Oe uitvinding* Vlaardiogsche IJzerkoekjes, zoo dankbaar, dat hij hem tot direkteur der direkte belastingen benoemde op de.juist opengevallen plaats te Middelburg. De heer Slotemaker had echter niet veel lust in Middelburg en verzocht de directie te ver plaatsen naar Breda, waar hp zich blijkbaar beter thuis Jacht te gevoelen. De heer Kolkman stemde toe en de Jirektie werd verplaatst naar Breda met den heer Slotemaker als chef. Wanneer men nu weet, dat eerst enkele jaren ge leden de weleer te Breda gevestigde direktie door de regeering naar Middelburg werd overgebracht, dat daar voor een goede hand vol geld het daarvoor geschikte gebouw werd aangekocht en ingericht, dat thans het zelfde moet gebeuren met de terugverhuizing naar Breda, dat bovendien de te Middelburg geplaatste amb tenaren schadevergoeding krijgen voor hun onverwachte verhuizing naar Breda, dan begrijpt men, dat er nu gesproken wordt van bedenkelijke geldverkwisting. Zoo kan men makkelijk vriendendiensten bewijzen. Het volk vult de schatkist toch wel weer aan Bovenstaande geschiedenis is niet zoo wonderlijk, als men weet, dat eenige jaren geleden de heer Slotemaker met zjjn gezin het Katholieke geloof heeft aangenomen. En aangezien Middelburg overwegend Protestant is, is het aan te nemen dat de heer Slotemaker zich daar niet thuis gevoeltdes te meer daar het tamelijk goed bekend is, dat hij na zijn bekeering de gevierde man is geworden. Bond van Arbeiders-muziekvereenigingen. - Zondag kwamen te Delft een aantal afgevaardig den van arbeiders-muziekvereenigingen bijeen tot defi nitieve konstitueering van een landelijken bond, waar toe op een gelijke vergadering, in April van dit jaar gehouden, in beginsel besloten was. Tegenwoordig waren Delft, Schiedam, Ylaardingen, Haarlem, Dordrecht, Rotterdam (Charlois). Met kennis geving waren afwezig Utrecht en Enschedé; zonder kennisgeving Amsterdam (Diamantbewerkers) Rotter dam (Excelsior) en Rotterdam (Bakkers). Door Delft en Utrecht was voorgesteld den zetel van het hoofdbestuur te vestigen te Amsterdam, de vergadering besloot evenwel dat het dagelijksch bestuur zal zetelen te Delft, de overige bestuursleden te Rotterdam (Charlois), Ylaardingen en Dordrecht. Daarna werden statuten en huishoudelijk reglement behandeld en aangenomen. Alle arbeidersmuziekver- eenigingen in den lande zullen een verslag ontvangen van deze vergadering, ook degenen die zich nog niet bg den bond hebben aangesloten. Onder meer werd op voorstel van Dordrecht beslo ten in 1912 een muziekfeest te geven in Dordrecht, waar dan de arbeiders-muziekvereeniging 15 jaar bestaat; dat de Bond een lijst zal aanleggen en elke drie maanden de aangesloten vereenigingen toe- FEUILLETON. De eigenaar van de spinnerij Bechert zat alleen aan de groote dubbele lessenaar in de directiekamer. Door bet venster zeefde getemperd het zonlicht en viel met een paar trillende stralen op het kale hoofd van den ichef, dat er met zijn harde trekken en uitstekende neus nitzag als een roof vogelkop. Bechert keerde zich om toen zgn zoon eenigszins druk binnenkwam. „Stel je voor, vader", de jonge man barstte in luid gelach uit, „zoo'n aanstellerijAan de deur staat de spinner LobelU kent 'm wel dat kreupele kereltje dat we de laatste keer niet ontslagen hebben uit mede lijden. Die moet hier wezen zegt hij. Hij heeft een ge wichtige uitvinding gedaan, beweert hij". Een lachje gleed over het spitse gezicht van den oude. „Wat zal 't wezen?" vroeg hij. „Ik heb de teekening en het model niet eens bekeken, want wat weet zoo'n kerel van techniek." „Nee", merkte de oude voorzichtig op, „dat gaat niet altijd op. Arbeiders vinden wel meer wat uit, van die kleine verbeteringen, weet je, handgrepen waar alleen iemand op komen kan die dagelijks praktisch met machines omgaat. Ik heb er al vaak voordeel van gehad. Laat de vent binnenkomen." Na een poosje trad de arbeider binneneen jonge, kreupele man, maar met een intelligent gezicht. „Wel, Lobel," vroeg de chef joviaal, „en jij hebt zoo een uitvinding gedaan „Och meneer", stotterde de man schuchter, ik heb 't maar zoo'n beetje samengeprutst. Misschien is het ding er al lang. Maar uw machines zijn nu toch de aller nieuwste, daar moet het toch aan zijn." Bechert rolde de rol teekenpapier open die Lobel hem gegeven had en zette groote oogen op. „Hm, goed gedaan. Waar heb je teekenen geleerd?" „Och, geleerd heb ik 't niet," zei de arbeider. „Vroeger kwam ik weieens op het bureau van de machinefariek en daar heb ik de teekenaars de kunst een beetje afgekeken." De belangstelling van den patroon gaf hem meer moed en hij begon de teekening uit te leggen, 't Was een eenvoudige verbetering, zenden van te koop zijnde en te koop gevraagde instrumenten; dat getracht zal worden eenheid te brengen in de toonzetting der propaganda-marschen (de Internationale, den Socialistenmarsch, enz.) Aan de vereenigingen die meetings en betoogingen organiseeren en daarbij muziekvereenigingen laten optreden zal gevraagd worden uitsluitend afdeelingen van den bond van arbeiders-muziekvereenigingen te laten medewerken. De jaarvergadering wordt te Rotterdam gehouden. Men schrijft uit Schiedam aan Het Volk Een proef met den 8-nrendag. In het zwaite Schiedam weet men maar heel moeilijk met z'n tijd mee te gaan en wat den arbeidsduur betreft, leeren de publikaties van onze studieklub e.d. dat Schiedam bij tal van industrieplaatsen nog ver achter is. Vooral in de branderijen is het daarmee treurig gesteld. De harde arbeid, daar gevergd, waar tal van gevaren den arbeiders bedreigen, moet 12, 14, 16 uur per dag worden volgehouden en soms nog langer. Maar volgens de officieele rapporten is zulk een moorddadige arbeidsdag „noodzakelijk". Het bedrijf kan geen enkelen last meer dragen, rapporteerde de inspekteur van den arbeid. Tot schrik van alle kleine branderspatroons is een groote gist- en spiritusfabriek verrezen, die met haar groot kapitaal het kleinbedrijf natuurlijk stevig bekon- kurreert. De fabriek draagt den naam van „De Hollandia", en in haar is o.a. opgelost de gistfabriek „De Ooievaar", die twee jaar geleden te Delft is af gebrand. Welnu, in „De Hollandia" wordt op 't oogenblik een proef genomen met den 8-urigen arbeidsdag. In de industrie dus, waar elke verkorting onmogelijk heette, wordt daadwerkelijk en treffend het mogelijke aangetoond. Wij hebben gepoogd de bijzonderheden van dezen belangrijken maatregel te weten te komen, omdat de proef vooral in deze industrie van bijzonder belang is. Maar op een vriendelijk verzoek aan de directie, ons dienaangaande een onderhoud te willen toestaan, werd geantwoord „dat de directeur niks met de socialisten te maken wil hebben." Zoo'n antwoord van een ontwikkeld mensch doet vreemd aan, maar het belet ons natuurlijk niet de resultaten van de proefneming met belangstelling gade te slaan. Alleen moeten wy het dan inplaats van met „officieele" met „officieuse" gegevens doen. waardoor echter de diensten van den arbeider die de machine bediende, nog werden ingekrompen. Daarna pakten hij het houten model uit en liet den fabrikant de verbetering in werking zien. „Nu, Lobel", zei deze, „'t is erg aardig dat je zooveel belangstelling voor de zaak hebt. Dat komt tegen woordig zelden voor. Maar ik heb er niet veel aan. Er zal wel een Eugelsch patent voor dat ding wezen. Weet je wat, laat het maar hier, dan zal ik 't wel eens nakijken." De kleine arbeider was weer heelemaal neerge slagen. „Een patent 'k Heb er wel aan gedacht. Vóór iemand van ons soort met zoo-ets klaar is De fabrikant stelde hem met een paar vriendelijke woorden gerust. Hy moest bij gelegenheid nog maar eens aankomen. Maar toen de arbeider weg was, liep hij opgewonden de kamer op en neer. Nog eens en nog eens nam hy de teekening en het model op, bekeek ze, en ging ten slotte zitten rekenen. Na een poosje legde hy de pen neer. „Dus dat doen we De inrichting kost wel vrij wat, maar wij besparen jaarlijks 'n dikke zestig arbeiders. De konkurrentie kan fluiten." Geweigerd. Burgemeester en Wethouders hebben geweigerd onze afdeeling S.D.A.P. vergunning te ver- leenen om op 27 Augustus het Hardingxveld te gebrui ken voor een AlgemeenKiesrechtbyeenkomst. Tegelijk zeggen B. en W. maar dat zij een eventueel gelijk verzoek aan den Raad niet zullen steunen omdat het hen niet gewenscht voorkomt gemeenteterrein voor politieke doeleinden af te staan. Natuurlijk is reeds een adres verzonden. Intusschen hebben Spiekman en Dr. v. d. Brink de uitnoodiging, om op zulk een bijeenkomst te spreken, aangenomen. Ook als de Raad het verzoek weigert wordt de bijeenkomst toch gehouden. De eerste Ylaardinggche Stoomkuiperg aan de van LeijdenGaelstraat brengt heel wat te weeg. Eerst was ze de schrik van alle kleine kniperspatroons die haar gingen bevechten als eenmaal Don Quichot tegen de windmolens moet hebben gestreden. De Stoom- kuiperjj en zijn eigenaar zagen 't kalm aan. Daarna zijn een aar.tal doodgedrukte kuiperspatroon tjes in die Stoomkuiperij een economisch toevluchtsoord 'voor dakloozen gaan zien, ongeveer op de wijze en met een welgevallen als Minister Loeff indertijd de Wet op het Arbeidscontract beschouwde. De Stoomkuiperij en de eigenaar glimlachten eens. Vervolgens kreeg de Stoomkuiperij een stoomfluit die eenige malen per dag en somtijds voor pleizier zijn hel geluid over de stad deed gaan en den eersten den omtrek der kuiperij in rep en roer zette; vooral ook de schrik werd van huismoeders die slapende kinderen hadden. Maar de Stoomkuiperij en de eigenaar stoorden er zich niet aan. Nu is die stoomfluit verdwenen voor eenvoudiger constructie, waarmede echter niet gezegd is dat nu alles uit is. O neen een electrische dynamo laat, sedert eeni- gen tijd van Ss morgens 6 tot 's avonds 7 uur den omtrek daveren van zijn trillend en hortend en stootend geluid. 't Werd nu toch al te erg. En de moedigste bewoners van den omtrek besloten een adres aan den Gemeente raad te zenden met verzoek om tegen dat helsch lawaai de noodige maatregelen te nemen. Het adres was echter niet onderteekend en dus maakte het geen aanspraak op openbare behandeling, maar een onderzoek werd toch ingesteld met het gevolg dat een apparaat werd aangebracht waardoor het trillend geluid eenigszins wordt gedempd. De historie meldt echter niet of de eigenaar van plan is, ten gerieve de omwonenden te beproeven het hinderlijk gestoot geheel weg te nemen. Eenige dagen daarna stond de kleine arbeider weer in de direktiekamer. Hij kwam om te informeeren naar den stand van zijn zaak. Mijnheer Bechert zette een verbaast gezicht. „Wat voor zaak? O ja, juist, je zoogenaamde uitvinding." Hij scharrelde het vel teekenpapier en het houten model uit een hoek op. „Ja, kijk is, 't is heelemaal niets, 't Bestaat al, een kleinigheid anders. Je kunt het weer meenemen, Lobel." Den arbeider was 't alsof hij uit den hemel kwam vallen. „Daar heb ik nu zoo'n moeite aan gehad, een paar nachten heb ik er aan gegeven, en nu loopt 't op niets nit." „Ja, 't is heel braaf van je, Lobel," zei de patroon vriendelijk. Ik heb erover gedacht je wat voor je moeite te geven. Als je mij nu 's het model en de teekening gaf, uit liefhebberij, weet je, dat ik mijn vrienden eens kan laten zien, wat voor intelligente kerels ik onder mijn arbeiders heb. Op 'n twee, driehonderd gulden zal ik niet kijken." „Maar meneer, ik ben u erg dankbaar!" „Kom, kom, 't is de moeite niet. 'Is nu eenmaal zoo'n liefhebberij van me, al heeft 't geen praktische waarde. Je schrijft een papiertje, waarop je mij het ding afstaat en 't is in orde. Begrepen. Ik heb niet veel tijd Hij schreef een kort kontraktje, waarbij Lobel al zijn rechten op teekening en model afstond. Toen het onder teekend was, telde hij den jongen man drie lapjes van honderd gulden voor. Deze had nog nooit zooveel geld bij elkaar gezien en was overgelukkig. Mijnheer Bechert verlangde geen dank en bonjourde hem de deur uit. Korten tijd nadat de nieuwe uitvinding aan de spin machine was aangebracht, zat mijnheer Bechert weer in zijn bureau en rekende. Het apparaat bewees uit stekende diensten, boven verwachting; bijna vijftig duizend gulden besparing aan bedrijfskosten gaf het. Tevreden stak hij een sigaar op, toen zijn zoon binnenstormde. „Zeg vader, wat 'n schandaal. U weet nog wel die kerel, die Lobel? Die vertelt de heele fabriek rond dat u hem een uitvinding hebt afgezet." Bechert liet de sigaar vallen. „Afgezet! Zoo'n onbe schaamdheid! Ik heb den kerel al lang in de gaten. Ik kan niet op de fabriek komen of hij loert naar me, als een spook. Nu moet 't uit zijn, Laat de vent hier komen. Een paar minuten later was Lobel al op 't kantoor. „Zeg 's, ventje", brulde Bechert hem toe, „jij zou op de fabriek vertellen dat ik je een uitvinding heb afgezet." „Dat heb ik niet gezegd," antwoordde Lobel bene pen, maar hij voegde er ferm aan toe: „Wel heb ik gezegd dat u mijn goed vertrouwen misbruikt hebt en mij voor een uitvinding die u tienduizenden opbrengt, maar driehonderd gulden gegeven hebt." „Maar dat is nog erger, kerel. Wat verbeeld jy je dan wel? De teekening en het model waren heelemaal onbruikbaar. Myn ingenieur heeft er wat van moeten maken dat ergens naar leek. En heb ik niet uit pure vriendelijkheid de driehonderd gulden gegeven? Is dat myn dank?" Hy trok met een ruk de kantoordeur open en riep „Betaal den man z'n loon uit. Hy is ontslagen!" (Naar het Duitsch van E. Rosenow.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1910 | | pagina 3