Ditjes en Datjes. Vlaardingsche IJzerkoekjes. aan dit onderdeel Aan het slot van dit artikel, wan neer wij de algemeene verklaring van de Volkshuis- mislukking geven, komen wij hierop terng. Nu nog een enkele blik op den financieelen toestand dien het bestuur zelf „ongunstig" noemt en waarin het alleen verbetering mogelijk acht door „vergrooting van het ledental en vrijwillige verhooging der jaarlijksche bijdragen." Waar het bestuur zelf meedeelt, dat de verhooging van de minimum-bijdrage „nog al wat leden gekost" heelt (20 procent nl., want officieel werd des tijds meegedeeld dat h6t ledental de 1000 had bereikt en nu is het weer 800 geworden), en waar ook het Volkshuis-bestuur wel weet dat een vrijwillige verhoo ging der jaarlijksche bijdrage bij een voldoend aantal leden een onbereikbaar ideaal is, kan dus niets anders gezegd worden dan dat het Volkshuis een donkere toe komst tegemoet gaat. Zeker, een enkel rijk mensch kan de tekorten wel dekken, maar dat wordt dan niet meer dan een soort van sport, waar zóó overtuigend blijkt, dat het hoofddoel van het Volkshuis verder dan ooit van bereiking en verwezenlijking af is. In 1907 scharrelde men f 336.achteruit; men begon toen met een tekort van f 808.78, dat steeg dus tot f 1144.78, en voor 1908 werd het begroot op f 1927.dus nog 772.32 meer, dat is dus nog 72.32 meer dan het ge raamde tekort op de muziek-uitvoeringen. De oorzaken van de mislukking van het Volkshuis zijn van vrjjzinnig-democratischen oorsprong. De vrij zinnig-democraten meenen, dat zjj den klassenstrijd kannen temperen en dat zij, staande op het ethische standpunt van het moderne christendom, door prediking de klassetegenstellingen kunnen doen verdwjjnen. De Volkshuis-beweging dankte aan die gedachte haar ont staan. Uitgaande van edele denkbeelden, in het bezit van genoeg geld om zelfs groote tekorten op hun on dernemingen en instellingen te dekken, ondernamen •allerlei personen, die politiek later samenkwamen in de vrjjzinnig-democratische partjj, de oprichting van Volkshuizen. Daar zouden zij dan mannen en vrouwen van allerlei richting en stand bijeenbrengen, elkander leeren waardeeren en met elkander leeren samenwerken. Daar zouden z|j de meer-onderwezenen hun kennis aan de minder-onderwezenen doen meedeelen. Daar zou de grondslag gelegd worden voor een nieuwe maatschappij en een nieuwen volksvooruitgang. De praktijk bewees het onmogelijke, het onbestaan bare van zulk een opvatting. Ook te Schiedam lukte het door den persoonlijken invloed van enkele voor mannen uit deze beweging, een vr|j groot aantal leden nit allerlei kringen te kr|jgen. Maar de eenige band tusschen die leden onderling bleef hun contributiebe taling aan hetzelfde Volkshuisvan onderlinge ver broedering of samenwerking kwam nietsen de be geerde invloed van de meer- op de minder-onderwezenen bleef uit. Hoe kon dat ook anders Het zijn niet de menschen, die de bewegingen in de menschenwereld beheerschen. Omgekeerd, het zjjn de bewegingen in de menschen- maatschappjj die den enkelen mensch, den individu, beheerschen. De vrjjzinnig-democraten en de Volks- hnismenschen meenen, dat zij die bewegingen naar hun denkbeelden en beginselen kunnen leiden, tot stilstand brengen of doen terugkeeren. En wat hun predikings- standpunt betreft, maken zjj zich schuldig aan dezelfde fouten der christenpredikers de eeuwen door, te meenen dat zij de toestanden kunnen verbeteren door de menschen aan te preeken beter te worden terwjjl het juist de toestanden zijn die de menschen beheerschenreeds 19 eeuwen wordt het christendom gepreektmaar wat bereikte al dat gepreek Niets, hoegenaamd niets. En evengoed als men eerbied kan hebben voor den persoon van tal van christenpredikers, evengoed kan men dat voor de persoon van tal van vrijzinnig-democraten en Volkshuis-mannen. Maar dat verandert niets aan het feit, dat zjj op verkeerde wegen zjjn en dat zjj dus bestreden moeten worden. Zeker, ook wij willen volksontwikkeling, ook wjj willen flinke leeszalen, ook wjj willen kunst voor het volk. Maar in de eerste, plaats zien wjj in, dat de arbeiders zelf de begeerte moeten hebben om die ont wikkeling te veroveren, en dat die begeerte niet komt door prediking of filantropie doch alleen door de arbei ders warm te maken voor hun eigen klassezaak, mee te sleepen in de arbeidersbeweging, op te voeden tot klassebewuste mannen en vrouwen. Vandaar dat de cursussen van den Bestunrdersbond uitmuntend slagen; die zijn ontstaan door den wil van de georganiseerde arbeiders; terwjjl de cursussen van het Volkshuis een mislukking z|jn. Om bij dit eene voorbeeld te bljjven. En in de tweede plaats zien wjj in, dat mislukkingen als met het Volkshuis evengoed als met de Volkshuis vesting de arbeiderszaak enorme schade berokkenen, omdat zjj de tegenstanders der volksontwikkeling wa penen in de handen gevenzjj kunnen dan wijzen op die mislukkingen als bewijzen, dat het voor zulke doel einden bestede geld weggegooid geld is, en kunnen dan iederen steun voor volksontwikkeling op dien onjuisten grond weigeren. Bovendien ontmoedigen zij de menschen die met hen meewerkten en het tegenovergestelde gevolg bereikten dat zjj verwachtten. Met alle kracht die in ons is verzetten wjj ons daarom steeds tegen ondernemingen als het Volkshuis en al dergeljjke van verkeerde inzichten uitgaande zaken. En een verslag als het hier behandelde is voor ons een rjjk materiaal b|j ons betoog van die verkeerdheid van zulke ondernemingen de praktjjk levert dan het bewjjs voor de juistheid van onze stelling en onze kritiek. Er is slechts één middel om de arbeidersklasse uit haar toestand van heel of half gebrek en van onvol doende ontwikkeling op te heffen. Dat middel isde arbeiders op te voeden tot overtuigde strjjders voor hun eigen klasse. De Openbare School. In De Christelijke On derwijzer komt een stuk voor onder het opschrift „Bouwt Scholen," waarvan de grondgedachte aldus wordt omschreven „Indien de voorstanders der Bjjzondere School thans al hun krachten inspannen, is weldra de Openbare School gebracht binnen het terrein waar ze hoort, dat der Staatsarmenzorg." De redactie van dat blad hoort tot de party van den heer Goslinga en den heer Hobbe van der Laan, typen van calvinistische onverdraagzaamheid en hoogmoed. Het kan goed worden te SchiedamWe zien meester Tjjl, meester van der Hout, enz. enz., al behandeld als eerste klasse gemeenteijjk-bedeelden. Later komen dan meester Vinkestejjn en meester Horn met hun gevolg aan de beurt. En dan stichten we een groot gekkenhuis voor cal vinistische en andere hoogmoedswaanzinnigen. En dan bouwen we een groot jenevervat, zoo groot als het Heidelbergsche vat en zetten een christeljjken brander bij de tapkraan en een christelijken geheel onthouder in een preekgestoelte er boven op. Het kan goed worden te Schiedam. Een merkwaardig zinnetje. Bjj het eerste Jaarverslag van de Ambachtsschool is een circulaire gevoegd, waarin medegedeeld wordt dat het aantal leden en begunstigers 345 bedraagt en hun jaarlijksche bijdragen f 926.50. Op deze mededeeling volgt dit zinnetje „er wordt dan ook door autoriteiten op aange drongen het ledental uit te breiden." Zoo, zoogaan de autoriteiten aanmerking maken op de bespottelijk kleine bijdrage van particulieren voor deze particuliere vereenigingKomt dus nu reeds van de zijde der autoriteiten de opmerking, dat een particuliere school met zoo weinig particuliere bijdragen een onding is, van onze zijde voortdurend gemaakt Als de autoriteiten dan ook maar doorzetten en er gauw een gemeenteschool van maken, geschoeid op een be hoorlijk democratischen leest1) De sociaal-democratische kijk op de toestanden en hun ontwikkeling bleek nog eens een keer meer vol komen juist te zijn. Verbetering. Van bevoegde zjjde wordt er ons opmerkzaam gemaakt, dat er ;in ons stukje over den heer Sanders twee kleine onjuistheden voorkomen. De huizen aan de Fabristraat staan nl. niet op een beton lundeering, en de nieuwe huizen bjj den Watertoren hellen niet naar de Maas toe maar van de Maas af. Aan de hoofdzaak doet dit natuurljjk niets af. Afgewimpeld. In de raadszitting van Donder- deg 21 Mei jl. is het laatste bedrjjf afgespeeld inzake het verzoek van het werkloozen-comité om steun uit de gemeentekas. Volgens de heer Schippers had de gemeente niet het recht geld uit de gemeentekas daarvoor te nemen omdat dat zou zijn geld uit den z*k halen van den een om het dan te steken in dien van een ander. Dat was, volgens hem, gevaarljjk, zeer gevaarljjk zelfs. Laten wjj het argument van den heer Schippers eecs wat nader bekjjken. Welke toch is de positie die de loonarbeider van thans inneemt in het maatschappelijk voortbrengings- proces? En dan luidt het antwoord: een zeer afhan kelijke. Daarom afhankeljjk, omdat hjj niet den minsten invloed heeft op de vervaardiging of op de distributie der producten. Men fabriceert thans uitsluitend om winst te maken, niet om in de behoeften te voorzien. Alles wat dus die winst voor de ondernemers kleiner kan maken is voor hen uit den booze. En de arbeiders zjjn in hun oog dan ook niets meer dan verlengstukken van de machines, die men als zoodanig nooctig heeft. Komt er dan door die regelloosheid in de productiewijze een crisis, zooals die het vorige jaar zich in sterke mate deed gevoelen, waardoor de productie tjjdeljjk stop wordt gezet of verminderd om den ondernemer toch maar zooveel mogeljjk de zoete winst te doen behouden, dan zjjn de arbeiders daarvan in de eerste plaats de dupewerk- 1) Verbetering van beteekenia in de particuliere inkomsten kan men niet verwachten, de oprichters gaven zich al zooveel moeite loosheid met zijn nasleep van ellende en ontbering is dan onvermijdelijk hun deel. Het is dus niet de schuld van den werkman, die werken wil en kan, dat hjj broodeloos wordt maar wél van ons huidig kapitalistisch productiestelsel. Het zjjn dus maatschappelijke omstandigheden die hem tot werkloosheid doemen. Waar dit dus geconstateerd kan worden ligt het derhalve wel degeljjk op den weg der gemeenschap dat ze die fout zooveel mogelijk herstelle. Dat deze opvatting van ons, sociaal-democraten, wer kelijk ook zoo is en daardoor ook doordringt in de hoofden onzer tegenstanders, bewjjst wel, dat vooral in het buitenland, door vele gemeenteraden reeds gelden worden uitgetrokken ter bestrijding van het gewraakte euvel. En ook in ons land gingen in deze reeds enkele gemeenten de onze voor. Door De Witte werd dan ook, op de door ons hier boven kortelijk aangegegeven gronden, de door hem gestelde motie verdedigd en het betoog van den heer Schippers en van den burgemeester bestreden. ,t Was natuurljjk boter aan de galg gesmeerd. Onze behoudzieke Raad moest van die heele steungeschiede- nis niets hebben, en handhaafde zijn ouden roem arbeiders vijandeljjk te zijn De gewijzigde motie van De Witte: „De Raad van oordeel dat het bestrijden der werkeloosheid op zjjn weg ligt, gaat over tot de orde van den dag," werd met 9 tegen 4 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren Hoogendijk, De Bordes, De Witte en Hoogerwerf. Op zulk een wijze heeft de Raad zich van een lastige kwestie waar ze geen raad mee wist, afgemaakt, op gelost allesbehalve. 't Is fraai Een donderbui. In de zelfde raadzitting kwam o. m. ook nog de volgende motie van den heer De Bordes aan de orde „De Raad der gemeente Vlaardingen, overwe gende, dat de toestand der gemeente-finantiën bezuiniging op alle takken van dienst besluit vor dert, noodigt den burgemeester uit de benoeming van een inspecteur van politie der 2e klasse voor- loopig uit te stellen en gaat over tot de orde van den dag" De voorzitter, die als Burgemeester tevens hoofd der politie is, en als zoodanig geen verantwoording schul dig is, ging den voorsteller der motie zoo scherp te Ijjf, dat de heer De Bordes wel geschrokken moest hebben. De voorzitter verklaarde dan ook kort en bondig dat het hem volmaakt onverschillig was of de motie al of niet werd aangenomen. Werd ze evenwel aangenomen dan zou hij ze toch aan z'n laars lappen. Wat wps onze goede burgemeester kwaad dat een lid van den Raad zoo iets had durven doen De voorsteller heeft toen zjjn motie maar ingetrokken. Of inderdaad de dienst een inspecteur 2e klas niet kan missen Flardinga. Het is bekend, dat deze vereeniging die zoo heel graag zich het manteltje der neutraliteit wil omhangen, juist op 31 Augustus haar meest luister rijke feesten fiert. Ook voor dit jaar schjjnen weer grootscbe plannen te zijn gemaakt. Naar wij vernamen ligt het in haar voornemen dien dag o. m. een vakoptocht te houdendaarvoor z|jn bereids aan alle vakvereen'giDgen reeds uitnoodigingen toegezonden tot het bijwonen eener gecombineerde be stuursvergadering, welke j. 1. Woensdag heeft plaats gehad. Wat „Flardinga" beziet mag Joost weten. Ze moet wel een geringen dunk van de arbeiders hebben dat ze een dergelijke uitnoodiging tot de arbei ders durft richten. Een vorig jaar, toen gebruikte men de schoolkinderen voor een optocht op dien dag, en thans willen ze de arbeiders de heeren worden overmoedig voor dat zaakje gebruiken. Wjj hopen en vertrouwen intusscheu dat geen enkele vakvereeniging aan die poppenkasterij mee zal doen en de heeren met hun mooi plannetje in d'r hemd zal laten staan. Wil „Fiardin?a" toch dien dag iets van dien aard doen laat ze daar dan anderen voor gebruiken, die er belang bjj hebben dat de oranjeliefde aangewakkerd wordt, maar laat ze niet probeereu dat door arbeiders te laten doen. Wat ze nu doet is sollen met hen! Bureau voor Arbeidersreclit. Maandag j.l. werd door den ambtenaar voor het eerst zitting ge houden en reeds een tweetal personen kwamen ad vies inwinnen om zekere reden. Dat is dus reeds een goed begin. Wjj maken van deze gelegenheid gebruik, nu de be lastingbetalers hunne aanslagbiljetten weer zijn of worden toegezonden, er op attent te maken, zoo zij meenen te hoog aangeslagen te zjjn, daarmee even naar het bureau te komen. De ambtenaar, die door zijn vroegeren werk kring als belasting-ambtenaar speciaal in deze zaken

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1908 | | pagina 3