mm NIEUW MALTH.BOND LIEBKNECHT Bl DE CENTRALE J. A. Uitenbogaard, Mevrouw SGHAMLE, Masereeuw Bouten Electrische Drukkerij Sociaal-DtiocraMe AMers-Party, VERHUISD AD vertentien. Bureau voor Arbeidersrecht. Prins Frederik Hendrikstraat Nn. 1 „DE STEM DES VOLKS". Hugo de Grootstraat 91 Binnenrotte 48-50 ÏÏSÏÏ! Rotterdam Ingezonden. Afdeeling SCHIEDAM, H. ER KELENS H.H. ROOKERS. Arbeiders-Zang vereeniging Meubelmaker, Noordvest 22, Alle voorbehoedmiddelen van den N. M. Bond zijn in groote sorteering ver krijgbaar tegen de goed koopste prijzen bij En, wanneer straks het kapitalisme de S. D. A. P. uitdaagt tot een grooten gewichtigen strijd, och, dominé, geloof niet, dat dan nog één oogenblik iets van die „ruzies" te merken zal zijn. Dan zult ook u onder vinden, dat wij allen één zijn in onze onbedwingbare begeerte om de menschheid te verlossen van het slavenjuk, dat de heeren kapitalisten en hun knechten (zooals dominé Sluyters en consorten) het grootste deel der menschen, in de eerste plaats de arbeiders, te torschen geven. Wij zijn nieuwsgierig, welke bokkesprongen Ds. Sluyters nu voor zijn nachtmerrie zal gaan maken. Naar aanleiding van de Congres-indruk ken van Br. in „de Moker" van 25 April '08. Vergun mij, geachte Eedactie, een kleine plaatsruimte om een woord van protest te doen hooren naar aan leiding van het artikel Congres-indrukken van Br. In het koor van stemmen die zijn opgegaan, ter be spreking van het Congres van Arnhem, vormt die van de Moker een wanklank. In geen der overige partij organen lazen we ook maar iets, dat op een dergelijke felle aanval op partijgenooten geljjkt. 't Is zelts de Redactie van Het Volk, die door haar bekende Donderartikelen tegen de tribune in niet ge ringe mate ertoe heeft bij gedragen, de discussie een onnoodige scherpte te geven en die in haar rubriek „De partijpers over ons Congres" in haar blad 28 April, wijselijk de ergerlijkste uitingen van Br. ongeciteerd laat en haar best doet de toon van het Mokerartikel te veroelijken, althans te motiveeren, te bar geweest, waar zjj zegt „Ten slotte hebben wij op de uitingen van de Moker te zeggen, dat wij vertrouwen, dat de Redactie van dat blad begrijpen zal dat ook zij de grens van den partijgenootschappelijken toon overschreed." In de congres-indrukken van Br. geen woord over de zakelijke besprekingen waaraan de drie laatste zit tingen gewijd waren. Hebben die in 't geheel geen indruk gemaakt? Was Br. zoo bevangen in zijn haat tegen de tribunegroep dat hem de aangename samen werking van allen gedurende dien tijd ontgaan is? Nu geeft hij aan hen die 't Congres niet bijwoonden den indruk alsof er slechts ruzie, gekonkel, gemier, gecoa- plotteer en hoe hij 't verder noemt geweest is. Wanneer het waar is wat Br. zegt, sprekende over het geharrewar in de Partij, nl. dat „de groote massa der arbeiders niet anders (daarvan) kennen als opgezette relletjes tegen personen, waaraan alleen voor den schijn een principiëel tintje is gegeven," dan is dat dieptreurig en dan dient Br. mee te werken aan de voorlichting der arbeiders, opdat die leeren zien dat een diepere oorzaak bestaat voor de meeningsver- schillen en hij doet juist het tegendeel. In zijn artikel brengt hij juist de heele critiek van Marxistische zijde geleverd, terug tot: „Ongur(e), ondermijnend(e) en sloopend werk van menschen als Wijnkoop en van Ravensteijn en nog enkele andere toont hij duidelijk zich niet te kannen voorstellen dat die menschen een hooger doel hebben dan het afmaken „van de beste en meest practische werkers" van de Partijontkent hij elk spoor van goede trouw bjj anders denkenden. Een dergelijke stem opgegaan uit de afdeeling, waaruit verleden jaar het werkje „Eenheid geen Verdeeldheid" verscheen, doet pijnlijk aaD. Mag ik Br's aandacht vestigen op dit zinnetje uit de hier genoemde brochure te vinden op bl. 1. „Verleden jaar, een korten tjjd voor 't Congres, acntte ik het- mjjn plicht, mijn partjjgenooten te waarschuwen den meeningenstrijd toch vooral niet op te vatten als een personenstrijd." Hoe weinig heeft Br. deze les van Van Leeuwen ter harte genom n. Hoe dichter bij de kerk hoe verder van God, geldt hier weer in volle kiacht. Dit alles is te betreuren, ergernis wekt Br., wanneer hij schrijft: die schandelijke uitvallen, die poenige in-per- soonlijke aanvallen als in de Tribune op 'Van Leeuwen bijv., die door een sujet, met het minne karakter als we ons voorstellen dat de schrijver moet bezitten, die zich „Van Schi 'teekent, iemand dus die niet eéns zijn naam durft, noemen en over wiens optreden in het belang der partij wij niet kunnen oordeelen, maar waarvan we ons voorstellen dat het niet anders kan en zal zijn, dan wat gemier en gekonkel in onderonsjes, maar die toch zich het recht aanmatigt over van Leeuwen te spreken als van een beuuhaas en een kwakzalver." In zijn m.i. rechtvaardige verontwaardiging over de namen „beunhaas", maar vooral „kwakzalver" v. L. aangewreven, laat Br. zich verleiden tot een minstens genomen even onbehoorlijke uitlating over Van Schie. Onmiddellijk na het verschijnen van het artikel „Sollen met Marx" in de Tribune, hebben wij tegen een wjjze van critiseeren als door v. Schie was gebruikt geprotesteerd (in no. 24 van de Tribune te vinden onder het opschrift: Juiste Critiek) een bewijs dus dat we geenszins onderdoen voor Br. in afkeuring van wat at te keuren is, maar wat Br. nu zelf schryft over v. S. gaat de perken te buiten en ook daartegen wen- schen wij ten sterkste te protesteeren en te waarschuwen, dat het zich op die wijze uiten over partijgenooten niet te pas komt en dus geen gewoonte moet worden. 't Zou te ver voeren alle minderwaardige op- en aanmerkingen van Br. aan 't adres van de Tribune- groep geuit, te gaan behandelen. 't Is één aaneengeschakelde reeks schimpscheuten, stekelige aanmerkingen enz. die hij als Congres-indrukken den lezers voorzet. Nog één citaat slechts „als partij en congres bij herhaling de grofste brutaliteit hebben te verduren van 'n stuk of wat dwarshoofden of intriguanten, aan wie 't helaas l) gelukt een aantal andere kranige partijgenooten voor hun mest wagen te spannen, zonder dat de laatsten bemerken hoe ze zich compromitteeren met dat gezelschap";enz. Onder de hier bedoelde „kranige partijgenooten" be hoort v. d. Goes die op het Congres zeide „Ik verklaar mij volkomen solidair èn met de richting èn hoofdzakelijk met den inhoud dei- Tribune." behoort ook Mendels die zeide „Den algemeenen geest der beste artikelen uit „de Tribune" acht ik zeer goedhet was de geest der brandende liefde voor het socialisme." Congres verslag Volk, 22 April. Welk idee moet Br. van dergelijke „krauige partij genooten" hebben, die zoo maar, zonder 't te ruiken zich voor den mestwagen laten spannen. Zou er mogelijk in den wagen zoo weinig mest zijn, dat het niet hin derlijk is, en dat zij zich gaarne beschikbaar stellen de overige degelijke vracht te helpen trekken In tegenstelling met Br. verheugt 't ons ten zeerste dat het voorstel van Rotterdam IV verworpen is, dat het Congres met overgroote meerderheid heeft vastgesteld dat het recht van critiek onverkort dient te worden ge handhaafd. Dit is een bestaansvoorwaarde voor de Partjj. Met Br. betreuren we het, dat een groot deel van den Congrestijd heenging met de bespreking der onder linge geschillen, maar onze totaal-indruk is een geheel andere. Een opgewekt en frisch debat over de meenings- verschillen in onze Partij achten we noodig, nuttig, leerzaam. Dat door het stemming maken tegen een groep personen, het persoonlijk element op den voor grond dreigde te komen, is jammer. We kregen den indruk dat velen met vreugde het verschijnen van de Tribune hebben begroet, dat juiste critiek vaak wordt geoefend en dat vooral de frissche propaganda voor 't socialisme geenszins overbodig te noemen is. Anderzijds hopen we dat de Tribnne-groep uit de debatten zal hebben geleerd, hun critiek te zuiveren van persoonlijkheden en onnoodige scherpte, dubbel wondend, waar men genoodzaakt is uitingen van leidende organen of personen fel te critiseeren. Van onze partijgenooten-arbeiders hebben wij ten slotte een andere meening dan Br.wij gelooven niet dat het overgroote deel in den strijd slechts ziet „opgezette relletjes tegen personen", maar wel degelijk dieper kijkt. Mochten wij ons daarin vergissen,- dan zeker is het hoog tijd, dat het hun geleerd wordt, dat zjj dieper leeren zien dan de oppervlakte, daaraan te werken dan onze eerste plicht. De Congres-indrukken van Br. echter werken in tegenovergestelde richting, die verhelderen niet, die zjjn uiterst geschikt de verwarring grooter, de strijd feller, persoonlijker en daardoor onaangenaam te maken en dat mag in geen geval. Gr. A. M. Onderschrift van de Eedactie. Het spreekt van zelf, dat wjj niet schromen tegenover het artikel van de Bruin over het Congres een tegenartikel te plaatsen, Maar daarmee is de kwestie in ons blad dan ook af gedaan. Een enkele opmerking moet ons evenwel uit de pen naar aanleiding van het bovenstaande ingezonden stuk. En dat is dezeDe Moker schreef bjj de verschijning van De Tribune in het nummer van 26 Oct. 1907 in allesbehalve vyandigen geest. Integendeel, wij noem den het voor de S. D. A. P. „een werkelijke aanwinst, dat de Marxistische groep nu ook haar eigen orgaan heeft." Alleen spraken wy op toen aangegeven gronden de vrees uit, dat het dogmatische der Ned. Marxisten ten gevolge zou hebben „dat de verschijning van De Tribune het begin zijn zou van een nieuwen, onvruchtbaren en verbitterden strijd tusschen partijgenooten, die de zaak van de sociaal-dem cratie groot kwaad zou doen en velen van deelneming aan onzen strijd tegen het kapi talisme zou afhouden." Partijgenoot M. denke eens over deze aanhalingen na. Wij zijn het Marxisme en de Marxisten alles be halve vijandig gezind. Maar onze „vrees" is eveneens bewaarheid STEUNPENNING. Schiedam. K. 2 cent; De Moker 10 cent; Overschot 10 cent. In de bus. Vorige week A. 10 cent; B. 10 cent; C. 9 cent; D. 1 cent. Deze week A. 10 centB. 10 centC. 9 centD. 1 cent. Verkiezingsfonds. AFDEELING SCHIEDAM. op Vrijdag 15 Hei, 's av. 8Vs uur in „Constantia". AGENDA: Verslag Congres-afgevaardigde. Stemming Congres-besluiten. Verkiezing Partijbestuurders. Bespreking aanst. Raadsverkiezing. HET BESTUUR. verstrekt kosteloos alle inlichtingen den Bond betreffende, Adres: Oosterstraat 54, waar tevens de gedipl. deskundige, Mej. E. H. VAN DER MEER, dagelijks is te ontbieden en AULE middelen van den Bond voor de leden tegen kostenden prijs verkrijgbaar zijn. Voor niet-leden tegen een kleine verhooging. HET BESTUUR. Nieuwstraat 28. GEOPEND: 's WOENSDAGSAVONDS van 8V2'O uur. TARIEF Voor leden van bij den Schied. Bestuurdersbond aangesloten vereeni- gingen f 0.10voor anderen f 0.30. VAN DE NIEUWE HAVEN NAAR hoek Nassaustraat. Agent v/d. Centrale Arb. Verzek. Deposito-Bank. Vraagt de merken Verkrijgbaar bij H. ERKELEN8, Prins Frederik Hendrikstr. hoek Nassaustraat. Onderafdeeling van de Afdeeling Vlaardingen der S.D.A.P. Vlaardingsche Arbeiders(sters) Wilt gij onze propagande bevorderen? Sluit dan aan bij bovengenoemde Vereeniging. De contributie bedraagt voor gehuwden 77s cent en voor ongehnwden 10 cent per week. Men kan zich eiken Woensdagavond van 810 uur daarvoor aanmelden aan het repetitielokaal, bovenzaal Volkskoffie huis, of bij een der Bestuursleden. maakt en rapareert alle soorten van Meubelen in alle stijlen, en bekleedt Stoelen en Canapé's, tegen concurreerende prjjzen. ROTTERDAM. Bovenhuis. Aanbevolen adres voor de levering van alle voorkomende Drukwerken. Levering spoedig. - Uitvoering net. -:- -:- Prijzen zeer billijk. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Copieën worden niet teruggeven. 1) Cursiveering van ons.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1908 | | pagina 4