No. 39.
Zaterdag 26 November 1910.
10e Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
De Moker
Berichten.
Somber vooruitzicht.
Tweede Kamer.
-
ABONNEMENTSPRIJS:
35 cent per kwartaal
franco per post 40 cent
Losse nummers 3 cent
bij vooruitbetaling.
Redactie- en Administratie-adres
GEBOUW „CONSTANTIA".
Ingezonden stokken voor het eerstv. nummer moeten
uiterlijk Dinsdagsavonds 9 nar in ons bezit zfl'n.
ADVERTENTIËN: 71/, cent per regel.
Arbeidersvereenigingen 3 cent per regel.
Bfl abonnement belangrijke korting.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar
Te Schiedam: Nienwsticht N.Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen J. van Driel, Oosterdwarsstr. 27.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
1 Dec. a.s. Openbare Vergadering over de 46Va Mil-
lioen voor de kustverdediging. Arbeiders bezoekt in
grooten getale deze vergadering.
St. Nicolaas Kinderfeest.
Aan belanghebbende zij gemeld dat Zondag 27 Nov.
de ljjsten tot inschrijving van kinderen gesloten worden.
Wij verzoeken partijgenooten en geestverwanten, welke
nog iets voor dit feestje te missen hebben, ons te ge
denken. Tevens verzoeken wij degenen welke hun
toegezegde bijdrage nog niet hebben afgegeven, het
zoo spoedig mogelijk te doen.
ZondagmorgéD, halfelf, vergaderen wij in „Con-
stantia". Ieder lid der Commissie moet present zijn.
Namens de Commissie,
JAC. VAN WAGTENDONK,
Secretaris.
Wanneer zullen de houders van steunlaten
en bonboekjes voor ons blad eens komen afdragen
of deze inleveren Laat ieder dit nu eens geregeld
doende steun is nog zoo hard noodig.
Zaal-Commissie.
Vergadering van alle leden dezer Commissie op
Zondag 27 Nov., 's avonds 6 uur, in het gebouw.
De Secretaris.
Oproep
Vrouwelijke partijgenooten worden verzocht Dinsdag
29 November, 's avonds 8 nnr, op onze bestuurs-
rergadering te komen in „Constantia".
Het Bestuur der S. D. A. P.
afd. Schiedam.
Dezer dagen zullen in de Kamer de debatten over
de algemeene politiek van het kabinet-Heemskerk be
ginnen.
Een blik op deze politiek is allesbehalve bemoedigend
Daar is ten eerste de financieele kwestie.
Hoe staat het met de schatkist?
De uitgaven van gewonen aard zijn geschat op
206 millioen 204 duizend gulden, zonder de kleinig
heden. De inkomsten worden over 1911 geschat
op 194 millioen 237 duizend gulden, alweer buiten de
kruimels.
Dat is
een tekort van f 13.828.000,
zegge dertien millioen, acht honderd en acht en twintig
duizend gulden. En als de Minister mag rekenen op
eenige besparing op de uitgaven, dan blijft er over
1911 toch altijd een tekort van f 12.628.000 (twaalf
millioen en ruim zes ton).
Over de jaren 18921909 is er een tekort van I8Y2
millioen gulden en zelfs die opgave is niet volledig.
Bovendien steekt ons land nog enorm in de schuld.
De Staatsschuld bedroeg over 1908 het peulschilletje
van f 1.122.659.000, of in letters :één milliard,
honderd en tweeëntwintig millioen, zes
honderd negen en vijftig duizeüd gulden.
Doch dat is niet alles.
Als het onzen lezers nog niet duizelt bij zooveel
cijfers, kunnen wij er aan toevoegen, dat het totaal
der provinciale schulden in Nederland bedraagt
rond 40 millioen en dat de gemeentesahulden tezaam
f344.626.000 rond, dus ruim 344V2 millioen.
Dat is te zamen, nu eens alles door elkaar gerekend,
per hoofd der bevolking, dus van man, vrouw en kind
voor staatsschuld f195 a f200, voor prov. schuld f70
en voor gemeenteschnlden f60, of minstens f325 met
elkaar.
Een gezin op vijf personen stellend, heeft dus een
huisvadeif, al heeft hij van de politiek geen het minste
benul en, zoo ja, althans niet èens het kiesrecht,
per gezinshoofd f 1625 openbare schuld.
Daar komt wel niet terstond de deurwaarder om,
maar men moet er voor betalen in allerlei vorm in de
belasting.
Toch is de Regeering van Heemskerk niet bang om
geld weg te gooien aan leger en vloot.
Voor oorlog en marine wordt weer te zamen ruim
4 millioen gulden meer gevraagd, dan er in 1909
aan werden besteed.
Pak maar aan
De uitgaven onder dit ministerie zijn voor oorlogs
uitgaven met 71/J millioen gulden vermeerderd.
Dat is de christelijke koers
Bovendien komt men om 46 millioen voor de kust
verdediging en vlootaanbonw...
Nu moet er voor de oogenblikkelflke tekorten weer
geleend worden. Dan moet de tariefherziening geld in
de schatkist brengen, zoodat het volk door middel van
invoerrechten weer meer betalen moet.
De opcenten op de bedrijfsbelasting blijven weer,
zoodat de middenstander weer extra moet opdokken.
En bovendien overweegt minister Kolkman een nieuwe
belasting, en wel
een debietrecht op tabak.
Aldus zal de pijp van den arme, de zwamstok van
den arbeider, verhoogd worden in prijs en dus de las
ten des volks nog meer verzwaard.
Het is ongeveer honderd jaar geleden, dat Napoleon
ons dure tabak bezorgde wegens zijn kontinentale poli
tiek. Thans zal het christelijke ministerie ons hetzelfde
leveren. En dit met groot gevaar voor vermeerdering
van werkeloosheid bij de sigarenmakers en tabaksbe
werkers.
Ziedaar onze naaste toekomst
En wat ontvangen wij in ruil voor nieuwe belastin
gen en al wat er betaald moet worden
Géén sociale hervormingen
D i e zaak staat er nu zoo slecht voor als 't maar kan.
Ds. Talma kan geen goeds leveren.
De bakkerswet moest terug en zal straks „opgepiept"
of opgewarmd weerkomen. Wat er nog van zal terecht
komen is in ieder geval onzeker.
Van de sociale wetgeving is er de Arbeidswet,
waarbij de heer Talma in zijn Memorie van Antwoord
op het Kamerverslag wél toegeeft aan de lnsten der
fabrikanten, doch nie, aan de eischen des volks en in
ieder geval zeer zuinig is met verbeteringen. De 10-uren-
wet voor volwassenen is het maar
De sociale verzekering wordt treurig aangepakt.
De Ziektewet is een prul, waarbij de arbeiders
géén geneeskundige hulp wordt verstrekt en slechts de
helft van het loon als uitkeering in geld.
De landbouw- en zeelieden-ongevallenwet
blijft liggen, de minister wil of durft er niet aan.
De ouderdomsverzekering blijft uit en dr.
Kuyper begint nu reeds in De Standaard te voorspel
len, dat misschien voor 1913 van deze heele verzekerings
geschiedenis niets zal komen.
Het is eenvondig God geklaagd.
De eenige troost is een hoop Staatskommissies en een
jolige minister-president.
Het vooruitzicht is inderdaad somber
Waar is een lichtpunt
In wat men noemt de „practische politiek" is er
nauweljjks een aan te wijzen.
Van deze regeering en van deze Kamer is blijkbaar
niets te verwachten. Het is alles aarzeling en zwakheid,
konservatisme en plutokratie.
Het eenig lichtpunt is te zien in onze eigen
beweging, in de oplevende geestkracht des volks.
De arbeiders toonen op onze meetings en demonstraties
waar ze heen willen. Met groote liefde wordt onze
nieuwe kiesrechtbeweging aangepakt. Met geestdrift
wordt gewerkt voor het volkspetitionnement en het zal
onzen regeerders toonen, wat het vertrapte en uitgezogen
volk verlangt.
Onze eisch om algemeen kiesrecht zal dave
ren door het landook de lauwste zal wakker worden
en met ons gaan medestrijden.
Zóó zullen wij een ander staatsbestuur voorbereiden
en de tegenwoordige regeerders brengen waar ze in
ieder geval minder kwaad doen in de rijen der ge
pensioneerden.
Het algemeen kiesrecht veroverd. Dan zal er kans
zijn op iets beters en daartoe geve nu ieder zijn beste
krachten.
Dat is de lichtstraal in de duisternis!
J. H. SCHAPER.
Alvorens met iets anders te beginnen moeten we
toch nog even teruggaan en een oogenblik nog ver
wijlen bjj de behandeling der Bakkerswet. Daar zit
zooveel leerzaams in, dat deze periode uit het parlemen
taire leven goed moet worden bekeken.
De christeljjken ik zal ze voor 't gemak nu maar
zoo blijven noemen hadden altijd beweerd en blijven
steeds nog hardnekkig volhouden, dat zjj, stoelende op
één wortel des geloofs, alleen in staat waren, uit
krachte van dat geloof, voor den werkman dat te doen,
wat de liberalen steeds in gebreke waren gebleven.
Zij zouden de Nederlandsche wetgeving nu eens in
andere banen leiden en betere toestanden scheppen uit
kracht van bun christelijk beginsel. Wat waren ze
verontwaardigd als de sociaal-democraten hun politiek
wat nader gingen bekijken en daarbij constateerden,
dat achter dat christelijk klatergoud niet anders te
zien was dan de zucht om ook eens aan 't laadje te
komen. Hoe dikwijls is hun van socialistische zijde
niet gezegd, dat zjj even onmachtig waren als de
liberalen om wat voor den werkman te doen, iets dat
nu eens werkelijk in 't belang was van den werkman.
Christelijke arbeiders, mannen van „Patrimonium" en
R. K. Volksbond, bedenkt dit eens goed en als ge
eerlijk uwe meening wilt en durft te zeggen, zult ge
moeten bekennen, dat die gehate socialen toch op den
duur nog gelijk hebben met hunne profetiën. Dan
zult gij moeten bekennen, dat uwe coalitie niet deugt,
voor u niet deugt. Dan zult gij ook moeten bekennen,
dat de coalitie der christelijke partijen wel goed is
voor het kapitalisme, omdat juist daardoor zoo weinig
mogelijk voor u wordt gedaan, want elke sociale ver
betering die wat beteekent, vordert een deel van de
winst van den patroon. O ja, daar gaan reeds stemmen
op in uw midden, hier en daar, heel schuchter op nog
min of meer zoetsappigen toon. Deze stemmen zullen
vermenigvuldigen, zullen krachtiger worden omdat ook
gij zult leeren inzien, dat gij bij den neus geleid wordt.
Gij zult leeren inzieD, dat gij op eigen beenen moet
leeren staan en wanneer ge dat geleerd hebt zal het
u niet moeilijk vallen gezamenlijk, of wilt ge liever
eerst paralel, met de andere arbeidersbeweging op te
trekken, datgene te verkrijgen, wat u en uw mede
arbeiders werkelijk van nut is.
Het bakkerswetje, dat armzalig ding, dat moet u
wat hebben geleerd. En het heeft ons sociaal-democraten
bevestigd in onze meening, hetgeen steeds door ons is
geleerd, n.l. dat noch van de coalitie, noch van de
liberale concentratie iets is te verwachten. De Tweede
Kamerleden van christelijken huize, die wel eens
democratisch gedaan hadden en er nog heden ten dage
voor willen doorgaan, hadden het zeer hard te verant
woorden bij de behandeling dier wet tegenover hunue
christelijk-historische broeders. Deze laatsten wareu
het echter weer roerend eens met de oud-liberalen, dus
die aan de overzijde der lijn gezeten waren.