HONGER Wat leert het Socialisme? Vakbeweging. Ditjes en Datjes. Het socialisme heeft aan de arbeidersklasse geleerd, dat zij niet langer mogen dulden, tevredenheid met deze maatschappelijke ellende. Het is de blyde boodschap om te komen uit de klauwen van het brute kapitalisme. 't Socialisme wijst op de ontaarding, verwoesting, den jammer van duizenden en nog eens duizenden proletariërs. 't Socialisme eischt voor ieder een menschwaardig bestaanniet langer den proletariër te beschouwen als een slaaf en eischt voor het geheele proletariaat mede zeggingschap. Gij hebt uw mond niet gekregen om altijd stom te zyn als het gaat om uw rechtuw verstand niet om het niet te gebruiken; uw wil niet om nog langer te loopen aan den ketting als slaaf van het kapitalisme, 't Socialisme eischt, dat de grond- en de productie middelen in handen komen van de gemeenschap, de grond is de voorraadschuur van alles, moet dus toebe- hooren aan allen, 't Socialisme heeft gezegd aan de arbeidersklasse „gy wordt beschouwd als onmondig, er is voor u geen recht in de kapitalistische maatschappij, gy wordt geëxploiteerd als werkbeest, om de brandkast van uw broodheer tot barstens toe te vullen." 't Socia lisme verafschuwt den hatelyken concurrentiestrijd met zyn gruwelijke gevolgen, waar gij, arbeiders, de dupe van zythet zet den eenen mensch in haat tegenover den ander, waar ook door ontstaan treurige kleine loonen, lange arbeidstijden, krotten van woningen enz. 't Socialisme eischt voor de arbeidersklasse loon voor hun arbeid, maar niet een leven vol moeite, zorg en kommer, op een wereld, waar overvloed is aan alles om in aller behoeften te voorzien. De geheele miat- schappij steunt op den arbeid van u, dus hebt gij ook het recht er de vruchten van te plukken. Wij eischen ook voor het kind van den proletariër goed onderwijs, wat het noodig heeft in het maatschappelijk leven, maar niet zooals nu, dat onze kinderen op 12 a )3-jarigen leeftijd, ja nog zelfs vroeger, er op uitgestuurd worden mee te helpen het schrale inkomen wat te vermeerderen. 't Socialisme kweekt fierheid, broederschap, zelfbeheer- sching, eigen wil, gericht naar den wil van de organi satie, het brengt den mensch af van het benepen egoïsme. Niet zichzelf trachten te bevoordeelen ten koste van zijn mede-mensch. Strydt toch niet alleen voor eigen voordeel, maar helpt mee strijden voor de bevrijding van de geheele arbeidersklasse. Wij moeten elkaar be schouwen niet als vijanden, maar als kameraden in den strjjd tegen het kapitalistische stelsel. Ieders belang, is aller belang. Waarom zyt gij, arbeiders, zoo bang voor het roode spook, laat toch niet langer met u sollen. Dat de kapitalistische klasse zich er heftig tegen verzet, dat begrijpen wy zeer goed, maar waarom dan gij, die niets bezit als uw arbeidskracht. Gy hebt niet eens de vrije beschikking over u zelf, noch over uw vrouw, noch over uw kind, dat moogt gij niet langer dulden. Maar al wat 't socialisme eischt, wordt u niet gegeven wy moeten het na langen, harden stryd veroverenalleen kunnen we niets, gij moet u aanslui ten by uwe vakvereeniging, coöperatie en politieke party, voor uwe belangen van het oogenblik en voor de komst van eene nieuwe maatschappij. Dan zal het niet zyn winst en nog eens winst ten koste van uw leven, maar dan te kunnen leven, waar we allen recht op hebben: als mensch. Ook dan niet meer die donkere toekomst als men oudgen gebrekkig is geworden, om dan te vallen in handen van de liefdadigheid. Duldt niet langer het kapitalistische iuk, wat u alles ontnomen heeft. Helpt mee door middel van u aan te sluiten, te stryden tegen de kapitalistische maatschappij. Dan moeten wij overwinnen en krygen wat het socialisme leert Enschedé. De conferentie met den fabrikantenbond is op niets uitgeloopen. Het bestuur ontkende platweg dat er grie ven bestonden. De organisaties der arbeiders besloten daarop de volgende voorstellen te doen le. Den arbeiders wordt in de toekomst eene humane behandeling van de zyde der bazen door de firma Menco verzekerd. Speciaal dit betreflende, verklaart zich de fabrikanten-vereeniging bereid, om, wanneer hierover eventueele kwesties rijzen en deze tusschen de firma en eene commissie uit hare arbeiders niet tot eene bevredigende oplossing gebracht kunnen worden, deze met de besturen der organisaties te onderzoeken. 2e. Een arbeider, die ziek wordt, mag niet gedwon gen worden op straffe van boete of ontslag een plaats vervanger te stellen. 3e. Betere verdeeling der kettings en wel zoo, dat op 6 getouwen zooveel mogelijk slechts één zware ketting voorkomtop 4 getouwen, alleen ook slechts één zwareop 4 getouwen met een hulp 2 zwaren, op 6 getouwen komt slechts 1 geboomde ketting voor. Mochten omstandigheden het noodzakelijk maken, om meerdere zware of geboomde kettings te laten verwer ken, dan bestaan daartegen geen bezwaren, mits de verdeeling gelijkmatig plaats vindt. 4e. Voldoende hulp door de touwbazen. Is een der touwbazen tijdelijk afwezig, dan dient voor hem een plaatsvervanger te worden gesteld. U tracht telkens weer den indruk te vestigen, als zouden de organisaties der arbeiders verantwoordelijk zyn voor deze staking. Evenals vroeger moeten wij deze voorstelling van zaken beslist afwjjzen. Uit de feiten, door de arbeiders zelve aan u medegedeeld en uit de overgelegde boete- cijfers, blijkt maar al te duidelijk, dat speciaal, onmid dellijk vóór het uitbreken der staking, de toestand bij de firma Menco dringend verbetering eischte. Indien deze firma eenig begrip had gehad van den ernst der grieven, dan zou ze ongetwijfeld de arbeiders niet genoodzaakt hebben tot eene staking, doch integendeel de grieven hebben weggenomen. De verantwoordelijk heid van dit konflikt rust dus allereerst op haar en op uwe vereenigiug, die thans tegenover cijfers en feiten nog poogt te ontkennen, dat er tot staking alleszins reden wasdraagt met de firma Menco de verantwoor delijkheid, ook voor de voortzetting van een strijd, die by slechts weinig goeden wil uwerzijds binnen eenige dagen tot het verleden zou knnnen behooren. In het belang der industrie en van gansch de bevol king geven we u dus ernstig in overweging, boven staande voorstellen aan te nemen." Waarschuwing voor de glasblazers. Er zijn glasblazers die meenen dat zij overal terecht kun nen om werk, als zij maar een goed ontslag-bewijs hebben van hun patroon. Het gebeurt zelfs dat glas blazers daar zóo zeker van zijn dat zij soms tegen hun patroon zeggen „Geef mij maar een goed ontslagbe- wijs, dan ga ik". Wij vinden het noodig de glasblazers er op te wijzen dat zij met een goed ontslag-bewijs even weinig uithalen als met geen of een slecht bewijs. Eenige maanden geleden morden eenige arbeiders van „De Schie" te Schiedam over het slechte glas dat ver werkt moest worden. De meester Bouwman kwam er bij en deze zeide„Waarom blijven jullie hier als het zoo slecht is, ga naar 'n ander". Een der glasblazers, meende blijde te kunnen zijn dat hij naar een ander kon en zeide„Goed, geef me maar een goed ontslag, laat me maar vrij, dan ga ik naar 'n ander". „Dat kan je krijgen", zei de meester, en hij gaf hem een ontslagbrief, waarop stond dat hij dadelijk overal in dienst kon treden. Maar de fabrikanten houden er een geheime corres pondentie op na. En zoo gebeurde het dat naar de fabrikanten een circulaire gezonden werd waarin ver meld was dat deze persoon ontslagen was met de bij voeging Hij verzet zich tegen alle fabrieksregelen en wordt verdacht anderen daarvoor op te ruien. Zoo gebeurde het dat deze glasmaker met een goed ontslag-bewijs in zijn zak rondliep en nergens werk kon vinden. Totdat eindelijk, na een paar maanden de zaak werd opgehelderd en hij vernam waardoor hij geen werk kon krijgen. Hij ging weer terug naar „De Schie" en daar er kende men de lage streken en gaf den man een nieuw ontslag, waar opstond dat hij bekwaam was en wensch- te te veranderen. Ook werd hem beloofd dat de eerste circulaire die naar de patroons was gezonden, zou worden ingetrokken. De gemeène streek werd dus erkend, maar het nadeel dat men den arbeider had be rokkend werd niet hersteld en het is al erg laf om eerst iemand het werk vinden onmogelijk te maken met een geheime circulaire eu dan te zeggenik zal hem intrekken en door een ander vervangen. Maar wij kunnen het noemen zooals we willen, de patroons zullen het niet nalaten en wij vermelden het alleen om de arbeiders te waarschuwen, Bovenstaande ontleenen wij aan „De Glas en Aarde werker" het orgaan der glasblazersbond. Hoe afhankelyk de glasblazers nog zijn van de mach tige glaskoningen blijkt uit dit artikeltje heel duidelijk. Men moet namelijk weten dat do fabrikantenvereeni- ging in de glasindustrie bepaalt geen arbeiders van el kander in dienst te nemen zonder goede ontslagbrief. Uit het bovenvermelde geval blijkt hoe weinig er voor noodig is een goed ontslag-bewijs te krijgen. Deze arbeider welke enkel en alleen een klacht uitte over het slechte glas wordt zonder meer broodeloos gemaakt. Glasblazers wapent U Van een succesvolle vergadering. Zondag j 1. werd in de zaal van den R.-K. Volksbond de buiten gewone vergadering gehouden inplaats van de openlucht meeting. De zaal was met een 200 k 250 toehoorders bezet, 't Is zeker niet te veel voor Schiedam en Vlaardingen samen. De inleider, de heer Kuiper van Amsterdam, hield een pittige rede over de tien-urendag. Hij wist evenwel dat hij voor z'n geloofsgenooten sprak en er geen andersdenkenden tegenwoordig waren, daarom was z'n rede een beetje doorspekt' met zoete koek en praatjes verkoopen aangaande het N. V. V. en de S. D. A. P. Het loont ons de moeite niet hierop in te gaan. Wel willen we even wijzen op hetgeen de voor zitter, de heer Mouwens' by z'n sluiting zei„het is beter zoo'n snccesvergadering dan een mislukte open lucht-meeting". Zouden de heeren zoo overtuigd geweest zyn dat hun openlucht-meeting gefiald had? Anders, ze zijn in het organiseeren van optochten etc. (voor oranjefeesten) nogal heele pieten. Het bewijst dat ze voor oranje, dus voor de kapita- listische klasse, met de jeneverflesch in een rijtuig, beter op hun plaats zijn, dan voor hun zelf voor betere levensvoorwaarden te betoogen. Commentaar overbodig. Het loon van den arbeider. In het huis van den heer G. J. Bertels (als we ons niet ver gissen R. K. „liefdeheer") was sinds 33 jaar werkzaam J. Eggelmeyer. De laatste 16 jaar als baas. Deze voorname betrekking, welke echter, zooals zy, die met het bedrijf bekend zyn, wel weten, toch een post van vertrouwen is en een vry groote verantwoor delijkheid legt op de schouders van wie haar beklee- den, werd vervuld tegen een salaris van f 11.— per week. Zegge e 1 f gulden. Laten we de geschiedenis in al haar eenvoud ver tellen. Omdat van zulk loon eenvoudig geen gezin meer leven kan, begon de man een bierzaak aan de Fabri- straat. Dat doe je niet, als je geld genoeg hebt, want je vrouw en kinderen en al moeten in touw komen ei van een rustig gezinsleven is geen sprake meer. Maar als je een loon van f 11.per week verdient, dan breng je dat afgedwongen offer De heer Bertels, de liefdeheer, wil niet dat Eggel* meyer een bierzaak er op na houdt en als de gistbaas niet spoedig genoeg de zaak van de hand heeft gedaan, zend de patroon den knecht een brief, dat hjj ontslagenis. De stok was gevonden om den hond te slaan. En het slaan is niet achterwege gebleven. Iemand die 33 jaar dienst heeft gedaan, wordt zoo zoetjes aan o u d, weet u, en straks zit-je met zoo'n ouwen kerel wat verlegen. Pensioneeren kost geld, ea geld houwen we liever zélf ia den zak. Dan is het véél verstandiger zoo'n half versleten kerel bytyds te loozen en als hij niet eens gappen wil, brutaal wezen of zooiets dergelijks, dan is er vooreen handig mensch toch wel een ander motief voor ontslag te vinden. 't Is de zooveelste geschiedenis van den uitgeknepen citroen. Tegelijk met den vader zyn ook twee zoons van hem uit den dienst van den gistfabriekant G.J. Bertels ontslagen. Eggelmeyer was niet katholiek. En over zoo'n gezin dat thans een wekelyks inkomen van f 18.— deft, heeft een katholiek „lieldeheer" geen zorgen In de plaats van Eggelmeijer is thans een katholiek gekomen. Mogelyk mag ook deze de firma 33 jaren dienen alvorens te worden opgeruimd. Onder vrienden. De synode der Hervormde kerk, die sinds eenigen tijd vergadert, heelt een manifest inzake de Borromaeus-encykliek opgesteld, waariu alle leden der Ned. Herv. Kerk worden opgeroepep „om in dezen tyd, waarin Home met steeds grootere aanmatiging is het zwaard waarmee de kapitaal' protzen van Twente de arbeiders willen mishandelen. Maakt dit wapen door uwe steun waardeioo optreedt, met woord en daad krachtig en waardig te stryden voor het heerlijk goed van geloof en vrijheid en met beslistheid zich te scharen achter de groote Hervormers door blijmoedige belijdenis vau het Evangelie van Jezus Christus en door heiligen levenswandel. Van dit manifest zullen afschriften verzonden worden aan de koningin en aan alle besturen der Ned. Herv. Kerk. Besloten werd het te doen opnemen in de „Kerkelyke Courant" en het te doen voorlezen van alle kansels der Ned. Herv. gemeenten. En als strakjes de verkiezingen komen, dan gaan de Nederl. Hervormde kiezertjes weer vol vuur in den strijd, om de party, „die met steeds grootere aan matiging optreedt", nog te versterken. Dat behoort zoo tot de algemeene Nederl. Herv. onbegrijpelijkheden Ministerieële vriendendienst. In een Am- sterdamsche korrespondeutie in de „Pr. Gr. Crt." lezen wy: „Een wonderlijke geschiedenis maakt op het oogen blik 't onderwerp van gesprek uit in de wereld der belastingambtenaren. Zooals men zich herinneren zal, kreeg eenigen tyd geleden de heer Slotemaker, inspek- teur der belastingen alhier, van den minister van finan ciën de opdracht een nieuw wetsontwerp op de heffing van invoerrechten samen te stellen. De heer Slotemaker kreeg den titel van waarnemend direkteur met een extra toelage, en toen hij zyn taak had voleindigd toonde minister Kolkman zich daarvoor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1910 | | pagina 2