Hebt ge geteekend?
Ditjes en Datjes.
Vlaardingen.
deze zoogenaamde „zelfstandigen" zijn niet meer dan
zetbazen van het kapitaal.
Helaas Deze zetbazen gaan vaak prat op hun vergulde
tralies en handhaven zoodoende de verdeeldheid onder
de knechten en onderworpenen van het kapitalisme.
De groote rijkdommen stapelen zich hoe langer hoe
meer op.
Onlangs hebben nieuwe gegevens uit Duitschland dit
ook bewezen, opnieuw voor de zooveelste maal.
In 1902 moest men het vermogen der 17 hoogstaan
geslagenen bij elkander tellen om een miljard te krijgen
duizend miljoen). In 1908 bezaten de 9 rijksten dit
enorme bedrag reeds.
In 1902 hadden de 50 volgende aangeslagenen het
tweede miljard, nu waren de 26 volgende aanslagen
voldoende om het tweede miljard vol te maken.
In 1902 waren dus de 67 rijksten 2 miljard rijk, in
1908 hadden de 35 rijksten deze som.
In plaats van 67 in 1902 nu (in 1908; slechts 35!
Hun gemiddeld bezit is verdubbeld
In 1902 bezaten ze „slechts" 30 miljoen per hoofd
gemiddeld. In 1908 bezaten ze gemiddeld 60 miljoen.
Wij vragen aan U, arbeiders „Vanwaar is in slechts
6 jaar tijds deze schandelijke verrijking van 30 miljoen
gekomen Welke handen hebben hun deze vijf miljoen
fir jaar doen overhouden
Arbeiders, geeft daar eens antwoord op
Dit is Uw werk, het is Uw zweet, het zijn de honderden
ongevallen van Uw makkers, het onnoembare lijden en
scharrelen der arbeidersvrouwen, waaruit dit kleine klubje
zijn miljoenen perst.
Zoo is het overal in het kapitalisme.
Noch liberalisme noch klerikalisme veranderen dit.
Integendeel, ze handhaven dit stelsel.
En ook de onverschilligheid van duizenden arbeiders
laat dit schandelijke stelsel voortbestaan.
Gij, die U zelf niet verzet, gij hebt geen recht tot
klagen.
En gij allen, die klaagt omdat ge lijdt, verzet U.
Verzet U mèt ons, mèt de Sociaal-democratie
Friesck Volksblad. v. W.
Tot beter inzicht gekomen. E. J. Bosman, vroeger
2e voorzitter der Christelijke metaalbewerkersvereeniging
„Rehaboth", te Amsterdam, tevens redacteur en gedele
geerde in het C. v. A. voor de Prot. Christ. Vakvcr-
eenigingen, heeft de christelijke vakbeweging verlaten
en zich aangesloten by den modernen Metaalbewerkers-
bond.
In ,,De Metaalbewerker" geeft hij een verklaring,
waaraan wij het volgende ontleenen
„Ik maakte gedurende twee jaar de hoofdleiding mede
van „Rehaboth" als 2e voorzitter, als redacteur en ge
delegeerde in de C. v. A. voor de Prot. Christ. Vak
verenigingen, waardoor ik, zooals te verwachten is, een
kijk op de dingen kreeg. En juist deze kijk is het, die
mijn geest verhelderde, zoodat ik ten laatste tot mezelf
moest zeggen „dat ik het paard achter den wagen
spande". De christelijke vakbeweging bracht mij er toe,
door haar eng standpunt, door haar sectarisch optreden
inde algemeene arbeidersbeweging, waardoor de arbeiders
steeds gescheiden blijven, plaats te nemen in de rijen
van hen, wiens doel het is het geheele proletariaat tot
één macht te brengen, tot die macht welke noodig is
om de overwinning te behalen, op hen welke op het
oogenblik onze verdrukkers zijn. Ik heb geleerd, en
mijne vroegere medebestuurders weten dat ook wel, dat
alleen macht ons kan brengen naar het doel waar wij
voor strijden, al is ons doel nog niet hetzelfde. Eén
machtige metaalbewerkersorganisatie zal kans van slagen
hebben, elk andere beweging lijdt schipbreuk. Ik wil
hiermede eindigen met deze vraagwie van de christe
lijke vakbeweging kan mij overtuigen dat ik iets ge
schreven of gedaan heb in strijd met de leer van
Christus Zoo iemand dat kan, welnu ik zal als man
erkennen dat ik op den verkeerden weg wandel".
De staking van sleepbootpersoneel te Rotterdam is
opgeheven. Het bestuur dezer organisaties achtte het
raadzaam tot opheffing over te gaan, aangezien onder
de stakers eenige wankelmoedigen begonnen te komen,
welke het met succes volhouden der staking ernstig
bedreigden.
Om nu te voorkomen dat de staking verloopen zou,
ging men tot opheffing over. Op volkomen regelmatige
wijze is door de besturen bij de verschillende kantoren
der sleepbooteigenaars dit besluit bekend gemaakt en
werd gezorgd dat de bemanning der booten weer op
hun oude plaatsen terug kwamen, zoodat er geen slacht
offers zullen zijn.
Tegelijkertijd werden bij verschillende firma's niet on
belangrijke voordeelen voor de personeelen bereikt.
Zoo is deze staking op volkomen organisatorische
wijze gevoerd en geëindigd.
Arme moeder. De bladen melden
„Zondagmorgen j.l., te ongeveer 8 uur, is in de
sloot tusschen de kweekerij der gemeente en het
verlengde van de Lourensstraat alhier het lijk ge
vonden van een pasgeboren voldragen kind van het
mannelijk geslacht. Het lijk was geborgen in een
vierkante bruin kartonnen doos met lossen deksel
en omwonden met een touw. Het was gewikkeld
in een vrouwenhemd, gemerkt M. B., en de doos
was aangevuld met grijs pakpapier.
De commissaris van politie verzoekt inlichtingen.'
En verder
In verband met den gisteren geplaatsten oproep
van den commissaris van politie heeft zich bij de
politie aangemeld zekere M. B., die eenige verklaring
gaf in zake het vinden van het kinderlijkje in een
sloot achter de Warande.
Al wat aan het huichelachtig en onwaarachtig zede-
lijkheidsvertoon van onze hedendaagsche samenleving
doen, zullen steenen en drek opnemen en naar de arme
moeder gooien.
Misdadigster zal men zeggen, zonder zich rekenschap
te geven van den toestand welke tot zoo'n daad lijdt,
zonder zich rekenschap te geven, dat onze hedendaagsche
maatschappij, de ongehuwde vrouw, die het ongeluk
heeft moeder te worden, aan alle verachting van onze
zoogenaamde eerbare menschen prijs geeft.
De rechter zal, zoo er termen aanwezig zijn, de hand
leggen op de moeder, hare veroordeeling zal volgen
en aan de begrippen van recht en eerlijkheid en
zedelijkheid zal zijn voldaan.
En de vader Deze gaat ongemoeid verder. Treedt
straks in het huwelijk met een „eerbare" dochter. Wordt
misschien wel lid van de een of andere commissie tot
bestrijding der zedelijkheid.
De moeder als misdadigster weggeleid, de vader op
de bank der eere.
Dit zijn de begrippen van recht, van fatsoen, van eer
in onze reeds 20 eeuwen bestaande Christelijke samen
leving.
Wij voor ons walgen van zulke begrippen.
Het oranjefeest. De blommetjes zijn weer eens
buiten gezet.
Het onnadenkende Schiedamsche proletariaat heeft
weer een enkele maal uit de band mogen springen.
Hossende en dansende, oranjeliedjes gillende en
schreeuwende paartjes gaven uiting van wat in de
Schiedammers leeft voor Oranje en het geliefde vorstenhuis.
„Nou maar, we hebben een lol gehad", wordt met
een katterig gezicht gezegd.
De ontnuchtering volgt spoedig. Voor een enkelen
dag los gelaten uit de kapitalistische tredmolen is het
de volgende dagen weer het oude liedje 11 12—13 14
uur daags.
Een ding heeft ons vooral getroffen. Onder de firma's
die in de bladen kennis gaven, dat de kantoren en
werkplaatsen op 31 Augustus gesloten zouden zijn, was
ook de firma v. d. Eist. Als men nu weet dat de
arbeiders op de houtwerven van deze firma op
een gruwelijke manier
worden uitgezogen, dat de werktijden er ontzettend
lang zijn, dan moet men wel blind zijn, wil men niet
zien, waarvoor het kapitalisme de oranjefeesten noodig
heeft. Om de arbeiders af te houden van den strijd
voor een beter bestaan worden de oranjefeesten steeds
meer en meer opgezwiept. Daarvoor geven de patroons
de arbeiders 'vrij.
De arbeiders kunnen voorloopig nog door het kapitalisme
door oranjepapier en oranjebitter bedwelmd worden, de
tijd zal komen dat al deze middelen niet meer zullen
helpen, dat zij oogen zullen krijgen om te zien.
Aan ons de taak de arbeiders de kennis te brengen,
welk „nut" zij van het koningschap hebben.
Dat liegt maar raak De „N. Haarl. Ct." schrijft:
Men heeft het Helsdingen schrikkelijk kwalijk genomen
dat hij ip Den Haag naar de taptoe is gegaan, maar
weet men wel, dat hij volstrekt niet alleen er was van
de socialistische kamerleden
Partijgenoot Hugenholtz was er óók, zat óók op de
tribune, méér nogpartijgenoot Hugenholtz heeft den
eigen middag vóór het feest, toen hij de door hem ge
vraagde kaart had gekregen, nog per telefoon herhaaldelijk
het ministerie van Oorlog lastig gevallen, om toch een
dameskaart er bij te krijgen.
Dat kon niet, antwoordde men hem.
En op hoogen toon telefoneerde partijgenoot Hugenholtz
terug, dat hij, als Kamerlid, bij zulke feesten gewoon
was met een dame te komen, en dat hij dus nog een
kaart eischte
En hij heeft z'n dameskaart ten slotte gekregen.
Ziedaar het „zóóveelste geval".
Dit stukje wordt natuurlijk gretig overgenomen door
de „Nieuwe Schiedamsche Courant". De arbeiders
mochten eens verstoken blijven van dat merkwaardig
nieuws. In „Het Volk" komt Hugenholtz even de blijd
schap der heeren persridders verstoren. Hij schrijft:
Jammer voor het brave klerikale blad dat het zóóveelste
Er is nog steeds gelegenheid om de lijsten
voor het Volkspetitionnement te teekenen in
„Constantia".
geval alleen in zijn eigen lichtgeloovigheid bestaat en
een produkt is van de leugenachtigheid van zijn bericht
gever.
Toen op den ochtend van „het feest" minister Colijn
onder de leden der Kamer liet bekend maken dat hij
een aantal kaarten voor de tribune wilde beschikbaar
stellen, heb ik, omdat ik aanvankelijk van plan was
daarvan gebruik te maken, een kaart gevraagd. Mij
werd gezegd dat ik dit per telefoon aan het Departement
van Oorlog kon opgeven, hetgeen ik deed. Door be
middeling van den griffier der Tweede Kamer heb ik
toen een kaart ontvangen, maar bij nader inzien heb ik
gemeend er geen gebruik van te moeten maken.
Wat de dameskaart betreft ik heb er niet om ge
vraagd, laat staan er herhaaldelijk om lastig gevallen,
noch minder er op hoogen toon over getelefoneerd. Dat
het telefoongeheim in deze klerikale tijden niet veilig
is, mag bekend heeten. Maar dat telefoon-luistervinken
iemand gesprekken in den mond leggen die hij nimmer
heeft gevoerd, dat begint bedenkelijk veel te lijken op
de methode door Wijnkoop in Kopenhagen uitgevonden,
waarvan men hem liever het monopolie moest laten.
We hebben hier te doen met een zóóveelste geval
van de klerikale leugenaarsbende.
„Argus."
In de smarte-uren der anti-revolutionaire partij, waarin
geboren moesten worden de overwinningen, verwekt door
den vader der leugenen, de Satan, de bedrieger van den
beginne, is ook het leven geschonken aan eene jonge
dochter, die den naam gekregen heeft van „Argus".
Is nu die naam en de afkomst derzelve wel in over
eenstemming met het grootsche doel, dat voor oogen
wordt gesteld, namelijk de verbreiding en de verdediging
der christelijke beginselen ook op politiek gebied
Wij meenen van niet.
Immers de naam Argus is van heidenschen oorsprong,
stamt af uit de Grieksche godenleer en daar nu de
duisternis geen gemeenschap kan hebben met het licht,
vragen wij in gemoede kon geen naam gevonden worden
in het boek der boeken, .b.v. Jozef, de verpersoonlijking
der kuischheid
Of was de openbaring op dat punt in die oogenblikken
niet bijzonder helder of was soms de feestvreugde over
de aanstaande geboorte der overwinningen verzeild ge
raakt in die sfeeren van vreugde, dewelke er geweest
moeten zijn bij de kinderen Israëls ten tijde toen Mozes
afdaalde met de steenen tafelen der geboden, en toen
bleek dat er een gouden kalf was gemaakt naar het
voorbeeld der heidenen, en die toen hun een god was i
Of was men beschroomd den naam Jozef te aanvaar
den, omdat de bekeering der jongelingen en derzelver
opvattingen omtrent kuischheid niet naar den aard en
de opvattingen van Jozef zouden zijn
Ook zou er wel iets te zeggen zijn voor het bezigen
van het dagelijksch gebed „Zet, Heer, een wacht voor
mijne lippen, behoed de deuren van mijn mond", opdat
niet zelfs de heidenen of te wel paganisten aanstoot
vinden in de Godslasterlijke tale, van welke de jongelingen
zich nog niet geheel zouden kunnen ontdoen.
Inderdaad, de jongelingen zullen gewisselijk vallen,
vooral wanneer niet de waarheid en het recht tot richt
snoer wordt genomen bij alle handelingen en getracht
wordt in overmoed en eigenkracht de belagers, niet van
God maar van het gouden kalf, met leugen en bedrog
te vernietigen.
Fanatisme of...? De schrijver van de buiten-
landsche overzichten in de Nieuwe Vlaardingsche Courant
heeft af en toe zeer snaaksche invallen, die zonder meer
dan in genoemd blad worden neergekalkt.
Welke geestesrichting de man is toegedaan is moeilijk
te ontdekken, nu eens maakt hij den indruk van de
wereld te bekijken door de brilleglazen der liberale
vooruitstreverigheid en dan weer schijnt men te doen
te hebben met een moderne spreukendichter, die zijn
„ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid en kwelling
des geestes," de wereld inslingert.
Hoe dit zij, over een ding kan de man goed op stoot
komen en dat is, wanneer ergens de socialistische ar
beiders door hun meetings blijk geven van wat er leeft
in hun borst, van hun gelooven en hopen of wanneer
vakvereenigingsmannen kampen en offers brengen voor
een snede brood of een uur vrije tijd meer.
Dan, we kunnen ons dat zoo voorstellen, vliegt de
pen over het papier en treffen de woorden als pijlen
uit een boog. In haar vaardigheid is ze dan zelfs insinu
eerend.
Doch in elk geval hebben de pennevruchten van die
oogenblikken de verdienste, dat ze helder doen zien
dat de arbeidersbeweging ook van dezen vrijzinningen(P)
geest niet anders te wachten heeft dan hoon en be
strijding.
Ziehier wat geschreven staat over de krachtsuiting der
Engelsche arbeiders van de laatste weken.
„Zoover is de wereld dan gekomen met al hare
bonden en organisaties. Alle vertrouwen gaat ver
loren, het crediet werkt niet meer en daarmee
heeft datgene, wat men gewoon is kapitaal te
noemen, zijne beteekenis ingeboet. Het volk, althans
de meerderheid, stelt zich onder kapitaal heel wat
„En de jongelingen, zij zullen gewisselijk vallen".