4 Ditjes en Datjes.
Uit ons Vereenigings^ven.
welke door warenhuizen als anderszins hen een onmo
gelijk te weerstreven concurrentie aandoet.
Neen nóg merken ze 't niet, de bewoners van
een kleine vis-chersplaats als Maassluis. Maar het
ontwikkelings-proces gaat voortverder en verder,
totdat het ook in de uiterste schuilhoeken van het
verleden z'n intrede doet en de bestaande verhoudingen
verdrijft.
Zoo vlucht het oude voor het nieuwe.
In De Zondagsbode heett dominee Dijkmans het over
de „relletjes" te Maassluis. Och, die man leeft ook in
een omgeving, die zeker allesbehalve geschikt is om
hem behoorlijke indrukken van de veranderingen op
maatschappelijk gebied te geven en daarom zijn z'n
beschouwingen erover al van bijzonder weinig waarde.
Er komt nog bij dat dominee gewoon is, de zaken van
den smallen kant te bezien. Als dominee zegt, dat hij
zich best kan begrijpen, dat Maassluis, voor het grootste
deel zeer godsdienstig, niets met die (de sociaal-demo-
kratische) propaganda op heeft, dan stelt dominee de
zaak zóó onzuiver, als we van een Christen, die
oprecht wezen wil, niet meer verwachten zouden.
Dominee moet weten dat godsdienst en socialisme in
de beste harmonie tot elkander staan dat ware gods
dienst zelfs leiden moet tot de sociaal-demokratie.
Dat bewijst het lidmaatschap van onze partij van
zoovele zéér vrome menschen; waarvoor wij slechts
verwijzen naar de predikanten Bakker, v. d. Heide,
de Haas; naar priester Van den Brink, Mej. van der
Vlies en zoovele anderen.
Maar wat is de beteekenis van de Maassluissche
relletjes
't Is niet nieuw. In elke stad, waar begonnen wordt
met de sociaal-demokratische propaganda, is het precies
hetzelfde. Relletje op relletje, de colporteurs met onze
bladen worden gemolesteerd, soms slechts gedurende
korten tjjd, soms duurt het langer, toch eindigt men
ook ons toe te staan in een vrij. land ook een vrije
meening te hebben en deze, krachtens het recht dat de
grondwet ook óns waarborgt, daarvoor propaganda te
maken.
Men begint zich voor te stellen (daartoe door de
handlangers der bourgeoisie behoorlijk ingelicht) dat,
sociaal-demokraten eigenlijk nog slechter zijn dan de
duivel in eigen persoon; om ten slotte tot de ervaring
te komen, dat sociaal-demokraten gewone menschen zijn,
met gewone menschelijke gedaanten, gewone menschelijke
karakters en eigenschappen; dat sociaal-demokraten
alleen theoriën verkondigen, welke tot nog toe onbekend
waren; die wezenlijk niet zoo verschrikkelijk zijn als
men steeds geloofd had; dat het een complex is van
studiën op ekonomisch en sociaal gebied, welke zelfs
door een groote massa geleerde menschen worden
aanvaard.
Alleen de arbeiders maken zichzelf wijs of laten zich
door anderen wijs maken, dat socialisme beteekent
opstand, moord, brandstichting en diefstal.
En dat het een stelsel is, speciaal uitgedacht om
hen het geloof hunner vaderen te ontrukken.
En daarom hoe „godsdienstiger" de bevolking
eener gemeente is, des te meer hebben in den regel
socialistische propagandisten te verduren, als ze het
wagen hun meening te verkondigen.
Dan komt een der schoonste deugden van het Chris
tendom: de verdraagzaamheid, in de praktijk!
We denken bij zulke tooneelen steeds aan de Christenen
zelf. Hoe vergeten zij zich en hun tijd!
Weten ze niet meer, hoe ook de eerste predikers van
het Christendom zijn vervolgd en gemarteld? Weten ze
niet meer wat hun voorouders hebben moeten doorstaan
terwille van hun beginselen? Hoe ook de heidenen
dachten dat zij de wijsheid in pacht hadden en alle
andere beweringen uit den booze waren?
Weten de protestanten niet meer, wat de eerste op
standelingen tegen Rome's heerschappij hebben moeten
lijden? Hoeveel bloed er heeft gevloeidterwille van
het heilig beginsel der voorvaderen?
Zoo poogde men in ouden tijd 'steeds elke nieuwe
gedachte in bloed en martelingen te smoren. En wij
leerden op de schoolbanken reeds gruwen van dergelijk
ontzettende vervolgingen. Maar nietwaar, deze konden
alleen in den barbaren-tijd plaats vinden, maar in onzen
moderne tgd, waar de ruwe zeden hebben plaats gfemaakt
voor beschaving en het ontwikkelingspeil zoo ontzettend
is verhoogdwaar in vele groote kerken week aan week
de liefdeleer van het Christendom wordt gepredikt; waa-
traktaatjes e.d. de we-eld overstroomen, tot 's menschen
leering dat godsdienst liefde is, kan dat alles immers
niet meer plaats vinden
Zoo leert men.
En een nieuwe gedachte breekt weer door en durft
het, de oude vormen aan te tasten. Evenals in den ouden
tijd de vrijmaking uit den heidenschen afgodendienst;
evenals ten tijde der Hervorming de vrijmaking uit de
banden van het Katholicisme, voor een gevloekte pre
diking goldt, geldt thans de prediking van de vrijmaking
uit den verstikkeuden greep van den geldmoloch als een
duivelsche leer
't Is Zoo. En wij, sociaaldemocraten, weien wel, hoe
men over ons en onze ideeën denkt en spreekt. Wij
weten wel, hoe men ons meent te moeten verfoeien.
Maar zooals de vroege Christenen en de vroege Pro
testanten voelen we 't in ons tintelen en leven. Evenals
zij voelen we 't hart popelengloeit ons de hartstocht
onze overtuiging te verkondigen; ten spijt van Christe
lijken of on-Christelijke leugens en verdachtmaking of
gewelddadige vervolging.
Tegenover de Christelijke „verdraagzaamheid, welke
men in den vorm van scheldwoorden, steenen en vuist-
slagen over ons uitstort, stellen wij de sociaal-democra
tische trouw aan het beginsel.
In de overtuiging dat het „kruisigt" van nu, morgen
„hosanna" wezen zal, staan we vrijmoedig tegenover
degenen welke nog geen andere bestrijdingsmiddelen
dan „relletjes" tegen ons wisten te vinden; staan we,
trots laster en verdachtmaking, pal voor ons heilig
ideaal; de verlossing der menschheid uit de boeien van
het kapitalisme!
Nog een paar bloempjes uit den Raad.
Met het oog op tijd en plaatsruimte moesten we de vo
rige week zeer spaarzaam zijn bij het plukken. Eu
daarom hebben we nog maar wat „napluksel* vergaard.
Zeer handig waren er alvast héél wat klerikale ledeng
„vergeten" dat er den 12en Maart raadsvergadering
was. Afwezig waren de h.h. van der Poel, Beukers,
van der Drift en Mr. Janssen.
Dit stoni natuurlijk niet in verband met de din
gen die op handen waren. O neenMaar van de h.h.
van der Poel en van der Drift kan men zeggen, dat ze
een hartgrondigen afkeer hebben zich „warm" te moeten
maken over zaken, die hen niet al te na zijn; de heer
Beukers die bijna nooit verzuimt, kon nu wel eens geen
lust gehad hebben zich als katholiek tegenover sommige
zijner geloofsgenooten (en tevens tegen de Nieuwete
gaan verklaren; en Mr. Janssen kon wel tot de over
tuiging gekomen zijn: laat ik me maar niet met de
zaken van de Maatschappij „Nieuw Keilen" gaan be
moeien, want dan loop ik de kans dat ze mjj met de
tot nog toe vrij bedekt gehouden gebeurtenissen der
Maatschappij „Kortland" om de ooren slaan.
Zooveel klerikale absentie was té toevallig, om niet
opvallend te wezen
Een eigenaardige kwestie is voorts ter behandeling
geb-acht. Ingekomen was van het Bestuur van het
Harmonie-orkest „St. Arabrosins" adres houdende ver
zoek om van de diensten van meergenoemd harmonie
orkest „St. Ambrosius" als bestaand muziekkorps, te
willen gebruik maken tot het geven van openbare uit
voeringen tegen te vestrekken subsidie of vergoeding
uit de gemeentekas.
Het adres is gesteld iu handen van B. en W. om advies,
't Komt ons voor dat dit advies niet anders kan
luiden dan afwijzend op het verzoek te beschikken. „St.
Ambrosius" is niet het eenige hier bestaande muziek
korps en waarom zou van dit wel en van de ande-e
geen gebruik worden gemaakt? Het korps „Oefening
baart Kunst" deed indertijd reeds een ongeveer gelijk
luidend verzoek, maar kreeg nul op 't rekwest, en 't
zelfde plan is ook reeds in „Kunst en Strijd" geopperd.
En daarom zon 't een bron von groote moeilijkheden
worden, indien op het verzoekvan „St. Ambrosius" werd
ingegaan.
Vermelden we verder nog dat aan 73 aangeslagenen
in de inkomsten-belasting, dienst 1906/07, op hun be
zwaarschriften (hoewel door bemiddeling van het Bureau
voor Arbeidsrecht ingediend) ontheffing of vermindering
werd verleend, dan is nu het voornaamste van het in
deze raadszitting verhandelde weergegeven.
Een gezellige avond. Dat was 't, de avond
vanwege de Bestuurdersbond georganiseerd, 't Had er
voller kunnen zijn, al was de zaal vrij goed gevuld.
Opvallend was 't alweer, dat een groot gedeelte, mis
schien wel 't allergrootste gedeelte van de leden der
bij den S. B. B. aangesloten vereenigingenafwezig
was. Die hebben dus schitterend tot 't succes bij
gedragen
„Kunst en Strijd" zette frisch in en kweet zich
kranig van haar taak. Maar ook „Excelsior" was
op dreef en werkte prachtig. Vooral „Op 't Kerkhof"
maakte een overweldigende indruk.
Het tooneelspel voldeed zeker eveneens wel aan de
gekoesterde verwachtingen. „Vader's Jaardag," dat
ernstig, reëele spel, waarin vooral de kleine Neeltje
zoo'n sympathieke figuur is, vooral als ze haar rol
vervult zooals deze Neeltje, dat bij-de-hande nest, die
als 't ware voor het tooneel geboren is, werd dank
baar genoten, 't Was duidelijk merkbaar dat het spel
den bedoelden indruk sterk opwekte.
„Kamerschut" bracht de lachspieren aan den gang
zooveel sentimentaliteit bij de verzorging van een kind
als hier werd uitgebeeld, zal zeker slechts (en geluk
kig als zeer hooge uitzondering voorkomen. Een leuke
klant is Jaap, die het publiek verbaasd doet staan over
z'n vraatzucht.
In opgewekte stemming ging men uiteen.
De reuzenklncht. Inzake de gewichtige
kwestie van de grondverkoop, waarin den Nieuwe zich
had voorgesteld een heldenrol te vervullen, maar
helaas als een ridder van de droevige figuur tentoon
gesteld werd, willen we niet al teveel meer spreken
over den voor de Nieuwe zoo treurigen afloop der
historie. Maar op een geval moet toch nog worden
gewezen.
De Nieuwe beging de brutaliteit in een nabeschouwing
de volgende bewering neer te schrijven
Of zij daarmede bijster zullen zijn ingenomen,
meenen wij te mogen betwijfelen. De uitspraak
van een zeer onvoltalligen Raad, onder die om
standigheden gegeven, kan, dunkt ons, voor hen
niet bijzonder vleiend zijn. De bewoordingen
waarin de heer Wittkampt zijn voorstemmen mo
tiveerde, gaven tussehen de regels nogal iets te
lezen. Hebben meerdere leden in denzelfden zin
gestemd, dan is zeker aan het woord „correct"
niet zoo'n bijzondere waarde te hechten. Intus-
schen, de Raad heeft nominaal de houding der
beide medeleden correct geduid. Zijn zij daarmede
tevreden, dan kunnen wij dit onverkwikkelijk in
cident van de baan achten, al zal 't ook nog
droevige sporen in de historie onzer stad nalaten.
Dat de Nieuwe durft schermen met de onvoltalligheid
van den Raad, onder deze omstandigheden, is wel zóó
verregaand, dat men de ontknooping van de „reuzen-
klucht" als een „wanhoopsklacht" moet beschouwen.
Maar het toppunt van lijden werd bereikt, toen nog
de heer Witkampf in een ingezonden stukje in de
Nieuwe zelf kwam vertellen, dat er van haar raadsver-
slag niet heel veel deugt!
Zoo zoetjes aan wordt 't toch wel tijd, dat de katho
lieken een eind aan al die gekheden maken en het blad
opheffen. Want 't is toch wel wat erg zich altijd te
moeien laten uitlachen
Zaken-doen. Dominee Deijkmans te Rozenburg
schrijft in De Zondagsbode over de „relletjes" te Maas
sluis, op de volgende manier:
Maassluis doet in deze laatste weken van zich
spreken.
Wat daar dan is voorgevallen? Wel sedert, ge-
ruimen lijd wordt het rustige publiek aldaar ver
ontrust met luid aanbevolene socialistische en anar
chistische bladen. Zaterdag 2 Maart is daar een
oploop ontstaan en schijnt er een relletje te hebben
plaats gehad, zoodat de venter van „De Moker",
anders niet heel vriendelijk voor politie en justitie,
bescherming gezocht en gevonden heeft bij de voor
treffelijke Maassluische Overheid.
We kunnen best begrijen, dat Maassluis voor
het grootste deel zeer godsdienstig, niets met die
propaganda op heeft, maar we manen toch aan de
openbare orde niet te verstoren, hoe ook daartoe
aangezet door de verachtelijke opruiende taal van
zekere zijde gebezigd.
Wie zichzelven' beheerscht is sterker dan die
een stad inneemt.
Nu wordt de colporteur van de „De Moker" in
bescherming genomen door een paar onderwijzeressen
der openbare school, die j. 1. Zaterdag, zoo wordt
gezegd, in het venten van dat blad behulpz ram waren.
Het is heel goed, dat ieder open ruiterlijk voor
zijn gevoelen uitkomt. We leven in een vrij land,
en huichelarij is verfoeilijk.
Onze Maassluische Hervormden zullen nu echter
ook wel willen verstaan uit deze beweging, dat het
hóóg tijd wordt eigen kinderen der Gemeente niet
langer te laten onder den invloed van niet gods
dienstige Onderwijzers en Onderwijzeressen. Deze
kunnen het niet kwalijk nemen, dat geloovige ouders,
die prijstellen op den Christelijken doop en de
Christelijke prediking des Evangelies, bezwaar hebben
iu een levensfeer van ongeloof, verzet en morrende
ontevredenheid hun lievelingen te laten leven. Zij
stikken er geestelijk.
Mogen dan ook alle bezwaren bij onze broederen
onderling wegvallen, opdat alle handen samenwerken
tot heil van het kind en aller harten samenstem-
men tot eer van God.
Dan zullen aller beurzen ontsloten worden tot
de stichting en onderhouding van Christelijke
scholen. D.
Men moet iemand als dominee Dijkmans blijkbaar héél
wat toegeven. En daarom gevoelen we geen lust veel
nota van z'n gekrabbel te nemen. Alleen willen we maar
wijzen op de meer handige dan eerlijke manier waarop
dominee reclame maakt voor z'n Christelijke school.
Weet dominee geen betere middelen daarvoor als hij
nu gebruikt, dan ziet het er voor de Christelijken onder
zijn bescherming niet al te voordeelig uit.
Durft dominee Dijkman beweren, dat sociaal-demokra
tische ond-rwijzers aan kinderen het socialisme leeren?
Zeg' reis op, eerwaarde!
Vrijheid van arbeid. Aan de fabriek van
Smulders werd 1.1. Zaterdag een kennisgeving afgekon
digd van den volgenden inhoud
„De werklieden worden er op gewezen, dat zij bij
„overgang in dienst van de Rotterdamsche Droog
dok-Maatschappij niet meer zullen worden aange
komen door de firma'sWilton, de Ridder, Rijké,
„Landman en Smulders, die zich daartoe bij over
eenkomst verbonden hebben."
Zietdaar een voortreffelijk bewijs van de „vrijheid"
welke de arbeider in Nederland geniet. Hij mag wer
ken daar slechts, waar enkele grootfabrikanten het
hem vergunnen.
Wat zijn ze goed, die heeren! Aan de Droogdok-
Maatschappij, waar geregeld nogal veel werk is, zijn de
loonen iets hooger dan aan andere fabrieken; gevolg
daarvan is dat de beste werkkrachten naar die fabriek
verhuizen. Dit is onzen metaal-koningen een doorn in
het oog en inplaats van nu ook op hun fabrieken betere
toestanden te scheppen, om alzoo hun werklieden aan
zich te binden, nemen ze hun toevlucht tot zulk een
even zeldzaam als inmoreel dwangmiddel als 't hier ge
signaleerde.
Een moeiljjke kwestie weer voor de „temperaars" van
den klassenstrijd!
Onderwijzers. In de jongste Rode wordt gemeld,
dat de afdeeling Schiedam van den Bond van Neder-
landsché Oonderwjjzers besloot, zich van het Plaatselijk