Ditjes en Datjes. bond verantwoording gedaan zon worden over de finan- cieele onregelmatigheden bij het N. A. S., welke sinds eenige weken in de kringen der vakvereenigingsmannen het onderwerp van den dag zijn. Zooals te voorzien was, bleek deze vergadering geheel onnoodig. Toen ze uiteen ging stond de zaak nog precies als toen ze bijeen kwam. Van Eikel bekende dat de f 900.—, voor de glasblazers ontvangen, niet aan hen waren afgedragen, en gaf voorts wat af op De Vak beweging en Het Volk een volkomen onschuldig vermaak. De heer Bonnet, oud-penningmeester van het N. A. S., verklaarde nooit te gelooven dat het in het Vakverbond met het geld voor de Leidsche stakers kauscher is, al kon hij er niet veel van zeggen. (Zou de „villa" van Polak niet van die duiten zijn betaald, kameraad?) Voorts verklaarde hij plechtig, dat, al gaan de glasblazers van het N. A. S. weg, dit er toch niet door ondergaan kan. Indien de mededeeling van Van Erkel waar is, dat zijn vrouw en kinderen worden lastig gevallen, in ver band met deze geschiedenis, dient daar met kracht te worden tegen ingegaan. Zoo iets mag niet worden geduld. Maar de heer Van Erkel, die zoo prat gaat „in het openbaar een fout erkend te hebben" (na haar eerst een paar jaar te hebben verzwegen en toen tot erkenning gedwongen te zijn); de heer Van Erkel, die zich komt verantwoorden maar de bewijsstukken daartoe benoodigd, heel bedaard op het kantoor van het N. A. S. „ter inzage" laat liggen; de heer Van Erkel, die voorgeeft dat het N. A. S.-bestuur zoo'n spijt van het gebeurde heeft, dat zelfs hij, die zes jaar lang de gesalarieerde van N. A. S. was, gaat werkenomdat het zinkende schip verlaten moet worden pardon, om de afbetaling aan den Glasblazersbond zoo spoedig mogelijk te doen plaats hebben en dan als een schuldeloos lam den blik opslaat, en de vraag stelt: is dat niet eerlijk? de heer Van Erkel doet niet goed, niet eerlijk, te zeggen dat de grondslag van alles is, dat men het secretariaat in een kwaad daglicht wil stellen. Dat behoeft niemand te willen, daar zorgen Van Erkel c. s. zelf te goed voor. Want de daad is en blijft onnoembaar slecht. Van Erkel moge 't er op gooien dat de staking toch was afgeloopen, Van Erkel kón en zal ook wel geweten hebben, hoe hoog, hoog noodig het geld was ook na de staking, dat niet alle stakers ineens aan den gang konden, maar niet minder omdat deze langdurige en geheel 'plotseling opgekomen staking de onvoorbereide gezinnen totaal had uitgeput. En wie van nabij den strjjd hebben bijgewoond, weten hoe ontzaglijk veel ellende er geleden isweten, dat 'er gezinnen waren, waar een droge korst brood als de grootste lekkernij werd genoten- Gezinnen, waar men in de gure winterdagen vuur, licht en eten tevergeefs gezocht zou hebben. Wie dat weten, dien erge t 't dat aan zulke arme bliksems het hun toekomende geld is onthouden ge worden Ten slotte vermelden wij nog het volgende ingezon den stukje van den vroegeren penningmeester van het N. A. S., J. Baak, voorkomende in Het Volk van j.l. Dinsdag Corruptie in het N. A. S. Aan de Redaktie van Het Volk. M. de R.! Mag ik U naar aanleiding van de vergadering die Zondag te Delft gehouden is eenige plaatsruimte ver zoeken. t Ik heb geen reden om aan de juistheid van uw verslag te twijfelen, maar verwondert heeft mij het volgende: „De voorzitter: Dan nog iets, Baak schreef een stuk in Het Volk waaruit blijkt dat het vroeger toch niet alles in den haak was bij het N. A. S. Kan v. Erkel ons daarover inlichten „BonnetDan moet je bij Baak z\jn." Het antwoord van Bonnet verwonderde mij. Had hij gezegd wij komen hier niet om vroegere zaken recht te praten, doch alleen over de kwestie van die f 900, dan had ik dat kunnen billijken. Maar nu Bonnet er toch was en waarvoor want financieele inlich tingen heeft hij niet gegeven had hij evengoed de inlichtingen kunnen geven. Ook dit stukje moet ik eindigen met een raad aan Bonnt-tJe bent zooveel ouder en langer in de arbei dersbeweging dan ik, toon dit nu eens door wat zelf standig te zijn, en niet te geraken onder den invloed van personen waaronder je verkeertanders ben je een beste kerel. Maandag 22 April, dus 6 dagen geleden, toen je met mij opliep en dus wellicht onder mijn invloed stond, waren je woorden „Ze moesten aan de overzij eens alles weten, wat v. Erkel op z'n kerfstok had." En nu zoo'n houding op deze vergadering. J. Baak. De stryd in de haven te Rotterdam. Zooals we onlangs vermeldden, heeft de Elevator maatschappij besloten, om, ten koste van wat dan ook, de elevators aan den arbeid te stellen, en de gezamen lijke vereenigingen in het havenbedrijf hebben daar tegenover het vaste besluit genomen, om, het koste wat het wil, dit te verhinderen. Tot Zondag hadden de Nederlandsche graanhan delaars den tijd, om, evenals de Duitschers met de wegers een overeenkomst aan te gaan, maai daarop is niet ingegaan. In het laatst der vorige week echter vroeg plotseling een bekende graanfactor, de firma Prins, een aantal wegers voor de elevators op zeer gunstige arbeidsvoor waarden, gunstiger dan bij één der andere firma's. Verschillende heftige manifestaties zijn daarvan reeds het gevolg geweest; Maandag-avond zjjn er volgens geruchten, bjj het thuisbrengen van den heer P. door een verbolgen menigte, eenige schoten gelost, waarschijn lijk met losse patronen. Schade of letsel werd niet ge- konstateerd. Zaterdag hebben de Nederlandsche graan-importeurs een vergadering gehad te Utrecht, ten einde te beraad slagen over het ultimatum der wegers en meters, om zich contractueel te verbinden geen graanladingen te ontvangen, die per elevator zijn gelost. De vergadering der graanhandelaren besloot echter zulks niet te doen en zond daarvan onmiddellijk bericht aan de Wegersvereeniging. Op een daarna gehouden gecombineerde bestuurs vergadering is nu besloten, te trachten alle graanbooten stil te leggen, waarop gelost wordt voor de Nederlandsche graan-importeurs. Alle teekenen wijzen er op, dat de strijd tegen de broodroovende elevator door de werklieden met alle kracht zal worden gevoerd. En dit is verklaarbaar, 't gaat hier niet om het „halve ei", maar om den ge- heelen boterham Provinciale Staten. De candidaatstellingsdag voor de Statenverkiezing is, naar men weet, algemeen 4 Juni. De dagen van stemming en herstemming zijn nu door Gedeputeerde Staten der onderscheidene provin ciën aldus bepaald: stemmingherstemming Noord-Brabant11 Juni 21 Juni Gelderland13 26 Zuid-Holland11 21 Noord-Holland13 25 Zeeland11 25 Utrecht13 25 Friesland13 24 Overijsel 13 25 Groningen12 24 Drente11 21 Limburg13 21 Ren zonderling verhaal. In onze gemeente gaat sinds eenigen tijd een verhaal rond, dat men voor louter fantasie zou honden, wanneer niet met groote hardnekkigheid de waarheid eivan werd volgehouden, 't Komt op het volgende neer: Er was 'n brugwachter, die z'n zóóveeljarige trouwe plichtsbetrachting vierde en te wiens huize de ver schillende collega's hun gelukwenschen kwamen aan bieden. In uniform ging een tweetal dezer 's avonds laat huiswaarts, toen ze gevolgd werden door 'n heer, die veel geleek op 'n burgemeester. Toen ze ergens een politie-agent passeerden, gelastte de heer dezen, een der brugwachters naar 't politie-bureau te brengen omdat hij dronken zou zijn. De arrestant was daarover nogal verwonderd, maar hij moest natuurlijk mee. Z'n metgezel ontliep het buitenkansje en mocht naar huis. Op het politie-bureau werden allerhande denkbare kunsten uitgehaald om den arrestant dronken te doen zijn. Hij moest heen en weer loopen, hard en zachtjes enz. enz., maar men kon niet tot de conclusie komen dat de brugwachter inderdaad dronken was. Dit was schijnbaar niet overeenkomstig de wenschen van den heer, die zooveel van 'n burgemeester had, en daarom werd gelast dat de andere brugwachter nog uit z'n bed gehaald zou worden om te verklaren of z'n collega ook dronken kon zjjn. Alzoo geschiedde, maar ook dit slachtoffer van geheel onthouders spokenzienerij kon niet bijdragen tot bet gewenschte succes dat een niet-beschonken brugwachter wèl-beschonken zou zijn. Des anderen daags werd er bij den jubilaris, te wiens eere gefeest was, geïnformeerd, hoeveel bittertjes de „dronken" brugwachter verzwolgen kon hebben En in hetzelfde verband wordt verhaalt van een anderen brugwachter, van wien vermoed werd dat hij zich bezondigde de kermis te bezoekendat hij op last van 'n soortgelijk heer als boven werd nagegaan; zich eenmaal 's morgens versliep en toen vanwege de geheel onthouder s-vereeniging de boodschap thuis kreeg dat hij als lid tot deze vereeniging had toe te treden, daar hij anders ontslagen zou worden Zoo vertelt „men." En al nemen we graag aan dat het verhaal, zooals 't door ons is weergegeven, eenigszins van de oorspronkelijkheid zal afwijken, we gelooven te moeten aannemen, dat in deze geschiedenis méér waarheid schuilt dan men zoo voor 't oogenblik zou willen veronderstellen. En alzoo moet dit verhaal geacht worden een kost bare bijdrage te zijn voor de beschrijving hoe zelfs nuchtere menschen als de geheelonthouders tot zeer dwaze dingen in staat zijn, wanneer ze zich tot fana- tiekers verlagen en met verwaarloozing van de waar digheid hunner maatschappelijke positie de meest plompe dweepzucht laten heerschen over het gezonde verstand. Pit den R. K. Volksbond. De afdeeling Schiedam hield Zondag j.l. hare maandvergadering. De Nieuwe bevat daarvan een uitvoerig, maar voorzichtig gesteld verslag; De Moker ontving geen uit.noodiging de vergadering bij te wonen. Er is gebabbeld over alles en nog wat; maar we zullen onze lezers een opsomming van geheel het werk besparen. Naar aanleiding van de mededeelingen van den voor zitter kwam ter sprake de verpachting van het Bonds- gebouw, waarbij de tegenwoordige pachter, de heer Bexterman voor f 1303 hoogste inschrijver was en opnieuw pachter werd. (Wat was De Moker toch sekuur ingelicht!) Wat er over gesproken is vermeldt de geschiedenis niet. We veronderstellen dus maar dat alle Yolksbonders razend ingenomen waren met de schitterende aanwijzing van wat er in het geheiligden gebouw alzoo ingenomen wordt; en tevens zéér tevreden den tegenwoördigen pachter te mogen behouden. Dan werd besproken het geweldige feit, dat samen gewerkt werd in het Comité voor de Huisindustrie met de S. D. A. P. Opk wat daarover is gezegd vermeld de geschiedenis niet. Maar we veronderstellen dat alle Volksbonders zich zeer vereerd hebben gevoeld over het gezelschap hunner zoo onschatbare vrienden, die wij het genoegen smaken te zijn.. Nadat de heer Marrevee in eenige dichtregelen en de heeren Mouwens en Yoorwald in proza voor hunne herkiezing als bestuursleden hadden bedankt, werd de vergadering met gebed gesloten. Voor onze ketterjagers. Men schrijft aan Het Volk Maandag werd de zaak der mishandeling van onzen partijgenoot dr. Jan van den Brink te Bodegraven in openbare terechtzitting voor de rechtbank te Utrecht behandeld. Zooals men weet, werd van den Brink den 2den Februari j.l. toen hij te Bodegraven uit den trein stapte, om in die plaats een spreekbeurt te vervullen, door arbeiders op een pak slaag onthaald en werd hij ge noodzaakt te vluchten in het stationsgebouw dat dooi de belhamels werd belegerd tot Van den Brink weer met den trein vertrok. Het is ten duidelijkste gebleken dat het relletje werd opgezet door eenige katholieke „heeren". Een hunner, Claushuis geheeten, had de leiding. Hij wees den vechtersbazen Van den Brink aan, die toen dadelijk werd aangevallen, en later, na de mishandeling, toen Van den Brink en zijn vrienden in het station een schuilplaats hadden gevonden en vandaar onder geleide van een veldwachter langs de spoorbaan de zaal trachtten te bereiken, snelde Claushuis, die op het perron was blijven surveilleeren, naar de menigte toe om deze in te lichten, op welke tvijze dat plan kon verijdeld worden. Een en ander kan bewezen worden door de ver klaringen van het treinpersoneel. Van die verklaringen is de rechtbank echter blijkbaar niet gediend geweest, evenmin van de verklaring van een persoon, die den dag vóór de mishandeling is aan gezocht om tegen vrij drank en sigaren, mee te helpen. Ook zijn niet gehoord de herbergiers, die op den bewnsten avond „vrij" getapt hebben. Van een „complot" wenschte de rechtbank dus blijk baar niets te weten en de heet en blijven zoodoende buiten schot. Maar één der arbeiders tegen wien de bewijzen overstelpend zijn, moest het gelag betalen. De eisch tegen dien man is „één maand gevangenisstraf Indien deze straf verzacht wordt in een geldboete, zal de veroordeelde er weinig last van hebben; de heeren zullen het wel betalen. Maar indien gevangenisstraf wordt uitgesproken, dan moet die arbeider, die de handlanger der heeren was tegen zijn eigen partij, brommen voor de streken van de ophitsers. De Meivergadering. De vergadering op 1 Mei is uitmuntend geslaagd. „Constantia" was stevig vol en de aanwezigen blijkbaar in de beste stemming. De voorzitter van de Bestuurdersbond wees in z'n openingswoord op den flinken vooruitgang der Schie- damsche vakbeweging, waar nieuwe vakvereenigingen worden opgericht en de bestaande in den besten toestand verkeeren. Hij eindigde met den wensch dat we ook hier met eiken Mei het leger der georganiseerde arbei ders versterkt zullen bijeen zien. Hugenholtz hield een pittige opgewekte rede, die onder veel belangstelling aangehoord en met een stevig applaus beloond werd; „Exelsior" en „Kunst en strijd" werkten naar hun beste krachten en boden een hoogst aange name afwisseling. V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2