Uit de Vakvereenigingen. Een vergelijking van deze cijfers met die der H. B. S. is volkomen onmogelijk en onzinnig le. omdat ongeveer de helft van alle leerlingen der H. B. S. aan het einde der 3e klasse de school verlaat, niet omdat deze helft niet meer volgen kan, maar omdat er .voor den praktischen werkkring die zij willen gaan vervallen, geen andere opleiding bestaat dan die der H. B. S., 2e. omdat een niet klein deel van hen die eindexamen doen, pas in een der hoogste klassen der H. B. S. begonnen en niet in de eerste, en 3e. omdat de statistische gegevens der gymnasia ontbreken, zoodat men slechts over zeer on volledige gegevens beschikt. Alleen dit cijfer kan eenige waarde hebbenongeveer 100 leerlingen die in de le klasse zitten, staan er 48 die eindexamen doen, en bij het eindexamen (geen schoolexamen) slagen er gemiddeld 11 procent niet. Deze qjfers zijn das ongeveer dezelfde als bij het gymnasium, maar zijn feitelijk heel wat gun stiger omdat zij die geen eindexamen doen, grootendeels niet op school kwamen met een ander doel dan om na de 2e of 3e klasse te vertrekken, en omdat de omstandig heden voor het eindexamen heel wat gunstiger zjjn voor de leerlingen van het gymnasium dan voor die der H B.S.x) Na deze qjfers, zoo ongunstig voor het gymnasiaal onderwijs en zoozeer daartegen pleitend, zou verdere weerlegging van het rectorale rapport op dit punt achterwege kunnen bljjven, ware het niet, dat er eenige zoo groote onnauwkeurigheden in staan, dat wij de voornaamste even, tot schande van het rapport, willen aanwjjzen en recht zetten. De vergelijkende cijfers tusschen de oud-gymniasten en de oud-leerlingen der H. B. S, zgn volkomen waar deloos, omdat de rector daarbjj eventjes het heele „pro- paedeutisch" examen (het aanvullings examen voor gym nasiasten die in de medicijnen of fiiosofiie gaan studeeren) weggoochelt. De waarheid is deze, dat een gymnasiast 1 jaar langer schoolstudie heeft en 2 jaren (zelden 1 jaar) eerst nog moet studeeren voor dat propaedeutisch examen om gelgk te zgn met een leerling die eindexamen H. B. S. heeft gedaan. Het is toch op zgn minst genomen verregaand onnauwkeurig en slordig in een officieel rap port een zoo belangrijke rekenfont te maken. Dat na 1 jaar langere schoolstudie een oud-gymnasiast op zijn 2 jaar langere academiestudie wel wat wil inhalen of vlij tiger doorwerkt, dan een pas van de H. B. S. komend student die minstens gemideld 3 jaar jonger is, als hij aan zijn eigenlijke medische studie moet beginnen, spreekt van zelf, maar des ondanks doet een oud-gymnasiast over de eigenlijke medische vakken" nog niet korter dan een oud-leerling der H. B. S. Met de cijfers van den rector zijn we nu gelukkig klaar. Ze leveren het bewijs, dat hij van rekenen niet veel verstand heeft. Maar dat komt er waarschijnlijk ook minder op aan voor iemand, die „dea geest voor hoogere studie" moet vormeo en daardoor mede op zijn geweten heeft, dat ongeveer de helft der gymnasiasten onder weg verongelukken. Maar nog niet heelemaal klaar zijn wij met zga ongelukkige verdediging van het gymnasium als de eenige goede voorbereidingsschool voor „wetenschappelijke studie". Dat er uitspraken van professoren zijn, die het gymnasiaal onderwijs in de lucht steken, weet een ieder. Zooals een ieder ook weet dat er professorale uitspraken zijn, die juist het tegendeel doen. Dat er verder paedo- gogen, professorale en andere zijn, die een „vroegtijdige beoefening der natuur- en wiskundige vakken" verkeerd vinden, is ook algemeen bekend. Maar de volkomen ongeschiktheid van het gymnasiale onderwijs voor „ongeveer de helft" der gymnasiasten, blijkende uit de aangehaalde cijfers, komt daarmee overeen. Hier heeft men met een algemeen verkeerd opleidingsstelsel te maken, zoowel aan de gymnasia als van de hoogere burgerscholen. Wat bewijst al dit rectorale geredeneer nu toch? In geen geval iets vóór het gymnasium. Indien de rector had kannen bewijzen, dat zonder gymnasiale opleiding feitelijk geen wetenschappelijke studie mogelijk isja, dan had hij iets van beteekens beweerd. Maar hij weet wel, dat dit niet waar is. En nu schrijft hij maar wat bladzijden bij elkander, die met het te leveren bewijs dat de „eenige goede voorbereidingsschool voor wetenschappelijke studie" is, niets te maken hebben. Vatten wij in een slotsom onze critiek op rector Vinke- steyn's rapport samen, dan is deze aldus: door een „onvolledige" aanhaling van het betreffende wetsartikel vestigde de rector de volkomen onjuiste voorstelling, dat de opheffing van een gymnasium volgens de wet onmogelijk is; door een weerzinwekkende opkammerg van zichzelf en zijn medeleeraren van het gymnasium gaf de rector het bewijs, de eerste verschijnselen van werkelijke be schaving, nl. zelfkennis en nederigheid, niet te kunnen vertoonen door het geheel weglaten van de logische redenen voor den algemeenen achteruitgang der gymnasia in geheel Nederland verzuimde de rector aan te toonen, dat volgens dit algemeene verschijnsel de tijd gekomen is om de kleine gymnasia op te heffen en eenige rijksgymnasia in de verschillende landsdeelen in te richten; door het geheel weglaten van de opgave van de woonplaatsen der leerlingen maakte het rectorrapport den indruk, dat de gemeen e Schiedam feitelijk verplicht is te zorgen voor 37 leerlingen, terwjjl dat getal in werkelijkheid slechts 23 is, 11 uit Schiedam en 12 uit de omstreken; door het maken van totaal onjuiste financieele bere keningen maakt de rector in zijn rapport den indruk, dat het een soort van financieele ramp voor Schiedam zou zijn als het gymnasium weg ging. terwijl het inte gendeel een beslist financieel voordeel zou wezen; door het weglaten van de cjjfers, die het sterke ver loop der gymnasium leerlingen bewijzen, verzuimde de rector het volkomen onvoldoende en onmogelijke van het gymnasiale onderwjjs zelfs voor de gymnasiasten aan te toonen; en door het achterwege laten van het bewfjs, dat voor een werkelijk goede wetenschappelijke studie gymnasiaal onderwijs noodig is, verzuimde hjj ook deze ideëele noodzakelijkheid van een gymnasium aan te toonen. Het geheele rapport is dus ook een doorloopende gymnasiale onnauwkeurigheid en is een weinig schitte rend getuigenis van wat de leider van het gymnasiale onderwijs te Schiedam vermag. En van den Schiedam- schen Gemeenteraad is het onverantwoordelijk, dat hij door een overhaaste behandeling esn behoorlijke behan deling van dit rapport onmogelijk maakte. Ten slotte wijzen wjj nog op deze hoofdzaak, waar het toch inderdaad alleen om gaat. Schiedam met zijn overwegende arbeidersbevolking en daardoor zijn zeer beperkte middelen, mag niet terwille van een paar leerlingen, die te Rotterdam gemakkelijk gymnasiaal onderwijs kunnen verkrijgt-n, een inrichting als het gym nasium in stand houden, die de gemeente feitelijk f 1000 per leerling kost. Het is een hemeltergend schandaal, zóó met het geld om te springen, in denzelfden tijd waarin er door gebrek aan plaatsruimte op de lagere school leerplichtige leerlingen moeten worden geweigerd en schoolgaande leerlingen een klasse moeten oversprin gen. In de oogen der „heeren" is zoo iets misschien geoorloofd. Wij meenen, dat zooiets een ongehoord schandaal is en wij zullen niet nalaten met de besten- diging van dit schandaal door den Raad ons nut te doen ter aanwijzing van het klassekarakter van de hee- ren in onzen Gemeenteraad. Brasdersknechtg. Het secretariaat van boven vermelden bond is thans gevestigd bg J. v. 't Zelfde, Ged. Broêrstraat no. 100. Schildersgezellen. De Ned. Schildersgezellenbond heeft een uitmuntende brochure uitgegeven, waarin het nut der vakorganisatie wordt betoogd en met cijfers aangewezen. Het is een uitmuntende uitgave, uitermate geschikt voor de propaganda onder de vakgenooten. Uit het feitenmateriaal nemen wij het volgende over. In een groot aantal afdeelingen werd in het vorige jaar loonsverhooging gekregen. Hier is het staatje Afdeelingen, waar het loon verhoogd is. Verhoo- ging van het uurloon. Deventer 1 cent f 2869.35 Enschedé. 5325.10 Zwolle 3541.45 Amersfoort 2869.35 Wageningen 1 775.50 Lochem 646.25 Middelburg 1 2507.45 Rotterdam 80858.80 Leiden 1 5299.25 Totaal f 104692.50 Geen Deze som is verkregen voor 2383 gezellen! kleinigheid dus. Een paar staaltjes van ander goed geslaagd optreden van den bond zijn de volgende Door den patroon Zwaneveld in den Haag werden 5 gezellen plotseling zonder opgave van gegronde redenen, ontslagen. Het hoofdbestuurslid Spek en de afdeelings- voorzitter, met deze kwestie door de ontslagenen in kennis gesteld, verkregen een onderhond met den heer Zwaneveld en eischten schadevergoeding Dit werd aan vankelijk geweigerd, doch toen hem duidelijk werd ge maakt dat men zich bij zijn weigering niet zou neerleggen en desnoods krachtiger maatregelen zou nemen, ver klaarde hij zich ten slotte tot schadevergoeding bereid. Hiermede werd genoegen genomen, waarna den gezellen f 78.50 werd toegekend. En dit In 't laatst van het vorig jaar werd den schilders gezellen, werkzaam aan de nieuwe gasfabriek in den Haag, aangezegd, dat zij bjj regenachtig weer moesten verzuimen. De bondspenningmeester en de afdeelings- voorzitter hadden een onderhoud met den hoofdopzichter en den ingenieur van het werk, alsook met den patroon Biermasz. Het resultaat van deze bespreking was, dat tusschen de directie en den patroon .besloten werd in de nieuwen gashouder verwarming aan te brengen, waaidoor in geval van regen 't binnenwerk kon worden afgemaakt. Wij hopen dat de Sckiedamsche Schildersgezellen veel met deze brochu e zullen werken. Ze kunnen er allen genoegen van hebben. Onderwijzers. In het laatst verschenen nummer van De Bode komt weer eens een verslagje van een huish. verg. van de afd. Schiedam van den Bond van Ned Onderwijzers voor. Daarin komt dit merkwaar- digheidje voor: (Ingekomen was) een schrijven van de Schiedamsche Bestuurdersbond inhoudende vriendelijk verzoek, dat de Bond van Nederlandsche Onderwijzers afdeeling Schiedam zou tegenwoordig zijn op de ver gaderingen van den Schiedamschen Bestuurdersbond. De le Secretaris erkende verzuimd te hebben, de konvoka- ties op tijd ter kennisse van de bestuursleden der afdee ling te hebben gebracht. Nog al leuk van een vereeniging, die zich volgens het officiëele Bode-verslag indertijd afscheidde van het Plaatselijk Kiesrecht Comité omdat dit zoo weinig actief heette te zijn Verwonderlijk is het, in bovengenoemd verslag met geen woord melding gemaakt te zien van de bekende circulaire der Soc Dem. Ond. Ver. Zou de S. D. O V. de actieve afdeeling Schiedam van den Bond v. Ned. Ond. hebben vergeten Brandersknechts De afd. Schiedam van den Bond van arbeiders in alcoholh. en alcoholvrije dran ken, hield Zaterdag 14 Maart in „Constantia" eeue openbare verg. met als sprekers P. de Bruin, voorzitter van den Schiedamschen Besiuurdersbond en Aartsen, hoofdbestuurslid uit Rotterdam. De voorzitter opende de verg. met te betreuren dat de opkomst niet beter was; doch deze verg. met de vorige vergelijkende, was erj toch reden tot tevreden heid. Als eerste spreker verkreeg De Bruin het woord. Spr. ving zgn betoog aan met te herinneren aan de vroegere geestdriftige vergaderingen van de branders knechts. De R. K. Volksbond was er toen dadelijk bij om de eendrachtige beweging te verbreken, door ook een vereeniging van R. K. brandersknechts op te richten. Toch was deze eerste beweging geen krachtige, gezonde beweging. Men meende toen, dat als men maar ver- eenigd was, de gebraden duiven ons wel van zelf in den mond zouden vliegen. Zij hadden niet gerekend op de patroons welke iedere poging van de arbeiders tot lotsverbete ing trachtten at te slaan. Door strijd zullen de arbeiders iedere verbetering moeten afdwingen. Spr. wyst op de weelde, welke de bezitters zich kunnen veroorloven, in tegenstelling met het lot van den arbeider. Eerste plicht van de arbeiders is, dat zij alle krachten inspannen om ook eens wat meer vreugde in hun leven te brengen, alsook korter werkdag en hooger loon. Spr. wekt krachtig op, de vol komen anarchie van loon en werktgd, welke in de brande rijen bestaat, te bestrijden. Ook geeft spr. den branders knechts den raad om in overleg met het bestuur van hun organisatie een arbeidsovereenkomst of contract met hun patroons af te sluiten. Bij krachtigen aandrang van de arbeiders op de wetgeving kan ook veel tot beveiliging van hun verkregen worden. Spr. herinnert voorts aan de vroegere actie tot afschaffing voor den gehaten nacht arbeid. Spr. en het ex-Kamerlid Mtdchers, hadden toen de zaak onderzocht. De heer Melchers heeft toen in de 2e Kamer de afschaffing van nachtarbeid krachtig bepleit, doch zonder gevolg. Van Minister Veegens hadden wjj nog wel iets meer verwacht, doch ook deze heeft ons teleurgesteld. Als de nachtarbeid wettelijk verboden was, zou ook het volgende niet kannen gebeuren: De heer Windhorst had het plan, weder een proef te nemen met afschaffing er van, maar direct w is er een meesterknecht bij om dat plan tegen te werken. Door spr. en den Heer Koopmans is in den gemeenteraad schouw op de ruwketels voorgesteld, doch hij vreest dat er wel niets van zal komende arbeiders moeten zorgen dat er wat meer democratische elementen in den Raad komen; dan zou zoo iets niet op den langen baan worden ge schoven. De slechte opkomst van de brouwerg-arbeiders betreurt spr. Al hebben zij het misschien iets beter, wie zal hun kunnen waarborgen dat dit zoo blijven zal? Zij toch hebben er ook alle belang bij dat de toestanden op alle brouwerijen, ook buiten de stad, goed blijven. Vernomen hebbenfie, dat het bestuur plannen heeft het huisbezoek ter hand te nemen, wekt spr. krachtig op, de leden daarin te steunen. Spr. eindigt zgne rede met de afd. de oude geestdrift toe te wenschen en door krachtige samen werking het lot van den arbeider en zgn gezin te ver beteren. (Applaus.) De tweede spr., Aartsen, verklaarde verheugd te zijn in Schiedam te mogen spreken, waar nog zoo'n luim arbeidsveld voor den bond was. Ook hij wekte krachtig de lauwen op, om hand aan hand te gaan om betere levensvoorwaarden voor hun en hun gezinnen te ver krijgen. Spr. wees op de patroons, welke er steeds op 1) Uitermate komisch doet het aan, als men de genoemde cijfers kent (de helft der gymnasiumleerlingen mislukt onderwegen dan van den rector dezen snorkenden zin leest„Hoe hoog de resul taten dezer inrichtingen, waar vorming van den geest voor hoogere studie hoofdzaak, quantitatieve kennis in de tweede plaats doel is, Het totaal van verkregen verhoo ging van loon over een geheel jaar. 2 1 1 1 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1908 | | pagina 2