Neemt deel aan de Meibetooging
Van alles wat.
Ditjes en Datjes.
en baar zegen over hen uitstort voor de eerste maal,
zoolang de menschheid op aarde leeft, dan moeten
vrij doen, wat de ontwikkeling der dingen voor
schrijft, wat de tijdsomstandigheden ons als het
ware bevelen: Wjj moeten den arbeidsduur ver
korten. Niet alleen de loonen verhoogen, van
hoeveel belang dit ook is. Wij moeten ook den
arbeidstijd verkorten, want daarvan hangt het
werkelijk slechts af of de invloed der machine
zegenrijk zal zijn."
Zietdaar, hoe de Mei-beweging door menschen van on
verdacht Christelijke reputatie, wordt gesteund. Ons is
die steun welkom; omdat ze het beste bewijs voor ons
is, dat 't geen we beoogen goed, maar óók bereikbaar is.
En daarom honden we vol. En daarom klinken op
eiken nieuwen 1 Meidag diezelfde eischen, tot wier ver
vulling we, zij 't dan voetje voor voetje, steeds toch
naderkomen en daarom klinkt telkenjare en telkenjare
krachtiger de opwekking aan alle arbeiders:
Op voor den 8-urfgen arbeidsdag!
Ook dit jaar zal te Schiedam de le Mei niet onopge
merkt voorbijgaan. Nog schijnt het niet wel mogelijk of
gewenscht, meer in 't openbaar ten gunste van den len
Mei te demonstreeren en blijft deze ook ditmaal be
paald tot een openbare vergadering, waarin de betee-
kenis van den Arbeidersfeestdag zal worden uiteengezet.
Tot tijd en wijle het oogenblik voor meer grootscher
viering wordt geacht aangebroken te zijn, stelle men
zich ermee tevreden.
Want de beweging moet zóódanig groeien, dat ze
werkeljjk niet meer in een vergaderlokaal te omvatten
is, alvorens ze erbuiten gebracht kan worden. En al
denken we er met vreugde aan, dat juist de Mei-verga
deringen zich steeds zoo gunstig onderscheidden van
zp,o talloos vele andere èn wat belangstelling èn wat
animatie betreft, toch ligt er nog een schaduw op de
Meiviering in onze gemeente, die veel van het prettige
harer herinneringen wegneemt.
Reeds meermalen is er op gewezen, dat van de
leden der vakvereenigingen
een zeer groot gedeelte aan de Mei-viering niet de min
ste aandacht schenkt. Van de bij den Bestuurdersbond
aangesloten vereenigingen, met een gezamenlijk ledental
van laten we zeggen 400 arbeiders, is misschien even
de helft present op de Meivergadering.
Zietdaar een eigenaardig verschijnsel.
In het Orgaan hunner organisatie worden steeds allen
krachtig opgewekt deel te nemen aan de Meibetoogin-
gen. Jaar in jaar uit geschiedt hetzelfde zonder be
duidend succes. Ja zelfs zonder het alleszins matig
succes, dat alle leden der vakvereenigingen de moeite
eens doen zich de beteekenis van de 1 Meiviering te
doen kennen. Zelfs zijn er nog maar al te veel, die de
heele Mei-demonstratie eigenlijk een absoluut onnoodige
drukte vinden.
Zij het niet prettig, dat dit alles gezegd moet worden,
we vergeten daarbij niet, dat de vakbeweging hier nog
in de kinderjaren is en nog vele harer kwalen voor
vergroeiing vatbaar zijn. In 't bijzonder op de jongere
vereenigingen hebben we goeden moed; dat de onder
wijzers of typografen binnen afzienbaren tijd ten dezen
een dragelijk figuur zullen maken, vreezen we even
sterk, als we 't hopen.
Met dit al meenden we goed te doen de vakveree-
nigings-menschen dit jaarlijks wederkeerend verschijnsel
onder 't oog te brengen, in 't vertrouwen, dat elk zijner
zijds een steentje zal willen bijdragen om het euvel te
doen verdwijnen.
Zonder uitzondering jjveren alle vakorganisaties voor
verkorting van arbeidstijd.
Zonder uitzondering: ijveren alle vakorganisaties voor
goede sociale wetten, welke in zoo menig geval het
schrijnende wee der arbeiders kunnen verzachten.
Is het dan geen plichtsverzuim aan de openbare
demonstratie voor die twee belangrijke eischen geen
deel te nemen?
Beeft men z'n eigen vakorganisatie, voor welke men
zich vaak zoovele opofferingen getroost, niet een slag
in 't aangezicht, als men blijk geeft ten opzichte der
voornaamste punten harer beweegkracht onverschillig
te zijn
We volstaan met het stellen dezer vragen. Aan de
yakvereenigins-menschen de taak ze te beantwoorden.
Waar ve vooralsnog niet twijfelen aan hun goeden
wil, daar zijn we ervan overtuigd, dat menigeen tot de
erkening komen zal, zich opzichtens de Meibeweging
wel eens aan een verzuim te hebben bezondigd en zich
zelf de belofte doet zich te zullen beteren.
Welnu, dezulken ontmoe en we den len Meiin„Con-
stantia"; dezulken heffen met ons mee het devies omhoog:
Op voor den wettelijken acht urendag
Op voor het Algemeen Kiesrecht
De Tweede Kamer. Het gezelschap is nu alreeds
weer een week lang bjjeen, alleen aan de ministers
tafel is verandering gekomen en minister Staal door
ridder Van Rappard vervangen. De nieuwe minister
maakt volgens den verslaggever van Het Volk den
indruk een stevig heerschap te zijn, aan wie de rechter
zijde een kluif zal hebben.
Ellenlange debatten zijn gevoerd over de crisisde
rechterzijde poogde de val van Staal voor te stellen
als gevolg van militair-technische geschilpunten; de
regeering hield vol, dat geheel haar program van
bezuiniging op militaire mitgaven om geld te verkrijgen
voor sociale doeleinden, er mede gemoeid was.
De heeren Heemskerk, Lohman, Talma en Kolkman
poogden om strijd de armzalige figuur der rechtsche
partijen nog eenigszins te dekken; 't was te vergeefs.
De rechterzijde is deerlijk gehavend uit dit tournooi te
voorschijn gekomen.
Er is door de debatten uitgekomen, dat dr. Kuyper
in De Standaard (en in navolging van deze de geheele
clericale pers) stoute beweringen heeft geuit, welke
geen enkele reden van bestaan hadden. Er is bewezen,
dat de rechterzijde wél opdracht heeft gekregen tot
kabinetsformatie, ook al werd dit tot op den laatsten
dag ontkent, maar de heeren durfden 't niet aan.
Maar ook bleek zéér eigenaardig, dat de kerkelijken
hun grooten leidsman dr. Kuyper (volgens de anti-rev.
Rotterdammer: den van Bod gegeven leider) leelijk
verloochend hebben, door hem zelfs niet te raadplegen
Dit is dus zooveel gezegd, als dat ze hem zélf niet
meer als minister willen.
Over deze snoode ondankbaarheid ten opzichte van
den grooten bewindsman, heerschte in de anti-revolu
tionaire pers groote verslagenheid. Ja, er is veel ver
anderd sinds 1903
De papiertjes van mgr. Montagnini.
Wat moet een gewoon, vroom katholiek zich wel voor
stellen van het archief van een Pauselijke nunciatuur
in een bewogen tijd als de kerk in Frankrijk in de
laatste jaren beleefde.
'n Hoogst ernstig iets natuurlijk. Beschrijf van ker
kelijke autoriteiten en andere geloovigen, over de be
langen van kerk en godsdienst.
En wat is tot nog toe uit het dossier-Montagnini te
voorschijn gekomen?
Eerst gegevens over de vraag, wie of wel omgekocht
kon worden.
Toen papiertjes, waaruit bleek, dat diplomaten, die
overdag mooi weer spelen tegenover de Fransche
regeering als hofjes-juffrouwen, achter d'r rug kwaad
van haar spreken.
Toen papiertjes, waaruit bleek, dat men in de nun
ciatuur een heele boel bisschoppen niet vertrouwde.
En nu nog banalere kost.
Montagnini had tal van zeer partikuliere inlichtingen
omtrent allerhande personen, geestelijken en politici.
Hij stond in betrekking tot een of ander „bonne oeuvre",
tot een braven heer en dame, die er zich weldadiglijk
moeite voor gaven, dienstboden aan plaatsen te helpen.
Die bedienden moesten dan hun best doen hunne mees
ters te bespieden, desnoods in papiermanden en korres-
pondentie snuffelen. Niet wair, dat is een echt heilige
manier van doenDe zoo verkregen inlichtingen
kwamen tot den pauselijken vertegenwoordiger. De
Kamer-kommissie, die de papieren nu onderzoekt, vond
ook bewijzen, dat Montagnini, speciaal omtrent gees
telijken, ook wel een direkten weg volgde. Aristokra-
tische dames waren in geregelde korrespondentie met
hem en hielpen hem bij het maken van zijn dossier.
Aristokratische dametjes en heertjes schrijven den
grooten pauselijken vertegenwoordiger blieven die be
ginnen met„Mijn beste Kareltje
Als 't Hollanders waren geweest hadden, ze zeker
't schoone vers geciteerd„Ik heb mijn Karei toch
zoo lief
Een der heeren schrijft aan mgr. .Montagnini o.a.
„Ik heb hier kennis gemaakt met de zuster van
Monseigneur Bde gravin voor wie hij mij
een brief tot introductie gegeven had. Er zijn prachtige
jonge meisjes. Ik mis jou om me te helpen bij mijn
zware taak, dat wil zeggen, bij het 't hof maken aan
vier dames, want er is bovendien nog een bevriende
jonge dame Wij zouden eerlijk kunnen deelen. Wil
je komen? Niets nieuws te Rome. Iedereen wacht op
de houding die - de Heilige Vader ten opzichte van
Frankrijk zal aannemen. Dat de Heilige Vader zich
energiek en krachtig toone. Tegen groote kwalen groote
middelen. Ziedaar mijn meening. Wat is de jouwe
'Maar ik begrjjp, dat je niets zeggen kunt.
„Ik heb aan de dames D.een mooie Kerstkaart
gezonden. Ik heb er een photographie van den Heili
gen Vader bijgedaan en zijn zegen. Zij zijn er zeer
blij mee geweest."
Zóó werd de groote scheidingskwestie, waarvoor arme
opgehitste boeren in staat zouden zijn geweest zich te
laten doodschieten, behandeld in de kringen dergenen,
die in direkte verbinding met den Paus stonden, die
hem vertegenwoordigden.
Kommentaar is wel overbodig. Als men spreekt
van zedelijk verval in Frankrijk, dan kan men aan
zulke dokumenten zien, waar dat zedelijk verval huist.
Bij de laatste publikaties is één mooie, ernstige
brief, blijkbaar van iemand, die oprecht en in hoogen
ernst katholiek is en die ééne is vóór aanvaarding van
de scheidingswet, waarin hij veel goeds ziet voor de kerk.
Uit den knoeiwinkel van het N. A. S.
De heer Van Erkel wordt over de „verdwenen" gelden
van den Blasblazersbond reeds door verschillende zijner
mede-standers lastig gevallen. Van Erkel poogde te
zijner dekking het tegenwoordige en vroegere bestuur
van het N. A. S. mede verantwoordelijk te stellen en
begrijpelijkerwijze wordt tegen dit nobel pogen door
verschillende personen geopponeerd. De vroegere pen
ningmeester van het N. A. S., J. Baak, zegt aan het
slot van een ingezonden stuk in Het Volk aan Van Erkel
het volgende
Tot slot aan Van Erkel een raadbedank voor
je functie, dan trek je er wel tusschen uit als een
man, door den een gehaat en door den ander ge
prezen, doch met de mogelijkheid, dat niet op je
persoon een smet wordt geworpen.
Wordt de beerput van vroeger echter heelemaal
leeggepompt, dan zouden er wel eens dingen voor
den dag kunnen komen, die dit onmogelijk maken.
Uit deze woorden van iemand, die 't weten kan,
blijkt wel, dat er aan het N. A. S. nog al wat dingen
zijn gepasseerd, die het daglicht niet kunnen verdragen.
Nog steeds niet wijazer. Ook jl.Zaterdag-avond was
de contra-schaudaal-colportage van onze Volksbonders
weer in volle glorie, het kabaal weer even ergerlijk
als alle vorige weken.
En 't komt ons zelfs voor, dat de jongetjes van
„St. Paulus" telkens een sport hooger klimmen in den
ladder van het ongure gedoe, waarmee ze zich nu ver
maken. Telkens durven ze weer iets meer. Zoo hoorden
we er nu bijv. een roepen over het „zoogenaamde
Kloostermangebroed."
Wie zijn de herriemakers vroegen we enkele weken
geleden. We herhalen de vraag. Wie lokken de relletjes
uit? Wie pr kkelen tot schandaal-colportage?
Aan wie de schuld, als er anderen gaan colporteeren
met geschriften, opgedragen bijv. aan het Mouwens-
gebroed of iets dergelijks Denk toch vooral niet
aan de ordelijke groep, welke z'n geestelijke kennis
en z'n voorlichting op sociaal en politiek terrein ont
vangt in onder geestelijk bestier staande vereenigin
gen
Neen, want zij zouden wel weten, dat men de naaste
moet liefhebben gelijk zichzelve.
Want zij zouden wel gedachtig zijn aan het bekende
woord: Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, enz
Want zij zouden wel weten, dat zij geen reclit heb
ben zich onder de partjjen der ord<& te rangschikken
(tegenover de partijen der „wan-orde") zoolang zij zich
vermeten dergelijke georganiseerde schandalen op te
zetten.
Wie zijn de'herriemakers?
Het Volkshuis. Het jaarverslag over 1906 be
gint met een overzicht te geven over de 10 jaren van
het bestaan der stichting, van ledental en inkomsten.
Het ledental bedraagt op 't oogenblik 801, een nooit
bereikt cijfer.
De verslagen der onderafdeelingen vullen in hoofd
zaak het verslagde cursus in lezen en schrijven werd
door twee leerlingen gevolgd, met blijkbaar slechts be
trekkelijk weinig succes. Een scherp contrast daarmede
levert de cursus, vanwege den Bestuurdersbond gehouden,
over welken we misschien binnenkort een en ander
zullen meaedeêlen.
De financiëele toestand verdient volgens het verslag
in de toekomst zorg en offervaardigheid, in hoofdzaak
door het vertrek der Huishoudschool. De begrooting
over 1907 wijst een overschot aan van f 126.
De jaarvergadering zal gehouden worden op Zondag
5 Mei, 's nam. 7 uur. Aan de orde is o. a. de verkiezing
van 3 bestuursleden, waarvoor door minstens 10 leden
tot uiterlijk Donderdag 2 Mei candidaten kunnen worden
gesteld.
„Kunst aan het Volk." De entrée dezer nog
zoo jonge vereeniging, die met haar j.I. Zondag gehou
den concert getoond heeft wat te willen, te durven en
te kunnen, heeft blijkbaar een allergunstigsten indruk
gemaakt, want al werd de vereeniging door sommigen
doodgezwegen, door anderen als „azende op gemeente-
dubbeltjes" voorgesteld; door derden met een mede
lijdend glimlachje als een onbeholpen, erg-sterfelijk
tobbertje bekeken, nu voor de eerste maal het „vreemde
eendje" z'n zwemkunst toonde, zijn de hooghartige bet
weters blijkbaar verrast door de bewezen onzinnigheid
hunner vooroordeelen, op de vlucht geslagen. Dit zou
de ware geschiedenis kunnen zijn van een vereeniging,
die „Kunst aan het Volk" heette, die eea concert gaf,
waarop door 'n stelletje albedillers geen kritiek werd
uitgeoefend.
Dat teekent en dat bewijst óók, dat het eerste concert
van „Kunst aan het Volk" geslaagd is op de meest
volkomen wijze.
Want dat is het. De zaal was glad vol; de execu
tanten waren in merkbaar goeden konditiehet publiek
uiterst belangstellend en dankbaar gestemd.
Met een korte verwijzing naar het ontstaan der ver
eeniging; haar doel om ook de hoogste kunst aan het