Ditjes en Datjes.
Uit de Vakbeweging.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
meer f 300. Deze aftrek was volgens den Minister
te hoog. In plaats nu van een woord van protest te
doen hooren in Den Haag, protesteerde men in de raads
zaal en stelden B. en W. voor om den Minister zijn
zin te geven en den aftrek voor Tdnderen als volgt te
stellen1 kind f 25 2 kinderen f 60 3 kinderen f 105
4 kinderen f 160 en 5 kinderen en meer f 225. We
hadden liever gezien dat de raad getoond had wat
meer ruggestreng te bezitten. Zy hadden ons inziens
niet direkt moeten bukken. De Bruin stelde voor adhaesie
te betuigen met de motie-Zaandam, die meer vrijheid
verlangde voor de gemeente. Voorloopig wilde de raad
daar echter niet aan. Zy waren niet op de hoogte
De wijziging van B. en W. werd ten slotte, nadat
de voorstellen, een van Koopmans, om deze zaak een
vergadering te verdagen en een van de Groot om de
aftrek op f 45 per kind te bepalen tot een maximum van
f 225 verworpen waren, met algemeene stemmen aan
genomen.
Het kardinale punt der vergadering was echter
.Volkshuisvesting". B. en W. hadden voorgesteld aan
Volkshuisvesting een voorschot te verleenen van f 400000.
Daar was een amendement van den heer Wittkampff
op gekomen, dat van „Volkshuisvesting" een waarborg
som van f 40000 eischte. De Bruin had voorgesteld om
in het amendement Wittkampff de woorden in te lassen
„zoo mogelijk". Over het amendement Wittkampff waren
de vorige vergadering de stemmen gestaakt. Hierover
moest nu de herstemming plaats hebben. Intusschen
waren verscheidene adressen ingekomen van belang
hebbenden.
Van de zijde der arbeiders was door den Bestuur-
dersbond een flink adres met behoorlijke memorie van
toelichting vóór het verleenen van het voorschot bij den
Raad ingediend.
Het amendement Wittkampff werd verworpen met 11
tegen 9 stemmen. Voor stemden Wittkampff, Ris, v. d.
Schalk, Gouka, Kranen, De Bruin, De Groot, Koopmans
en v. Westendorp.
Het voorstel De Bruin onderging hetzelfde lot, nadat
eerst De Bruin een krachtig pleidooi gehouden had om
de stemming zuiverder te doen zijn, omdat het nu ge
beurd is dat principiëele voorstanders tegen het amen
dement Wittkampff hebben gestemd; waar nu zijn
voorstel de voortzetting is van de grondgedachte in het
voorstel Witkampff neergelegd, hoopte hij dat de stem
ming zuiverder zou wezen. Aan de hand van het adres
van den Bestuurdersbond toonde hij met feiten van zeer
recenten datum aan, hoe de huurders overgeleverd zijn
aan de huiseigenaren. De Bruin betoogde het belang
om in den woningennood te voorzien en de huurders
te vrijwaren tegen de uitbuiterij der huiseigenarenen
waar dat vast staat, moest de stemmen niet rechts
tegen links wezen.
Het voorstel werd echter verworpen met de stemmen
van links tegen rechts op den heer Honnerlage na,
die voor en den heer Ris, die tegen stemde. Hier had
het incident plaats hierbovenal besproken.
Door den heeren de Groot en van Westendorp werd
vervolgens een krachtig pleidooi gehouden voor het ver
leenen van het voorschot. De Groot beriep zich op de
Christenliefde der raadsmeerderheid, op de democratische
gezindheid onder de anti-revolutionairen en ook op de
jonge, frissche, ethische richting in de Katholieke partij.
Hij herinnerde aan de woorden van Jezus: ,,Laat de
kinderen tot mij komen."
Van Westendorp toonde met cijfers aan het in ge
breke blyven der huiseigenaren om in den wouingnood
te voorzien. Niets echter mocht baten. Wild waren de
heeren toen z\j er op gewezen werden dat zij met dit
voorstel aan te nemen een van hun Christenplichten
zouden vervullen, de zedelijkheid dienen zonden. Alleen
kregen wy de verklaring van den Burgemeester te
hooren, dat de politiek en de Godsdienst uit den raads
zaal gehouden moesten worden. Eileve En met de ver
kiezingen? Maakt men dan den kiezers niet wijs, dat
alles moet gebeuren in verband met den Godsdienst?
Dit is om te onthouden! Al wat echter aangevoerd
werd, mocht niet baten om de heeren, die al van te
voren hun stem bepaald hadden, te bewegen, anders
te stemmen.
Met 11 tegen 9 stemmen werd het voorstel van
B. en W. verworpen. Onder de tegenstemmers was ook
de wethouder van Financiën de heer Lagerwey. Harde
noten kreeg dat heer te kraken over zijne houding in
dezen. Onder de stemmers, en natuurlijk tegenwas
ook de heer v. d. Velden. Deze, een van de meest be
langhebbenden, had den moed om te blijven en mee te
stemmen. Hij was ook feitelijk alleen voor deze zaak
ter vergadering gekomen; want in de avondzitting man
keerde hijChristelijk
Een voorstel van den heer Witkampf om, nu al deze
zaken verworpen waren, een voorschot van f 10.000
te verleenen, werd eveneens verworpen. Daar staakten
de stemmen over 10 tegen 10. Links tegen rechts; uit
genomen den voorsteller en den heer Honnerlage Grete.
De houding van dezen laatsten stak flink af bij de
andere zich noemde Christelijke heeren.
In de avondzitting werden verscheidene kleine zaken
afgehandeld. O. a. de verordening op motoren en rij
wielen enz. Daar er met deze verordening zoo'n haast
gemaakt kon worden, drong de Bruin er zeer terecht
op aan bij de andere verordening ook wat haast te
maken. De verordening tot regeling der jaarwedden
van brug- en sluiswachters wacht steeds nog op af
doening. De Burgemeester en ook niet één der commissie
leden, waaronder de heer von Briel Sasse deed hun
mond open, om den slakkengang in deze te verdedigen.
Op het adres van den Bond van Gemeente-werklieden
om op 1 Mei vrijaf te hebben werd in zoover gunstig
beschikt, dat zij dien dag vrij konden nemen in aftrek
van hun verlofdagen.
Toen aan de orde kwam een voorstel van B. en W.
om een stuk grond voor een te lagen prijs te verkoopen,
had men de poppen aan dansen. Door de Bruin
gevraagd waarom B. en W. zich niet hielden aan de
erfpacht-verordening. Een beslist antwoord werd dooi
den voorzitter niet gegeven, zoodat men den indruk krijgt
dat er maar luk raak verkocht wordt.
De wethouder Lagerweij deed alle mogelijke moeite
om de minne prijs te verdedigen, doch werd leelijk in
een hoek gedrongen. De discussie werd toen nog al
scherp, vooral toen mr. Jansen den onbeschoften uitval
deed, dat het den heeren maar om obstructie te doen
was Stemmen moeten we maar Scherp werd hjj daar
voor onder handen genomen. De Groot verklaarde, dat
hij sinds lang gewend was om zich aan hetgeen Mr. Jansen
zei, niet meer te storen en de Bruin zeideDe weten
schap „bij 't stemmen winnen wij het toch" voert den
heer Jansen al te ver. Doch alles stuit af op menschen
als mr. Jansen Bij de sluiting vroeg de heer De Groot
het woord doch de rechtsche heeren hadden hun buik
zoo vol, dat zij onbeschoft genoeg waren om, terwijl
de heer De Groot sprak de zaal te verlaten. Het wordt
tijd dat Gemeente-reiniging eens gerequireerd wordt om
in dezen Augianstal eens schoonschip te maken. Om 11
uur konden we naar huis.
D.
Ik vergat nog te melden dat de verkoop goedgekeurd
werd, met de stemmen der neutrale heeren voor.
De le Mei-viering. Evenals vorige jaren werd
hier het Meifeest gevierd met een vergadering in
„Constantia."
Het podium was mooi met groan versierd, waartus-
schen de vaandels waren opgesteld van de deelnemende
organisaties, waaronder eenige nieuwe, zooals die van
de Metaalbewerkers en de Glasblazers. Deze laatste
namen voor het eerst deel aan deze betooging. In
deze organisatie begint, zooals de voorzitter in zyn
opening er terecht op wees, de nieuwe gedachte van
organisatie baan te breken. Zy begrijpen dat men niets
verkrijgt door holle frasen, doch dat een sterke en
goed gedisciplineerde vakvereeniging de beste weg is
tot verbetering der positie der arbeiders.
Medewerking werd verleend door de zangvereeniging
„Excelsior", die een 7-tal nummers ten beste gaf. Zij
wilde ons zeker het gemis van „Kunst en Strijd" ver
goeden, want zij zongen prachtig Niet een nummer
werd gezongen of zij kwamen goed uit. Ook het man
nenkoor kweet zich dapper van zijn taak. Voor het
lollige gedeelte van den avond werd door Sauvlet
gezorgd.
De Mei-rede werd gehouden door W. P. G. Helsdin-
gen. Deze begon met te wijzen op de tegenwoordige
érisis, die aan de eene zijde veel bittere ellende schept,
/naar aan de andere zijde de oogen der arbeiders opent
voor het wezen van het kapitalisme en ze dus tot
bestrijders daarvan maakt. Het moeilijkst komen de
„Christelijke" arbeiders en de anarchisten nog tot dat
inzicht. Spr. stelde daarna de werkgevers, die niets
doen dan zich steeds krachtiger organiseeren, tot voor
beeld en wekte den arbeiders op, in den klassenstrijd
niet achter te blijven bij de patroons. Want door strjjd
alleen kan het beter voor ons worden. De werkgevers
strijden dien strijd ter wille van hun winst, wij strijden
hem om de arbeidersklasse een menschelijk bestaan te
verschaffen. Uitvoeiig wees Helsdingen aan, hoe ver
het voor de arbeiders daar nog vandaan is en waarom
de arbeiders moeten zorgen voor een belangrijke ver
korting van den arbeidsdag, tot den 8-urigen werkdag
toe. En duidelijk liet hij uitkomen, dat wettelijk nooit
tot de vaststelling van een dergelijken 8-urigen arbeids
dag zou worden overgegaan, indien de invloed der
arbeiders op de wetgeviug niet grooter wordtvan
daar ook den eisch van algemeen kiesrecht. Met aan
dacht en instemming luisterde de volle zaal naar deze
mooie propaganda-rede.
Zaterdagavond werd de Mei-viering voortgezet door
een uitvoering van de Tooneelvereeniging Nieuw Leven.
De zaal was flink bezet met een zeer sympathiek
publiek. Op nieuw bewees deze jonge, ijverige onder-
afdeeling der S. D. A. P., dat ze over flinke krachten
beschikt. Vooral het eerste stuk „De dochters van den
Arbeid" werd zeer goed gespeeld en in het bijzonder
voldeed de weergave van den patroon Verhaven en van
de vertegenwoordigster der fabrieksarbeidsters. Het
tweede stuk leed door het onvoldoende aantal repetities
en de onvastheid van sommige rollen; het beste beviel
de „uitgeknepen citroen" zélf. In elk geval is bewezen,
dat deze vereen'ging een groote aanwinst is vóór onze
partij. Wij hopen er nog menige goede uitvoering van
by te wonen.
Christelijke branders-patroons. Bij A. J.
Beukers, patroon van de branderij aan de N. Haven,
(Frankenland) alhier, waar meesterknecht is H. Loog,
moest 2en Paaschdag 1.1. gestookt worden. Dit is nu
op zichzelve geen bijzonderheiddat gebeurt wel meer
ook wel "bij andere patroons. Wat echter bij boven
bedoelden patroon niet gebeurde, is, dat hjj zelfs voor
het werken op dien en nog andere erkende Christelijke
feestdagen zijn personeel ook maar de minste extra
belooning gaf, iets wat vele andersdenkende en niet
Chr. patroons wél doen.
Toen eenigen van het personeel hierover den boek
houder aanspraken, beloofde deze er over te zullen
spreken, doch maakte later de opmerking tegen den
meesterknecht, dat hij het niet begreep, dat dat volk in
dezen slechten tijd, (alsof ze het in een goeden tijd wel
krijgen) nog om een extraatje durfde vragen.
Nu, dat die meneer dat niet begreep is na te gaan,
als men weet dat die patroon zulke schandelijk hooge
loonen uitbetaald, n.l. f 12.f 11.f 10.50f 10.
en f 8.hier is het loon van den meesterknecht niet
inbegrepen, en dat voor een branderij van 8 bak met
6 man-, prachtig uitbetaald, niet waar?
Dan kon meneer Beukers nog wel eens bij andere
patroons gaan informeeren of hij soms niet de minste
is wat loon betreft, er zijn er wel die f45.— a f46.50
voor 4 bak met 4 man uitbetalen. Wij hopen dan ook,
dat hij, als hij soms deze regelen eens leest, tot andere,
betere gedachten zal komen èn in uitbetaling van loon
én in erkenning van Algem. Chr. feestdagen, temeer
omdat, wat het laatste betrelt, hij in zijne kerk nog
eene functie bekleedt van kerkmeester, dus een van de
voorgangers moest zijn op Christelijk gebied.
Een willekeurig ontslag. In de branderij
van den heer van der Pant, waar Jan Egger meester
knecht is, was op verzoek van een paar werklieden
om de 4 weken een vrije Zondag ingesteld. Toen alle
knechts op 1 na den vrijen Zondag beet hadden, moest
deze zijn eersten vrijen Zondag voor den zifter invallen.
Natuurlijk ging deze naar de branderij maar gaf hij te
kennen, dat hij er nu vast op rekende, den eerstvol-
genden Zondag vrij te krijgen. Maar de meesterknecht
besliste anders, den betrokken brandersknecht werd
gelast dien Zondag toch te komen. Deze was toen
evenwel niet tot werken geschikt en meldde zich ziek,
waarop hij zonder vorm van proces op staanden voet
werd ontslagen.
Nu spreekt het vanzelf, dat in geen enkele ordelijke
zaak ieder, die daarin werkt, maar op eigen houtje
weg kan blijven. Maar even vanzelf sprekend is ook,
dat in iedere ordelijke zaak willekeur moet vermeden
worden. En willekeur en daardoor onrecht heeft in
het behandelde guval plaats gehad. De zifter, die (niet
wegens ziekte) wegbleef en den vrijen man daardoor
dwong zijn vrijen dag op te geven, werd niet ontslagen
maar gehandhaafd en evenmin werd dezen zifter mee
gedeeld dat zijn eerstvolgende vrije dag nu natuurlijk
voor zijn vervanger was. Maar toen de ontslagen werk
man zich ziek moest melden, werd hij zonder nader
onderzoek ontslagen.
Willekeur en onrecht zit bovendien in de omstandig
heid, dat de vastgestelde vrije Zondag voor alle werk
lieden zonder onderscheid niet beter gewaarborgd is
in deze branderij.
Maar hoe kan het ook anders, als de arbeiders zoo
weinig zelf overtuigd zijn van de kracht eener flinke
degelijke vakvereeniging Vooral in een bedrijf als de
branderij, waarin de patroons zelt zich van hun mees
terknechts afhankelijk hebben gemaakt en van die men
schen echte bazen hebben gemaakt, die dikwijls heel
wat tirannieker en ondragelijker zijn dan de patroons
zelf
Zal dit geval nu weer eens bijdragen tot het inzicht,
dat ook voor de brandersknechts alleen in vereeniging
kracht zit en een middel tot verbetering van de ellen
dige omstandigheden waaronder zij werken
Anarchistische onderkruipers. De heer
W. Collé, voorzitter van de „vrije" glasblazers alhier,
heeft het waarachtig nog noodig geoordeeld aan De
Moker van de vorige week die malle motie op te
zenden, die op de vergadering der „onafhankelijken",
2en Paaschdag, is aangenomen. Wijselijk heeft hjj er
echter maar niet bij verteld, dat ze met „algemeene
stemmen" is aangenomen, zooals elders was vermeld!
In haar onderschrift onder die motie vermoedt de
redactie, dat we daar nog wel het een en ander over
te zeggen hebben. Natuurlijk hebben we dat en we
meenen niet beter te kunnen doen dan hier te laten
volgen wat De Glas- en Aardewerker van die onder
kruiperij te zeggen heeft, omdat die gegevens precies
dezelfde zijn als waarover wij beschikken.
Het artikeltje uit De Glas- en Aardewerker luidt zoo:
„Op Zondag 5 April kwamen 2 glasblazers naar
Diemen. Zij werden door de stakers ondervraagd wat
zij kwamen doen en toen zij te kennen gaven dat zij
den patroon wilden spreken over een brief dien zij van
hem ontvangen hadden, zeiden de stakers dat zulks
niet kon plaats hebben.
Op de vraag of zij dan niet wisten dat er staking
was, antwoordden zij „neen". Toen hield de voorzitter den
stakers hen Het Volk voor waarin het bericht der staking
stond en zeide: Neemt dat dan maar mede raar Vlaar-
dingen, dan kunt ge het den anderen glasblazers ook
laten lezen. Een der twee glasblazers antwoordde:
„Het Volk? Dat hebben we in Vlaardingen ook wel."
Waarop de voorzitter zeide: „dan weet je ook dat hier
staking is en dat je niet naar den patroon kan. Toen
zeide een der twee heeren: „Al verbieden jullie het
ons allemaal, dan gaan wij toch!"
Toen verdubbelde de voorzitter de posten en zeide:
„Nu ga dan maar naar den patroon als je kan?"
Maar toen gingen de heeren niet. Zy verlieten de
stakers. Doch eerst moest een der twee nog tot den
voorzitter zeggen „Als ik je hier of daar zie, zal ik
wel met je afrekenen
Ziedaar de geschiedenis van W. Staal en L. Kauffeld
te Diemen. Als we daar nu nog bijvoegen da' W. Staal
op 3 April aan een der stakers geschreven heeft over
de staking, dan weten we hoe brutaal hy daar loog,
toen hy zeide, niet te weten dat er staking was. En
door die leugen is het bewijs geleverd, dat hij ervan
overtuigd was, anders behoeft men niet te liegen.
Wy zyn zoo vrij geweest om W. Staal en L. Kauffeld
als onderkruipers te beschouwen.
En dat doen we thans nog, niettegenstaande alle
comedievertooDingen van dè „vrijen".
Iemand, die in tijd van staking tegen den wil van
de stakers met den patroon gaat onderhandelen over
de aanneming van werk en daarbij doet alsof hij niet