No. 31.
Zaterdag 1 October 1910.
10e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
De Moker
BERICHTEN.
De Vliegmachine en het Socialisme,
-
ABONNEMENTSPRIJS:
35 cent per kwartaal
franco per post 40 cent
Losse nummers 3 cent
bij vooruitbetaling.
Redactie- en Administratie-adres
GEBOUW „CONSTANTIA".
ADVERTENTIËN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam: Nienwsticht N.Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen J. van Drie!, OosterdwAt'Sstr. 27.
Aan bovengenoemde adressen worden ook ^-abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
Partijgenooten en geestverwanten, welke nog bon
boekjes in hun bezit hebben, worden verzocht voortaan
wekelijksch het geld van de verkochte bonnen in te
leveren. Het is prettiger verantwoorden en voor het
doel is het beter. Denkt er dus om, iederen Woensdag
avond kan het geld in „Constantia" afgedragen worden.
Met 8 October (dus het volgende nummer) wordt de
advertentieprijs op ll/3 cent per regel gebracht. Het
lijkt ons nuttiger dit te doen. Voor vakvereenigingen
blijft het 3 cent per regel en bjj abonnement of speciale
contracten belangrijk korter.
Het adres van de Kamerfractie is nu Leuvensche
straat 63, Scheveningen. Men wordt verzocht het in
het jaarboekje te veranderen.
Wie lust heeft om lid te worden van een debating
club, wordt verzocht a.s. Zondagmorgen 10 uur in
„Constantia" te zijn.
De bakkers in actie. A. s. Zondag houdt de
Afd. Schiedam van den Alg. Ned. Bond van Arbeiders
in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingbedrijf
eene openbare vergadering in het Volkshuis met als
spreker B. Boeg van Amsterdam.
Wij vertrouwen dat de arbeiders in grooten getale
aanwezig zullen zijn.
Grootsch, schoon, indrukwekkend, majestueus is de
jongste overwinning van den mensehelijken geest op de
hem omringende krachten der natuur de vliegmachine.
Welk een wonder aanschouwen wij daar, wij, geluk
kige kinderen van den aanvang der twintigste eeuw,
die het mochten beleven, den mensch, op een ranke
lichte, gevleugelde machine gezeten, de door de ge
dachten bestuurde handen aan een rad dat het won
dere voertuig in bedwang houdt, als een reuzenvogel
zoo snel, springend omhoog en met vastheid in rich
ting vooruitgaande, te zien opstijgen, voort in de ijle
lucht, al hooger en hooger, tot hij wegwaast, somtijds
tusschen de wolken, als een kleine stip verdwijnend
voor het ongewapend oog
Welk een wonder! We staren, sprakeloos van
angst, van moed, van extase, hem na, of roepen, wan
neer de borst zich voelt ontspannen, hem in het alge-
meene koor ons „hoerana. We blijven staren in de
eindelooze luchten; het hart klopt sneller We
zjjn bang. We kennen dien mensch niet, zien slechts
op 'n prentje z'n afbeelding, ontwaren hem even, in
een zonderling pak gestoken, op den rug van den na-
gemaakten, grooten vogel zittenhij is één van de
millioenen menschen rondom ons, van wie er dagelijks
duizenden sterven, in marteldood somswe denken
er niet aan. Maar aan hém denken we wél, aan zijn
leven $èl, dat ons dierbaar schijnt, omdat hij zoo
moedig, zoo koen, zoo ongeloofelijk de doodsgevaren
trotseertomdat hij dóór dien moed, door de reusach
tige zekerheid waarmee hij op zijn doode, maar onder
zijn handen levend wordende machine vertrouwt, ons
dezen aanblik schenkt, dien wij nimmer meer vergeten
De mensch door middel eener machine als een
vogel vliegend door het luchtruim. Zóó, als hij wil,
ontzettend snel We zijn blij, maar angstig tevens.
We schamen ons bijna, dat wij, mede door onze nieuws
gierigheid, er toe medewerken, c^at hij zich waagt aan
dat gevaar, maar we willen toch gaarne juichen, als
het goed gaat
Zie, daar komt het wonder terug. Heel ver en diep
in het blauw der lucht, in de donkerte van den avond,
zien we weer de zwarte stip. Hjj komtHij is er nog
Hij lacht misschien om onze angst. Hij leeft en regeert
den vogel. Hij is reeds, terwijl den geachten vlieger
door het hoofd, en de ontroeringen ons hart bewegen,
terwijl we zouden kunnen juichen en huilen tegelijk,
tegen een grauwe wolk gekomen en een oogenblik werpt
de ondergaande zon haar stralen op de in duizeling
wekkende vaart rondwentelende schroefHet is nu
geen stip meer, we zien de vleugels reeds
Maar hjj is niet angstig.
Hoog boven onze hoofden hooren wjj de machine
snorren. Een machine, van ijzer, van staal, met een
mensch, zwevend boven ons; opnieuw overweldigd ons
deze gedachte. Hij vliegt door. Sierlijk, breed, forsch,
vlak blijvend maar toch zwenkend, 1 uigt hij van Oost
naar West, zeilt als een spiedend wezen dat zijn doel
zoekt, in een reuzenkring, en daalt.
Ja, hij daaltWe zjjn verheugd, we hopen dat het
goed zal gaan. Als hjj maar eerst weer beneden is,
straks, over eenige minuten, als hij maar eerst weer
op den vasten grond is, dAn zullen we juichen, jubelen-
als hjj er maar eerst weer is, want dAn pas zijn we
gerust
En zie, daar gebeurt het ook wat we hopen. Terwijl
de gedachten nog stormden, ons oog zich toekneep om
hem, den moedige, te ontwaren, heeft hij den kring
reeds gemaakt en daar komt hij. Statig en toch snel,
alsof hij zeilt, maar vaststurend, bewust en gehoor
zamend aan den wil, van dien éénen, kleinen mensch,
strijkt hij neer, in breede vluchtéén breede, rechte
zwier en we zien de machine dansen over 't veld, de
schroef stopt, ende vlieger is weer tusschen de
menschen, bij zijn broeder hij weet zich weer zeker,
en geeft werktuigelijk aan allen de hand die hem
omringen
We zijn gerust. Hij is weer terug.
We hebben het gezien, het wonder, en de mensch
leeft als wij.
Het was geen droom, het was werkelijkheid: het
jongste wonder der techniek.
En in welk verband is dit dan wel te brengen tot
het socialisme?
Dat verband ontstaat al dadelijk in onze gedachte,
wanneer wij, na dit wonder aanschouwd te hebben, in
het drukke leven terugkeeren, en, gelijk wij gewend
zijn, ook met alle groote gebeurtenissen in de maatschappij
en op het gebied der technische- en wetenschappelijke
uitvindingen, ook deze gebeurtenis met het socialisme
in verband brengen. Wij laten daarvoor den persoon
van dezen koenen vlieger los, wij trachten ons uit de
emotie van het oogenblik, door den aanblik van daar
even ontstaan, te ontdoen, en te trachten met onze
gedachten in de toekomst in te boren, en na te gaan,
welke van deze jongste onderwerping van de natuur
krachten aan den mensehelijken geest de gevolgen
zullen zijn.
Want wij moeten ons er wél rekenschap van geven,
dat deze vlieger niet een unicum, niet een wonderdoener
is, uit persoonlijke eigenschappen. Hp is een moedige,
koene, bewonderenswaardige man, maar het wonder van
de vlucht zit niet in z ij n eigenschappen, doch in de
machine. De machine wordt thans reeds als een markt-
artikel geproduceerd, en er komen al meerderen en
meerderen die hetzelfde doen. Wat wij zien, is maar
een kleine praestatie, hoe treffend ook. Twee maal
reeds ver over het kanaal gevlogen, éénmaal door
verschillende personen over geheel Noord-Frankrijk,
éénmaal van Londen naar Manchester, en thans is men
bezig te trachten, met luchtvaart-machines de Alpen
over te vliegen.
We weten het, de menscheljjke geest is op zichzelf
de motor van den vooruitgangtelkens weer nieuwe
toepassingen, verbeteringen, vooruitgang en zoo zal op
dit gebied in enkele jaren tijd, het wonderbaarlijke
gewoon worden, en zal dit nieuwe resultaat van vernuft
en moed en streving op dit onmetelijk en oneindig ter
rein, telkens weer .nieuwe stappen vooruit doen.
Met welke gevolgon?
Wanneer de luchtvaart, deze luchtvaart, zich ont
wikkelt, menigvuldiger wordt, met minder gevaren
verbonden door groote veiligheidsmaatregelen, dan zal
zij, zoo goed als de stoom en de electriciteit op hun
beurt, een nieuwe revolutie teweeg brengen. En welk
eeDeZij zal de militairisten tot wanhoop brengen,
want zij zal den tegenwoordigen oorlog onmogelpk
makenzij zal in de vervoermiddelen een revolutie te
weeg brengen, zij zal voor de menschheid nieuwe en
onbegrensde middelen van onderzoek in ontoegankelijke
streken openen, zij zal de grenzen, voor zoover deze
tol-grenzen beteekenen, wegvagen, zij verandert alles,
alles
Onze gedachten zijn in het vooruitzien slechts beperkt,
willen zij niet uitsluitend in het spekulatieve gaan, en
kunnen onmogelijk over die gevolgen veel voorspellen.
Maar dat die gevolgen revolutioneerend zullen zijn, dat
kan men met groote zekerheid zeggen.
En daar komt in ons de vraag opzal ook deze
meest enorme en schoonste der uitvindingen van den
1 mensehelijken geest wederom, als zoovele andere, aan
1 het kapitalisme dienstbaar worden gemaakt? Of zal
het socialisme straks sterk genoeg zijn om, wanneer
de toepassing dezer vinding grooter vorderingen heeft
gemaakt, haar ten zege te doen strekken van de
g e h e e 1 e menschheid
DAt is de gedachte, waarin ten slotte onze over
wegingen uitmonden.
Van alle groote vindingeH der achttiende en negen
tiende eeuw heeft slechts eene kleine klasse geprofi
teerd, terwijl de massa den vooruitgang wél heeft aan
schouwd, maar er nooit of slechts zeer weinig van
heeft genoten.
De stoommachine bracht een revolutie in de vooruit
gang fabrieken werden gebouwd, de machines gingen
wonderen verrichten van snelle voortbrenging. Doch
de arbeidersklasse heeft er niets van geprofiteerd 1 Zjj
is tot zwaren en moeilijken, veelal zelfs ongezonden
arbeid veroordeeld gewordenzij moest zich met lage
loonen tevreden blijven stellen, en gedoogen dat zoo
dikwijls talrijke arbeiders door de machines broodeloos
werden, terwijl juist de machines de ondernemers in staat
ii
DE MOKER