ZAALHEREN Katholieke Kool. Onmacht. Afdeelingsgebou w Boterstraat 30 Leugenachtige voorstelling. maar gewoon toelaat, dat een belangrijk deel van de woningen in het oudere deel der Gorzen na door ver hooging van het grondwater volkomen ongezond en onbewoonbaar wordt? Waarom is dat lagere gedeelte met een afzonderlijk lager peil dan niet eerst afge sloten geworden of waarom zorgt de gemeente anders niet, dat de genoemde „verbouwing en verhooging van het trasraam" kan geschieden? Het zijn maar arbeiders, denken de heerenWe zullen het onthouden. Even merkwaardig is wat de Gezondheidscommissie in het Hoofdstuk „Volkshuisvesting" bericht. Vooreerst deelt de Commissie mede, dat de woningen in het vorige jaar voorgedragen voor aankoop en af braak nog steeds niet aangekocht en afgebroken zijn. B. en W. willen er gewoon niet aan ze beweren dat het „gebrek aan woningen" zulks niet toelaat. Maar intusschen weigert de Raad in het „gebrek aan woningen" te helpen voorzien. Dat is de praktijk der christelijke politiek. Heerljjk is ook de mededeeling, dat „in de meeste woningen" geen „gelegenheid te vinden was" om een privaat te bouwen, zoodat men ze „in de onmiddellijke nabijheid der woningen" moest plaatsen. In zoo'n woning moest men de heeren raadsleden die voortdurend den woningbouw tegenhouden eens een poosje laten wonen! De schandelijke houding van den Raad tegenover de vereeniging „Volkshuisvesting" wordt nog eens aan de kaak gesteld, zij het dan ook zonder „kritiek". De vereeniging zegt geen goede woningen van minder dan f 2.huurwaarde te kunnen bouwen. De Raad eischt dat desniettegenstaande, maar weigert tevens geb uik te maken van zijn wettelijk recht om dit door een subsidie wèl mogelijk te maken. Wat zeer noodig zou zijn. „Wij constateeren", zegt de gezondheidscommissie, „dat er aan deze woningen nog een groot ge brek bestaat en dat van opschuiving voorloopig nog weinig sprake is. Er wonen hier ter stede nog velen in woningen van hooger huurwaarde dan zjj gevoegelijk kunnen betalen". Hoort ge het, christelijke en andere beschermers van de huisjesmelkers Maar niet waar, gij zijt niet uw broeders hoeders en dat kanalje uit de achterbuurten erkent gij allerminst als uw broeders Een verrukkelijk tafereel van maatschappelijke weelde is 't verhaal, dat de Gezondheidscommissie doet over de bewoning van een zolder in de Gruttersteeg. Die zolder werd eenvoudig voor keet gebruikt, ook om te slapen En daarop moesten een onhebbelijk aantal werk lieden leven en rusten. De Gezondheidscommissie kon tegen dezen afzichtelijken toestand evenwel niets doen, omdat „de geheele ruimte meer dan 100 M:!. groot was en de bouwverordening voor dergelijke woningen geen eischen aan slaapvertrekken stelt." De Commissie verzocht daarop (reeds in MeiB. en W. een verandering in de Bouwverordening voor te stellen, ten einde zulke wantoestanden te kunnen voorkomen. Maar natuurlijk zonder resultaat. Voor arbeiders, die op een dergelijken keet-zolder moeten wonen, hoeven B. en W. zich niet te haasten Eu de Raad natuurlijk nog veel minder. „Het bacteriologisch onderzoek" van het drinkwater is dit jaar weer „niet zoo gunstig" geweest als „wel gewenscht is". En nafilter III gaf in Augustus en Sep tember slechte resultaten". Dat zijn de dorre opmerkin gen over onze waterleiding. Hoelang zal het nog duren voordat de Gemeente voor een betere waterleiding zorgt? Dat er eerst eens een vreeselijke ramp door waterbe smetting over de stad is gekomen Wat een rommel is het toch in Schiedam Ook dit verslag bewijst weer, dat er in onze plaatse lijke Gezondheidscommissie flink wordt gewerkt, zij het dan ook niet door alle leden. Maar tevens blijkt er op nieuw uit, dat de bevoegdheden der Gezondheidscom missies veel te klein zijn om ze in staat te stellen, haar wettelijke taak overeenkomstig den eisch te vervullen. De Katholieken hebben soms veel weg van verwaande struisvogels. Ook te Schiedam doen zij voortdurend als zoodanig. De laatste vergadering van „Katholiek Leven" is er weer een bewijs van geweest. Da Schiedamsche Katholieken beginnen den stijgenden invloed van het socialisme te ondervinden. Tal van Katholieken gaan daar belang in stellen, neiging ge- voeleu ermee mede te gaau, en, zij het nog op een af stand, het te volgen. De pogingen a la Aalberse om de Katholieken bijeen te houden door een beetje „soci- alerig" te doen, veraterken natuurljjk den s cialistischen invloed in de Katholieke kringen. Machteloos staan de deftig-gerokte geestelijke adviseurs daartegenover. Het eenige middel, dat misschien nog zou kun en baten is den godsdienst in 't spel te brengen, te beproeven het socialisme voor te stellen als vijandig aan den gods dienst, och, dit middel is reeds even oud als het socia lisme en heeft nog nergens ooit het socialisme knnnen tegenhouden. Het zal ook te Schiedam niet baten, vooral niet wanneer het zóó onhandig wordt gehanteerd als in de bovengenoemde vergadering. De spreker daarin was een katholiek geworden dominé, de heer G. Bruna, als bestrijder van de „dwalingen en ketterijen van het protestantisme" en van de „duivelsche dwaalleer van Calvyn" zou deze ex-dominé op grond van zijn eigeu levensloop en levensondervindingen mis schien een waardevolle specialiteit kunnen zijn. Als bestrijder van het socialisme is hij vooral nog de moeite van het bestrijden niet waard.' Wij zullen dan ook zijn onzinnige rede, die ten doel had het socialisme als niets dan materialisme voor te stellen, met rust latendie onzin is reeds te vaak weerlegd om nog eenig geloof te knnnen vinden. Maar zoowel de voorzitter als Ds. Bruna zeiden eenige dingen, die wij wel uit de duisternis van de katholieke verborgenhedeu in het licht onzer socialistische open baarheid willen trekken. De voorzitter zei o. a. dat Katholiek Leven" die vergadering had belegd, „omdat het socialisme een ongeloovig stelsel is eu zoovelen zich van het socialisme een absoluut valsche voorstelling maken". In deze ver klaring ligt de otflcieele erkenning van den grooten invloed van het socialisme in Katholieke kringen. Het kan geen kwaad, daarop nog eens de aandacht te ves tigen. Wij danken den voorzitter van „Katholiek Leven" voor de gelegenheid ons aldus geboden, om dit feit op nieuw te constateeren. Gratias. Ds. Bruna verkondigde deze merkwaardigheden „de groote knecht van het socialisme zijn wij (n.l. de Katho lieken), en het socialisme maakt door onze schuld groote vorderingen, omdat we niet i-ts beters dan onze treu rige wereldsche en staffelijke idealen weten na te jagen." Daar wordt dus met even zooveel woorden erkend, dat ook het Katholieke Christendom zijn invloed op de men- schen kwijt is, en dat de invloed van de Katholieke Kerk is dat de geloovigen „treurige were'dsche en stoffelijke idealen" najagen en niets meer. Ook deze bekentenis uit zóó bevoegden mond is goud waard. Maar beg ijot deze eerwaarde „bekeerling", zooals de „nieuwe" hem gracelijk noemt, nu heelemaal niet, dat ook de Katholieken juist daarom zich aangetrokken gevoelen tot het socialisme en tot de S. D. A. P., ziende dat de zedelijke en geestelijke verheffing der menschen juist door hun strijd voor het socialisme wordt bereikt? Snapt Ds. Bruna niet, dat het door hem vastgenagelde feit dat ook het Roomsche Christendom door eigen schuld zijn invloed op de menschen meer en meer kwijt raakt ten gevolge heeft, dat zij de- Kerk den rug toe draaien en zich komeu verwarmen in het louterende licht van het Socialisme Begrijpt hij niet, dat h*-t onzin is, eerst te constateeren dat het Roomsche Christendom de menschen bracht tot het najagen van „wereldsche en stoffelijke idealen" en hen daarvan niet wist terug te houden, en dan hen te verwijzen naar dat Roomsche Christendom dat door de eigen schuld der Kerk waardeloos voor hen is geworden Tot zulke kool komt het Katholicisme door zijn on macht om zijn schaapkens bijeen te houden. De sociaaldemokraten beweren, dat de burgerklasse door het kapitalisme zelf onmachtig wordt gemaakt om te regeeren. Daarmee bedoelen zij geenszins, dat de burgerklasse niet meer de beschikking zou hebben over personen met voldoende kennis en bekwaamheid om het landsbestuur in handen te kunnen houden. En evenmin willen zij daarmee zeggen, dat de burgerklasse geen -geld genoeg meer heeft om de bestuurskosten te dekken. Allerminst. Aan knappe lui en aan geld heeft de burger klasse het tegendeel van gebrek- De steeds toenemende regeeringsonmacht der burger klasse is eenprodukt van het kapitalisme, dat het proletariaat in 't leven riep als een der onmisbare mid delen voor het voortbestaan en de ontwikkeling van het kapitalisme zelf maar aan dat proletariaat zulke onze kere en onvoldoende levens- en ontwikkeliugs-omstan- digheden verschafte, dat het de gezworen vijand van darzeltde kapitalisme is geworden en alleen van de ver nietiging van het kapitalisme verbetering kan verwachten. De burgerklasse ziet den groei van de macht van het proletariaat, maar is onmachtig om dien groei tegen te gaan, omdat zij zelve dat proletariaat voor haar kapitalistische ondernemingen noodig heeft en zelfs belang heeft bij een ontwikke'ing-tot-zekerrhoogte van dat proletariaat. De burgerklasse moet dus uit eigen bestaansbelang dat proletariaat laten voortgaan. Maar die voortgang van het proletariaat is tegelijker tijd een bedreiging voor de macht der burgerklasse, om dat het proletariaat zijn toestand niet anders goed kan maken dan door vernietiging van het kapitalisme. Van dien kant de zaken bekijkende, heeft de burgerklasse dus belang bij belemmering van de ontwikkeling der macht van de arbeidersklasse. Vandaar dat zij iedere poging, om door middel der wetgeving den toestand der arbeidersklasse verbeteren en daardoor de macht dier klasse te vergrooten, van de hand wijst, indien die ver betering niet tevens in het belang is van de burger klasse zelve. Zoo wees het ministerie Heemskerk maat regelen tegen de werkloosheid van de hand en vond daarbij een groote meerderheid in de Kamer achter zich. Zoo wees nu minister Talma maatregelen tot ver betering van het arbeidsleven door verkorting van den arbeidsduur en een ruim verbod van kinder- en vrouwen arbeid van de hand. Heemskerk en Talma zitten o[ hun ministerszetel als vertegenwoordigers en zaakwaar nemers van de burgerklasse en dus van het kapitalisme Zij kunnen hun zetel alleen bezet houden door hand langersdiensten te bewijzen aan het kapitalisme Dit wil geen machtsuitbreiding van het proletariaat Ook Heemskerk en Talma houden dus wetgevingsmaat regerelen tegen, die zulk een machtsuitbreiding tenge volge kunnen hebben. Maardaardoor jagen zij de arbeiders bij drom men de sociaal-demokratie in en versterken zij de poli tieke macht van het proletariaat. Zoo zijn z-* onmachtig om de eischen der arbeiders klasse in te willigen. Maar ook onmachtig om ze tegen te houden. Intusschen verdienen ze hun pensioen. Sociaal - Democratische Arbeidersp artij Afdeeling Schiedam IN HET lederen avond geopend. In het bezit van een ruime Koffiekamer met uitmuntend Billard. Benedenzaal, f2.50 voor gewone huis houdelijke vergaderingen. f5.voor openbare vergaderingen. f7.50 voor feestavonden. Vergaderzaal (eerste verdieping). f 1.voor huishoudelijke vergaderingen. fl.50 voor andere vergaderingen. Vergaderlokalen (tweede verdieping). f0.50 voor bestuursvergaderingen. f 1.voor huishoudelijke vergaderingen. N.B. In het Gebouw is een afzonderlijke, ruime Koffiekamer, waar uitsluitend alcohol vrije dranken worden geschonken. HET BESTUUR. Dat de „Christelijke" pers op enkele gunstige uitzon deringen na een toonbeeld van leugenachtigheid is, is bekend. Maar het is nuttig, van tijd tot tijd die leugen achtigheid nog eens aan te wijzen. Een mooi voorbeeld daarvan is het artikel „verkor ting van arbeidsduur" in de Nieuwe Schiedamsck Courant van 13 Maart 1909. De katholieke Nieuwe kan natuurlijk niet anders dan de reactionaire denk beelden van haar patroon, Mr. W. H„ verkondigen. Ze zit dus met de motie van haar partijgenoot, Mi'. Aalberse, leelijk in haar maag. Ronduit die motie en de houding van Mr. Aalberse veroordeelen, durft de Nieuwe niet; dat zou gevaailijk zijn met het oog op de steeds krach tiger wordende socialistische neigingen onder de katho lieke arbeiders van Schiedam. Ze gaat daarom niet verder dan de veroordeeling van Mr. Aalberse in dezen slotzin„Hopen wij, dat aldus de bedoelde wet in de verre toekomst niet een knellend juk maar een zachte drang zal zijn, die patroon en werkman beiden bevredigt Maar de Nieuwe verzuimde in g-moemd artikel mee te deelen, dat de motie-Aalberse volkomen denzelfden inhoud had ais de motie-Schaper, voorzoover het de kwestie van den 10-urigen arbeidsdag betreft, en zelfs in volkomen dezelfde bewoordingen is vervat. Immers de motie-Schaper en de motie-Aalberse luiden beiden: De Kamer van oordeel, datde wettelijke beperking van den arbeidsduur voor de volwassen arbeiders, eu wel tot 10 uren p^r etmaal, gewenscht is, gaat over tot de orde van den dag. Deze beide moties stellen dus volkomen denzelfden beginseleisch. Het verschil tusschen de motie-Schaper en de motie- Aalberse bestaat dan ook niet in een beginsel verschil maar in iets bijkomstigs. De motie-Schaper hield nog den i eisch in van „de grootst mogelijke beperking van den nachtarbeid en betere bescherming van kinderen en jeugdige personen", en nam op aandringen van den heer Drucker nog de woorden op„behoudens de onvermijdelijke uitzonde ringen". De motie-Aalberse hield nog deze woorden in„be houdens dringend noodzakelijke nitzonderings- en over gangsbepalingen".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 2