De Openbare School. Gelijkheid. Ditjes en Datjes. Vlaardingsche IJzerkoekjes. mag worden, bepaald de werkgever. Als een staaltje van de enorme winsten die er gemaakt worden door den patroon, blijkt wel, dat van karweien waarvoor vroeger in 't begin van het bestaan van deze fabriek 1000 1200 gegeven werd, na volstaan wordt met de som van 4 a 500 gld. Ik geloof dat ik niet ver de plank mis sla, als ik zeg dat er aan het aangenomen werk wel een paar centen te verdienen valt. Voor wie echter? {De Metaalbewerker.) Y. De onvrye vrye School. Er was een tijd, dat de bevolking vrede had met de openbare school, totdat ter kwader ure, de propaganda voor de „vrije school" ter hand genomen werd. De geestelijkheid ontwaarde met ontzetting, dat ze terrein verloor, dat ze niet langer kon oproeien tegen den steeds sterkeren stroom van vrije ontwikkeling en zocht de oorzaak daarvan in alles, behalve in zichzelf. Wat was du natuurlijker dan dat omgezien werd naar een middel ter beteugeling van die gezonde volksontwikke ling eu wat was ook weer natuurlijker dan de oorzaak dier ontwikkeling te zoeken in de openbare school, de volksopvoedster bij uitnemendheid. Toen begon de cam pagne tegen de openbare school, de campagne die we in onze vorige artikelen schetsten, die campagne, ge voerd met een hartstocht, die naar fanatisme zweemt. En de dominee's, jong en oud, trokken op ter prediking van den heiligen oorlog tegen de openbare school, tot opwekking tot den strijd voor de „vrije" school. En wat is nu die vrije school Een fictie en anders niet,' een verdichtsel, een onwaarheid, want de „vrije school" is de meest onvrije, die er bestaat. De vrije school is en zal niets anders kunnen zijn dan een ker kelijke school, een school, waar de geestelijkheid onbe perkt heerscht. Mr. Levy zei er van in zijn debat met den heer Oosterbaan (anti-rev.)„Moet elke groep, die dat verlangt, haar school hebben Zoo ja, dan mag de staat ook geen invloed op de richting in die school oefenen, Verbiedt de staat dit in eenig opzicht, dan is een Vrpe Schooleen gekeurde, gemerkte school en das.... een bespotting van vrije school." En ook de praktijk wijst met legio voorbeelden op het onvrije karakter der „vrije school". We verwijzen wat dit betreft, naar de plaat van Tj. Bottema in den Notenkraker. Daar is zoo juist het onvrije karakter der school geschilderd, daar waar een non met drie kinderen onder haar arm van de openbare school gaat naar de bijzondere Alweer drie zieltjes gered. De plaat doelt op het recente geval, dat tegen den wil der ouders de kinderen in de „vrije" school werden gelokt en daar een plaats aangewezen. Hoewel staaltjes zoo bruut en brutaal, niet dikwijls voorkomen, zoo weet toch ieder nit zijn omgeving wel voorbeelden te noemen van Christelijke werkgevrrs of kerk- en armbestuur, die tegenover de ouders dwingend optraden. Ik wil er echter nog wel een aantal atschrijven ter optrissching van 't geheugende namen der betrokken personen zijn bij de redactie van De Moker te bevragen 1. Hej. K. te A. was ziek. Ze kon niet beteren, verklaarde de geestelijke, zoolang de kinderen de O. L. S. bezochten. 2. W. te W., een weduwe met 8 kinderen, werd kerkelijke steun toegezegd, indien haar kinderen naar de bpz. school overgingen. De weduwe is later hertrouwd en daarna kwamen haar kinderen op de openbare school. 3. H. v. d. S. te H., varkensslachter, moest z'n dochter ook naar de bjjz. school zenden, anders raakte hjj pastoor als klant kwjjr, i. J. v. d. B. te H. schreef: Ik word gedwongen (waarschijnlijk door den patroon.) 5. De heer V., predikant der gereformeerde gemeente te Kbezocht de ouders van schoolkinderen en trachtte hen te bewegen de kinderen naar de bijzondere school te zeuden. Bij M. D. te D., schipper, kreeg hij ten antwoord „Ja, dominé, maar wij kunnen zulk schoolgeld niet betalen," De goedhartige predikant ried hen „Doe de kinderen dan wat minder vet in het eten." Z.Eerw. had echter geen resultaten. We willen deze rij van bijzondere gevallen, die heel lang te maken is, eind gen en de algemeene verdediging van deze handelwijze in 't licht stellen. De Standaard van 20 Maart 1907 schreef: Bieden zich nu in de plaats der woning twee gele genheden aan om 't gedo >pte kind te doen opvoeden de een van zulk een aard 'dat de Christus er geëerd, de audere zoodanig dat de Christus er geïguoreerd wordt, dan is het hun plicht (n.l. der kerkelijke ambts dragers) zorg te dragen, dat de eerste school gemeden, de tweede gezocht worde. Zij als ambtsdragers der kerk zijn hier mede verantwoordelijk voor. Hun roeping is het alzoo, de ouders hiertoe te vermanen, hen aan hun doopbelofte te herinneren en niet af' te laten tot die doopbelofte worde nagekomen. Hierbij nn deed zich meer dan eens het geval voor, dat de diakenen bedeelden met intrekking van de bedeeling dreigden, zoo ze hm kinde en op de verkeerde school plaatsten of lieten en dat gaf aanstoot. Ook ons komt voor, dat dit de verkeerde weg is. Komt een vader of moeder de doopbelofte niet na, dan moet men den nalatige op geestelijke wijze vermanen en desnoods op geestelijke wijze bestraffen, door hem den toegang tot het heilig Avondmaal te ontzeggen en desnoods, baat geen ander middel, den band tusschen hem en de kerk doorsnijden. Zoolang daarentegen een halstarrig vader lid der kerk blijft en als zoodanig erkend wordt, mag de helpende hand bij gebrek niet worden teruggetrokken. Het dreigen met broodonthouding kan nooit een geestelijk middel zijn. Volhardt de schenner der doop belofte bij zijn opzet en wordt dientengevolge zijn band met de kerk verbroken, dan natuurlijk bestaat de engere verplichting tot geldelijken steun niet langer en komt hij op één lijn te staan met alle niet tot die bepaalde kerk behoorende armen, in wier nood men slechts in zooverre voorziet (hoe christelijkals eerst de „huis- genooten des geloofs" behoorlijk verzorgd zijn." Alzoole. erkenning van het onvrije, de pressie, uitgeoefend ten bate van de vrije school, 2e. dat is niet goed te keuren, 3e. de raad gooi ze er uit, en weiger dan hulp. Op „Allen zijn we broeders, zusters, Kinderen van één Vadergod; In geboorte toch en sterven Ondergaan we een zeilde lot." Aldus leert het Evangelie, Maar 't is theorie, helaas Anders zou toch de een niet spelen Over d' ander ruw den baas. „Allen zijn we broeders, zusters Ja? En de een heeft overvloed, De ander steeds gebrek aan alles D' een heeft 't zuur en d' ander goed „Adlen zijn we broeders, zusters!" Weet, wat 't bijbelwoord bedoelt Vele Christenen hebben nooit den Diepen zin ervan gevoeld. „Allen zijn we broeders, zusters 1" Waarom zit dan rijk vooraan ln de kerk zelfs, wijl de arme Achteraf vaak slechts mag staan? „Allen zijn we broeders, zusters 1" 'n Leugen is 't voor dezen tijd. Als 't gehuichel is geweken, Dan zal 't wezen werkelijkheid. „Allen zijn we broeders, zusters 'k Zie 't in 't Socialisme staan. Voor die gouden letteren mogen Snel elks oogen opengaan Voor hun schittering zal verdwijnen Moord, roof, tweedracht, kommer, druk, In hun licht zal mooi verschijnen 't Nieuwe land vol van geluk. 't Heerlijk land van Socialisme, Waar we eikaars gelijken zijn, Zal schoon alles op doen bloeien, Schenken vruchten, fijn en rein. Koninginnedag 1909. H. Taalcursus Schied. Best. Bond. De Schied Bast. Bond besloot ook dit jaar weer een cursus te geven in Ned Taal, schrijven, enz. De inschrijving geschiedt op Donderdag 23 Sept. Wij hopen, dat een groot aantal arbeiders zich voor dezen cursus zal aan melden. Metaalbewerkers. Het Bestuur van de Afd. Schiedam van den Alg. Ned. Met.-Bond heeft f 10. opgezonden naar het Hoofdbestuur van dien Bond, ingevolge diens besluit om een inzameling onder de Atdeelingen te houden ten behoeve der Zweedsche stakers. Bravo, wie volgt te Schiodam dit voorbeeld na? Kunst aan liet Volk. Wij ontvingen het laatste numm-r van de „Mededeelingen van het Bestuur" van de Vereeniging „Kunst aan het Volk", waarin o.a. het 3e Jaarverslag voorkomt. Daaruit blijkt, dat het ledental met 104 steeg, aan entrée's f 218.meer werd geïnd dan het vorige jaar en aan contributies f 103.74 meer. In elk opzicht dus vooruitgang. Eigenaardig is de mededeeling dat het gemiddeld contributiebedrag, het vorige jaar f 0.97, dit jaar daalde tot ongeveer f 0.84. De meeste leden betalen de minimumcontributie, nl. 515 van de 783; 206 betalen f 1.de overige 62 zijn over andere bedragen verdeeld. Behalve deze jaarverslagen bevat dit nummer ook een ernstig woord van het Bestuur tot de leden, dat wij in zijn geheel overnemen. „Evenals het vorige jaar maken wjj ook thans onze verslagen openbaar. En evenals het vorige jaar consta- teeren wij ook nu vooruitgang zoowel in ledental als in bezoek. „Toch hebben wij ernstige grieven tegenover onze leden. Zij steunen ons namelijk onvoldoende. En dit is te meer onverantwoordelijk, omdat onze vereeniging geheel op eigen inkomsten is aangewezen. Het gevolg van deze nalatigheid der leden is geweest, dat wij na het 2e Beethoven-Concert op 28 Februari geen uitvoering konden geven voor 6 Juni, en dat ook het afgeloopen jaar de door ons ontworpen tentoonstelling moest vervallen. „Wij wekken daarom opnieuw onze leden op, zich met vollen ernst rekenschap hiervan te geven, dat het doel onzer vereeniging is, door een zoo groot mogelijke samenwerking harer leden ook voor de kleinste beurzen het genieten van wezenlijke kunst bereikbaar te maken. En bij behoorlijke samenwerking zullen wjj behalve goed bezochte tooneeluitvoeringen ook uitstekend bezochte muziekuitvoeringen kunnen verkrijgen en zal de kas het kunnen toelaten ook tentoonstellingen in te richten en voordrachten over kunst (met lichtbeelden) te doen geven. „Voor het volgende jaar staan op programma3 tooneel-uitvoeringen, 2 voordracht-avonden Tartaud- Klein, 3 muziek-uitvoeringen en 2 tentoonstellingen (zoo mogelijk met voordrachten.) „Welnu, zorgt er voor, door een zoo groot mogelijke opkomst, op alle uitvoeringen, dat de som door de kas bjj te passen telkenmale zoo klein mogelijk is. Dan is er kans, dat het geheele programma kan worden afge werkt en daarmee een stap verder is gedaan in de richting van het doel onzer vereeniging." Tot zoover het bestuur van K. a. h. V. Wjj willen daar een paar worden aan toevoegen, vooral ons richtend tot de georganiseerde arbeiders. Het kapitalisme heeft op de menschen meer slechte, ontaardende invloeden dan andere. Het is de arbeidersbeweging die daartegen tevelde trekt. Waar nu een kapitalistische Gemeente raad als de Schiedamsche wel „feesten" als van de Oranjevereeniging steunt met gemeentegeld, hoewel de feesten het tegendeel van verheffend werken, maar een vereeniging als „Kunst aan het Volk" weigert te steunen, daar is het de plicht der georganiseerde arbeiders ook in dit opzicht voor hun eigen zaak op te komen en zichzelf het genot te verschaffen, dat het kapitalisme hun onthoudt. Dat kunnen zij o.a. doen, door lid te worden van „Kunst aan het Volk" en trouw de uit voeringen dezer vereeniging te bezoeken. Naast de materieele verbetering moet ook de geestelijke ontwikke ling veroverd wordenen de eene is al even onmisbaar als de andere. Wjj wenschen ook dit jaar „Kunst aan het Volk" een stevigen vooruitgang toe, en hopen dat de kern van georganiseerde arbeiders en kleine ambtenaren sterk zal groeien. Dan zal deze Vereeniging steeds meer aan het doel harer stichting kunnen beantwoorden. De eerste uitvoering in dit seizoen heeft plaats op Maandag 27 September. Dan zal het Rott. Tooneel- gezelschap opvoeren Schiller's „Maria Staart", met Mevrouw van Eysden—Vink en Mevrouw Tartaud Klein in de hoofdrollen. Een prettig begin! VeredelingHet zit den echten Oranje klanten te dezer stede niks goed, dat de geboortedag van „onze geëerbiedigde Koningin" niet op „waardiger" wjjze is gevierd. Zoo'n kale sjofele boel als „Flardinga" er dit jaar van gemaakt heeft, is het nog nooit ge weest, en vol verontwaardiging grijpen de diverse Oranjeklanten-vingeren naar de pen, om de kolommen van Nieuwe en Ooedkoope met protest-klanken te vullen. Vol spijt en jammer beweert de een, dat ten 1ste het zedeljjke gehalte er niet beter op geworden is, ten 2de onze gemeente-financiën er minder op zijn geworden, ten 3de de winkelstand en overige „middenstanders" er gevoelig onder lijdenterwijl de ander bij monde van de Qoedkoope „Flardinga" ad patres wenscht te zenden, ten einde plaats te maken voor een club van van geestdrift eu OraDje-liefde dronkenen. O, Koperen Muts, keer weer Doch zoo blakende van geestdrift zijn onze protestici niet, of ongegeneerd komt de aap uit de mouw. Dat de geboortedag „onzer Koningin" op minder „waardige" wijze is gevierd; dat het zedelijk gehalte niet is ver beterd dat de gemeente-financiën er niet beter op ziju geworden"; och, dat is allemaal te dragen. Maar dat zij, de „middenstanders" gevoelig onder „Flardinga" 's buitensteedsche festiviteiten moeten leiden, zooals no. 1 wondergoed laat uitkomen, dat doet hen, de ware Oranjeklanten de verzenen tegen de prikkels slaan Hoort hun verzuchting „Waar voorheen winkel- en middenstand zeker één week per jaar konden spreken van een voor- deelige week, wordt nu het publiek onttrokken aan de stad zelf en gebracht ojl een geïsoleerd terrein n.l. het „Flardingaveld". Neen, dat is geen waardige viering van een Oranje feest de portemonnaie van den winkel- en midden stand heeft er geen vrede mee 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 3