GELD. No. 16 ZATERDAG 20 Juni 1908. 8e Jaargang. ORGAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij. Stukken voor 't eerstYolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. De Moker De Zaaier", Brochurenhandel. Sociaal-Democratische Leesclub. Gemeentelijk Grondbedrijf. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal J Uj vooruületalin franco per post 30 cent j J Losse nummers 2 cent. Bureau van Redaktie Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat. Bureau van Administratie Rhoonschestraat 7boven ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. is eiken Zaterdag verkrijgbaar Te Schiedam: Nieuwsticht N. Z. 32. Groote Markt 3. Zalmstraat 22. „Constantia", Hoogstraat. Te Vlaardingen- Markgraatstraat 20. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. De Verkiezing in District II heeft veel ge'd gekost. Komt partijgenootHi en geestverwanten, zorgt voor ons Veikiezingsfonds.r"Wij moeten ervoor waken, dat dit fonds geen schuinen maar steeds groote baten heeft, anders verlamt onze actie door gebrek aan geld en dat mag niet. Denkt daaraan! Er moet nog heel wat inkomen, voordat het goed is Bond van jonge arbeiders(sters) in Nederland, Afd. SCHIEDAM. H. H. vergadering op Zondag 21 Juni 1908 te 10V3 uur in „Constantia". Aller opkomst dringend gewenscht. Het Bestuur. welke het nog niet weet, zij hier Vliegen Aan diegene, meegedeeld dat het „Arbeidscontract" van a 10 cent verkrijgbaar is in „Constantia". Iedere vakvereenigingsman moet zich een exemplaar aanschaffen. Welke partijgenoot of geestverwant wil er van in depot hebben om op fabriek of werkplaats te verkoopen De leden der club kunnen Zaterdag en Zondag hun controle-boekje halen in „Constantia". Nieuwe leden zjjn zeer welkom. li. M. C. M. de Groot. Gemeen telijk Grondbedrijf. De praktijk in de steden met een sterke samentrekking van bevolking leverde het bewijs, dat de particuliere grondeigendom in het uitbreidingsgebied en in het be bouwde deel van zulke gemeenten een zeer groot nadeel is voor die gemeenten, zoodat dezen noodgedwongen overgingen tot geregelden grondaankoop en de behoefte aan een afzonderlijk gemeentelijk grondbedrijf ontstond. Een goed, verstandig en vooruitziend gemeentelijk beheer eischt natuurlijk, dat met dezen eisch der praktijk volledig rekening wordt gehouden. Immers, een der voornaamste kenmerken van een richtig bestuur is dat dit de omstandigheden van ontwikkeling binnen zijn gebied nauwkeurig nagaat en er de voordeelen voor de gemeente uit tracht te halen die er in zitteD, en de nadeelen voor de gemeente die er uit zouden kunnen voortkomen tot een minimum tracht te beperken. Het blijkt nu, dat de gemeenten met een zeer snellen be volkingsgroei zooals Schiedam zeer sterk in hun beweging en ontwikkeling worden belemmerd en financieel in hooge mate worden gedrukt door het particuliere grondbezit. Een richtig gemeentebestuur zal daarom stelselmatig tot opheffing van dat particuliere grond bezit overgaan en den volledigen grondeigendom der gemeente binnen den gemeentelijken uitbreidingsgrens beoogen. Wij willen hier in het voorbijgaan even er op wijzen, dat deze eisch voortvloeit uit de praktijk. Dat deze praktijk op nieuw de juistheid onzer theorie op dit punt bewijst en dus ook de zuiverheid en logica van ons programma opdit punt, is alleen het gevolg van den goeden kjjk der soc. dem. theorie op den samenhang en de ontwikkeling der omstandigheden. Het afzonderlijk gemeentebedrijf, waaraan men den titel van „gemeentelijk grondbedrijf" heeft gegeven, moet dus zóó worden ingericht, dat het in de mogelijk heid is te voldoen aan den eisch der praktijkde gemeente het bezit te verschaffen van den binnen haar grenzen gelegen grond. Yan meet af aan moet men zich dus los maken van de opvatting, dat het gemeentelijk grondbedrijf direkt een melkkoetje voor de gemeente moet zijn, en de opvatting huldigen, dat het gemeentelijk grondbedrijf aanvankelijk geen ander doel moet hebben dan den gemeentelijken grondeigendom stelselmatig te vergrooten. De bewering, dat het tegenwoordige geslacht daardoor alDen voor de toekomst werkt en toch ook aan zichzelf moet denken, gaat in dit geval niet op; want het tegenwoordig geslacht zit met de fouten van vroegere geslachten, die den gemeentelijken grond maar verkochten en te gelde maakten en daardoor het thans levende geslacht belast hebben met de dure noodzake lijkheid dien gron l terug te koopenhet tegenwoordig geslacht ondergaat dus eenvoudig de nadeelen van de fouten der vroegere geslachten en laf en onverantwoor delijk zou het zijn, de opheffing van die nadeelen af te wentelen op toekomstige geslachten. Alleen deze eisch mag het thans levende geslacht stellen dat het zoo danige maatregelen ook in deze kwestie van grond eigendom neemt, dat daaruit geen nieuwe lasten voort vloeien, maar wel een verlichting van bestaande lasten kan voortkomen De grondeisch, aan een zuiver opgezet grondbedrijf te stellen, is dus dezedat het de gemeente geleidelijk ontheft van de nadeelen van den particulieren grond eigendom door de stelselmatige opheffing daarvan. Wil het gemeentelijk grondbedrijf aan dezen grondeisch voldoen, dan moet het das le als een zuivere koop manszaak worden ingericht en 2e vrijgesteld worden van iedere uitkeering aan de gemeentekas, zoola-g het bedrijf zijn eigen inkomsten nog noodig heeft om aan zijn einddoel te kunnen beantwoorden. Voordat wij nagaan, hoe het gemeentelijk grondbedrijf diensvolgens moet worden ingericht, willen wjj eerst het vanzelf opkomende bezwaar behandelen, dat de gemeente een dergelijke uitkeering noodig heeft, indien zij niet tot verkwijning der gemeentelijke inkomstenbelasting wil overgaan. Bjj gemis aan de noodige gegevens kunnen wjj niet nagaan of de gemeente, indien uit hare begrooting alle posten van uitgaaf en inkomst werden gelicht die bij de boekhouding van het grondbedrijf thuis hooren, wezenlijk een tekort op haar begrooting zou krijgen. Doch aangenomen, dat dit wel het geval is, dan is er toch nog wel een andere weg, om dit tekort, ontstaan door de zelfstandige inrichting van het gem. grond bedrijf, te dekken, n.l. door de invoering van een be lasting op de waardevermeerdering van den particulieren grondeigendom. In een afzonderlijk artikel zullen wij een dergelijke belasting bespreken. Maar zelfs indien een vermeerdering van de in komstenbelasting der gemeente noodig was, zou dat dan zoo erg zijn De gemeente Schiedam heeft nog geen progressie in haar belasting en zou zelfs bij ge ringe progressie reeds een belangrijke inkomstenver meerdering kunnen verkrijgen. Wjj betwijfelen intusschen, of het voor de gemeente lijke begrooting een schadepost zou opleveren, wanneer alle posten vah uitgaaf en inkomst, behoorende bij het gemeentelijk grondbedrijf, er uit werden gelicht. Bij den opzet van de boekhouding van een bedrijf als het gemeentelijk grondbedrijf dient duidelijk onder scheid te worden gemaakt tusschen de balanswaarde van den gemeentelijken grondeigendom en de concrete waarde van den geëxploiteeiden grond. De balanswaarde. De gemeentelijke grondeigendom vertegenwoordigt een bepaalde bezitswaarde. Die bezits- waarde kan voor den balans alleen verkregen worden door een zoo nauwkeurig mogelijke schatting van de oogenblikkelijke verkoopswaarde. Is die geschatte ver- koopswaarde grooter dan de vorige schatting, dan geeft dat op de balans bezitswaarde vermeerderingia het tegenovergestelde geval, bezitswaarde vermindering. Beide gevallen zijn mogelijk. De verhouding van de aankoopswaarde tot de geschatte bezitswaarde is alleen van geschiedkundige beteekenis en heeft dus van den balans geen belang. De concrete waarde van den geëxploiteerden grond. Behalve de (balans-)bezitwaarde heeft de gemeentelijke grondeigendom ook concrete exploitatiewaarde. Een deel van dezen eigendom is tot eeuwige renteloosheid gedoemd, tenzij men door belasting daarvoor rente schept; met name de straten en wegen. De bezitwaarde daarvan kan (door bestrating, beplanting enz.) zeer groot zjjn en geeft dus op den balans een mooie post te zien. Op de exploitatierekening zal dit deel van den gemeentegrond met groote lasten en slechts geringe baten prijken, vooral indien men, wat theoretisch zuiver en practisch uitvoer baar i«, de onderhou'sko ten van dit bezit (steenen, boomen, planten e.d.) op de rekening van het grond bedrijf brengt. Een ander deel van den gemeentelijken grondeigendom is voor bebouwing gebruikt, en daarvoor deels door de gemeente zelf in beslag genomen voor de openbare gebouwen, deels in erfpacht gegeven aan par ticulieren. In beide gevallen is het bestaanbaar, dat de bezitwaarde en de exploitatiewaarde in hetzelfde jaar verschillen; door snelle waardevermeerdering van den grond kan de bezitwaarde ver stjjgen boven de exploi tatiewaarde, vooral in gevallen van erfpacht; door bij zondere omstandigheden (zooals bijv. bij de Amsterdamsche Beurs) kan de bezitwaarde zeer snel dalen en dus ver beneden de exploitatiewaarde komen. En een derde deel van den gemeentelijken grondeigendom, voor mogelijke verkeerswegen of bebouwing bestemd, zal eveneens een belangrijke bezitwaarde vertegenwoordigen doch op de ('xp'oitatierekeniug een pover figuur slaan. Uit deze, terwille der plaatsruimte zeer kort gehouden uiteenzetting volgt, dat bij de inrichting van de boek houding voor het grondbedrijf een zeer besliste scheiding gemaakt m iet worden tusschen de bezitwaarde van den eigendom en de oogenblikkelijke exploitatiewaarde. Voor den balans moet natuurlijk den eisch gesteld worden, dat de bezitwaarde nooit kleiner mag zijn dan de door leening van bedrijfskapitaal ontstane schuld, vermeerderd met alle bedrijfslasten. Omgekeerd kan men ook goedkeuren (en theoretisch zelfs eischen), dat h-t gemeentelijk grondbedrijf stelselmatig voortgaat met grondaankoop, zoolang de balans een saldo aan bezit waarde aanwyst. Door de balans wordt dus aangewe zen, of en in hoever de gemeente voort kan en mag gaan met den aankoop van grond. Wat de exploitatie betreft, de baten daaruit worden gevormd door de huur en pacht van alle gebruikte on gebouwde en gebouwde eigendommen en den eventueelen verkoop van opbrengst uit dien eigendom. De gemeente levert door en voor het gebruik van gebouwden en on- gebouwden eigendom dus ook van deze baten op en moet op haar gemeentelijke begrooting daarvoor de be- noodigde posten uittrekken. De lasten worden gevormd door de renten en aflossingen der geleende kapitalen en de onderhoudskosten voor de gebruikte eigendommmen. Zoolang de gemeente nog in de periode van stelsel- matigen grondaankoop is, is het zeer waarschijnlijk dat door de stijging van renten en aflossingen de exploitatie rekening geen belangrijke batige saldo's zal aanwijzen. 99

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1908 | | pagina 1