Er is een kindeke geboren.
FEUILLETON.
Geeft CJ wekelijks een paar
centen in de busjes voor
de Bazar?
Teekent U op de lijsten?
Hoe de Nederlandsche jeugd
onderwezen wordt.
vervuld, gewoonweg aan den dijk gezet. Dat is je
christelijke politiek
WitkampfHet is een wantrouwen in de commissie.
De Voorzitter vindt het blijkbaar ook niet zooals
het hoort, maar durft tegenover de reeds drommende
stemmachine's blijkbaar niet flinkweg zijn meening te
zeggen. Met v. Westendorp is hjj het ééns dat de
tegenwoordige directeur niet als no. 6 had geplaatst
moeten worden op de voordracht.
De BruinIk heb niet in 't minst een beschuldi-
diging tegen de Commissie uitgesproken. Neen, de toe
lichting, waarin staat dat de commissie in hoofdzaak
heeft gelet op de tegenwoordige werkkring der sollici
tanten, heeft mij verbaasd.
Dat de Commissie niet erg gelukkig is met haar
aanbevelingen is al gebleken by de benoeming van een
secretaris en nu weer met den directeur.
Laat men evenals by de benoeming van de onder
wijzers de sollicitatiestukken overleggen.
Het is het recht van den Raad om zich op de hoogte
te stellen. De heer Witkampf moet er dus niet wat
anders uit mijn voorstel zoeken.
Dr. BisDito, dito, de Raad moet op de hoogte
zijn wie of hij benoemt. Dus moet ook gelegenheid
zijn om nadere inlichtingen te krijgen.
Nu begint het in de klerikale hoek te rommelen, de
heeren zitten al eenigen tijd met blijkbaar ongenoegen
de discussie aan te hooren, hun baantjesjagerjj loopt
toch al genoeg in 't oog.
Papa Smit voelt zich verplicht, al is 't geen
katholiek, den candidaat der coalitie te verdedigen. Ziet
natuurlijk in terugzending der voordracht een wan
trouwen in de Commissie en begrijpt niet welk nut het
heeft de 140 stukken van de sollicitanten na te zien.
Von Briel Sasse tapt uit het zelfde vaatje, wan
trouwen in de Commissie is het en anders niet. De
Commissie heeft niet naar den zin der heeren aanbevolen.
Als we zelf de 147 stukken moeten onderzoeken is er
niet anders dan even groot wantrouwen in de Commissie.
Papa Smit komt nogmaals op de vlakte, om te ver
klaren dat de commissie aan 't ziften is gegaan uit de
147, na die zifting bleven er 24 over. Die 24 zjjn
daarna beoordeeld en daaruit is samenstelling der aan
beveling gekomen.
De Bruin komt op tegen wat von Briel Sasse zegt
n.l. omdat de aanbeveling niet naar je zin is, vraagje
overlegging der stukken.
Von Briel Sasse Dat heb ik niet gezegd.
De BruinDat hebt u beweerd. Ik heb ook mijn
lievelingswenschen wel, maar daar zal ik nog maar
wat mee wachten. Het is volstrekt niet de bedoeling
dat ieder raadslid de 147 sollicitatiestukken nagaat.
Alleen de stukken der 6 aanbevolenen, waarbjj in
hoofdzaak is gelet op hun tegenwoordige werkkring,
dienen te worden overgelegd, dan kan de raad oor-
deelen of er soms by het ziften geen korrels door zijn
gegaan welke er op hadden moeten blijven.
v. Westendoip vraagt of de voorzitter bereid is
de openbare zitting te schorsen, dan wil spr. wat dieper
op de zaak ingaan, aangezien het nu over personen gaat.
De voorzitter is bereid de zitting te schorsen,
doch wenscht eerst de agenda af te handelen
Aan de orde is h>-t Handels-entrepot.
De voorzitter deelt mede, dat de heer v. d. Schalk
uit de stad is en hem heeft gevraagd zijn voorstel, om
de boel te laten zooals hy is, toch in behandeling te
nemen. Het wordt echter niet voldoende ondersteund,
alleen door Koopmans, dus komt het niet in behandeling.
De voorzitter verklaart nog eens dat het nietde bedoeling
is iemand onaangenaam te zijn en er gfan persoonlijke
kwestie by in 't spel is. Daarna wordt het nieuwe
reglement aangenomen, met de stem van den heer
Koopmans tegen.
En dus zien we den heer v. d. Schalk niet weer. Hij
viel als slachtoffer van zijn plicht.
Na nog wat kleingoed afgehandeld te hebben, gaan
ze in geheime zitting en wij ontruimen de tribune maar.
Bij de heropening komt opnieuw de zaak arbeidsbeurs
aan de orde.
Het voorstel de Bruin wordt verworpen met 6 tegen
10 stemmen. Tegen alle zwarten, op den heer Beukers na.
Door Koopmans wordt voorgesteld, aan de be
noeming te verbinden de voorwaarde tot keuring. Maar
ook dit wordt afgepoeierd door rechts.
De heer Goslinga is er bij algemeenen regel vlak
voor, maar nu niet. En Lagerwey gaat in z'n onnoo-
zelheid zoover om te zeggen, dat hij nu nog niet weet
wie of er ben"emd zal worden. Waarop de Bruin vraagt
Heusch niet (Gelach.)
Het slot is dat no. 1 benoemd wordt met 13 stemmen,
tegen 2 op den heer Kudders en 1 op den heer Janssen
van Rotterdam.
De Bruin vraagt nog om een regeling te treffen,
dat de raad wel inzage van de stukken bij eventueele
sollicitatiën kan krijgen.
De voorzitter Ik zal het in het college ter sprake
brengen.
Dus dokter, als ik ja opschel kom je direct?
Ja zeker, de Groot, maar je behoeft je niet onnoodig
ongerust te makeD, alles zal wel in orde afloopen, de
voorteekenen zjin alle gunstig.
't Is te hopen
De Groot sluit de deur achter de professor dicht en
gaat met zachte schreden de trap af; hjj zon niet
graag willen dat zijn vrouw eenig laH zou hebben van
het op en neer geloop op de t-appeu. Het was zjjn
gewoonte niet om de dokter zoo familair te behandelen,
doch nu op het kritieke oogenblik d e je wel eens
dingen, die anders niet gebeuren Bovendien, als een
der meiden naar beneden moest, dan holden ze de
trappen maar af of er niets aan de hand was,
Hij had ze al eens flink onder handen genomen, doch
die domme wezens waren voor geen reden vatbaar.
„Zoo wijfje, hoe gaat het nn was de vraag van
de Groot, toen hij in de kraamkamer gekomen was,
waar zjjn vrouw in een gemakkelijke stoel zat.
Een mooie kamer. Een gezellig vuurtje brandde in
de haard. Talrijke zaken vulden de kamer, die te
kennen gaf dat er een blijde gebeurtenis op handen was.
In den hoek stond een prachtige met blauw zijde ge
voerde wieg klaar om de kleine toekomstige wereldburger
te herbergen. Poezelige mutsjes, van weelde overladen,
snoezige jurkjes met mooi fijn kant, van alles zoo veel,
dat men zou denken dat er een geheele familie verwacht
werd inplaats van een enkel kind.
Mevrouw had niet veel lust tot praten. Nadat de
dokter weggegaan was had zjj zoo heerljjk zitten my-
V.
De Hervorming.
We noodigen hen, die de waarheid onzer citaten
m 't minst in twijfel trekken we kunnen ons voor
stellen dat een weldenkend mensch in zichzelf zegt
maar zoo iets is toch onmogelijk 't Is verschrikkelijk
uit, dit aan de Redactie van De Moker kenbaar te
maken. Na beëindiging dezer artikelenreeks zal ieder
belangstellende gelegenheid worden gegeven de uit
treksels met de genoemde werkjes te vergelijken.
Wat is ons onderwijs toch vrijTot deze vrijheid
moest ons christenvolk opgezweept worden, de strijd
meren. Hoe hard zij naar deze stonde verlangde. Niet,
dat zij niet bang was voor de smarten, die haar te
wachten stonden, o neen. daar verloochende zij hare
vrouwennatuur niet in. Maar als het eens waar was,
als het een m isje was, zoo'n lekker meisje, zoo'n
speelpoppetje, daar zij haar tijd, die nu zoo leeg was,
aan kon geven. Die zij alles zelf zou leeren. Waar
zij gezelligheid aan zou hebben op de avonden, wanneer
Hendrik naar de soos was en zij niet uit kon gaan.
Zeker, zjj had een paar flinke jongens, gezond, ze leerden
goed al waren zy nog jong, doch het waren toch maar
jongens, echte ondeugende jongens, die elke vertrouwe
lijkheid van haar kant beantwoordden met een jongens
eigen lachj*. Neen, een meisje, daar kan je nog eens
vertrouwelijk mee praten, zoo alles vertellen. En Hen
drik, die verlangde het zelfde.
Zoo zat ze te mijmeren, terwijl zjj met haar blanke
vingers over het zijde speldenkussen streek.
„Nu vrouwtje, hoe gaat het?" vroeg de Groot voor
de tweede maal
„O goed En geheel vervuld met de gedachte aan
een meisje liet zij er op volgen„als het maar een
meisje is".
„Ja vrouw, dahr kunnen wjj nu morgen over praten.
Ik heb de dokter uitgeleide gedaan en die zeide dat
je je maar kalm moet houden, dan zal alles wel goed
afloopen. Ik heb met hem afgesproken dat hjj op het
eerste sein hier zou wezen. Bovendien zal ik order
geven de auto klaar te zetten om zoo noodig hem te
halen".
„Je bent toch zoo bezorgd. Je hebt de dokter ook
te vroeg laten komen."
„Malligheid! Bovendien, hij verdient er zijn geld
mee en dan kunnen wij tpch verlangen dat hij voor
ons klaar stnat".
Mijnheer de Groot drukte op de electrische schel.
„Zeg Jan, je moet zorgen dat de auto in gereedheid
om deze vrijheid immers moest Dr. Kuyper tot minister
maken
Is 't niet droevig dat de Nederlandsche jeugd op
dergelijke wijze reeds van zijn kinderjaren wordt ge
knoopt aan een politieke richting? De taal, die niet
die des kinds is, willen we daar laten, maar constateeren
willen we het gebrek aan inzicht bij de schrijvers, de
ruwe greep, in de besmetting en verwoesting van de
kinderziel. De hervorming toch de opkomst van
een nieuwe wereld- en levensbeschonwing wordt
hier geschetst als een opstand tegen kerk en Pans,
daar als een vervolging van „de kinderen des Heeren".
Verwondert het n, lezer, dat er een ty'd was voor
het mandement der bisschoppen in 1868 dat de
katholieken voorstanders waren der neutrale school?
Verwondert het u lezer, als ge de taal leest, die
men den kinderen als steenen voor brood voorzet -
verwondert het u dat Groen van Prinsteren in 1829
aan den Koning schreef„Naar my'n oordeel zou er
geen noodlottiger maatregel genomen kunnen worden
dan volkomen vrijheid van onderwijs, ten gevalle der
roomsch-katholieken, te verleenen. Het behoort tot
het wezen eener Regeering zorg te dragen, dat geene
verderfelijke leerstellingen worden verspreid, dus kan
zij nooit volkomen vrijheid, hetzjj'van drukpers, hetzjj
van onderwijs, verleenen".
En in 1856Dat deze wet zich kenmerkt door ver
loochening van het christelijk barakter der natieprijs
geven aan de Roomsch gezinden van al hetgeen de
Protestantsche christen als onmisbaar in de volksop
voeding waardeert".
Christelijk Protestantsche arbeiders en gij, Katholieke
arbeiders, ziet hoe uw kinderen tegen elkaar opgezet
worden in de scholen ziet, hoe den een wordt ge
leerd te verachten, wat den ander heilig is en geef
ons antwoord op deze vraagZoudt ge uw kind aan
een dergelijke opvoeding prijs geven, indien ge waarlijk
vrij was in uw keuze en vraag u zelf af: Waarom
moet ik Mr. de Geer stemmen, terwijl mijn kind in
een geheel andere richting opgevoed wordt
En gij, christelijk-historisch man Wat zegt gij van
de opvoeding onzer jeugd in de richting, aangegeven
in bovenstaande leerstof. Toch stemmen, hè, je moet!
Je moet! Het onvereenigbare, Roomsch en Protestant,
is op bedrog rustende gronden tot één gevormd, de
coalitie immers steunt op denzelfden wortel des geloofs, hè!
En nu moet al wat christelijk is, stemmen voor de
coalitie
Dezelfde geloofswortelWe geven deze puzzleWie
delft hem voor ons op uit bovenstaande leerstof?
En dan schrijft nu zoo'n smerige bendeHef uw
oogen op en zie en aanschouw de openbare school!
Zij is de Moloch onzer eeuw. Zij is de fatale moeder,
die uit hare borsten het anti-christelijke gif by volle
teugen aan de kinderen van ons volk te drinken heeft
gegeven. Tegen het gift der openbare school is maar
één tegengif. En dat tegengif is de christelijke school,
een school met den bijbel.
En ofschoon geen enkel feit den openbaren onder
wijzer aangewreven worden kan, wordt de goe-gemeente
in 't vuur gejaagd met uitdrukkingen alsde kinderen
worden opgekweekt voor 't socialisme Twensch Volks
dagblad) de geest der openbare scholen is verderfelijk,
het onderwijs opruiend, barstend van verkeerde vrijheids
zin, de openbare school is goed voor heidenen en joden;
de eerste willen van God niets weten, de laatste van
gebracht wordt en de chauffeur moet zorgen dat hjj
zoo gauw als ik er orders voor geef klaar is om
dokter te halen."
't Is vroeg in den morgen. Er heerscht in het hnis
van den heer de Groot een bedrijvigheid, die ongewoon
was op het vroege morgenuur. Zooeven had dokter
met de auto het huis verlaten. We gaan weer naar
de kamer die fvjj in den vooravond verlaten hebben.
Mevrouw ligt te sluimeren. Een gelukkig'lachje gljjdt
over haar gelaat. Zy is gelukkig. In de met blauw
zijde gevoerde wieg bewoog zich de kleine. Mijnheer
de Groot gaat herhaaldelijk naar de wieg toe om zich
te verlustigen in het klein, roode, bolle gezichtje.
Een rjjtuig stond voor de deur stil. De chauffeur
had, terwijl hij den dokter w g bracht, even de blijde
boodschap bij de moeder van mynheer gebracht. Allicht
schoo' er een flinke fooi over.
Hendrik, die het rijtuig had hooren komen, wachtte
met een blijden lach op het gelaat. Toen hij zyn moeder
aan de deur hoorde, stond hij op en opende de deur.
„MoederHy nam haar bij den hand en geleidde
haar naar het bed van zyn vronw. Deze lag nog rustig
te sluimeren. Een licht blosje gaf een trek van tevre
denheid over haar gelaat.
Toen zy beiden eenige oogenblikken zich verlustigd
hadden in de aanblik van de moeder, gingen zjj naar
de kleine. Een zachte kus drukte zijn moeder op het
gelaat van het meisje.
Vrede op aarde.
Er was een kindeke geboren.
„Kees, zou It gij niet even naar de juffrouw loopen
en vragen of zij komt. Ik gevoel my niets goed. Het
komt er vast van, hoor
.u