De Tweede Kamer.
De Kerstrede yanDr. J. v. Leeuwen.
weg was, het schip der S. D. A. P. hulpeloos op de
baren der Schiedamsche politiek zou drijven.
Of zij zich vergist hebben Nou, reken maar
En wij Wij wisten wel dat de S. D. A. P. niet valt of
staat met één persoon. Wij wisten het wel en werden
door het beginsel van het socialisme gesterkt om te
werken zoo als er gewerkt geworden is.
Het resultaat weten wij. De cijfers, het is niet noodig
dat deze besproken worden.
Alleen willen wij wijzen op het gelukkige verschijnsel,
dat door onzen principieelen strijd de burgerlijke partijen
op elkaar zijn aangewezen. Door onze principieele
klassepolitiek is het zoo ver gekomen dat de eens zoo
machtige liberale partij in elkander geschrompeld is als
de ruïne achter de H. B. S. Door onzen strijd geven
de klerikalen lonkoogjes naar de konservatieve stemmen.
Voor de S. D. A. P. is 1911 een gezegend jaar geweest.
Maken wij de balans op, dan komen wij tot een flink
winst-cijfer voor het proletariaat. De vakbeweging mag
gezien worden de politieke beweging groeit in diepte
en breedte.
Tevreden kunnen wij echter niet zijn. Er rust een
reuzentaak op onze schouders, die heerlijk is wanneer
allen de schouders er onder zetten.
Arbeiders, de balans van 1912 moet weer grooter
winstcijfer geven.
De begrootingsdebatten zijn ten einde gebracht en
nog wel vóór het Kerstfeest.
In vliegende vaart is het laatste gedeelte onder den
voorzittershamer doorgegaan. Er werden in de laatste
dagen geen lange redevoeringen meer gehouden. De
leden spraken meest allen in telegramstijl.
De begrootingsdebatten hebben in vele gevallen klaarheid
gebracht, n.l. dat we de regeeringsmeerderheid hebben
zien tentoongesteld
in haar naaktheid.
De-meerderheid, die reeds meer dan vier jaren aan het
bewind is, heeft nog zoo goed als niets gedaan wat de
arbeidersklasse ten voordeele strekt. Het geldt daar ook
zooals het bekende liedje zegt„Veel beloven en weinig
geven, doet de gekken in vreugde leven." En daar zijn
nog helaas maar al te veel arbeiders, op wie deze
woorden van toepassing zijn.
Veel beloven, ja, dat kunnen de heeren. Ook nu nog
weer bij de gehouden debatten werd voorspeld, dat
minister Talma zijn verzekeringswetten er het volgend
jaar door zou krijgen. Er zal welhaast niemand van de
heeren zijn, die dat nog gelooft. Misschien komt de
invaliditeitswet
nog voor 1913 gereed. Dat is evenwel een wet, waaraan
de arbeiders niets zullen hebben, omdat, al is die ook
aangenomen, er toch nog een paar jaren verloopen,
voordat die wet in werking kan treden. Deze wet moet
wachten op de invoering van andere wetten en ook op
de invoering van de Tariefwet. Deze laatste wet moet
de centen leveren voor de sociale verzekéring. Wordt
evenwel de invaliditeitswet aangenomen, dan brengt het
dus den arbeiders geen voordeel. Maar en dit is weer
het echt christelijke de christelijke coalitieheeren zullen
bij de verkiezing in 1913 het wel weer zoodanig weten
te draaien en te plooien, dat menig arbeider hen weer
inhuurt voor vier jaar. Ander doel heeft Dr. Kuyper
met zijn dreigement niet gehad, toen hij het ministerie
dreigde, dat wanneer de invaliditeitswet niet op tijd aan
de orde gesteld werd, hij niet verder zou medewerken;
hij dreigde dus met
werkstaking.
De arbeiders hebben door de gehouden begrootings
debatten kunnen leeren, dat, zoo zij de christelijken in
1913 weer een meerderheid bezorgen, zij voor jaren
zullen zijn begiftigd met een stel sociale wetten, die, al
mogen die wetten eenige verzachting brengen in den
nood van velen, de arbeiders dat
zelf moeten betalen.
De arbeider zal vanaf zijn 16e jaar wekelijks hebben
bij te dragen voor zijn pensioen, dat hij ingeval van
invaliditeit, dat is bij geheele ongeschiktheid tot werken
of wanneer hij zoo gelukkig is als loonslaaf den leeftijd
van 70 jaar te bereiken, zal ontvangen.
Daarenboven zal hij nog hebben bij te dragen, zonder
dat hij het merkt, aan de verhooging der eerste levens
behoeften, die door de verhooging der invoerrechten in
prijs zullen stijgen. Want het is toch eene niet tegen te
spreken feit, dat wanneer van een massa artikelen, die van
't buitenland moeten worden ingevoerd, een hooger invoer
recht geheven wordt, deze artikelen in prijs zullen stijgen.
Verder wil dit ministerie ons nog begiftigen met het
debietrecht op de tabak
en hoopt daaruit een bedrag van 2 millioen te trekken
Wat dus nu nog weer uit de begrootingsdebatten ge
bleken is, dat is, dat wanneer de heeren coalitie-christenen
in 1913 weer de meerderheid halen, de arbeiders met
de eene hand iets wordt toestopt, maar tegelijkertijd
zitten de heeren je met de andere hand in de zakken
te graaien en schudden je uit. Dan is door hen aan de
sociale plicht voldaan en moeten de arbeiders maar weer
zoet zijn. Maar onze mannen, zoowel in als buiten de
Kamer, moeten op hun hoede zijn, dat het niet zoover
Werft abonnees voor,, De Moker".
komt. Er moet worden gewerkt dat de conservatieven
in de regeeringsmeerderheid op den achtergrond worden
gedrongen. Wij zeggen regeeringsmeerderheid, waitf het
moet voor ons niet het doel zijn de liberalen weer
aan het laadje
te helpen, want och, daar mag het eenigszins anders
toegaan, op slot der rekening blijft dat voor de arbeiders
partij toch hetzelfde. Evenals de meerderheid van thans,
die geregeerd wordt door Lohman en consorten, zoo
zullen de liberalen bij een mogelijke meerderheid weer
moeten drijven op de welwillendheid van de heeren van
Karnebeek en Tydeman c.a. Beide burgerlijke partijen
hebben [een blok aan het been, die wel voor velen zoo
lastig is, dat het, dat geloof ik wel, moeilijk is wetten
te maken die deze heeren bevredigt en tegelijk den schijn
vertoonen ook wat voor de arbeiders te doen.
De Kamer is tot half Februari naar huis en dan begint
het lieve leyentje opnieuw.
Het zal ons verwonderen of de
motie van Troelstra
dan ook spoedig aan de orde wordt gesteld. Of dan de
Kamerleden den moed zullen hebben die motie te be
spreken. Dan kunnen zij eens toonen wat voor den ouden,
armen werkman over te hebben. Door Troelstra's motie
toch zou met eenig goeden wil van minister Talma en
Kamermeerderheid op het eind van 1912 den 70-jarigen
ouden arbeider een wekelijksch pensioen van twee gulden
kunnen worden uitgekeerd. En dat kan geschieden zonder
dat in het stelsel van wetsontwerpen behoefde te worden
ingegrepen, het zou hetzelfde zijn als minister Talma wil
doen, doch wat eerst misschien na een jaar of 4, ja
mogelijk nog later tot stand zou komen.
Troelstra's motie is
voor den 70-jarigen
van heden een lichtbaken en wij zullen hopen, dat dat
licht brandende blijft, opdat met het a.s. St. Nicolaasfeest
in 1912 een prachtig cadeau den oudjes aangeboden
kan worden.
Tegenover ons blad;
tegenover onze partij
tegenover zijn vakorganisatie;
Niet?
Zorgt dan, wanneer bij het einde
van 1912 dezelfde vraag gedaan
wordt geantwoord kan worden, ja!
Geeft ons blad na lezing aan een
ander niet-lezerneemt enkele bladen
meer en tracht zoodoende abonnees
te winnen.
Sluit u aan bij de S.D.A.P., zoo
gij dit nog niet deed.
Tracht uwe mede-arbeiders tot
aansluiting te brengen.
Wordt lid van de vakvereeniging
in uw bedrijf.
1912 moet een jaar van propa
ganda, van werken worden, om in
1913, het jaar der verkiezingen, de
vruchten te plukken.
De op den eersten Kerstdag door de afdeeling belegde
openbare vergadering is uitmuntend geslaagd. Voor een
stampvolle zaal behandelde Dr. J. v. Leeuwen het
onderwerp Socialisme en Volkerenvrede.
De voorzitter P. de Bruin opende de vergadering en
deelde mede, dat de afdeeling het noodig heeft geacht
dezen dag een vergadering te moeten houden, niet als
protest tegen het Christendom, waar wij als sociaal
democraten geen bezwaar tegen hebben, maar om aan
te toonen en te bespreken wat er in de verloopen 20
eeuwen gedaan is, wat er voor de vrede bereikt is door
het Christendom. Voorz. bracht een woord van dank
voor de talrijke opkomst en hoopte dat deze vergadering
rijke vruchten af mocht werpen voor de partij, waardoor
alleen de werkelijke vrede bereikt kan worden.
v. Leeuwen, met applaus begroet, begon met er op
te wijzen, dat het zijnerzijds geen gebrek aan belang
stelling is voor Schiedam, dat het zoo lang geleden is
dat spr. iets van zich heeft doen hooren. Met ontroering
heeft hij heden door de stad geloopen. Een heel stuk
van zijn leven, een heel stuk van den strijd, dien wij
alle zoo lief hebben, is hier achter gebleven. Doch ook
had spr. een gewaarwording van vreugde gehad, omdat
Gedenkt trouw den Steunpenning.
uit alles is gebleken, dat de kracht der beweging niet
van enkele personen afhangt, maar uit de onverdeelde
kracht, uit de onverdeelde energie, die de arbeiders
klasse bezield, voortspruit. Applaus.
Als een bewijs van de kracht en de groei der Schie
damsche arbeidersbeweging was het op touw zetten van
deze vrede-beweging. Deze vergadering toont de kracht
van ons beginsel.
De kerstgedachten worden uitgedrukt door het woord
vrede. En in de kerken van de preekstoel zal wel tegen
het socialisme gedonderd worden, doch alles draait ten
slotte om het algemeene doel, vrede te brengen op
aarde. Dit is het algemeene doel, de samenwerking, die
overal waar te nemen valt.
Wij socialisten willen ook dat doel bereiken. Wij
willen dat aan eiken strijd zoo spoedig mogelijk een
einde komt. Juist op een dag als heden is het nood
zakelijk daarover te spreken.
Hoe komt het, wordt er gevraagd, dat wij, trots een
20 eeuwen lange prediking door het Christendom, nog
zoo ver af zijn van vrede Daar volgt direct de vraag
op Zijt gij, sociaal-democraten, overtuigd dat door het
beginsel van het socialisme te prediken door het socialisme
zelf de vrede bereikt zal worden
De fout van het Christendom is, dat het den mensch
los gemaakt heeft van de maatschappelijke omstandig
heden. Het Christendom is niet uitgegaan van de
grondgedachte, dat de mensch een product is van de
omstandigheden. Het Christendom gaat van de stelling
uit, dat het menschelijk hart niet deugt en wanneer er
gezorgd wordt dat het hart der menschen in orde is,
de vrede er zal zijn. Spr. is van meening, dat het met
het hart der menschen zoo slecht nog niet gesteld is.
In ieder mensch leeft het goede, de aandrang om te
doen wat goed is en menschelijk. En juist omdat het
Christendom van die gedachte uitgaat, raken wij verder
van het einddoel af, dat ook door het Christendom ge
steld wordt.
Hoe staat het socialisme nu tegenover de vrede
De socialistische vredesgedachten zijn van lateren tijd.
Wij weten hoe en op welke wijze den feilen strijd in
de maatschappij en op aarde ontstaat. Dat weten wij
door onze kennis van de maatschappelijke verhoudingen,
van het wezen der maatschappij. Daarom is ons,
sociaal-democraten, den taak opgelegd, te streven naar
een internationale socialistische maatschappij, een maat
schappij, waar de werkelijke vrede in verwezenlijkt zal
worden. Dat wordt zelfs door onze tegenstanders erkend
op vergaderingen, waar niet op „succes" gewerkt wordt.
Als het niet gaat om het succes, maar beginsel tegenover
beginsel gesteld wordt, erkennen de burgerlijke partijen
onze juiste critiek. De arbeiders gevoelen en weten het,
dat door hun eensgezinde macht het alleen mogelijk is
en het doel van de arbeidersklasse moet zijn, de alge
meene vrede. Applaus.
Spr. wil een oogenblik stil staan, bij datgene wat
reeds bereikt is in Schiedam. Spr. brengt De Bruin
hulde voor hetgeen hij in den Raad gedaan heeft. Door
zijn werken en de met succes gevoerde propaganda
voor het socialisme door de afdeehngen, zijn de klasse
tegenstellingen ook hier scherper aan 't licht gekomen.
De partij der liberalen is zoo goed als vervallende
klerikalen doen met de liberalen wat ze willen.
Het spelletje van verdeeldheid tusschen de burgerlijke
partijen kan en zal niet meer gevoerd worden, dank zij
de krachtige en stevige klasse-politiek door de S.D.A.P.
gevoerd.
Hier in Schiedam is men nu over de grootste moei
lijkheid heen en het zal niet lang meer duren, dat wij de
macht in handen zullen hebben. Wij zullen de macht
echter niet gebruiken om anderen te onderdrukken, maar
om de duizenden te helpen, die onder het kapitalistische
juk gebogen gaan.
Wat hebben wij gedaan in Nederland, Europa, over
de gansche wereld om te komen in de socialistische
maatschappij, die niet in de wolken zweeft, maar een
menschenmaatschappij zal zijn, zonder lompen?
Vakbeweging. 60 belangrijke stakingen hebben het
afgeloopen jaar plaats gehad.
Stakingen gevoerd voor loonsverhooging, erkenning der
organisatie en meer zaken, het directe levensbelang van
de arbeidersklasse betrekkende.
Spr. wijst op de kleedingindustrie. De bond, in dit
bedrijf, heeft de staking gewonnen in Amsterdam met
het voordeel, dat er een collectief contract afgesloten is,
welk contract vooral ingrijpt in de vervloekte huisindustrie.
Vooral wijst spr. op het feit dat door deze overwinning
weer tal van arbeiders en arbeidsters in de rijen van het
internationaal socialistisch proletariaat zijn getreden.
Verder wijst spr. op den succesvollen strijd, gevoerd
door den Bond van Machinisten en Stokers tegen den
groot-kapitalist Egan. Ook daar is een collectief contract
afgesloten, en wat vooral als een succes geboekt kan
worden, is de erkenning der organisatie.
Spr. wees op de groote invloed, welke deze groep
van arbeiders hebben, wanneer het proletariaat het noodig
oordeelt door een algemeene staking hare eischen door
gevoerd te krijgen. Deze arbeiders kunnen, omdat zij
betrokken zijn bij het vervoer, het kapitalisme de strop
om doen.
Verder besprak spr. de staking aan de Munt te Utrecht.
Het resultaat van deze staking is, dat in de bestekken van
rijkswerken voortaan vastgelegd zal worden het loon en
de arbeidsduur. r
Nog een staking die genoemd moet worden, is de
Steunt „De Moker" door uwe advertentiën.