4 4 Steunt het Verkiezingsfonds. r r Ditjes en Datjes. A A A A A k Vlaardingsche IJzerkoekjes Helden. Omdat die dronken schreeuwers de nuchtere „rooien14 niet in de „harington44 durfden te stoppen, hebben ze uit haat weer een ruit van ons gebouw stak geslagen. Zulke lafaards Zon het een „bak" zyn Men vertelde ons dat op den avond van den Ble Aug. het politiebureau vol zat met dronken arrestanten, zoodat men er terug heeft moeten sturen. Als bet waar is, is het teekenend. Vrouwenarbeid In de stembureau's. Maandag werd door Ged. Staten van Zuid-Holland be handeld het bezwaarschrift, door onzen Schiedamschen partijgenoot De Bruin tegen de toelating van de bij de algemeene verkiezingen gekozen raadsleden ingediend, op grond dat door den burgemeester personen (vrouwen) uit het stemlokaal waren verwijderd om andere dan door de wet genoemde redenen. Mr. Krap, als rapporteur, gaf een uiteenzetting van het geschil, en gaf als zijn meening te kennen, dat art. 82 der Kieswet alleen kiezers in het stemlokaal toelaat en de definitie van publiek van art. 69 zich tot de kiezers beperkt. De Bruin memoreerde het verloop der kwestie. De Burgemeester had büna een uur de vrouw toegelaten, maar toen de „niet-kiezers44 doen verwijderen, omdat een kiezer zich bezwaard had gevoeld door de aan wezigheid dier vrouw. Dat was een rare manier om de wet toe te passen, een manier die den weg opende tot de grootste willekeur. Door den voorzitter der commissie van onderzoek der geloofsbrieven is in den Raad gezegd: wat is gemakkelijker dan de vrouw, die geen kiezer kan zijn, te weren De wet is echter voor allen gelijk, of moet dat althans zijn. Te Schiedam laat men geen vrouwen toe, maar wel kinderen van ten hoogste 12 jaar, die óók geen kiezer kunnen zijn. De burgemeester, Dr. Brandts, die de gemeente als tegenpartij vertegenwooodigde, had weinig te vertellen. Hij vond de zaak van niet zoo groot belang. Een lid van Gedeputeerden gaf nog als zijn meening te kennen, dat, waar de wet zegt: „de kiezers ver schijnen ongewapend, het vanzelf spreekt dat anderen geen toegang tot het stemlokaal kunnen hebben, omdat deze dan wèl gewapend zouden mogen zijn. Alsof het dragen van wapenen in het algemeen niet verboden was De uitspraak van Ged. Staten volgt later. Indien, zooals te verwachten schijnt, de houding van den burge meester wordt toegelaten, zal het de moeite waard zijn van hetzelfde college niet-verklaring fe vragen van een verkiezing, waarbij, gelijk overal in de stembureau's geschiedt, niet-kiezers, tot kinderen toa, worden geduld. Dan zouden Gedeputeerden héél wat te vernietigen Uit onze „christelijke" maatschappij. Geen plaats voor hen. Voor de Rotterdamsche rechtbank stond de vorige week een viertal landloopers terecht. De eerste deed zijn droef levensverhaal aan zijn rechters. Hij was een 67-jarig, gebogen baasje, op den kalen schedel hier en daar nog wat dunne grauwe haren, ingevallen het hoekige bruine gelaat. Met onzekere korte pasjes strompelde de ouwe de trapjes op tot voor de groene tafel, vertelde, dat hij niet had gebedeld, alleen had aangebeld, omdat de dorst hem kwelde en hij om water wilde vragen, maar de meid had hem een halfje in de hand geduwd. Zijn levenlang was hij zeeman geweest, als jongen van nog geen negen jaar al begonden, maar nu ging het niet meer, kon hij niet meer werken. Vergeefs had hij moeite ge daan geplaatst te worden in het oude-mannenhuis te Delft, waar hij woont, en in een rijkswerkinrichting kon hij natuurlijk niet komen. Zijn vrouw had hij al lang geleden naar 4t kerkhof gebracht. De veldwachter, die dezen man verbaliseerde, noemde hem een lastigen bedelaar, die de menschen dikwijls uitschold. Wie zon na zulk een leven een gemoedelijke oude heer zijn De volgende was een heel ander type, stevige 32- jarige boerenarbeider met een eerlijk maar onnoozel gezicht, den grooten mond steeds open. In zijn ge vangenispak zittend in de beklaagdenbank zag hjj ver wonderd alle aanwezigen één voor één aan, keek overal rond. Met een militair saluut gat hij den president ge- ljjk, toen deze zijn naam noemde en kwam er rond borstig voor uit, dat hij te Hillegersberg had gebedeld, omdat hij al heel lang geen werk meer had kunnen krijgen. De juffrouw, die hem grootmoedig een cent had ge geven, vertelde, dat de man haar niet om iets had verzocht, zij had het zoo maar dadelijk uit eigen be weging gegeven. Tegen deze beiden werd 12 dagen hechtenis ge vraagd. Als zij ter hunner correctie 12 dagen in de cel gezeten hebben, dan kunnen zij opnieuw kiezen tusschen den honger en het bijeenscharrelen van wat bedelcenten voor brood en onderdak. De derde was zoo gelukkig voor een jaar naar een rijkswerkinrichting te worden opgezonden. Hij had betere dagen gekend. De versleten pandjesjas, de pantalon van twijfelachtige kleur droegen de sporen van den tand des tijds. „Jawel meneer de president44 was zijn ant woord, toen de voorzitter hem vroeg of hij te Overschie aan een juffrouw een aalmoes had gevraagd. Hij was toen geheel zonder middel van bestaan, zonder goed, zonder geld, zonder gereedschap om zijn schoenmakers vak te kunnen uitoefenen en daarbjj zonder vooruit zichten. Gedurende twaalf en een half jaar was hij als colporteur werkzaam geweest bij een firma, wier zaken fout waren gegaan en die hem daarom had ontslagen. Hij verlangde nu in een rijkswerkinrichting geplaatst te worden, dan kon hij sparen, zich van zjjn nitgangs- kas gereedschappen koopen en trachten zich iu de maatschappij weer op te richten. De vierde verschijnt, een 63-jarige stakkerd, geleund op een kruk, in de linkerhand tot steun nog een stokje, het ouwe hoofd bedekt met grijze haren, op het gelaat een stoppelig peper-en-zout baardje. Waarom hij gebedeld had te Nieuwenhoorn „Omdat 4k honger had, mijnheer, 4k had gebrek44, en ter demonstratie maakte hij met de rechterhand de ge bruikelijke beweging naar den mond. Ook hij, kleer maker van beroep, had nergens aan werk kunnen komen. Tegen de misdaad, oud en arm te zijn, werd in dit geval wederom 12 dagen hechtenis geeischt. De zondaar schijnt geen beterschap beloofd te hebben en zal dus voortgaan ondanks zijn straf oud en arm te wezen. De Oranje-lolDe laatste oranje-fuif is weer achter den rug. Van 't jaar blijven we (uitgezonderd buitengewone omstandigheden, je kan soms niet weten verschoond van het mooie feest, wat ze believen de arbeiders voor te zetten met de bedoeling hun te laten ver- en bedrinken in dien oranjezwijmel. Door de regels door leest men dan ook in onze beide Schiedamsche bladen de oude en de nieuwe, dat het feest niet zoo goed van stapel geloopen is als men wel gewenscht heeft, 't Is ook niet te verwonderen, dat elk niet door al de opzwieperij en gevemei verblind mensch zich afkeert van het zoogenaamde „volksfeest". We hebben ook hier weer fijne staaltjes gezien en gehoord van de diep gevoelde oranjeliefde welke in het volk (is t-ie zoo goed leeft. Blerrende meiden en jongensdronken mannen en vrouwen verhoogden de feestvreugde. Jammer, dat wij nog zoo vele arbeiders mee zien doen aan dat jammerlijk gedoe. Begrijpen ze dan nooit, dat deze feesten alleen maar gebruikt worden om hun af te houden van den strijd hunner klassegenooten. Zjj moesten zich toch afvragen hoe het komt, dat in de laatste jaren deze feesten zoo opgeschroefd worden. Toe arbeiders, laat je toch niet van de wijs af brengen, door die dingen welke het kapitalisme gebruikt voor zijn voordeel. Een gemeentelijke broodfabriek. In ons artikel over „Grond-kapitaal tegen industrieel kapitaal" voorspelden wij, dat onze gemeente in verband met haar bevolkingsontwikkeling, in de toekomst zelf voor de levering van brood zon moeten zorgen. En wjj voegden daaraan toe, dat in het buitenland zooiets reeds voor kwam. Toevallig verscheen nu in de Nieuwe Eott. Courant van 27 Augustus het volgende artikeltje, dat wjj onver anderd overnemen. Gisteren zoo schrijft ons onze correspondent te Boedapest d.d. 25 dezer heeft de nieuwe gemeentelijke broodfabriek voor het eerst gewerkt, en één uur nadat de wagens het warme brood in de markthallen gebracht hadden, was alles verkocht en moesten drommen men schen weggezonden worden, met de belofte dat vandaag grootere hoeveelheden voorhanden zouden zijn. Maar om en bjj de tafels waar het brood verkocht werd, vochten de menschen om een broodje machtig te worden, zoodat de politie er bij te pas kwam, die de koopers slechts in groepen toeliet. Dat kwam, omdat de bevolking al sedert jaren niet goed te spreken is over de bakkers, die de prijzen niet alleen verhoogden, maar tevens de afmetingen van het brood en van de kadetjes verkleinden. Dat is dan ook de oorzaak dat 't, gemeentebestuur eindelijk zijn toevlucht tot dit radicale middel nam en een bakkerij liet bouwen, die dagelijks 25,000 K.G. zal afleveren, hetgeen nog al wat beteekent, daar de stad met hare 800.000 inwoners hoogstens 125.000 K.G. noodig heeft, terwijl vele families ouder gewoonte nog eigen brood bakken. De bakkers waren dan ook niet weinig gebelgd over dezen maatregel, en toen de commissie van toezicht uit den gemeenteraad voor eenige dagen publiceerde, waar voor het brood geleverd zou worden, gemiddeld 25 pet. lager dan die van de winkels, toen besloten zij in hun eerste woede te staken, hopende zoodoende de stad te kunnen dwingen, haar voornemen te laten varen. Bij eene bespreking, die daarna op 't stadhuis plaats had, verklaarde de burgemeester evenwel dat, volgens nauw keurige berekeningen van den directeur van de fabriek, ook bjj deze prijzen nog een behoorlijke winst gemaakt wordt en dat, voor 't geval de bakkers mochten staken, de stad onmiddellijk tot uitbreiding van de fabriek zou overgaan en intusschen door de militaire bakkerijen er voor zou zorgen dat er geen gebrek aan brood zou zijn. En sedert gisteren hebben de bakkers nu ook hunne prijzen verlaagd en zoodoende zal de bevolking voortaan in de gelegenheid zijn goed en goedkoop brood te eten. VERKIEZINGSFONDSWij moeten niet door geldgebrek belemmerd kunnen worden in onzen strijdNiets deden de burgerpar tijen tegen de werkloosheid. Wel knevelden zij de arbeiders nog sterker door de Wet op het Arbeidscontract. Vergeet dat niet één oogenblik en steunt ook ons Behandeling van schipbreukelingen. Een Londensche korrespondent van Het Volk schrijft De klacht, inzake de behandeling van Scheveningsche visschersschipbreukelingen, ondervonden van den vice- consul te Grimsby, ook opgenomen in De Moker van voorgaande week bracht ik ter kennis van den consul-generaal. Onmiddellijk na kennisname van de ingebrachte klacht is door hem een onderzoek ingesteld en het resultaat is vervat in een mij gezonden schrijven, waarin de consul-generaal, de heer Maas, de klacht geheel onge- grond noemt. Het schrijven bevat de volgende mede- deelingen en inlichtingen De bemanning van de K. W. 28 werd gered door de trawler „Porpoise" en te Boston geland. De reeders van de „Porpoise" hebben de man schappen zoolang zij in Boston waren gehuisvest en gevoed. Zij vertrokken van daar een morgen na hun ontbijt te hebben gebruikt en elk kreeg toen 1 shilling voor ververschingen. Bij aankomst te Grimsby nam de vice-consul aldaar hunne klee deren goed op en hij bevond, dat elk hunner behoorlijk gekleed was in gewone visschersdracht met klompen. Allen meenden echter recht te hebben op geheel nieuwe kleederen, een eisch, die niet kan ingewilligd worden, omdat de -nce-consul alleen gemachtigd is in zulke gevallen kleederen te ver schaffen, waarin het noodzakelijke ontbreekt om de reis naar Nederland te maken. En aangezien de mannen hun werk konden doen in de kleeren die zij droegen, konden zjj daarin ook de reis naar Rotterdam maken, die slechts 11 uren duurt, zonder van nieuwe kleederen voorzien te worden. De mannen verteerden ieder de 1 shilling die zij voor voedsel ontvingen en werden ongeveer 6.80 's nam. aan boord gebracht van de stoomboot, aan boord waarvan zij wederom voedsel kregen. Ook is er niet om meer voedsel gevraagd, maar het is moge lijk, dat de vice-consul, die geen Hollandsch kent, zich daarin vergist. In elk geval is hij zeker, dat de mannen geen gebrek aan voedsel hebben gehad. Misschien is het goed in herinnering te brengen, dat schipbreukelingen geen recht hebben op ver schaffing van nieuwe kleederen voor rekening van den staat. Zij krijgen alleen het allernoodigste om hen tegen koude te beschermen en om hen fatsoenlijk te doen uitzien en waar ze dit zelf reeds hebben, krijgen zij niets. Meeting voor <AlgcmKiesrecht kv

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 3