Oproep No. 23. ZATERDAG 7 Augustus 1909. 9e Jaargang. SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM. Stukken ïoor 't eerstïolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. De Moker Zangvereen. „Excelsior" en Kinderkoor. Van onze vroede Vaderen. REDACTEUR: Dr. J. VAN LEEUWEN. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal j vooruitbetaling. franco per post 30 cent j Losse nummers 2 cent. Redactie-adres: St. Liduinastraat 38. Administratie-adres: Gebouw „Constantia". ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. is eiken Zaterdag verkrijgbaar Te Schiedam Nieuwsticht N. Z. 32. Zalmstraat 22. „Constantia", Boterstraat 30. Te Vlaakdingen W. de Gast, Callenburgstraat 58. Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne menten aangenomen. De abonné's worden verzocht bij adresverandering daarvan kennis te geven aan de Administratie. Voor de nieuwe Raadsverkiezing in II hebben wij veel geld noodigonze verkiezingskas is leeg. Zorgt dus spoedig voor veel, veel geld. Verder hebben wij iederen avond mannen en vrouwen noodig, om het voorbereidend verkieziDgswerk te doen. lederen avond houdt ons Comité zitting in Constantia" Laat nu niemand wegblijven, die zich ook maar eenigs- zins vrij kan maken. Wjj verwachten dus iederen avond tientallen mannen en vrouwen in „Constantia", ook voor huisbezoek. En wjj verwachten zeer spoedig massa's geld. Het Bestuur. Wtgens vacantie van den directeur zal ook a.s. Zon dag voor het Kinderkoor en Maandag d. a. v. voor het groote koor geen repetitie plaats hebben. Zondag 15 en Maandag 16 dnzer zullen de repetities weer aanvangen enworden alle kinderen Zondagmorgen en Maandagavond alle leden van „Excelsior" weer verwacht. Ook zijn nieuwe leden voor beiden zeer welkom. Het Bestuur van Excelsior 3 Augustus 1909. De Raadszitting van verleden Dinsdag gaf opnieuw de bewijzen van de noodzakelijkheid en nuttigheid van sociaal-democratische raadsleden. Want het was opnieuw de sociaal-democraat De Bruin, die door den Raad bedreigde belangen der arbeidersklasse te verdedigen had tegen de heeren verdedigers van het naakte en het clericaal-aangekleede kapitalisme. De twee eenige belangrijke onderwerpen waren het Ziekenhuis en Werkloozenfonds, en daarbij vertoonde zich op zeer duidelijke wijze, dank zij vooral den uitmuntenden arbeid van De Bruin, de allesbeheeischende tegenstelling van kapitaal en arbeid, waarbij uit den aard der zaak de clericalen (Van der Laan, Wittkampt en Honnerlage Grete waren hun I woordvoerders) het meest-kapitalistisch deden en de sociaal-democraat de eenige krachtige verdediger was van de belangen van het proletariaat. De Ziekenhuiskwestie. Deze kwam opnieuw aan de orde naar aanleiding van een motie van De Bruin, waarin deze voorstelde, dat de Raad de Ziekenhuiscommissie zou uitnoodigen, plannen voor een nieuw ziekenhuis te maken en een begrooting daarbij te voegen. Door deze motie trachtte De Bruin den Raad te brengen tot de erkenning van de plicht der gemeente, om te zorgen voor een werke lijk goed, voor ieder toegankelijk, ziekenhuis. En deze erkenning was dubbel noodig, nu de Roomschen niet slechts een eigen ziekhuis willen gaan bouwen wat vol komen hun recht is, maar ook trachten met hulp hunner kerkelijke bondgenooten de oplossing der gemeentelijke ziekenhuiskwestie zóó lang op te schuiven, tot hun eigen ziekenhuis er is, in de hoop dat zjj dan „goede zaken" met dat kerkelijk Roomsch ziekenhuis zullen doen en de gemeente»daarmee „achterop" zal raken. Dat is precies hetzelfde, wat de kerkeljjken op 't ge bied van het ouderwijs hebben gedaanzij hebben den bouw van goede openbare scholen zóó lang tegenge houden, tot zpj zelf hun eigen nieuwe scholen klaar hadden, aldus speculeerende op de kans van snelle vulling dier scholen, die in vergelijking van de ellendige „hulp- scholen" waarin de gemeente haar leerlingen opbergt, natuurlijk veel voor hebben. De heer Van der Laan opende den aanval op de motie-de Bruin, die het clericale plan in duigen dreigde te doen vallen. Ronduit verklaren, dat hij het Roomsche Ziekenhuis liever had dan een gemeentelijk, deed hij natuurlijk niet. Oprechtheid is geen kenmerk der „Christelijke" politiek. De heer Van der Laan gooide het daarom over een anderen boeg. Hij vertelde, dat in 1901 voor de verbouwing vau het Ziekenhuis ƒ21000, was uitgegeven, en dat nu, 8 jaar later, werd verklaard dat er niets meer goed was aan het Ziekenhuis. Hij kon die verklaring van den Directeur van het Zieken huis niet zoo maar gelooven, vond het beter dat er eerst nog eens andere adviezen zonden worden inge wonnen, en verklaarde zich daarom tegen de motie- De Bruin. Een oogenblik later diende de heer Vaji Westendorp den heer. Van der Laan van antwoord op die kwestie der 21000.in 1901 uitgegeven. Hij bracht in her innering, dat toen het Ziekenhuis niet meer was dan een „bergplaats voor menschen" en dat men toen voor dezelfde kwestie stond als nueen nieuw Ziekenhuis of de verbouwing van het oude. Toen, in 1901, besloot men tot verbouwing, en de heer v. W. wees er op, dat het Ziekenhuis het in dien verbouwden toestand dan toch 8 jaar reeds had uitgehouden, zoodat die som van f 21000.goed besteed mocht worden genoemd. De heer Van Westendorp wees er den, heer Van der Laan bovendierï op, dat de zeer groote vooruitgang der geneeskundige wetenschap in de laatste jaren overal nieuwe eischen aan de Ziekenhuizen stelde en natuurlijk ook te Schiedam. De Bruin wees er den heer Van der Laan op, dat deze wel kortweg het rapport van den directeur van het Ziekenhuis als onbetrouwbaar in een hoek had ge schopt, maar dat hij geen enkel van de 23 bezwaren van den directeur ook maar met een enkel woord had trachten te weerleggen, wat toch zijn plicht was geweest nu hij zulk een houding tegenover dat rapport aannam. Maar de heer Van der Laan zweeg daarop stil. Met geen enkel woord bestreed hij het door den heer Van Westendorp gezegde, hoewel dit toch geen ander effect had gehad dan dat het hoofdargument van den heer Van. der Laan in stukken was gebroken. Met geen enkel woord ook durfde hij het door hem met zooveel geringschatting behandelde rapport van den geneesheer directeur nader te bestrijden Dit stilzwijgen van den heer van der Laan leverde het overtuigend bewijs, dat hij zich door niets liet leiden dan door de belangen der clericale politiekwant hoewel al zijn argumenten hem uit de handen waren geslagen, stemde hij toch tegen de motie-de Bruin, ondanks alles wat na de speech van den heer van der Laan nog in 't midden was gebracht. Niet de belangen der gemeente staan bij politieke Christenen als dezen anti-revolutionair op den voorgrond. De belangen der clericale vrienden en bondgenooten zijn hem alles-overwegendzijn hou ling in deze zaak be wees dat. De tweede bestrijder was de heer Wittkampf, de eeenige Roomsche in den Raad behalve de heer Hon nerlage Grete, van wien nog eenige kracht uitgaat en die niet zooals de heer Smit steeds lachsucces heeft of zooals Mr. Jansen steeds een onaangename stemming opwekt, of zooals de heer Lagerwey, steeds verwondert door lyrische onbegrijpelijkheid, ot zooals de andere Roomschen zijn kracht zoekt in stilzwijgen. De heer Wittkampf gebruikte nog minder argumenten dan de heer van der Laan. Hij zeide eenvoudig, dat er nu „een nieuwe factor in het geding" was gekomen, nl. een particulier ziekenhnis, en dat daarom de gemeente nu maar met den bouw van een nieuw ziekenhuis moest wachten. Zoodra het Roomsche ziekenhuis er was, zou dus kunnen blijken, of het gemeentelijk ziekenhuis vol doende zou worden ontlast om het door verbouwing geschikt te maken. En dat was heel logisch, daar de geneesheer-directeur zelf de grootste tekorten van het ziekenhuis aan overlading weet. Bombrutaler kon het nieteerst het Roomsche ziekenhuis, en daarna de gemeenteToch een zonder ling ding, het Roomsche in'ellect De Bruin nam den heer Wittkampf stevig onder handen. Hij ontvouwde de plicht der gemeente, om voor een algemeen ziekenhuis in goeden staat te zorgen. En hij verweet den heer Wittkampf, dat deze het rapport van den geneesheer-directeur niet goed had gelezen, want deze begint wel met te spreken over D.e overlading waaraan de bouw van een Roomsch Ziekenhuis misschien ten deele een einde zou kunnen maken. Maar dan volgen in het rapport 23 bezwaren, die met deze overlading niets te maken hebben. Bovendien wees de Bruin er den heer Wittkampf op, dat reeds een groot half jaar geleden door den heer Brants als voorzitter der Zie kenhuiscommissie was erkend, dat de bouw van een nieuw Ziekenhuis onvermijdelijk was wegens de onver beterlijke gebreken van het tegenwoordige, maar dat sedert die mededeeling de plannen voor een Roomsch Ziekenhuis waren uitgewerkt en nu de toenmalige voor standers van een nieuw gemeentelijk Ziekenhuis allerlei bezwaren zoeken. De heer Wittkampf ontkende het rapport van den geneesheer-directeur slecht gelezen te hebben, maar verzuimde evenals de heer Van der Laan in de plaats van de vernietigde argumenten andere aan te voeren voor zijn stemmen tegen de motie-De Bruin. Trouwens, die „argumenten" dienden ook alleen, om niet de wezenlijke argumenten te zeggen, die niet anders zijn dan deze dat de heer Wittkampf te gehoorzamen heeft aan het Roomsche partijbelang, dat in dit geval de opschuiving van den bouw van een nieuw gemeentelijk ziekenhuis eischt, totdat het Roomsche ziekenhuis er is. Later bleek dat ook nog, toen de heer Wittkampf zich als een drenkeling vastklemde aan een „argument", door den heer Honnerlage Grete ontdekt. De heer Honnerlage Grete was nl. de derde bestrijder van de motie-De Bruin. Langen tijd kon de heer Hon nerlage Grete de rol spelen van den eerlijken wetsuit voerder en den sympathieken, oprechten ambtsbekleeder. Maar sinds eenigen tijd raakt hij in de knel. Het ver scherpte clericale kapitalisme van den Schiedamschen Raad dwingt den heer Honnerlage Grete tot steeds grootere afwijkingen van zijn vroeger standpunt en stelt hem voor de keuzeheen te gaan of zich te onder werpen aan de verscherpte eischen der clericale meer derheid. Tot voor korten tijd heeft, de Nieuive Schie- damsche Courant nooit nagelaten, den heer Honnerlage Grete aan te vallen over zijn „onafhankelijk, onpartijdig" standpunt. In den laatsten tijd bleven die aanvallen achterwegede heer Honnerlage Grete blijkt door de clericale meerderheid te zijn getemd. Wij willen gaarne bekennen, dat deze veranderde houding van den heer Honnerlage Grete ons zeer leed doet, doch louter en alleen om den persoon van den heer Honnerlage; verder gaat ons spijtgevoel niet. Want ook dit geval bewijst weer eens, tot hoever de demo- raliseerende invloed van het politieke Christendom gaat. Da bestrijding van de motie-De Bruin door den heer Honnerlage stond ver beneden het peil van zijn persoon

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 1