Opgeheven. Uit de Partij. Git de vak vereeniging. Marxisme wel verbittering en tegenzin moest opwekken, omdat het een kunstmatige tegenstelling schept, een verdeeling der partijgenooten die in Nederland niet be staat in de werkelijkheid, en omdat het daardoor steeds aanvallen doet op onwerkelijke niet-bestaande gronden. Dat is de reden dat het Tribune-Marxistme zoo wei nig sympathie zelfs onder de Marxisten vond. Dat is naar onze meening ook de reden, waarom het uit zichzelf wel weer verdwijnen zal, indien men het slechts aan zich zelf overlaat. Hoe langer het Tribune-Marxisme be staat, des te duidelijker zal^het met zijn ingebeelde on ware scheiding in de S. D. A. P. fiasco slaan en door de werkelijkheid worden weersproken. Bewegingen als het Tribune-Marxisme hebben geen grootere vijanden dan zich zelf. Hoeveel malen heeft de Tribune zich nu reeds in de vingers gesneden en doorzijn stommi teiten de algemeene lachlust gaande gemaakt? Het Tribune-Marxisme is dus nog iets geheel anders dan het Marxisme, zooals dat door Wibaut, van der Goes, mevrouw Roland Holst, Kuyper e. a. wordt ver dedigd. Die achten het mogelijk, dat de economische verhoudingen van een tijd niet slechts tot economische, maatschappelijke en staatkundige klassenverdeeling voe ren maar ook tot een overeenkomend aantal levensbe schouwingen. Die achten het dus ook mogelijk, dat de uitgebuite proletaren-klasse door en tengevolge van haar economische positie een eigen afzonderlijken „levens"-beschouwing vormt. En zelf allen wijsgee- rige materialisten (toch niet door hun economische verhoudingen?), zien zij dan de „proletarische levens beschouwing als een zuiver materialistische. Over dit Marxisme valt te redeneeren, zooals er met de genoemde Marxisten en hun medestanders uitstekend te redeneeren en samen te werken is. En deze zullen ook nooit evenmin als hun verwanten bijv. in Duitsch- land, de niet-Marxistische sociaal-democraten voor minder echte houden of met grievende persoonlijkheden bestoken, zooals de Tribune-Marxisten. Maar daarom hebben de genoemde Marxisten nog niet gelijk, en is het nog een volstrekt niet uitgemaakte zaak dat Marx en Engels het zelf met hun Marxisme eens zijn of dat hun opvatting van het Marxisme logisch af te leiden is uit Marx' wetenschappelijke ontdekkin gen en uiteenzettingen. Wij willen ook het tegendeel niet beweren. Wij zeggen slechts dat dit nog een open kwestie is. Wij ontvingen van den secretaris van de afd. Schie dam van „De Zaaier" het volgende ontmoedigende stukje De Zaaier, Bond van jonge arbeiders(sters) in Neder land, afd. Schiedam, is Zondag 10 Jan. ontbonden. Op 4 Oct. 1907 opgericht met 12 leden is ze al spoedig achteruitgegaan tot nu de afdeeling ontbonden moest worden. Wat Schiedam betreft, voor jongeliedenorgani- satie is in onze stad geen toewijding. Zelfs partijgenoo ten en geestverwanten laat „De Zaaier" geheel koud. Hoe moeilijk een vereeniging in stand te houden is, weten wij allen, wij hebben lang genoeg ons hoofd boven water gehouden. Nu heeft onze afdeeling opge houden te bestaan. Wij hebben dat gedaan in de vaste overtuiging, dat onze afdeeling voorloopig geen reden van bestaan meer had. Z. Voor het batig saldo zullen aandeelen gekocht worden van „Constantia" cn deze zullen geschonken worden, daar onze afd. opgehouden heeft te bestaan. De Secretaris. Hier heeft men weer eens een voorbeeld, een uit honderden, van de moeielijkheid der propaganda en organisatie. Er is voor ons, sociaal-democraten, ook te Schiedam voor de jeugd en de jongelingschap nog o zoo veel te doen. Wanneer het arbeiderskind de lagere school afgaat met een klein, klein beetje kennis, dan komt hij, kind nog, in de onvriendelijke, onherbergzame, hartelooze maatschappij, die uit zjjn leven uitrukt al wat jong en groot is. Getemd wordt hij tot een weinig verdienend werkbeest, dat voor ontwikkeling, voor ge not, van de maatschappij zelve niets te vorderen heeft. Wij, sociaal-democraten, kunnen voor die kindertn zoo veel doen en zooveel zijn. Wjj kunnen hun tegenover de verschillende, verstijvende, ontaardende invloeden der burgerlijke maatschappij de verwarmende, verster kende, verheffende invloeden van ons sociaal-democra tisch werk en onze socialistische kennis en denkbeelden geven. Daar ligt nog een onbegrensd arbeidsveld voor ons braakEn als een verwijt klinkt ons de opheffing van de Schiedamsche afdeeling van „De Zaaier" in de oorenwas dat nu noodig konden die 12 jonge man- men, die deze afd. oprichten niet zóó voldoende gesteund en gesterkt zijn geworden, dat zij hun afd. hadden kunnen in stand honden en uitbreiden Misschien had er meer gedaan kunnen worden dan gedaan is. Maar.... er is zooveel te doen, en het aantal werkkrachten is beperkt. Wij wanhopen intusschen allerminst. Ook te Schiedam gaat onze afd. vooruit en groeit de sociaal-democratie. En eenmaal, wjj hopen zelfsspoedig, zal ook onze afd. het werk onder de jonge arbeiderskinderen ter hand kunnen nemen en voor hen doen wat de burger maatschappij verzuimde, hun geven wat de burgermaat schappij hun onthoudt en niet kan geven. Moed, jonge arbeidersde weg ter bevrijding uwer klasse is lang en vol van de grootste belemmeringen Maar aan het einde van dien weg ligt de zekere be vrijding uwer klasse Onze atdeeling hield Zondagmorgen een huishoudelijke vergadering ter bespreking van de „candidaatstelling voor het P. B.". De voorzitter gaf een kort overzicht over de kwestie, waarover de afd. op dat oogenblik een beslissing had te nemen, maar gaf den leden de volle],vrijheid om het hunne te zeggen over alles wat daarmee samenhangt. Na een uitvoerige behandeling van het geheele geschil in de partij bleken twee mee ningen tegenover elkander te staande voorzitter meende dat de afd. op dat oogenblik geen andere beslissing had te nemen dan alleen over de candidaatstelling voor- het P. B.eenige leden meenden daarentegen dat de afd. zich uit te spreken had over de wenschelijkheid van een buitengewoon Congres, enz.... Door een stem ming werd uitgemaakt dat de meerderheid het met den voorzitter eens was en dat men zich bepalen moest tot een beslissing omtrent het stellen van candidaten. Uit de besprekingen over dat eene punt bleek, dat de afd. het optreden van het P. B. tegenover de Tribune goedkeurde, maar eveneens zeer goed begrijpen kon dat Schaper en Helsdingen de verklaring der Tribune-redactie onvoldoende achtten en daarom niet langer in het P. B. wilden blijven, maar de partjj in haar geheel een be slissing wilden doen nemen. Men begreep, dat de can didaatstelling van Helsdingen en Schaper door het P. B. zou kunnen worden opgevat als een motie van afkeu ring, die men niet had willen stellen. En ter andere zijde begreep men, dat Helsdingen en Schaper bij even- tueele herkiezing niet zonder meer opnieuw in het P. B. zitting zouden kunnen nemen. Ten slotte besloot de afd. daarom, zich van candidaatstelling te onthouden, en zich te wenden tot het P. B. met de vraag, hoe het P. B. een eventueele herkiezing van Helsdingen en Schaper zou opvatten, en tot Hei-dingen en Schaper of zjj zich een eventueele herkiezing zouden laten welge vallen en welke hun houding tegenover het P. B. en de partij alsdan zou zjjn. Zondag 24 Jan. vergadert de afd. opnieuw, dan ter bespreking van de noodzakelijkheid van een congres, het uitbrengen van het referendum daarover en het stemmen van partijbestuurders. Onderschrift Onze afdeelingssecretaris bericht ons dat Schaper o.a. dit antwoordde„Ik neem alleen een kandidatuur aan voor 't geval degeen die mij kiezen ook voor een buitengewoon congres zijn ter opruiming der Tribune-geschillen. Zonder dat zou ik weer moeten bedanken. Ik geloof niet, dat deze situatie practisch mogelijk is." Van een conferentie. In aansluiting van het bericht in het vorige nummer, over bet contract, den schildersgezellen aangeboden en het voornemen der beide organisaties, de afd. van den N.S. G.B. en „Voorzorg" om een openbare vergadering te beleggen en een confe rentie aan te vragen, deelen we het volgende mee: Wat de openb. verg. aangaat, daarover zullen we hier niets zeggen, waarschijnlijk is het verslag van die vergadering hier in 't zelfde nummer te lezen. Door de gezellen een conferentie aangevraagd, om het contract, dat volstrekt niet in den geest viel te bespreken, kwam reeds den volgenden dag antwoord, waarin de conferentie op Maandag 11 Januari werd gesteld. Onzerzijds was een collectief contract opgesteld, waarin slechts zeer bescheiden wenschen waren opgenomen. Door den Bondspenningmeester Spek werden onze belangen verdedigd. Tevergeefs, al het praten hielp niets. De heeren patroons waren blijkbaar van te voren besloten niet toe te geven. De artikelen van h-t contract, ons door de patroons aangeboden, werden door Spek aan critiek onderworpen op de hem eigen bedaarde manier. De patroons lieten het echter aldus voorkomen en ze spraken zich ook zóó uit: Nu ja, dat contract, het was er nu eenmaal, maar als het kon, hadden zjj er nog meer op tegen dan de gezellen en als de wet hen niet genoodzaakt had met een contract te komen, het was zeker niet gebeurd. Vervolgens het eene artikel voor en het andere na, overal werd er van gezegd, nu ja, het staat er zoo wel, maar het is niet de bedoeling om het toe te passen. De schildersgezellen hebben dus een contract van 13 artikelen en 't is nog te kort, feitelijk zou er nog een artikel bjj moeten wat ongeveer zóó zou moeten luiden Art. 14. De gezel verplicht zich er genoegen mede te nemen, dat de patroon de voorgaande 13 art. niet toepast. Om kort te gaan, de conferentie was zonder resultaat, de gezellen zullen het contract zoo moeten aanvaarden. Eén van de heeren maakte bjj het scheiden van de markt onzen Bonds-penningmeester een compliment over zjjn tactvol optreden en meende dat, als de gezellen in Schiedam altijd een dergelijke houding aangenomen hadden, de verstandhouding tusschen patroon en arbeider een veel betere zou geweest zijn. Daar had je bjjv. die stukken welke in De Moker werden geplaatst, in 't bjjzonder het laatste stuk waarin het contract, een koelie-contract werd genoemd. De patroons trokken zich er wel niets van aan, maar ze dachten op 't laatst, als de gezellen bjj hen kwamen, met het oog op die stukken; loop naar den bliksenf. Door een van de gezellen werd De Moker verdedigd en ook het laatst verschenen stukje; hjj verklaarde dat volgens zijn meening, een overeenkomst opgemaakt moest worden door de belanghebbende partjjen. Daarvan nu was geen sprake. De patroons bieden een contract aan met de boodschap, kijk het eens in, dat kan je teekenen en je kan het niet teekenen. Teeken je echter niet, dan ga je de straat op. Dns de patroons maken misbruik van hun economische over macht, door de gezellen te plaatsen voor de vraag: teekenen of de straat op, wat wil je De gezellen worden aldus gedwongen een contract te teekenen, waar ze volstrekt niet mee instemmen. De voorzitter meende daartegen te moeten protes teeren, iedereen was, volgens hem, vrij, volkomen vrij om te teekenen. Juist, voorz., we zijn vrjj om te teekenen of niet te teekenen, maar teekenen we niet, dan kunnen we bjj geen patroon werk krijgen, hebben wij geen werk, zoo ontvangen wij geen cent natuurlijk, zoodat onze vrijheid daarop neerkomt, teekenen of gjj kunt verhongeren. Een hoera voor die vrjjheid. Nu nog even over het plaatsen van stukken in De Moker, welke de goede samenwerking tusschen patroon en arbeider zouden belemmerd hebben. Wanneer we maar even nagaan wat er in de schildersbeweging alhier is gebeurd, springt dadelijk de onwaarh-id van die be wering in 't oog. B.v. laat ons beginnen bij 't begin: De afd. bestond een korte poos en zjj meende, dat zij aan een loonactie moest beginnen. Er werd een ver zoek aan de patroons-organisatie gericht, om het loon te verhoogenhet werd afgewezen, weer eea verzoek naar de patroons, om een conferentie toe te staan, teneinde ons verzoek mondeling te kunnen toelichten, er werd afwijzend op beschikt. De Kamer van Arbeid werd aangezocht alsnog haar invloed op de patroons organisatie aan te wenden om toch een conferentie te verk ijgen. De K. v. A. had evenveel succes als de afd. van den N. S. G. B. De K. v, A. plaatste dan ook een stuk in de courant, waarin zjj de houding der patroons ten sterkste af keurden. „Wanneer er geen stukken in De Moker hadden ge staan, was de verstandhouding een betere geweest." De lezer wordt verzocht in 't oog te houden, dat er toen nog nooit een stuk van de schildersgezellen in De Moker had gestaan. We gelooven, dat de bewering van dien patroon door het bovenstaande voldoende weerlegd is geworden. We zullen nu nog even aanhalen, wat de plaatselijke schilders-ver. „Voorzorg" overkwam. Iedereen, die in de schilderswereld van Schiedam een klein weinigje thuis is, kan weten, dat de in „Voorzorg" georgani seerde schilders vrij zijn van alle revolutionaire smetten. Mededeelingen door die organisatie worden nooit in De Moker geplaatst. Zjj gaan uit van de onderstelling, dat als men het maar zachtjes aan doet, de patroons nog zoo kwaad niet zijn. Welnu, die organisatie deed aan een loonbeweging. Zjj verzocht eer kleine verhooging van uurloon. De patroons beschikten afwijzend. „Voorzorg" verzocht een conferentie. De patroons beschikten afwijzend. „Voorzorg" nam de K. v. A. in den arm. De patroons stonden toen goed gunstig een conferentie toe, niet om de gezellen, o neen, om de K. v. A. een pleizier te doen. De verhouding had zooveel beter geweest als er geen stukken in de „Moker" stonden. Maar „Voorzorg" plaatst geen stukken in de „Moker", men zou zoo zeggen, daar moest zeer vriendschappelijk mede samengewerkt worden. Helaas, de feiten zijn daar, om de bewering van dien patroon te logenstraffen. Neen, kameraden, ook gij die in „Voorzorg" geor ganiseerd zjjt, er is maar één manier om met de pa troons samen te werken, dat is een hechte, sterke organisatie, waarin het parool is „allen voor één, en één voor allen", Niet waar, wanneer gij naar de houding der patroons kijkt, ook weer aangenomen bij die conferentie, als men ziet dat reeds van te voren besloten is, niets aan bet contract te veranderen, dan moet gij toch wel het besef krijgen dat op zoo'n manier niets met de heeren is te beginnen. Daarom vereenigt u, komt allen bij ons, denkt om het voorbeeld dat de patroons u geven, die zijn ook hecht georganiseerd. Ook voor ons geldt de spreuk: „Wie den vrede wil bewaren, hjj zorge tot aan de tanden gewapend te zijn. Koelie-Contracten. Het begint een beetje naar Februari te loopen. De

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 2