Stemt Dr. J. van Leeuwen. De samen stelling der Bestuurders bonden. Het Algemeen Kiesrecht. Dr. J. van Leeuwen. De bodemlooze Put. Dr. J, van Leeuwen. Aan de voorstanders van Staatspensiooneering. thuis gebleven, omdat het tóch niets geeftmaar ge stemd op ónzen kandidaat, omdat elke stem een protest is tegen den stilstand in den wetgevenden arbeid van de rechtsche en linksche ministeries der laatste tijden, omdat elke stem de eischen krachtiger stelt, die de Sociaal-Demokratische Arbeiders-Party thans gesteld heeft voor het Algemeen Kiesrecht; wettelijke regeling van den arbeidsdag; Staatspensionneering uitbreiding der Ongevallenwet. - P. de Br. Naar aanleiding van ons artikeltje „Op den goeden weg?" waarin de motie, door het N. Y. Y.aangenomen over de samenstelling der Bestuurdersbonden, besproken werd, schrijft De Bondsbanier, het orgaan van den Rotterdamschen Bescuurdersbond Wij verschillen op twee punten met De Bruin van meening, wiens ijver en toewijding voor de beweging wij kennen, en op wiens oordeel, naar wij meenen, overigens wel prijs mag worden gesteld. Eerstens gelooven wij niet, dat het de bedoeling van de motie is, om die vakvereenigingen, die bij de Bestuurdersbonden zijn, maar waarvan de bonden niet bjj het Vakverbond zijn aangesloten, uit de Bestuurdersbonden dadelijk te elimineeren. Dat zou inderdaad ook een onnoodige scheiding en ver wijdering brengen daar, waar eendracht en saam- hoorigheid in onze richting juist gekweekt moeten worden. Tweedens meenen wij, dat de principieele uit spraak der motie, n.l. dat de politieke partij, de S. D. A. P. zich uit de Bestunrdersbonden behoort te verwijderen, daar waar zulks mogelijk is, door de Bestuurdersbonden en de Partij-afdeelingen geëerbiedigd moet worden. De Bruin schrijft: „Wat ons betreft, en wellicht zullen meerderen mèt ons, die ook in de plaatselijke beweging nog wel heil 'genoeg zien om ze niet te willen neer- trappen, dezelfde gedachte in zich hebben voelen opleven verstandige besluiten van het N. V. V. willen we gaarne helpen uitvoeren, maar tegen onverstandige zullen we de arbeidersbeweging trachten te beschermen. En zoover onze bescheiden krachten gaan willen we in 'onzen kring er voor trachten te zorgen, dat het heillooze besluit, dat de beweging, inplaats van op den goeden weg, ten verderve voert, niet wordt uitgevoerd." Deze opvatting deelen wij allerminst. Ook wy vreezen, dat zich hier en daar, ook in de grootere plaatsen, nog wel schadelijke gevolgen van dit besluit zullen doen gevoelen. Doch waar dit alles door het Vakverbond voldoende overwogen, en onder de oogen gezien is kunnen worden, en 't tóch zoo beslist deze uitspraak deed, daar meenen wij dat het onze plicht is, ons aan deze uitspraak te onderwerpen, en aan de uitvoering zoo goed mogelijk mede te werken. Aan ons persoonlijk, nóch aan de Bestnurdersbonden is het te beoordeelen, welke van de besluiten van het Vakverbond goede of niet- goede zijn. De hoofdzaak van ons betoog ging niet over het uittreden der S. D. A. P. uit de B. B., ofschoon wij van de noodzakelijkheid eener algemeene regeling daarvoor nog steeds niet overtuigd zijn. Maar het groote bezwaar dat wij tegen de motie hebben, is, dat wèl langen tijd beraadslaagd is geworden over de uittreding der S. D. A. P., maar over het uitzetten der typo's- en onderwijzers-organisaties is met ons weten vooraf geen woord gezegd of geschreven. Men heeft zónder voor bereiding en dus op onverantwoordelijke wijze dit ingrijpende besluit genomen. Waar het hier een drietal organisaties betreft, die in den regel het eerst vasten voet hebben en leiding kunnen geven, is het besluit voor kleine plaatsen eenvoudig een ramp. Dat men dit niet heeft ingezien, pleit niet voor het inzicht, waarover de organisators uit de grootere plaatsen beschikken. Nog maar gezwegen van het feit, dat men de kleinere Bestuurdersbonden ook uit financieel oogpunt het bestaan onmogeljjk maakt. Dat de wijze waarop het besluit is genomen uit democratisch oogpunt moeilijk te verdedigen is, stemt De Bondsbanier ons blijkbaar toe. En dat is van groot belang. Dat het de bedoeling van de motie niet zou zjjn, de afdeelingen van Bonden, welke niet bjj het N. V. V. zyn aangesloten, dadelijk te elimineeren, ljjkt ons een vermoeden, dat geen enkelen grond heeft. Volgens het verslag in Het Volk werd door Keesing gezegd „De typo's en onderwijzers die hier en daar nog zyn aangesloten, moeten dan maar bij hun hoofd besturen aandingen op aansluiting bij het N. V. V. Spoedig zullen wij dan het verlies hebben ingehaald". Die meening vonden wij niet weergesproken en wij mochten dus aannemen, dat ze door de vergadering is aanvaard. Natuurlijk erkent ook de redactie van de Bondsba nier de ellendige gevolgen van die ellendige motie, zooals ieder 't doet, die in de plaatselijke beweging werkzaam is, waarvan 't schijnt of zij, die in de lande lijke beweging hun taak hebben, geen flauw begrip meer hebben. Maar als de redactie de motie wil gaan uitleggen op haar manier, en wij mogen het doen op de onze, en anderen wordt dezelfde vrijheid gelaten, ja, dan ver vallen onze bezwaren wel. Maar 't is de vraag of het N. V. V. wel pleizier zou vinden in zulk een uitvoering zijner besluiten. Op grond van het onvoorbereid en zonder overleg met de B. B. behandelen dezer kwestie, ontkennen wij dat de gevolgen van het besluit door het N. V. V., „voldoende overwogen" zyn en meenen wij ons gerech tigd aan de uitvoering ervan niet mede te werken. Dat wij persoonlijk niet zouden mogen beoordeelen welke van de besluiten van het N. V. V. goede of niet goede zijn, als het de resultaten van onze jarenlangen, met groote offers betaalden arbeid en de Bestuurders bonden zelf daarover evenmin zouden mogen oordeelen, is een beweriug, zóó uit den tijd, dat we ze in de Bonds banier zeker niet gezocht zouden hebben. Het beschikken over anderen, in casu het vonnissen en terechtstellen zonder vorm van proces, moesten we in de arbeiders-beweging nu maar niet gaan toelaten of goedpraten. Ook niet als het N. V. V. deze russische methode gaat toepassen. P. de Br, De lasten van den Staat drukken op ieder burger. Indirekte helasting betaalt iedereen. Allen moeten we de rijkswetten gehoorzamen. Het militarisme eischt offers van ons allen. De billijkste en de allereerste eisch moet dus zijn, dat ook' ALLE burgers medezeggingschap hebben in het bestuur van dien staat. Maar van de ongeveer 1.340.200 mannelijke Neder landers boven 25 jaar waren er in 1908 slechts 811.625 kiezers, dat is 60.55 percent. Dat is een schandelijke en onbillijke toestand, waar aan zoo spoedig mogelijk een einde moet worden ge maakt. Het kiesrecht mag niet langer aan de belasting- census gekoppeld blijven. Elk burger moet het burger- recht bezitten, opdat de wetgevende lichamen werkelijk worden de afspiegeling van de geest des volks. Arbeiders, demokraten, waar de sociaal-demokraten de meest konsekwente en meest krachtige verdedigers van het algemeen kiesrecht' zijn gebleken, stemt ónzen kandidaat: Volgens sommige deskundigen bezit Nederland een vestingstelsel, dat niet veel waard iseen vloot, die in geval van oorlog het verstandigst doet een veilige haven op te zoeken en een leger dat hoogstens een ietwat verdedigende rol zal kunnen vervullen. Wat dat grapje echter kost Voor leger en vloot werd uitgegeven in 1899 een bedrag van f 37.520.145. 1900 - 40.666.975.— 1901 - 39.466.653.— 1902 - 39.948.802.— 1903 - 42.453.153 1904 - 45.582.956.— 1905 - 44.615.186.— 1906 - 44.708.121.- 1907 - 44 500.988.— 1908 - 46.328.546.— 1908 (geraamd) - 46.605.358.— Deze enorme sommen, besteed aan de soldaterij, hadden veel nuttiger besteed kunnen worden voor aller hande zaken, die nu niet uitgevoerd kunnen worden „omdat er geen geld is", naar het heet. Maar voor het militarisme heeft men altijd geld en is 't nooit t6 veel. Men wil hooger en hooger, is de perken van het noodzakelijke reeds ver te buiten, plaagt het volk met de sarrend-overbodige 3e herhalings-oefening en trots alle verkiezingsleuzen van kerkelijke en vrij zinnige partijen „bezuiniging bezuiniging is er van inkrimping van den grooten slokop niets te merken. Wie werkelijk bezuiniging der militaire lasten wil, hy stemme op den sociaal-demokratischen kandidaat Lang reeds is de eisch gesteld, dat de ouden dagen, die héél hun leven hebben doorgebracht dienst van anderen, die de winsten van hfin arbeid slokten en zélf geen cent kouden overleggen om als ze niet meer deugen voor werkinstrument, oud en óp zijn en worden weggeworpen als dt knepen citroen, hun toevlucht moeten nemen L kinderen, die 't óók arm hebben en voor wie ze een last, zijn, óf door bedellijsties moeten probea zich in het armhuis opgeborgen te krijgen, oml_ gescheiden van allen en alles wat hun lief en dierb is, het einde van hun leven af te wachten, lang ri is de eisch gesteld dat de Staat zich het lot deroi van dagen zal aantrekken, en ertoe bijdragen dat „oud-worden" inplaats van een vloek een zt worden zal. De politieke partijen hebben zich moeten uitsprei over het vraagstukde kerkelijke partijen zoo de vrijzinnigen. De eisch leefde in 't volk op,„._ hun standje te bewaren, moesten de laatste regeeriij een ontwerp-wet indieneh. Het ontwerp-Kuyper legde den verzekeringsglië ieder, die in loondienst was en een inkomen beis f 1000 's jaars had. De verzekerden werden ingedeeld in 5 klassen, de volgende weekpremies te betalen hadden I Loonen beneden f240 20 cent H van - 240—400 24 III - 400—600 32 IV -600-800 40 V -800-1000 48 Deze premiën moesten door de werkgevers wori betaald en mochten voor de helft van het loon wori afgehouden. Ouderdomspensioen werd toegekend op 70-jarip leeftijd. Indien men geregeld 50 weekpremies per jaar la betaald, ontving men de volgende uitkeeringen I II III IV V f 74.50 - 89.40 - 119.20 - 149.— - 178.80 f 86.50 - 103.80 - 138.40 - 173. - 207.60 f 98.50 - 118.20 - 157.60 - 197.— - 236.40 f 110.50 - 132.60 - 176.80 - 221. - 265.20 f 122.50 - 147.- - 196.- - 245.- - 294.- f 127; -152, Men moest dus op z'n 16e jaar beginnen te beta! tot z'n 70e toe Als men door werkloosheid of ziekt een tijdlang niet betalen kon, werd de uitkeering middellijk lager. Men betaalde dus een hooge premie en de weinig arbeiders, die 70 jaar oud worden, kregen een uitei lage uitkeering, die ze zeker niet in staat stellen zonder zorgen hun laatste dagen te slijten. Minister Veegens nam dezelfde verplichte zekering, dezelfde loonklassen en dezelfde premies, Een groot voordeel bood zyn ontwerp boven van Knyper, doordat het op 65-jarigen leeftijd 1 sioen gaf en dus een grooter getal arbeiders dan Knypa er van wilde doen genieten. Echter was gedtra een overgangstijd van 24 jaar het pensioen van f 101 per jaar slechts op 70-iarigen leeftijd verkrijgbaar, uitkeeringen waren iets hooger. I f 81.35 f 96.35 f 111.35 f 126.35 f 139,8) II - 97.62 - 115.62 - 133.62 - 151.62 - 167.8! III - 130.15 - 154.15 - 178.15 - 202.15 IV - 162.69 - 192.69 - 222.69 - 252.69 - 2791 V - 195.23 - 231.23 - 267.23 - 303.23 - 335,63 sta Beide ontwerpen, geschoeid naar het Duitsche stelsel hebben bij de sociaal-demokraten geen sympathie kot nen vinden. Wij meenen dat de arbeider die héél zyn leven offerd heeft aan het maatschappelijk welzjjn recht heeft op steun en voldoenden steun, als hij meer in eigen onderhoud kan voorzien. De premie betalingen in bovengenoemde stelsels drukken het loo onmiddellijk en daarom mede aanvaarden wy die seis nooit. Wij eischen Staatspensionneering in al haar omvang. Het Duitsche stelsel wordt in„ enkel land aanvaardFrankrijk, Oostenrijk, Denen» ken, België, Nieuw-Zeeland en Engeland, waar de pensionneering aan de orde gesteld of reels geregeld is, hebben allen de Staatspensionneering bovei verzekeringsdwang gekozen. Is Staatspensionneering mogelijk? Wat zal het kosten? Waar moet het geld vandaan komen Vliegen 77 77 77 77 77 77 77 77 7) 77 77 V 77 77 77 7? 77 77 77 77 77 7) 77 77 77 77 un o 00 O cö J3 Na 10 jaar betalen. Na 20 jaar betalen. Na 30 jaar betalen. Na 40 jaar betalen. Na 50 jaar j Na 51 jt betalen. betala Loon- kla8se. Na 10 jaar betalen. Na 20 jaar betalen. Na 30 jaar betalen. Na 40 jaar betalen. Na 49 jaar betalen crr> GvJ CM f

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 2