zelfs zeer beslist de opruiming
van deze.
We zullen ons niet vermoeien de ontbeerljjkheid van
andere dan door den redacteur der Sch. Crt. genoemde
kermis-„vermakelijkheden" te gaan betoogen de dobbel-
tentende hoofden van jutoliebollenkramen met hun
stankverspreidingde brusselsche en andere schommels
enz. enz., „vermakelijkheden" die precies op één lp te
plaatsen zijn met de dikke dames-theatres etc.
In hoofdzaak is de Sch. Crt. het met ons eens ge
worden en wij verheugen ons zeer over de bekeeritg
van onze geachten collega. Hij zondigde onbewust!
'tZij hem van harte vergeven!
Schiedamsche Bestuurdersbond. De alge
meene vergadering, welke eerst bepaald wbs op Don
derdag 22 November, is verdaagd geworden tot Don
derdag 29 November a.s.
De cursus in Nederl. taal en schrijven is aangevan
gen. Aan deelname ontbreekt het niet: ruim een der
tigtal personen hebben zich aangemeld.
De gelegenheid tot deelneming is nu natuurlijk ge
sloten.
Bakkersgezellen. Aan de Bakkersbode ont-
leenen we het volgende
Als een der staaltjes, hoe op de beste manier
een bakkersgezel wordt uitgemergeld en de patroon
wordt rijk gemaakt, diene het volgende
Bij den heer Goemans, bakkerspatroon, Kethel-
straat te Schiedam, heerschen de volgende ge
woonten
De bakkersgezel werkt op gewone dagen van
's avonds 10 uur tot den anderen middag 2 uur.
Dat is slechts 16 uurtjes per dag, en over 5 dagen
wordt het nog pas 80 uurtjes.
's Zaterdags is het iets langerdan begint de
gezel Vrijdagsavonds te 8Y2, om's Zaterdagsavonds
te 9Va te eindigen. Zoo krijgt men een dag van
25 uurtjes. En tevens een week van 105 werkuren
Het loon dat daarvoor wordt uitbetaald, bedraagt
elfhonderd koperen centen. Da's dus niet zoo'n
klein beetjeDat is 10Y2 cent per uur.
De heer Goemans werkt zelf 's nachts zoo'n
Jiig