No. 23,
Zaterdag 5 Augustus 1911.
lie Jaargang.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM.
S. D. A. P. - Afd. Schiedam.
Buitengewone HuishoudeiijkeVergadering
De Moker
DE YACANTIE.
WAARSCHUWING.
Verkiezing in district III.
V olkspetitionn ement.
Misdadig.
ABONNEMENTSPRIJS:
35 cent per kwartaal I
franco per post 40 cent bij vooruitbetaling.
12 cent per maand I
Losse nummers 3 cent.
Redactie- en Administratie-adres
GEBOUW „CONSTANTIA".
Ingezonden stnkken voor het eerstv. nummer moeten
n i t e r 1 ij k Dinsdagsavonds 9 uur in ons bezit zijn.
ADVERTENTIËN: 71/» cent per regel.
Arbeidersverenigingen 3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
op ZONDAG 15 AUGUSTUS, 's morgens ten
10 nnr (precies).
AGENDA:
Bijzondere belangrijke mededeelingen.
HET BESTUUR..
is eiken Zaterdag verkrijgbaar:
Te Schiedam Nieuwsticht N.Z. 32.
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaak dingen J. van Driel, Oosterdwarsstr. 27.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
der arme kinderen.
Ze ioopen langs straten en grachten en sioppen,
Ze zijn niet gereinigd, gekleed en gevoed,
Ze leeren elkaar de ondeugendste moppen,
Ze hebben vacantie, omdat 't zoo moet.
Ze scharrelen rond in den modder der straten,
Ze zuigen de smerigste dampen er in,
Ze hooren d'r vader met moeder nooit praten,
Ze hebben 't eigenlijk niet naar d'r zin.
Ze zijn al gewend aan dat schamelijk leven,
Ze weten van lietde en pret haast niet af,
Ze zijn maar de kinderen der arme proleten,
En dat is voor hen nu de eeuwige straf.
der ryke kinderen.
Ze zitten op 't veld, in de hei of in bosschen,
Ze zijn er zoo tierig, zoo vroolijk en blij,
Ze spelen en joelen en stoeien en hossen,
Ze zijn als 't bijtje dat bromt in de Mei.
Ze zitten aan 't strand, onder blozende spruiten,
De kinderen der zorglooze rijken, gezond,
Ze kennen geen leed en geen kommer daar buiten,
Ze dansen met vrindjes en kennisjes rond.
Ze zijn al gewend aan dat heerlijke leven,
Ze weten van armoe en leed haast niet af,
Ze vermoeden nog niet, dat 't, recht van de rijken
Bestaat nit wat onrecht der armen hun gaf.
{De Wekker.) v. d. M
Het Bondsbestunr van den Centralen Bond van
Bouwvakarbeiders verzoekt ons mede te willen deelen,
dat volgens een telegrafisch ontvangen bericht, in
Holland gevraagd wordt onderkruipers te werven voor
Helgoland (Duitschland.)
Wanneer een werver wordt bespeurd, wordt dringend
verzocht daarvan omgaande mededeeling te doen aan
den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders, van
Slichtenhorststraat 14, Arnhem.
TelegramadresBouwvakbond, Arnhem.
Huisbezoekers zijn nog noodig. Wie eenigszins
kau, moet er aan deelnemen en kome een boekje halen
in „Constantia".
Afgewerkte boekjes moeten onmiddellijk van
alle aanwijzingen en inlichtingen voor
zien, ingeleverd worden bij de Commissie, die zitting
houdt eiken avond in „Constantia".
Geld is óók noodig! en daarom met elk mede
werken om het geld bijeen te brengen.
Elk partijgenoot moet in het bezit zijn van een
stennlgst en daarmee zoo hard mogelijk werken.
Wie soms nog geen lijst heeft, vrage onmiddellijk er
een aan bij den PenningmeesterH. ERKELENS.
Vele kleintjes maken een groote vele druppeltjes
vullen den emmer!
Zorgt voor geld
Het Afdeelingsbestuur.
Huisbezoekers, welke nog volle lijsten in hun bezit
hebben, worden verzocht deze zoo spoedig mogelijk in
te leveren.
HET KOMITEE.
De arbeiders hebben een zwaren strijd te voeren,
om maar iets, hoe gering ook, van het kapitalisme los
te krijgen. De tijd is voorbij, dat men door het werk
plotseling neer te gooien, directe actie, blijvende ver
beteringen kan veroveren. Het gaat in den tegen-
woordigen tijd, steeds hart tegen hart. Bij elke poging
om het „peil" der arbeidersklasse te verhoogen, stelt
de bezittende klasse, de machtskwestie en een harde
onverbiddelijke strijd is dikwijls het gevolg van kalme
en billijk gedane verzoeken, die door de werkgevers
bijna altijd bot worden afgewezen.
Een mooier voorbeeld op het voorafgaande, dan de
staking der zeelieden, kan moeilijk gegeven worden.
Zij verkeeren in deze positie. Door de organisatie zijn
op behoorlijke wijze de wenschen en grieven aan de
werkgevers kenbaar gemaakt, maar werden door het
werkgeversdom botweg afgewezen.
Er moest maar eens gevochten worden en er werd
gevochten.
Het verloop van den staking achten wij genoegzaam
bekend. Daarover willen wij het dan ook niet hebben.
Wij meenen echter, dat als men de voorgeschiedenis
van dezen strijd nagaat, dan moet de sympathie aan
den kant van de stakers staan. Een poging van
arbeiders die hun lot willen verbeteren moet de volle
sympathie hebben van elk meusch, die meent dat
de arbeider z'n loon waard is.
In Schiedam zijn echter menschen die een andere
meening zijn toegedaan.
Bleef het bjj de meening, och, wij zouden onze
schouders ophalen. Zij trachten deze meening echter in
praktijk te brengen, door den rechtvaardigen strijd der
zeelieden in de „war te sturen door werkelooze arbeiders
te bewegen het lage werk van
onderkruipers
te gaan verrichten.
Schandelijk vinden wjj het, wanneer menschen geld
verdienen aan het leveren van „werkwilligen". Ronselaars
zijn individuen die onze
verachting
niet waard zijn.
Erger wordt het, wanneer menschen, die absoluut
het ronselen niet behoeven te doen uit geldgebrek, als
broodwinning. Wanneer men van het vette der aarde
genietwanneer men geen zorgen voor den dag van
morgen heeftwanneer men het kalme baantje van
rentenier
waarneemt, dan vinden wij het
misdadig
indien zoo iemand tracht, arbeiders, die strijden voor
het geluk van hunde gezinnen, tusschen de bcenen te
loopen.
En toch lezers, het is bijna ongeloofelijk, kan men
in Schiedam zulke menschen vinden.
Eenigen tjjd geleden hebben wij de namen gepubli
ceerd van eenige heeren, die de treurige rol vervulden
zoogenaamde „werkwilligen" aan werk te helpen door
hen te laten monsteren voor de zeevaart. De smerigste
rol heeft wel den heer
H. A. W. van Luik
vervuld. Deze heeft zich niet ontzieD, van zijn positie
als ambtenaar misbruik te maken, door menschen die
in zekeren zin van hem afhankelijk zijn, als tusschen-
persoon en boodschaplooper te gebruiken. Eén dezer
menschen is door ons bezocht en het bleek dat de
onderkruipers per stuk geleverd moesten worden. Voor
Eén gulden
moesten „werkwilligen" opgespoord, aangeklampt en
bepraat worden om zich te laten monsteren op een der
booten van de Pakketvaart-maatschappij, alles ter wille
om het lieve zoontje in de „geur" te doen komen.
De bemiddelaar tusschen den heer L. en de werk
willigen is eens goed gewezen op de lage rol dien hij
vervuld heeft. Maar wat te denken van menschen, die
toch een zekere ontwikkeling hebben, een stadsbetrek-
king bekleeden, die dus een behoorlijk bestaan hebben,
die trachten een rechtvaardigen strpd, gestreden door
menschen die het hoogst noodige ontberen, in de war
trachten te brengen.
Nog treuriger rol is door een ander persoon vervuld.
Den heer
F. J. Smit,
lid van den Raad, lid van verschillende „zedelijkheids"-
vereenigingen, bestuurslid van het R. K. Armbestuur,
in de wandeling
Papa
genoemd, is ook aan het werven geweest. Door zijn
bestuurslidmaatschap van het R. K. Armbestuur is
goed op de hoogte van de huisgezinnen, waar het een
beetje minder is, vooral 's middags op tafel, dan bij den
rentenier Smit. Hij weet ook weerga's goed de toestand
der verschillende huisgezinnen, weet waar dikwijls
werkloosheid heerscht, weet welke weduwen zoons hebben,
die geknipt zijn om de zee te bevaren. Is er iemand
die beter als ronselaar op kan treden dan den heer
Smit
Neen, nietwaar?
Er zijn verschillende jongens ontboden. Den heer
Smit stuurde zijn knecht er op af en d^ze moest dan
maar zeggen dat de „werkwilligen" 's avonds bij den
heer v. Luik moesten komen. Daar werden zij in den
tuin gela'en en koeien met gouden horens beloofd. In
een minimum van tijd konden zij, die voor stoker
monsterden, machinist Wordendie voor matroos mon
sterden, kosten het maar een hand om draaien en ze
waren stuurman, ja zelfs kaptein.
Instinctmatig voelden echter de arbeidersjongens dat
hun maar praatjes wijs gemaakt werden. Zij voelden
het, dat nu het kapitalisme in nood zat, dat zij goed
genoeg waren om hun eigen makkers, hun medeslaven
in de moeilijke strijd voor een beter lot te bemoeilijken.
Als bjj instinct voelden zij, dat naderhand, als hun
diensten niet meer noodig waren, zij als „overbodig"
op straat gezet zonden worden. De heeren haalden
een strop Twee lieten zich maar overreden. Al de
voorspiegelingen hielpen niet, dien zjj het liefste wilden
hebben bedankten hartelijk.
Wij hopen dat deze publicatie van de smerige prak
tijken dezer heeren er moge toe bijdragen, dat de oogen
der arbeiders open gaan.
Veel meer dan voorheen moeten wij op de daden
letten van hen, die alles doen om de arbeiders in
elkander te trappen. En vooral moeten wij onze mede
arbeiders er op wijzen dat zij in dagen wanneer hun
kameraden in strijd staan, zij gebruikt worden om de
strijd, die toch ook hun strijd is, te benadeelen.
Bjj het bezoek, bij die arbeiders welke men getracht
had over te halen, konden wij hun er op wjjzen, dat
wanneer de kapit'alisten en hun knechtjes hen noodig
hebben, zij de lieve jongens zijn. Doch wanneer hun
arbeidskracht niet noodig is een
roggebrood
en enkele stuivers per week hun deel is.
Arbeiders en arbeidersvrouwen houdt de gesignaleerde