Ditjes en Datjes. Arbeiders-coöperatie. van haar gebied in een deel voor woonstad bestemd en een deel voor bedrijfstad, kan zij beter en goedkooper voldoen aan haar plicht om voor stratenaanleg en -onderhoud, straat-verlichting, straat-versiering enz. te zorgen dan nu het geval is. Voor het verkeer in een bedrijfstad zijn breede rijwegen noodig met sterke keien waarover de paarden gemakkelijk vooruit kunnen komen, en kan men met smalle trottoirs volstaan. Daarentegen vraagt het verkeer in een bedrijfstad breede trottoirs en heeft het aan een smallen rijweg, die weinig geruisch maakt bij berijding, genoeg. Die twee eischen zijn bij vereeniging van bedrijjf- en woon stad onmogelijk tot elkander te brengen, maar kunnen bij splitsing der stad in 2 gedeelten uitmuntend tot hun recht komen. In een bedrijfstad heeft het verkeer meer last van hoornen en andere versieringen dan voor deel en is door rook en roet het aankweeken van boomen en planten zeer moeielijk, zoo niet onmogelijk. In een woonstad daarentegen zijn boomen, planten, fonteinen enz. zeer gewenschte middelen om het leven aldaar aangenamer en gezonder te maken. Ook deze tegen stelling kan geheel tot haar recht komen, indien de gemeente de totaal-uiteenloopende belangen van bedrijf- en woonstad te dezen opzichte kan behartigen bij splitsing vaji de stad in 2 deelen. In een bedrijfstad is een totaal andere aanleg van gas- en waterleiding en even tueel ook van electrische geleiding noodig dan in een woonstad, en moeten de riolen aan geheel andere eischen voldoen dan in een woonstad. Bij splitsing der gemeente in een bedrijf- en een woonstad kan daarmee rekening gehouden worden, ten voordeele der gemeente zelve èn ten bate der bedrijvers en inwoners. Door een gemakkelijker en zuiverder regeling van al deze gemeentelijke werkzaamheden zal de gemeente heter en goedkooper kunnen beheeren en dus ook in dat opzicht beter kunnen voldoen aan de hierin haar te stellen eischen. Alle genoemde voordeelen van een splitsing in een bedrijf- en woonstad komen uit den aard der zaak ook ten goede aan de bedrijven en de bewoners heiden. Maar die beiden hebben nog andere belangen bij een dergelijke splitsing behalve de genoemde. De bedrijven kunnen er bovendien nog deze voordeelen uit halen: dat zij goedkoop aan goede beweegkracht kunnen komen, dat de aanvoer hunner grondstoffen en de uitvoer van hun waren gemakkelijker en goedkooper kunnen bewerkstelligd worden, en dat zij gemakkelijker tot samenwerking en combinatie kunnen komen. De inwoners kunnen behalve de reeds genoemde voor deelen uit de splitsing nog deze halendat zij geen last van fabrieksvuil en -stank meer zullen hebben, dat zij veiliger en rustiger zullen wonen, en dat er meer aandacht besteed kan worden aan de eischen van het maatschappelijke gezinsleven in al zijn onderdeelen. Slechts één enkel nadeel is er tegen de splitsing te bedenken, n.l. ditdat zij voor het heen en weer gaan van huis naar de fabriek veel tijdverlies zou veroorzaken. Dit nadeel is evenwel slechts denkbeeldig. Reeds nu zijn er in Nederland steden te over, waar de fabrieksarbeiders van ver moeten komen zonder dat dit schadelijk was voor het bedrijf. Ook te Schiedam is dat het geval met tal van arbeiders, werkzaam in de fabrieken der firma's Smulders en Landman. En in het buitenland is het ver van de fabriek wonen in de groote steden regel. De feiten zijn dus daar, om te bewijzen dat de bedrijven er geen schade door hoeven te ondervinden. Het is natuurlijk mogelijk, dat een wijziging in den bedrijfsregel van iederen dag zou moeten worden aangebracht, en dat door goedkoope trams e. d. een sneller verkeer tusschen woon- en bedrijfstad zou moeten worden ingevoerd. Maar zulke maatregelen wijzen zich van zelf aan. Het eenige werkelijk onaangename van de verandering zou kunnen bestaan in de onmogelijkheid voor kleine ondernemers om op hun sloffen van hun kantoor naar hun fabriek en naar hun huis te kuieren en gedurig thuis eens een kommetje koffie te drinken of een praatje te maken. Maar dat deze onaangenaamheid, de eenige bedenkbare, een overwegend nadeel kan genoemd worden, zal wel niemand durven beweren. Onze slotsom is dusdat alles en alles pleit vóór de vaststelling van de aangegeven splitsing, en dat zij beslist de ontwikking der gemeente in de hand zou werken. Het komt er slechts op aan, de gemeente tot den eenigen grondeigenaar te maken. Indien B. en W. in hun antwoord op de motie-de Groot wezenlijk het belang der gemeente wilen beoogen, dan moeten zr, aangevende de wettelijke gronden waarop de door den heer de Groot gevraagde verordening on mogelijk is of langs het door de motie bedoelde doel heen zou gaan, tevens den Raad voorstellen, in beginsel de wenschelijkheid van de splitsing in bedrijfs- en woon stad uit te spreken, en B. en W. te machtigen, den benoodigden grondaankoop voor te bereiden ten einde die splitsing wettelijk en praktisch uitvoerbaar te maken. Of B. en W. zooiets zullen voorstellen, betwijfelen wij evenwel. Er zit bij het college weinig doortastend heid, weinig vertrouwen in de toekomst en weinig ruimte van doorzicht. Maar gesteld, dat B. en W. toch eens met een dergelijk voorstel voor den dag zouden komen, dan blijft nog de vraag, of de Raad ermee mee zou gaan. En wij zijn er zeker van, dat dit niet gebeuren zal. Want enger, bekrompener, kleinzieliger, onkundiger opvattingen dan den Schiedamschen Raad beheerschen zijn er niet denkbaar. Het eenige kansje zou nog zijn: dat men bij ongeluk eens goed stemde, zooals onlangs bij de motie-de Bruin in zake progessie in de inkomsten belasting. Het zal o.i. ook hiermee weer gaan als met zoovele andere zakende burgerklasse, en vooral de Schie- damsche, is niet meer in staat tot groote maatschappe lijke organisaties en hervormingen. En die zullen niet kunnen komen, voordat het proletariaat machtig genoeg zal zijn geworden, om zijn wil en zijn gedachten op te leggen aan de burgerklasse. Wij zijn nieuwsgierig ook naar de afwikkeling van dit voor Schiedam hoogst belangrijke vraagstuk. De uitkomsten van de jaarverslagen van den Bond van Ned. arbeiders-coöperaties hebben den secretaris aanleiding gegeven eens te onderzoeken, in welke mate ten naastenbij door de ltden van de bij het N. V. V. aangesloten Vakbonden wordt deelgenomen in de arbeiders-coöperaties van ons landtevens is daarbij vergeleken welke geldelijke voordeelen de coöperaties en de vak-acties in het jaar 1908 hebben afgeworpen. Men weet dat in den laatsten tijd het aantal bij het N.V.V. aangesloten arbeiders ongeveer 40.000 bedraagt. Het is zeker niet overdreven ie schatten dat 25.000 man gehuwd zijn en dus praktisch nut vancoöpereeren zouden kunnen hebben. Hoeveel van deze 25 duizend dat nut er ook van trekken De arbeiders-coöperaties tellen ongeveer 15 000 leden verbruikers, waarvan wel 5000 menschen die geen lid zijn van een der bij het N.V.V. aangesloten vakbonden. (Men denke maar eens aan onderwijzers, ambtenaren, vrije beroepen, weduwen, e.d.) Minstens 15.000 georganiseerde arbeiders dus nemen geen deel aan de arbeiders-coöperatie Wat wil dit zeggen? Met enkele cijfers is 't aan te toonen. De gezamenlijke arb.-coöperaties hadden in het jaar 1908 een winst van f 80.000, hetgeen naar bovenstaande gegevens berekend, het dubbele had kunnen zijn. In plaats van die kleinigheid nu ook maar mee te nemen, laten de 15.000 coöperatief-ongeorganiseerden f 80.000 aan particulieren verdienenzoodoende aan de klasse der arbeiders f 160.000 schade berokkenende in één jaar Het is opvallend dat de som van f 80.000 ook staat vermeld in de „Statistiek der loonbewegingen" van de bjj het N. V. V. aangesloten vakbonden. Deze statistiek is opgenomen in „De Vakbeweging" van 1 October j 1 wij vinden daar in de Tabel III „Resultaten" dat aan loonsverhoogingen ruim f J.500 per week werd gewonnen, hetgeen per jaar ongeveer het genoemde bedrag uit maakt. Het verslag merkt daarbij terecht op, dat die som in werkelijkheid veel hooger is. Doch zelfs wan neer we dat in aanmerking nemen, ja, gelooven /lat het wel drie- of viermaal zooveel is, dan nog mag wel geconcludeerd worden dat de voordeelen van de coöperatieve organisatie belangrijk genoeg zjjn om eens wat nauwkeuriger door de georganiseerde vakgenooten bezien te worden. En dit temeer waar hier sprake is van voordeelen welke zonder eenige opoffering verkregen kunnen wor den zelfs het kleine aandeeltje dat men als lid neemt, werpt nog rente af Doch niet alleen om de directe geldelijke voordeelen verdient de deelneming aan de arbeiders-coöperatie aanbeveling. Goede en niet dure waren, steun aan de arbeiders beweging, verschillende fondsen die den arbeider he'.- pen in oogenblikken waarop geld niet voorhanden is en juist dan het noodigst zou zijn, het opvoedend karakter der coöperatie, het zijn allen factoren welke tot ver sterking van den strijdenden proletariër dienen. Het groote aantal vak-arbeiders dat reeds aan de coöperatie deelneemt, is een bewijs voor de gebleken juistheid dezer bewering en met vreugde kan dan ook geconstateerd worden, dat sommige vakorganisaties in de laatste jaren die deelname bevorderd hebben. Dit is echter niet genoeg. Ook de vakvereenigingen welke zich onzijdig hielden, moeten meer doordrongen worden van de noodzakelijk heid om de coöperatie als welkom en onontbeerlijk strijdmiddel te doen hanteeren. De arbeiders-coöperatie moet openlijk door de vakbonden gesteund worden en daadwerkelijk gepropageerd worden ook! Welke resultaten men daarmede bereikt, laat ons o.a. de Duitsche coöperatieve beweging zien. Als veorbeeld kan hier naar de Hamburgsche verbruiksvereeniging verwezen worden voor een tiental jaren namen daar de vakbonden het initiatief tot de stichting van de „Production". Deze nam daardoor direct zoo'n groote vlucht, dat zij nu reeds meer dan 85.000 leden en haar omzet bij millioenen telt. Juist deze maand bracht het bewijs, dat de bemoeiingen der vakbonden nog even krachtig is als in den aanvang. In begin October werden door den Bestuurdersbond Hamburg-Altona een achttal vergaderingen belegd. Deze vergaderingen waren elk bezocht door 1000 tot 2000 personen, welke naar aanleiding van de gehouden referaten van de coöperators D r. David en Bernstein, met algeineene stemmen een resolutie aanuamen, waarin o.m. de vol gende passages voorkomen De vergadering roept alle leden der arbeiders klasse op om zich bij de politieke- en vakorganisatie, „zoowel als bij de verbruiks-, bouw- en spaarvereeniging „Produktion" aan te sluiten. „Vooral in het door inhouding van een gedeelte der „winst gevormde „Noodfonds" dier vereeniging ziet de „vergadering een sterke steun voor alle arbeiders in den „maatschappelijken strijd. „De vergadering volgt met bijzondere belangstelling „de ontwikkeling van de eigen productie-bedrijven, van „den woningbouw, spaarkas, de bakkerij, vleeschhon- „werij enz., die alle aan de minder-bezittende klasse „niet alleen werkelijke stoffelijke voordeelen verschaffen „doch die in Hamburg ook een sociale instelling van „steeds toenemende waarde voor den arbeider is gewor den niet alleen voor de verbruikers, doch ook voor „de voortbrengers en daardoor in belangrijke mate „medewerkt tot versterking van de economische en poli tieke macht der arbeidsklasse. „De vergadering verklaart dat de vakbonden en coöp- „ratie bij doelbewust samenwerken, in staat zijn de „economische machtsvorming van het proletariaat te „versterken en, uitgaande van de overweging dat alleen „economische macht de zekere grondslag vormt voor „alle politieke macht, zij dus ook een middel zijn tot „bevrijding der arbeidersklasse van den druk van het „kapitalisme". Vergelijkt men de „Produktion" nneens by „De Dageraad" te Amsterdam, dan bemerkt men dat, terwijl de stad maar een derde kleiner is, „De Dageraad" een tienmaal kleiner aantal leden telt. Welke voordeelen gaan daardoor voor de arbeiders klasse verloren! En nu spreken wij nog niet eens van de voordeelen die verloren gaan door verkeerde taktLk. Er zijn nog altijd vakvereenigingen die zich op onvruchtbare wijze met de coöperatie inlaten. Wij bedoelen de vakbonden, die er zelf een verbruiksvereeniging op na houden, of die een stelselmatige jacht naar diverse reducties ondernemen. Dit is ook een euvel hetwelk aan de ontwikkeling van de coöperatieve beweging sPrke belemmering in den weg legt. Verbrokkeling is op alle manieren schadelijk, doch voor de coöperatie wel bijzonder, omdat zij slechts groote voordeelen kan behalen door zeer groote omzet ten, welks door kl ine combinaties niet verkregen kan worden. Hopen en verwachten wij dan ook van de georgani seerde vak-arbeiders, die reeds aan onze zijde staan, dat zjj in nog sterkere mate als voorheen de coöperatieve idee zullen helpen bevorderen en dat deze regelen voor de nog niet coöperatief-georganiseerden een sterke aan sporing mogen zijn om toe te treden tot de bestaande plaatselijke verbruiks-coöperatie, of, zoo die er niet is, met alle kracht te helpen waar men van plan is er eene op te richten. Nieuwe aantrekkelykheden. Naar wever- nemen, zal in den beroepsbrief aan den predikant, die in de plaats van Ds. Van den Broek zal worden uit- genoodigd de „Christelijke" reactie te helpen dienen, als een der nieuwste aantrekkelijkheden van Schiedam het feit worden vermeld: dat op order van hooger hand de stedelijke politie agenten eerbiediglijk de heeren geestelijken moeten groeten. Of het hoofd der politie ook „inzicht" in de rechte verandering van „systeeriS" heeft getoond. Tevens hoorden wij, dat bovenstaande politie-order zóó zeer in den geest van Ds. Rudolph, bijgenaamd de beul van Leiden, is gevallen, dat hij zijn bloeddorstige geestverwanten te Schiedam reeds te kennen heeft ge geven, dat hij nu wel naar onze jeneverstad zon willen komen, overtuigd dat daar de tijden rjjp worden voor de wederinvoering der kerkelijke inquisitie. Wij kunnen niet nalaten, hem dringend aan te bevelen. Hoe fanatieker, hoe beter! Van den politiehond en de pers. In een der stedelijke dagbladen is er de politie-autoriteiten een grief van gemaakt, dat de pers niet uitgenoodigd was om de proeven met den aspirant-politiehond bij te wonen. Uit vertrouwde bron vernemen wij, dat de uitnoodiging aan de pers in zeer ernstige overweging is genomen, maar achterwege is gebleven om reden de hooge politie- overheden vreesden dat het op ongezette tijden stinkende achterste van een der meest bekende Schiedamsche persmannen zeer ontijdig teekenen van leven zou geven en de reukproeven met den politiehond daardoor zouden kunnen mislukken. Het komt ons voor, dat onze politie-autoriteiten hulde verdienen voor hun fijngevoeligheid in deze adsistent- politie-hondenreuk-kwestie. En zeer ten onrechte be klaagde onze e:ntfeste zuster zich dus over miskenning. Vrees. Met verlegen schuwheid hebben de politie agenten ons deze week op straat gemeten. De vrees, dat de een of andere Christelijke politieker een van de MokerM in gesprek met een der stedelijke ordebewaarders zou

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1909 | | pagina 2