FEUILLETON. De zonderlinge ervaringen van een Katholiek werkman. Stel niet uit tot morgen, wat ge heden voor onze bazar doen kunt Uit Vlaardingen. ook naar voren, dat hij, inplaats van zooals de gewoonte is, tot hem een woord van dank te richten, zyu spijt te moeten betnigen,dat de spr. zijn bp uitstek leerzame rede zoo moest bekorten. Hij wees er echter op, dat partij genoot Jalink gaarne bereid was, de aanwezigen nog eenigen tijd aangenaam bezig te houden met het ver- toonen van lichtbeelden, in hoofdzaak platen uit de „Notenkraker". Hieraan werd door Jalink voldaan, waarbij hij tevens een krachtig woord voor de petitionnementsactie sprak. Dinkelaar sloot met een woord van dank aan de aan wezigen. De zaal was goed bezet. Het jaarfeest van de afdeeling Schiedam van den Alg. Ned. Metaalbewerkersbond zal gehouden worden op den 4 Februari a.s. in de zaal van den Officierentuin. Medewerking hebben reeds toegezegd de arbeiders- muziekvereeniging „Tot steun in den Strijd'' uit Rot terdam en de arbeiders-tooneelvereeniging uit Utrecht. De feestrede zal uitgesproken worden door den heer W. F. Dekkers. Het belooft een mooie avond te worden. Fabrieksarbeiders. Nogmaals vestigen wij de aandacht op de vergadering voor fabrieksarbeiders, welke belegd wordt door de Vereeniging van Fabrieks arbeiders op Zondag 22 Januari a.s., des avonds 6 uur in Constantia. De arbeiders van de Kaarsen fabriek, Chemische fabriek, Gist- en Spiritusfabriek, Meelfabrieken en de plaatswerkers op de Glasfabrieken kunnen en moeten zich organiseeren in de Nederl. Vereeniging. Alle organisaties voeren actie's voor loonsverhooging de fabrieksarbeiders blyven verstoken omdat zij niet georganiseerd zijn. Wy lezen in De Drarikbereider By ons onderzoek naar loon en arbeidsduur in de verschillende branderyen bleek de toestand by de firma Hazekamp en Co. wel het slechtst. Onze afdeeling besloot daarom een onderhoud bij de firma aan te vragen zjj zelve zou plaa's en tijd kunnen bepalen. Waar wij zoovele keeren hooren dat arbeiders onbeleefd eu heeren patroons zoo beleefd zijn, hadden we een antwoord van den heer Hazekamp verwacht. Hoe werden we in onze hoop teleurgesteld, want de heer Hazekamp antwoordde niet. Of de heer Hazekamp nu onbeleefd is? We zullen erger aantoonen. Op een later gezonden schryven antwoordde deze flrma, dat zy een onderhoud niet noodig achtte, temeer waar zy sedert kort branderijen exploiteerde. De af deeling was nu van meening, dat de duur van het patroon zyn er al weinig aan af zal doen, of eenige grieven besproken en opgelost kunnen worden. Op dien grond togen we dan ook naar de firma, waar we te woord werden gestaan door een ons onbekend heer, die vrij norsch te verstaan gaf, dat ons bezoek hem niet Het was al jaren geleden, dat ik met Jozef Last drager kennis maakte. Hy werkte toen in Venlo op 'n fabriek. Tk woonde naast hem. Onze kennismaking was maar oppervlakkig en kort van duur, want al zeide hy het niet ronduit Jozef vertrouwde my niet erg. Hy had wel niets tegen my persoonlijk, doch hij wist dat ik 'n „rooie" was en daarom had hjj 'n vermoeden, dat ik tot de speciale vrindjes van den duivel behoorde. En toen ik hem eens vertelde, dat ik dien mynheer zelfs in 't geheel niet kende, keek hy me aan met 'n gezicht, alsof hy dacht: „Praat jij maar toe, Hubert, je denkt zeker dat je mij alles kunt wijs maken. Maar dat zal je niet "glad zitten, want Jozef is zoo dom niet als hy er uit ziet." Nu was Jozef inderdaad volstrekt geen uilskuiken. Het weinige, dat hy van den schoolmeester en van heer pastoor had geleerd in zyn korte jeugd want al heel jong werd hij naar de fabriek gestuurd was hem goed bijgebleven en zelfs geen Papendrechtsche deskundige zou hebben durven beweren, dat hij een imbecil was. Van sommige dingen wist hy zelfs bijzonder veel. Eens vertelde hij me, dat er altijd armen en ryken hadden bestaan en dat dit altijd zoo zou blijven. Om zoo iets te kunnen beweren, moet je flink op de hoogte zijn van de wereldgeschiedenis. Daarvoor toch moet je niet alleen zoo'n beetje weten hoe de maatschappij vanaf de schepping was ingericht, maar ook hoe dit in de toekomst zal wezen. zeer welkom was. De patroon was niet op het kantoor en er werd op onze vraag, waar mijnheer woonde, den Haag genoemd. We togen naar den Haag en vervoegden ons ten huize van den heer Hazekamp, waar wij een lang gezicht trokken, de heer Hazekamp dito toen we in den heer Hazekamp herkenden den heer, die ons te Schiedam „niet thuis" had gegeven. De heer Hazekamp had echter geen tijd, waaruit wy concludeerden, dat de heer Hazekamp ons liever niet dan wel zag. Nu doet zich de toestand voor, dat het bedrijf van den heer Hazekamp moet worden ingekrompen neemt iemand ons kwalyk dat wij iets anders denken? waarvoor een georganiseerd lid moet worden ontslagen, volgens den meesterknecht omdat het zyn schuld was, dat er schrijverij in De Drankbereider plaats vond over toestanden aan de jeneverfabriek, firma Hazekamp en Co., dat natuurlijk de heer Hazekamp, wien we na eenige malen van mislukking toch te spreken kregen, ontkende. Veel resultaat bereikten we niet, de heer Hazekamp zou dan nog eens overwegen, of niet de jongste voor ontsl-ig in aanmerking kwam, dat immers eerlijk zou zyn als er van inkrimping sprake is. Doch zooals was te voorzien moest ons lid er uit. Een gevoelige slag is dezen arbeider toegebracht, die ruim den tijd heelt de balans van het afgeloopen jaar op te maken. Het batig saldo ligt by den heer Hazekamp in de brandkast. Tot zoover onze volkomen eens zyn, onbeleefd was. correspondent, met wien we het dat de heer Hazekamp meer dan Doch aan wien óók de schuld? In de eerste plaats aan de arbeiders van Hazekamp en in de tweede plaats aan alle brandersknechten te Schiedam, die vergeten „heden gy, morgen wy," en, doordat zjj verre van de vakvereeniging blijven, den heer Hazekamp in de gelegenheid stelden, ongestraft een zyner arbeiders op straat te trappen. De daad van Hazekamp staat mede onder verant woording van alle ongeorganiseerde brandersknechten, die zoolang getrapt moeten worden blijkbaar, totdat tartensmoe, de vuist moet worden gericht. En van dat richten zyn we zeker. Eens zal de tyd komen, dat de jeneverkoningen hun rekening zullen moeten vereffenen met de uitgemergelde jeneverslaven. 't Is te begrijpen, dat hy van het socialisme niets wou hooren. Als ik daarover wou beginnen, dan zei hy direct „Hoor eens Hubert, wanneer je goede vrinden met my wil blijven, dan zwyg je over dat onderwerp. Ik ben goed katholiek opgevoed en ik wil als goed katholiek sterven. En mijnheer de pastoor heeft me gezegd, dat wie naar de praatjes van de socialisten luistert, die heeft alle kans zyn geloof te verliezen en daarmee zyn zaligheid te verbeuren. Doe geen moeite man, ik zal my nooit door jullie laten lymen." Jozef had n. m. een vaste leefregel, waarvan hy nimmer afweek. Dezevolg in alles de leiding van uw pastoor. Doe ook op politiek gebied geen stap, zonder eerst hem te hebben gevraagd of hjj dien goedkeurt en handel ge lijk u gezegd zal worden. En daar zyn Venlosche zieleherder op zekeren dag zeide: „Jozef, je moet nooit meer met je buurman Hubert spreken en allen omgang met hem afbreken," begon hy van dat uur af my stelselmatig te ontwijken en liep altijd 'n straatje om wanneer hy my meende te zien aankomen. Ik was dus wel verwonderd, dat, toen ik hem onlangs, na jaren, weer ontmoette, hy op my afkwam en vroeg of ik nog wist wie hy was. En ik was nog veel ver baasder, toen hy mij vertelde, dat hy het plan had flink wat handteekeningen voor het Volkspetitionnement te gaan verzamelen. „Wel, dat vind ik uitstekend", zei ik. „Zie je", begon hy toen, „je zult misschien denken dat had ik van dien braven roomschen Jozef niet gedacht „Och", onderbrak ik hem, „waarom? Voelt 'n roomsche arbeider dan niet dat de werkersklasse onder drukt wordt, dat zij meer macht moet hebben wil zij eenige verbetering in haar lot bereiken en dat het kiesrecht een middel is om die macht te verkrijgen De herren zyn door hun daden aan die spoedige vereffening zelve het meest bevorderlijk. Van een „Mokerlezer" ontvingen wy een ingezonden stuk, waarin dezelfde dingen gezegd worden. Wij volstaan echter met het bovenstaande stukje over te nemen. Het is by den heer Hazekamp geen eldorado. Doch aan wien de schuld? De vakorganisatie, die paal en perk kan stellen aan zulke toestanden, wordt door de belanghebbende genegeerd. Branderjjslaven, hoe lang zult gy zulke toestanden gedoogen? Op huisbezoek. Eenige groepjes huisbezoekers hebben een week werken achter den rug en de eerste volgeteekende lijsten zyn reeds terugbezorgd. Merkwaardig zyn soms de ervaringen, die sommige huisbezoekers daarbij opdoen. Over 't algemeen mag over de ontvangst, die onze menschen ten deel valt, niet geklaagd worden, al bereikt ons dan at en toe wel eens een klacht over een onhensche behandeling. Er zjjn nu eenmaal nog altjjd menschen, die zoo weinig begrip hebben van de eischen der burgerlijke beleefd! eid, dat ze onze lui niet eens in den gang laten komen maar ze deftig in de kou laten staan. Sums ook wordt men bedrogen, 't Ergste staaltje dat we daarvan hoorden is van iemaud, wiens zoon kwam zeggen dat papa eenige dagen van huis was, terwjjl een minuut later papa zelt de tekst van het petitionnementsadres terug kwam brengen. Zou dat heer nu werkelyk denken dat hy van ons af is Het meest hebben onze huisbezoekers te vechten tot nog toe althans tegen onverschilligheid en moe deloosheid. Zelfs daar waar men verwacht principieele tegenstand (christelijke dan) te ondervinden, daar ont waart men al by het begin van het gesprek een zekere onwilligheid om de teleurstelling, door eigen politieke medestanders ondervonden, te erkennen en men eindigt er gewoonlijk met de klaagtoon aan te hooren dat het. wel net eender zal blijven, welke party ook aan de regeeringstafel zit. Op een anderen keer zit de tegenstand die men ondervind in het feit, dat vrouwen mee worden uitge- noodigd te teekenen en dat ook onbeperkt vrouwen kiesrecht wordt gevraagd. De vrouw moet achter den man staan en heeft niets te zeggen, is de opvatting die in velerlei toonaarden wordt gehoord en tegen zulk een meening helpt alleen een krachtig pleidooi voor de rechten der vrouw als mensch, als opvoedster van een toekomstig geslacht, als burgeres, terwijl mede natuurlijk gewezen kan worden op het misbruik dat door de heerschende klasse gemaakt kan worden van de uit sluiting der vrouw, omdat deze precies hetzelfde liedje zingt, maar dameskiesrecht intusschen wel wil in voeren. Natuurlijk voelt hij dat, zoo goed als een ander. Eu wanneer hy daarbij nog weet, dat het algemeen kies recht volstrekt niet strijdig is met het katholieke geloof, dat de Heilige Thomas van Aquino heeft verklaard, dat allen het kiesrecht behooren te bezitten en dat deze woorden door mannen van onverdacht katholieke beginselen geheel wordt onderschreven, dan spreekt het vanzelf „Jawel", sprak Jozef, Maar je weet ook wel, „zoo denk ik er ook over. dat ze mij vroeger niet aan komen met iets dat van de socialisten boord moesten uitging." „Dat is waar", zei ik, „en ik zou wel eens willen weten, hoe je nu tot 'n beter inzicht bent gekomen en wie je daarvan overtuigd heeft. Want, onder ons gezegd, je was vroeger nogal hardleersch op sommige punten." „Dat hebben myn pastoors gedaan", antwoordde Jozef. „Wat „Ja, dat is toch heusch waar. En ik zal je vertellen hoe dat in zyn werk is gegaan. Kort nadat onze kennismaking in Venlo een einde nam, werd de fabriek waar ik werkte stop gezet en moest ik de wereld in om aan de kost te komen. Ik kreeg 'n plaats op 'n fabriek in Crefeld, in Pruisen. Ik werd daar natuurlijk lid van de katholieke gezellen- vereeniging. Op een van de eerste vergaderingen die ik by woonde, kwamen de Rijksdagverkiezingen ter sprake en toen vernam ik, dat daarvoor het algemeen kiesrecht bestond. Nou, ik had in Venlo altijd gehoord, dat dit een socialistische en verderflyke zaak was en zei tegen m'n kameraden, dat wy katholieke arbeiders daar eens flink tegen moesten ageeren. Tot m'n groote verbazing werd ik door allen uitgelachen, en ik werd zelfs voor dom Hollandsche rundvee uit gemaakt. Ik dacht„Daar zal ik eens met den pastoor over spreken." Slot volgt. mj v.rtP hM/ttrm Algemeen Kiesrecht voor Mannen en Vrouwen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1911 | | pagina 3