A mbach tsonder w ij s. De Oranje-kermis, Mr. O j. H. graaf van Limburg Stirum, gen voor het onderzoek der gemeentebegroting, stelde de voorzitter voor, om in elk dezer afdeelingen leden van de commissie van gemeentewerken te benoemen. Dit was volgens den voorzitter bij de wet toegelaten. De heer Jansen bestreed het voorstel, omdat hij meende, dat dan in elk geval het reglement van orde gewijzigd zon moeten worden. Door den heer v. Westendorp werd het voorstel verder toegelicht. Hij meende dat het in het belang der betrokken leden was, omdat het na kon voorkomen dat al de leden van de commissie der gemeentewerken, in een afdeeling zouden komen. Hierover ontstond een vrij uitvoerig debat, waar ten slotte niemand meer uit wijs kon worden. Men besloot dan maar tot de loting over te gaan, daar de burge meester nu toch eigenlijk weer van meening was, dat het wel in strijd met de letter van de wet is. Bij het benoemen van een onderwijzeres aan school D. speelde zich een incident af, dat een juist^n kijk geeft op het drijven der clericale heeren. Zonder de minste reden stelde den heer Jansen de volgende motie voor De Raad der gemeente Schiedam, van oordeel dat het weren der gehuwde vrouw uit de school uit maatschappelijk en opvoedkundig oogpunt ten zeerste aanbeveling verdient, drukt de wensch uit dat desgevorderd door wet- wjjziging, aan de gemeenteraden de bevoegdheid zal verleend worden, de gehuwde vrouw uit de school te werendrukt tevens den wensch uit, dat het college van B. en W. van deze motie mede- deeling zal doen aan de Hooge Regeering en gaat over tot de orde van den dag. Door den Heer Jansen werd deze motie toegelicht. Hij meende dat voor het onderwijs noodzakelijk was onderwijzeressen te benoemen. Evenwel moet de Raad het recht hebben de onderwijzeres te ontslaan als zij huwt. Verschillende leden kwamen er tegen op, dat zoo maar te hooi en te gras een motie ingediend werd, die echter geen motie was, doch een voorstel. De Bruin meende dat er meer achter het voorstel zat. Hij kwam er sterk tegen op om op zoo'n manier te handelen. Het stond beneden alle critiek. Als protest zou hij bij de stemming de zaal verlaten. Niets mocht evenwel baten. De motie werd aangenomen met 12 stemmen voor en 7 tegen. Links tegen rechts. Bij het voorstel om de Warande en de Gaststraat te verbeteren, kon onze partijgenoot er nog even op wijzen dat het nuttiger was om de Groenelaan en den Buitenhavenweg eens op te knappen. Hij meende dat het geld beter bestemd zou zijn voor bovengenoemde straten dan voor de Warande. Vooral omdat men het er volstrekt nog niet over eens is, op welke wpe de Warande in beteren toesiand gebracht zou kunnen wor den. Op voorstel van Dr. Ris werd het voorstel aan gehouden tot een volgende vergadering. Hierna kwamen nog verschillende kleine zaken aan de orde, die allen zonder hoofdelijke stemming werden goedgekeurd. Bij de behandeling van het voorstel tot wijziging der verordening tot regeling van het getal, de rangen en de jaarwedden van de ambtenaren ter Secretarie en de boden der Gemeente, drong De Bruin er bij B. en W. op aan om de verhooging der klerken zoo spoedig mogelijk te doen ingaan. Door Koopmans werd er op aangedrongen om een leeftijdgrens te stellen, wanneer de klerken der 2e klas le klas konden worden. Dit werd echter niet aangenomen. Dr. Ris stelde voor de klerken beroep op den Raad toe te staan. Dit werd aangenomen met 3 stemmen tegen. Een voorstel van Jansen om het tractement enz. der ambtenaren te doen vaststellen door den Raad, werd verworpen met 2 stemmen voor. De rest van de agenda werd afgehandeld in een avondvergadering. Deze vergadering was er een „in comité", oftewel geheim. D. Toen een maand of 8 geleden de oprichting eener ambachtsschool voor Schiedam en omstreken ter sprake kwam, stiet de gemeentelijke exploitatie daarvan af op de gewaande zekerheid, dat de gemeente niet en een bijzondere vereeniging wèl rijkssubsidie zou kunnen krijgen. De inspecteur voor het ambachtsonderwijs, de Heer de Groot, had dat met even zooveel woorden in een openbare vergadering gezegd en bovendien bij de ontwerpers eener bijzondere ambachtsschool, ook die over tuiging gewekt. De wethouder van onderwijs zelf was voorstander eener gemeentelijke ambachtschool maar vond die voor Schiedam te duur, omdat „de gemeente van het Rijk geen subsidie kan krijgen." En wat blijkt nu? Nu blijkt, dat de gemeente wel degelijk subsidie kan krijgen. Op verzoek ook van de afd. Schiedam der S. D. A. P. bemoeide de sociaal democratische Kamerclub zich met dit gevalletje. Deze club belastte Ter Laan met een onderzoek dienaan gaande. Ter Laan wendde zich officieel tot minister Rink en schrijft nu in De Gemeente van 15 Augustus o. a. het volgende: „Meer dan eens is beweerd, dat de Regeering wel bereid zou zijn een partikuliere vereeniging te steunen, doch niet om een gemeente te helpen, die de zaak zelf aanpakte. Ondergeteekende, daartoe aangezocht door enkele van onze partjj-afdeelingen, vroeg aan minister Rink, of daarvan iets aan kon zijn. De minister ontkende dit ten stelligste; hem was geen enkele reden bekend, waarom het Rijk wel hulp zou verleenen aan bizondere vereenigingen en niet aan die gemeentebesturen, die zich zelf zouden willen belasten met de zorg ook over dit deel van het voortgezet onderwijs. „Het R\jk geeft aan de ambachtsscholen de helft der kosten van jaarwedden enz. en een belangrijk bedrag bjj de stichting, als zij van partikulieren uitgaan. De gemeenten mogen dus zeker op niet minder rekenen, waarbij dan nog de hulp der Pro vincie komt." Tot zoover Ter Laan. Duidelijker kan het niet: Mi nister Rink wil wel degelijk de gemeente de helft der kosten van jaarwedden enz. als subsidie verschaffen. De Schiedammers zijn weer eens bij den neus genomen en het gemeentebestuur van Schiedam slaat op nieuw een gek figuur. Toen van Leeuwen op de openbare (oprichtings-) ver gadering der Ambachtsschoolvereeniging een motie voor stelde die ten doel had offiiceel inlichtingen omtrent de kwestie van subsidie aan de gemeente te vragen omdat hij (zeer terechttwijfelde aan Minister Rinks onwil ten opzichte der gemeenten, toen noemde iemand als Mr. Sickenga, secretaris der gemeente, dat „niet serieus." Wij hebben nu het recht, die benaming en het inzicht hierin van Mr. Sickenga voor het tegendeel van „serieus" te houden. En toen later de afd. Schiedam der S. D. A. P., voor het gemeentebestuur door een adres op nieuw de ge legenheid opende, informaties in te winnen bjj Minister Rink, greep de Raad die gelegenheid niet met beide han den aan maar legde dat adres met hooghartigheid voor kennisgeving ter zijde. Het kwam immers van dieS.D.A.P. met haar „aberratio mentalis." Maar onze afdeeling bleek toch maar goed gezien te hebben. En de heeren ginder Wjj vinden dit spelen met de belangen van het ar beidende volk eenvoudig een schandaal en spreken onze innige verontwaardiging uit over het volkomen gemis aan ernst, ook in deze zaak betoond. En wij hopen, dat de Raad bij de eerstkomende gelegenheid alsnog de hierbjj begane stommiteiten zal goedmaken en zal over gaan tot overneming van de ambachtsschool door de gemeente, voordat deze school eenzelfde lijdensgeschiede nis ingetreden is als die te Rotterdam, te 's Gravenhage enz. enz., met gemis aan plaats, gemis aan geld, ge mis aan serieus werk. Kom nu eens op, serieuze Mr. Sickengaen toon nu eens uw ernst en uw kunnen! Een gemeente secretaris kan toch nog wel invloed uitoefenen; uw voorganger Vernède heeft dat op uitstekende wjjze be wezen. De kermis is afgeschaft, leve de kermis Weg met de dronkemanstafereelen in de eerste week van Julihoera voor de dronkemanstafereelen op den 31 Augustus Weg met de zedeloosheid en ontucht, waar de kermis toe uitnoodigtBloeie de zedeloosheid en ontucht op het feest der Oranjevereeniging In deze enkele zinnen hebben wij onze hoofdindrukken weergegeven van het 31 Augustnsfeest hier ter stede. Door oude Schiedammers hoorden wij verontwaardigd verklaren, dat zjj nog nooit zoo'n zwijnenpan te Schie dam hadden bijgewoond. En personen, die verplicht waren de dronkemans- tooneelen en wat daarbij hoort te aanschouwen, ver telden ons, dat het in een lieele kermisweek nog nooit zoo'n zoodje en zoo'n rommel was geweest als op dien eenen dag. Men had waarlijk ook geen dievenlantaarn noodig om de vuiligheid te ontdekkende versche mesthoop- lucht walmde overal overvloedig. „Ons volk kan niet feestvieren", zegt de een ter verklaring van dit treurige verschijnsel. „Al wat op de laagste trappen der maatschappij staat, breekt op zoo'n dag uit en geeft zich, straffeloos, omdat het een „nationaal" feest heet, bandeloos aan zijn lusten over", zegt een ander. Op een paar werkelijke of struisvogelachtige blinde mannen na is men het er intusschen algemeen over eens, dat het een ergerlijke „pan" was. De ondervinding met zulk soort feestdagen elders had zooiets ook kunnen voorspellen. En men moet wel Schiedammer zijn om dat nog niet te weten. Of men moet al een treurig soort poli tieke drijverij er op na houden, om een stad aan zooiets te willen wagen. Intusschen, wij zjjn geen realistische zwijnerijbeschrij vers. En evenmin lust het ons een hooggestemde opge schroefde beschrijving te geven van den tocht der 3 gondels en de verheerlijking van den hoogopgelichten burgemeester of van andere even schitterende feestelijk heden. Wfl stappen dus van dit onderwerp af, na den hartgrondigen wensch te hebben uitgesproken, dat ook de feestcommissie zal erkennen, dat de werkelijkheid geheel anders is geweest dan haar bedoelingen en dat zij zich niet ten tweede male aan een dergelijke ver gissing mag schuldig maken. Maar afgezien van den dag zelf en wat daarop ge beurde, is er nog wel een en ander zeer ernstigs over het daaraan voorafgegane te zeggen. Wij hebben tot nu toe daarover gezwegen, om de Oranjevereenigings- herrie niet ontijdig te verstoren. Maar nu hoort ook die innerlijke lijdensgeschiedenis tot het verleden en achten wij het onze plicht tot opvoeding der Schiedarasche en verdere menschheid dat ziekteproces eens nader te ont leden. Door inenting met goed rood kan een herhaling van die lijdensgeschiedenis worden voorkomen, zooals wij ten algemeenen nutte zullen laten zien. De groei van de sociaal-democratie en de toeneming van den sociaal-democratischen invloed tegen alle ver drukking en burgerlijke samenwerking in hebben overal onder de burgerpartijen de behoefte gewekt aan een anti-socialistische actie. De moeielijkheid is evenwel om voor die actie een passenden leus te vinden want wer kelijke maatschappelijke idealen hebben de burgerpar tijen niet meer. De menschen opwarmen voor hun ver sleten leuzen kunnen ze niet, dat spreekt vanzelf. Uit den kindermond en den straatdeun kwam toen de heer lijke leus te voorschijn„Weg met de zozialen, leve Willeraien 1" En met de meest brute onbeschaamdheid ging men overal onder de aanheffing van dien bar- baarschen leus de socialisten bestrijden. Maar, lacie, die socialistenbestrijders zijn het onder ling over niet veel eens dan over die bestrijding. Verder gunnen ze mekaar het licht in hun oogen niet. Dat is ook in de Schiedamsche Oranjevereeniging weer aan den dag gekomen. De liberalen hebben het met de clericalen aan den stok gekregen. Wij zullen die heele geschiedenis niet ophalenze is bekend. Wij willen er alleen het karakter van signaleeren. Uit het ingezonden stuk van den Heer J. van der Hout in de Schiedamsche Courant van 24 Aug. knippen wij deze regels: „Maar er is onwil bij ons om de Oranjevereeni ging in de gelegenheid te stellen de school te ex- ploiteeren tot het bereiken van haar bedoelingen, die, zooals mij gebleken is, bjj een zeker deel der vereeniging niet van den zuiversten aard zijn, ja zelfs een politiek bijsmaakje hebben. „Na de laatste handelingen der Oranjevereeniging zijn mij die bedoelingen nog duidelijker geworden en stel ik er mijn eer in, gehandeld te hebben, zooals ik deed." En uit het daaronderstaande stuk van den Heer C. Kerdel knippen wij dit: „Het moet nu voor de groote massa den schijn krijgen, alsof het gaat vóór of tegen een kioder- oranjefeest, en de heer S. [Job Schellevis. Red. Moker(als ik juist ingelicht ben) zal dat zaakje eens opknappen. Komt maar hier, gij misdeel- den, ik, opper-oranje-liefde-kweeker (en tegen stander van de openbare school) zal je wel wat oranjeliederen leeren. Als de ouders nu nog niet begrijpen, waar ze aan het rechte kantoor zp, dan zal het hun later verteld worden." Kan het duidelijker? Liberaal met openbare school tegen clericaal, samen vechtende om de opperste Oranje liefdek weekerij Ondergeschikt aan hun politiek is hun oranjevereering. In dienst van hun politiek staan hun oranjefeesten. Het is nuttig, dat de burgerpartijen te Schiedam ons dat zoo duidelijk en zonder omwegen hebben gezegd. Wij zullen het niet vergeten. We weten niet, welk luchtje ons meer tegenstaat, het dronkemansluchtje van het feest of dit politieke luchtjd van oranjeëxploiteerende concurreerende burger partijen. Het omgekeerde geldt van Mr. O. J H. graaf van Limburg Stirum. Zijn heengaan uit de Tweede Kamer is geen verlies. Andere sympathieën dan door zijn sub sidies en de minzame ontvangst van belangstellende Schiedammers heeft deze geachte afgevaardigde in zijn kiesdistrict nooit gewekt. Hij wordt dus ook daarom weinig betreurd. Moge het hem in zijn verdere levens jaren goed gaan Het doet ons leed, geen wanneren afscheidsgroet aan den scheidenden afgevaardigde van Schiedam te kunnen wijden. Want alle „scheiden doet pp" en in zulke pijn lijke scheidingsomstandigheden is het wreed onaangedaan te zijn. Maar wij zijn te'gewoon om iemand alleen om zijn persoonlijke verdiensten te huldigen en niet om zijn naam, zijn geld of zijn toevallige maatschappelijke plaats. En met den besten wil der wereld kunnen wij niet aan gedaan wo-den door dit afscheid. Wie nu De kerkelijken zijn het roerend oneens. Een deel der katholieken wil den Heer Nolet stellen. Dat gebeurt natuurlijk niet, omdat Heeroom die onverstandigen dat wel beletten zal. De christelijk-historischen willen de open plaats voor zich honden, omdat de graaf ook christelijk-historisch was. Zij denken over Jbr. de Geer. Dat blijft dus in de adellijke overlevering. Maar de anti-revolutionairen zouden toch eigenlijk ook den zetel willen hebben. Onder hen wordt den naam van c t Piet Hein, Piet Hein, Zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2