Onze burgerlijke persridders. V uile Persmanieren Van blijde verwachting en van pure onzin. terecht vóór het wetsontwerp van grensverandering stemden. De uitbreiding van Rotterdam mag niet door naijver van deze of gene gemeente worden tegengehouden, en vooral uiet door gemeenten aan de Maas die op den daar niet dan voordeel van Rotterdams gestadigen groei kunnen hebben. En nu Rotterdam door aankoop eigenaar was geworden van een gedeelte van het Schiedamsche grondgebied, lag het voor de hand, dat de gemeente Schiedam met dat stuk nieuwe Rotterdamsche gebied moest worden verkleind. De eenige kwestie voor onze gemeente kon daarbij deze zijndat zij door dien afstand van grondgebied niet in de onmogelijkheid mocht komen, haar plichten als zelfstandige gemeente na te komen. Waar het nu blijkt, dat mede door de medewerking van Rotterdam hiervoor geen gevaar is, lag de aan neming van het wetsontwerp van afstand van het besproken stuk grond aan Rotterdam daar als een noodzakelijkheid en een plicht voor Schiedam. En het heelt aardig de lachspieren in beweging gebracht, dat de 4 Katholieke gre sregelingscommissie leden zich zoo dwaas door den heer Herman Jansen op sleeptouw hebben laten nemen. In den Scniedamschen Gemeenteraad stemden ook de Katholieken allen vóór, in de grensregelingscommissie stemden de 4 Katholieken tegen. Eu met welke argumenten trachtte de heer Herman Jansen dat tegenstemmen goed te praten! Hij wilde dat Schiedam weigeren zou, afstand te doen van het door Rotterdam gekochte stuk grond, om daardoor Botterdam de gemeentekas van Schiedam te laten spekken (door havengelden enz.) Na is 't gekke van 't ge^al, dat de Katholieken in Schiedam bijna allen tegenstanders van erfpacht zijn, omdat volgens hen niemand zoo gek zal zijn op erfpachtsgrond onderne mingen op te zetten waarvan de gemeente de groote voordeelen zou trekkenNog daargelaten dat deze redeueering uiet opgaat, wat moet mei er van denken dat nu de Katholieke grensregelaars onder aanvoering van den heer Herman Jansen, op soortgelijke manier als zij beweren dit bij erfpacht gebeurt de zuigpomp op Rotterdam willen gaan zetten ter vulling vstn Schie- damsch schatkist. Het is alleen maar te begrijpen indien men in aaumerking neemt dat het jeneverkapitaal geheel alleen gevormd is door de brandersknechts en dat de jeneverkapitalist nog steeds de gewoonte heeft zijn kapitaal door zjju knechts bijeen te laten verdienen aan de productie heeft hjj zelf part noch deel. Iemand, opgegroeid en levend in de kringen van het jenever kapitaal, gaat ten slotte meenen dat het zoo hoort en wil zijn jeneverkapitaal-mora 1 toepassen ook buiten die jeneverknngen Inlusschen, de heer Herman Jansen en zijn volgzaam drietal hebben de gemeente eenige kostelijke oogen- blikken bezorgd. Eu ook dat is verdienstelijk. Eén ding heeft ons voorts verbaast in deze geschie denis dat n.l. de Burgemeester tegenover de redeneering van den heer He man Jansen niet de zijne stelde, of dat hij niet een zij er geestverwanten den wenk heeft gegeven dat te doen dat was noodig geweest en ve - wachtte ook iedereen. Maar, handig is onze Burgemeester na eenmaal niet. De redactearen van de Ouwe en de Nieuwe Schie damsche, tevens bestuursleden der Oranjelolvereeuiging, kunnen het maar niet verkroppen, dat Kunst aan het Volk" erin geslaagd is, wezenlijk kunstavonden in te richten en daardoor een reuzentegenstelling te vormen met de Oranjevereeniging. Zoo had de Ouwe haar muziek verslaggever naar den laatsten muziekavond van K. a h. V. gezonden, en deze gaf zonder eenige partijdigheid een eerlijk muziekverslag, dat aldus eindigde: Zoo heeft deze avond, ook nu weer, ten volle beantwoord aan het doel, door de vereeniging „K. a. h. V." beoogd: goeden smaak ontwikkelende knust te geven aan hem die bij de dagelijksch terugkeerende proza, behoefte heeft aan degelijke ontspanning. Dit was te bar, dat mocht niet En achter het verslag van den tooneelavond van het Volkshuis kwam daarom deze zure opmerking aan het adres van K. a. h. V. Zulke stukken doen goed. Ze laten de toe schouwers hartelijk lachen, zijn in werkelijkheid „ontspanningen" en geven aan niemand aanstoot, terwijl er niet de minste politieke of sociale actie van uitgaat en dus iedereen ze met evenveel pleizier kan bijwonen. Eu dat moet de eerste eisch zijn bij alles wat een „algemeene" vereeniging aan haar leden biedt. Na was het redactoraal gemoed van den Oranje- vereenigingsbestuurder weer in rust! Het ruste lang! Minstens even vermakelijk is de Nieuwe. Bij haar verslag van de uitvoering van de dilettanten-club „Alb. Thym" vermeldt zij eerst het volgende: De voorzitter, de heer H. B. Albers, o.ende de opvoering met een kort welkomstwoord, de ver diensten van het katholiek tooneel in het licht stellend en belov nd bij voldoende medewerking „kunst voor ons volk" te geven. En dan komt aan 't slot deze heerlijke tirade Moet ons bij al wat wij in deze opvoe ing zoo terecht prijzen kunnen, een enkele opmerking van 't hart, dan geldt die minder het spel der acteurs dan het stuk-zelf. 'tls te lang, op s-ommige pufuten al te breed uitgesponnen en daarom over 't geheel vermoeiend voor toeschouwers zoowel als spelers; het publiek wist blijkbaar de diepte van dit rjjk doordacht stuk niet gebeel te peilen. Daarom ge- looven we, dat „Alb. Thijm" goed zal doen niet te veel drama's te geven en in den regel liever door een bljjspel het uitgaand publiek te vermaken. Is het niet kosteljjk? eerst dat akelige dilettanten- gedoe „Kunst voor ons Volk" te noemen en dan te zeggen: „och kerels, waag-je toch niet aan zulke moeielijke stukken, dat kun-je toch niet, en het katho lieke publiek wordt immers liever met lachstukken vermaakt Wat laten onze burgerlijke persridders zich weer leelijk in hun kaarten kijken De katholieke Nieuwe Schiedamsche Courant houd t er een treurige manier van bestrijding van onzen partij genoot P. de Bruin op na. Dat zij het met de socia listische opvattingen veelal niet eens is en dat zij die dus bestrijdt, is volkomen haar recht. Maar dat zij telkens opnieuw het door de Bruin behandelde en ge zegde verknoeit en verdraait en bijna voortdurend insi nueert, dat de Bruin voor de tribune spreekt, dat is in strjjd met de goede perszeden. De katholieke Nieuwe kan er zeker van zijn, dat wij haar vuile manier van bestrijding van de Bruin gedurig weer zullen aanwijzen, en wjj zullen dan niet verzuimen steeds weer in her innering te brengen, dat dit blad beweert de „christelijke" politiek te verdedigen en toe te passen. Onze lezers krijgen op die wijze een goeden curcus in de beteekenis en praktijk der christelijke politiek overeenkomstig de toepassing van de katholieke Nieuwe. Zoo staat in het laatste artikel „In onze Vroedschap" o.a. de volgend alinea Vroede De Bruin had bij de voorgestelde benoe ming van een conrector aan het Gymnasium weer gelegenheid een tribune-pleidooi te houden, waar van zelfs het prestige van den voorzitter het onder werp was. De voorzitter bewees zeker te veel eer aan dat pleidooi door er nog zoo diep op in te gaan. Terecht toonde hij aan dat 't hier slechts een kwestie van f 100 was, waarmede aan de bepalin gen der wet en de eischen van billijkheid tegenover de sollicitanten voldaan wordt. De Raad zag dit in en benoemde met groote meerderheid tot con rector dr. Vermaes, die als stadsgenoot terecht één op de voordracht stond. De Nieuwe, die het geluk heeft een uitstekenden ver slaggever te bezitten, is daardoor in staat uitmuntende verslagen te gevenals ze wil. Maar daarom is het des te erger, wanneer ze in haar overzichten haar verslagen zoo verdraait. Want wat was het geval? Toen na het bedanken van Dr. Vinkesteyn als rector een nieuwe rector benoemd moest worden en daarvoor Dr. Liezenberg werd voor gedragen, vroeg de Bruin of het niet mogelijk was een leeraar uit te zuinigen en de overblijvende leeraren beurtelings het conrectoraat te doen waarnemen op de wijze zooals dat aan de H. B. S. geschiedt. De burgemees ter, tevens voorzitter van curatoren van het gymnasium antwoordde toen, dat de Raad nog tot Januari den tijd had om daa< over te denken en te beslissen. Daarom ging de Bruin toen niet verder op de zaak in. Geen week daarna verscheen een oproeping, geteekend ook door Dr. Brants als pres.-cur., voor een conrector aau het Sch. gymn. Deze oproeping had niet mogen ge schieden na de verzekering van Dr. Brants als burge meester dat de Raad nog tot Januari den tijd had om over die zaak te beslissen. En het eenige wat de Bruin in de bovengenoemde R adszitting deed was, den Burgemeester ter verantwoording te roepen over zijn onverklaarbare houding. Dat het den Burgemees ter niet gelukte zich er uit te prater, blijkt heel duide lijk uit het verslag van de Schiedamsche Courant. Integendeel de heer Brants trachtte zich door "een nieuwe omstandigheid uit de moeielijkheid te redden en gooide het over op een anderen boeg„de oproeping voor conrector was alleen geschied om „een hoogere kracht te krijgen," en nu was dat wel niet gelukt, z odat men een „lagere kracht", Dr. Vermaes, leeraar aan het Sch, gymn., wel nemen moet, maar de be doeling was toch goed." Alsof daarmee wat de Bruin noetnde de misleiding van den Raad door den Burge meester was weggepraat Wat moet het er toch treurig uitzien in het wapen arsenaal der katholieke Nieuwe als ze haar toevlucht moet nemen tot zulk een soort van bestrijdingWij gunnen haar die. De mededeeling, die minister Heemskerk „namens de Regeering" vorige week in de Tweede Kamer deed, dat de zwangerschap bij Hare Majesteit de Koningin bestaat, welke tot in de tweede helft van haar duur is gevorderd, heeft merkbaar nogal wat hoofden in de war gebracht. Men zie wat vertooning er reeds is gemaakt een vier maanden geleden was het „heugelijk nieuws" offi cieus den volke reeds bekend gemaakt, toen er dus nauwelijks aanleiding voor het vermoeden kon bestaan en men zou haast zeggen dat het reeds wereldkundig gemaakt is, toen de gemeenschap heeft plaats gehad. Deze verregaande indiscretie van het huwelijks leven werd opgevolgd door het in den handel brengen van „het laatste portret" van de Koningin, dat de v„bljjde verwachting" aanschouwelijk kwam voorstellen. En ten slotte de mededeeling in de 2e Kamer, be doeld als een nationale hulde aan H. M. Wanneer we vooropstellen dat we ons niet kunnen voorstellen dat er iemard ter wereld gevonden zal worden, die aan een jonge vrouw de moedervreugde zal misgunnen, ook al is de vrouw Koningin van Nederland, dan is de verklaring overbodig dat niemand onzer, dat geen enkel sociaal-democraat reden gevon den zou hebben zich aan de bloote mededeeling van het feit der zwangerschap ook maar in 't geringste te ergeren Zeker, wij zijn republikeinenwjj beschouwen het koningschap als een instrument der bezittende klasse waarmede het volk eerbied voor hoogere machten, onderdanigheid aan deze handlangers der bourgeoisie, berusting met het tegenwoordig uitbuitings-systeem wordt ingeprent en wij weten, dat een groote massa zich blind staart op den glans, welke van het koning schap uitstraalt. Wij beschouwen het koningschap als een geheel overbodig en veel te kostbaar weelde-artikel en meenen dat het zonder eenige schade kan worden afgeschaft, waarmede" de massa's geld die de instelling verslindt, meer en beter ten algemeenen nutte kunnen worden besteed. Maar wij bestrijden stelsels en geen personen. En de persoon van de koningin is niet zoo onsym pathiek dat we haar het gewoon vrouwelijk geluk zouden misgunnen. Het eenige bezwaar wat we kennen is dat iedere vermeerdering van het koninklijk gezin aan de schatkist grootere offers eischt. Waar de be trekking toch niet slecht betaald wordt, ware er o. i. veel voor te zeggen, ook deze ouders de kosten van de opvoeding hunner kinderen te doen betalen. Uit dit alles blijke echter, dat de verklaring, welke Troelstra in de Kamer aflegde toen de Kamerleden met luide hoera's de mededeeling begroette, alsook de verklaring van den voorzitter dat hij namens de g a n s c h e Kamer dank zegde en de hoop uitsprak dat door Gods zegen de hoopvolle verwachting der Koningin zou worden verwezenlijkt, dat er ook Kamer leden /ijn die voor de demonstratie der regeering niet verantwoordelijk willen worden geacht, welke verklaring door „fatsoenlijke" en „ordelijk-gezinde" menschen als de heer Duymaer van Twist c.s. met oorverdoovend gefluit en gesis werd beantwoord uit al wat hier werd vooropgesteld, blijkt, dat de verklaring van Troelstra achterwege ware gebleven, wanneer niet de regeering, door de Kamerleden daarin geholpen, aan de mededeel ng eeu demonstratief karakter hadde ge geven en de voorzitter niet onhandig genoeg ware ge weest, te spreken namens de g a n s c h e Kamer. De heeren tartten de tegen-demonstratie op lompe manier uit. Maar daarom missen ze het recht krokodillentranen te doen vloeien over de snoodheid van Troelstra.. Deze kent a'n pappenheimers wel. Thans wordt gezegd, dat hij bevreesd was voor de kritiek zjjuer Marxistische vriendenreeds wordt door liberale en klerikale persploerten de zaak opgeblazen als een aller gewichtigst feit, dat Troelstra bij de verkiezingen in 1909 vele stemmen moet kostenTroelstra zal er nog wel gerust onder zijn, meenen we. Dat bij de verkiezingen het onbeduidende geval op geld zal moeten doen, gelooven we wel. We stellen ons bijv. voor, dat de verkiezingsagenten der kerke- lijken wel niet verzuimen zullen er op te wijzen, dat de „heuchelijke gebeurtenis" onder christelijk bewind heeft plaats gevonden en dat het Nederlandsche volk, ni t blind zijnde voor dit merkwaardige geval, dies zijn dankbaarheid te toonen heeft. Och, wat 'n heerlijk buitenkansje kan dat worden voor al wat aan christelijke demagogie doet. De Schied. Cour. bevat Kameroverzichten, die een sterk Roodhuiziaansch accént hebben, ook al kamt de man voor de variatie ook de Unie-liberalen wel eens af. Met een autoriteit van heb-ik jou-daar worden in die Kameroverzichten alle handelingen der sociaal- demokratische Kamerfractie doodgemarteld op een manier dat men z'n buik vast houdt van 't lachen over zooveel half-om-half onnoozele-brutaliteit en natuurlijk behandelt onze Schied. CWranif-overzichtman ook de „blijde verwachting"-gebeurtenis. Dat gaat op deze wijs Dat is een mooie dag geweest, die 22 December 1908, al opent die een tijdperk van geduldig en spannend wachten. Gelukkig dat de mededeeling vergezeld ging van deze andere, dat H. M. de Koningin in de best mogelijke gezondheid verkeert.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 3