Steunt den Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden
door uw inkoop steeds
vóór 8 uur 's avonds te doen.
Vacantie.
De Oranjedag.
De „achterste" van de Nieuwe
is ganschelijk verdwenen. Godsdienst is op de volks
school thans verboden waar". Alweer het bewps, dat
de „christelijken" zich doodstaren op den vorm, het
wezen van den godsdienst komt achteraan, eerst dogma,
dan religie.
De strijd tusschen Groen van Prinsterer en Thorbecke
op zeer bezadigden toon begonnen, werd door Dr. Kuyper
voortgezet maar in geheel andere bewoordingen. Deze
zag reeds in perspectief zpn ministerspakje en het
eenige middel daartoe te komen was, den schoolstrijd
op de spits te drpven. En wie „Ons Program" leest
vindt daarin, wat de beoordeeling der openbare school
betreft, van begin tot eind het groot kabaal van den
marktschreeuwer, die overtuigd is, dat, al zpn zpn
dadels kleiner dan die van zpn buurman, door aan
houdend schreeuwen het publiek wel is wijs te maken,
dat zijn dadels beter zijn dan de grootere van zijn
buurman. Dat heeft Dr. Kuyper en met hem een groote
schaar van politieke dominees ingezien, en zoolang
heeft het onchristelijk geschreeuw tegen de openbare
school aangehouden, dat de leugen, zoo dikwijls her
haald, ten slotte voor waarheid is aangezien, en onder
leiding van Dr. Kuyper is de aanval op de openbare
school zoo hevig geweest, dat werkelijk daaruit een
gevaar voor de openbare school is geboren, en Dr. Kuyper
met zijn schaar heeft het zoover weten te brengen, dat
de betrekkelijk eenvondige schoolkwestie langen tijd de
spil is geweest, waarom de binnenlandsche staatkunde
draaide. Hoe de strijd tegen de openbare school ge
voerd is, hoe daarbij pers- en kanselredenaar tot het
peil van fanatisme en dweepzucht zijn afgedaald, hoe
de strijd werd gevoerd met haat in het hart en bitter
heid op de lippen en soms zonk tot het laagste peil
van laster, smaad en verdachtmaking, willen we schetsen
in een volgend artikel. J.
Vacantie! Welke heerlijke gedachten wekt dat woord
niet op. Vrij zijn; naar hartelust rondzwerven in de
heerlijke natuurfrissche, levenwekkende lucht inademen,
niet meer gebonden door de gewone dagelijksche sleur,
nieuwe levenskracht, nieuwe levensmoed opdoen! Al
die heerlijkheden gedenken we, wanneer we het woord
vacantie hooren.
Wanneer de maanden Juli en Augustus zijn aange
broken, dan is de vacantie-tjjd daar. Alle mogelijke
inrichtingen van onderwijs zijn gesloten, de treinen en
booten zijn vol, op het strand zwermt het van vreemde
lingen, in de heerlijke dreven van de Baarnsche bos-
schen, van de heuvelen van Gelderland en het Gooi
krioelt het van reizigers, op de Friesche meren ziet
men tal van plezierjachten, de logementen en pensions
bij Arnhem, Nijmegen, Valkenburg, en hoe de mooie
plekjes in ons land meer mogen heeten, zijn overvol.
Vacantie! Heerlijke tijd! Voor wie? Kan in onze
tegenwoordige maatschappij ieder daarvan genieten?
Kan ieder profiteeren van een rustigen tjjd, om zich te
ontspannen, om nieuwe krachten op te doen? Het mocht
wat! Die vacanties zijn voor het overgroote deel der
menschen het beloofde land, dat ze wel mogen zien,
maar waar ze niet in mogen komen. De geheele
arbeidersklasse is van vacantie-genot verstoken. Zouden
de arbeiders dan die rust niet noodig hebben? We
weten wel beter. Zij vooral, de werkers, de pilaren,
waarop ons maatschappelijk gebouw mst, zij zouden in
de eerste plaats vacantie moeten hebben.
Dag aan dag slepen ze hun hard bestaan voort binnen
de vier muren van de werkplaats. Van Maandagmorgen
tot Zaterdagavond jakkeren ze doornooit, nooit hebben
ze rustnooit krijgen ze gelegenheid om eens; goed op
verhaal te komen. De winst-machine van kapitaal mag
niet stilstaan. De werker moet steeds ploeteren, want
de kapitalist moet immers zijn winst hebben, zijn winst
om in den zomer op een badplaats of in een ander
lustoord uit te rusten van de vermoeienissen, welke hp
niet kent, of tenminste in veel mindere mate heeft
ondervonden, dan zpn arbeiders, die zijn kapitaal ver-
grooten.
Wat een weldaad zou het niet zijn voor den arbeider,
ook eens een paar dagen per jaar geheel vrij te zijn
om uit te rusten. Welk een weldaad, welk een zegen
zou het niet zijn, wanneer hij in staat was in den
zomertijd eens de muffe werkplaats te kunnen ontvluchten,
om buiten in de heerlijke natuur zijn longen uit te zetten
in de gezonde zee- of dennenluchtMet nieuwen moed
en vermeerderde werkkracht zou hij dan later zijn taak
weer opvatten.
Maar voor den arbeider is in de tegenwoordige maat
schappij geen vacantie. Ja, toch, soms krijgt hij vacantie.
Wanneer de machines te veel hebben geproduceerd,
wanneer de wereldmarkt overvoerd is, dan wordt de
fabriek wel eens stopgezet en krijgt de arbeider vacantie.
Die vacantie wekt echter geen heerlijke gedachtendie
vacantie doet opdoemen het schrikbeeld van armoede,
honger, gebrek, ziekte. Die vacantie wordt door den
arbeider niet verheerlijkt, maar vervloekt.
De kinderen der arbeiders hebben toch vacantie, want
de scholen zijn immers gesloten. Maar wat beteekenent
die vrpe tijd voor de arbeidersjeugd
O, wanneer we na de vacantie eens een onderzoek in
stellen naar de wijze, waarop de kinderen de vacantie
hebben doorgebracht, dan ontdekken we een wereld
van kinderleed. Uit mjjn ervarin» weet ik, dat voor
veel kinderen de vacantie een tijd is van hardwerken.
Hoe levendig herinner ik me nog, dat eens een kind,
toen ik het na de vacantie vroeg, wat hij gedaan had,
me vertelde; „Ik heb de koeien moeten hoeden!" Hoe
een ander me zeide„Ilt ben opperman geweest bij
mijn vader". De huisindustrie viert in de vacantia
hoogtij. Dan kunnen de stumpers immers den heelen
dag helpen bij het tabakstrippen, bij het zakjes-
plakken, enz.
Tal van kinderen moeten in de vacantie slaven om
het schamel weekloon van vader wat te verhoogen.
Wanneer we in Schiedam eens een onderzoek instelden
naar de wijze, waarop de jeugd haar vacantie door
brengt, dan zou ook hier een zee van ellende en kinder
leed ontdekt worden. De vacantie, welke voor de
jeugd een zegen moest zpn, wordt zoo een vloek
Vacantie, een heerlijke tijd Ja, voor enkele be
voorrechten. Voor het grootste deel der menschheid
is het een onbereikbaar ideaal, voor velen een bange tijd
Dat is onze hooggeroemde maatschappelijke samenleving,
waarin nu reeds 20 eeuwen de geboden van liefde
worden gepredikt. „We zijn immers allen kinderen van
éen Vader, naar Gods beeld geschapen", zooals de Bijbel
leert, en het eene kind zwelgt in weelde, het andere
is van alle genot verstoken.
Wel is het de moeite waard, die maatschappelijke
orde nog langer te verdedigen.
Er zijn wel enkele patroons, die hun arbeiders een
paar dagen per jaar verlof geven met behoud van loon,
maar dan veelal nog door de macht der organisatie er
toe gedwongen, doch die werkgevers zijn witte raven.
En wanneer de arbeiders dan op een werkplaats nog
eens een paar uur verlof krijgen, dan ziet men soms
het walgelijke schouwspel,zooals hier in Schiedam is
voorgekomen, dat een deel der werklieden in een
kruipenden brief van dankbetuiging, van de gelegenheid
gebruik maken, om hun medearbeiders in den rug te
vallen, door te vertellen, dat zp niet zoo brutaal zijn
als die anderen, die hun werkgever wel eens op zijn
plichten durven wijzen.
Vacantie; ook daarvan is de arbeider verstoken. Als
surrogaat daarvoor krijgt hij soms een halven dag vrp,
om op kermissen of op zoogenaamde „nationale" feesten,
welke soms nog groote zwijnerijen zijn, (de N. Schied.
Courant getuigde het immers zelf verleden jaar) zich
aan lichamelpken en geestelijken ondergang bloot te
stellen.
Ook vacantie is een deel van een menschwaardig
bestaan. Vacantie is een recht, waarop ook en vooral
de arbeiders aanspraak moeten maken. Maar ook dat
recht zullen de arbeiders zich zelf door zwaren strijd
moeten veroveren. Maakt sterk uw vakorganisaties om
betere arbeidsvoorwaarden, waaronder ook vacantie-
dagen, te verkrijgen. Versterkt de rijen van het geor
ganiseerde proletariaat, strijdt mee voor het socialisme,
opdat spoedig de tijd moge aanbreken, dat ieder na
een tijd van arbeid een aangenamen tijd van verpoozing
bekomt.
Nu moet het overgroote deel der menschheid werken
en zwoegen om het andere, kleinste deel van de ge
noegens des levens te doen genieten. In het verre
verschiet zien we als een lichtende ster de socialistische
samenleving, waarin die genoegens voor een ieder te
verkrijgen zijn.
Kameraden, strijdt mee voor het socialisme. Het is
dien strijd waard. B.
Zoo is hij dan voorbij, de feestdag! Te voren opge
schroefd door de burgerlijke bladen; plus Oranjever-
eeniging.
En er is gefeest, gefeest op een manier, een oranje
feest waardig.
Wij hebben ze gezien, wij, die ten deele gedwongen
waren om te verletten, toen wij onze tijd in het gebouw
doorbrachten, de zuipende en joelende menigte, opge
smukte oude en jonge stumperds, voor een dag uit hun
ellende gehaald, om te gaan kijken en te luisteren naar
datgene, wat het kapitalisme hun toewierp.
Wij hebben ze gezien, verhit door de oranjebitter,
zingende en huilende, half ontkleed, vechtende en
bloedende. Bij dit geval liet de bjj de Jzo&er-lezers over
bekende Cris Bras zich weer van zijn goede zijde kennen,
daar hij een beschonken man, die tot niets bekwaam
was, tot bloedens toetakelde, totdat de politie zich over
hen ontfermde.
Wij hebben ze gezien, de kinderen, hun vaalbleeke
wangen gloeiend van opgewondenheid, aangekleed in
verschillende drachten, versierd met vlag en wimpel,
zingende het oude refrein:
„Weg met de socialen, leve Wilhelmiên",
de kinderen, wien men het aan kon zien, dat zjj het
allernoodigste tekort hebben.
Wjj hebben ze gezien, menschen van wie wij meenden
dat zij zich hadden ontrukt aan die vunzige oranjeliefde,
ook versierd met een „strikkie", mee manifesteerende
voor een stelsel, wat zij bij ernstig nadenken tot in het
diepst van hun hart moeten verafschuwen, voor een stelsel,
waarmede het kapitalisme zoo graag pronkt, om de
arbeiders er onder te houden.
Zjj weten het wel, zij, de burgerlijke gezaghebbers,
dat zoo'n dag, door hun arbeiders doorgebracht in jool
en drinkgelagen, zoo goed voor hen is.
Zjj weten het wel, dat na zoo'n dag hun slaven zich
weer krommen onder hun zweep, wanneer zij (de zweep)
maar versierd is met een oraDjelintje.
Neen, zie dan onze feesten, bijv. met den één Mei-of
de kiesrechtmanifestatie in Den Haag, de nuchtere en
geordende massa, wetend wat zij willen, ja zelfs bereid
om, als de tijd daar is, datgene wat zjj nu vragen, te
nemen.
En wanneer straks de burgerlijke bladen gewagen van
deze feestdag? dan zal het slot wel weer luiden: En
Schiedam heeft op waardige wijze feestgevierd.
Partijgenooten, zorgt er voor, dat deze domme massa
uit deze poel van ellende gehaald wordt om mede te
strijden voor een betere samenleving, voor het socialisme,
X.
De Nieuwe Schiedamsche Courant durft natuurlijk
een eerlijken strijd tegen de sociaal-democratie niet aan,
daarvoor heeft ze geen argumenten beschikbaar. Maar
wat ze wel durft, is als een straatjongen op een afstand
te schelden of met vuil te gooien. Of om in de taal
van den heer Verhoeve te sprekenze durft wel dr
achterste te laten zien enstinken.
Zoo komt in haar nummer van 25 Augustus onder
het opschrift „Het Sociaal-Democratische Janushoofd"
een verdediging voor van den door het Bestuur der
huisindustrie-tentoonstelling ontslagen tourniquet-be
diende Engwerda, welk ontslag tegen de sociaal-demo
craten wordt uitgebuit. Nu moet men weten, dat deze
Engwerda met algemeene stemmen is ontslagen door
het Bestuur, waarin behalve een paar sociaal-democraten
o.a. ook eenige waschechte Roomschea zitten, en dat
Engwerda ontslagen is zoowel om zijn onwaardig ver
leden als om zpn onbetrouwbare handelingen als tour
niquet-bediende. Engwerda is n.l. jaren achtereen
onderkruiper en leverancier van onderkruipers geweest
en staat bp de georganiseerde (ook bp de Roomsche!)
arbeiders als een te schuwen element aangeschreven,
Dat men zoo iemand, die zich bovendien door het geven
van onjuiste inlichtingen aan het bewuste baantje had
weten te helpen, niet kon handhaven, spreekt van zelf
voor ieder, die de arbeidersorganisatie erkent, zooals
ook de Roomsche bestuursleden van de huisindustrie-
tentoonstelling bljjken te doen, maar de Roomsche redactie
van de Nieuwe Schiedamsche Courant kennelijk niet.
Een vergelijking met de stakers van 1903 gaat na
tuurlijk niet op. Die stakers streden voor hun organisatie
en werden de slachtoffers der patroonsmacht. Engwerda
daarentegen was ook toen leverancier van onderkruipers
en mag dus wel terecht den steun der patroons en hun
beschermers zooals de Nieuwe inroepen, maar verdient
niets anders dan dat de georganiseerde arbeiders hem,
zoolang hp niet een totaal ander mensch is geworden,
mijden en bestrpden als een gevaarlijken vpand.
^Arbeiders. bezoekt alien de