Weest toch voorzichtig Yan onze vroede vaderen. Ditjes en Datjes. De beweging in Frankrijk. De voorbeeldige eenheid in optreden der Fransche mijnwerkers bij de demon stratieve staking op Maandag een heel verschil bij de onderlinge oneenigheid en het gebrek aan discipline in hun rijen tijdens de staking in 1906heeft op de burgerpers in Frankrijk diepen indruk gemaakt. Zoo ontbreekt het dan ook niet in verschillende bladen aan een waarschuwing aan het parlement, om een langere staking te voorkomen door bespoediging van de wet geving, die de eischen der mijnwerkers moet bevredigen. BINNENLAND. Enkele cijfers uit de Staatscourant. Alweer dorre, hoewel leerrijke cijfers. We zullen ditmaal geen conclusies trekken. Dat laten we aan de lezers over. In de laatstverloopen vijf jaren is per duizend zielen het getal der geboorten gedaald van 30.2 tot 27.8, dat dat der sterfgevallen van 14.7 tot 14.5. Daarnaast ver melden we die cijfers voor de steden boven de 10.000 inwoners. Daar daalde het eerste cijfer van 28.9 op 25.2 en het tweede cijfer van 13.5 op 12.2. Die daling houdt al aan sedert het jaar 1876. Toen bedroeg het cijfer der geboorten 37.1 en dat der sterfgevallen 23.5 per duizend zielen. In de steden is het cijfer der sterfgevallen geregeld lager dan in het overige deel van het land. De toename der bevolking van Nederland is vanzelf niet zoo groot meer als vroeger. Die liep in die vijf jaar terug van 15.4 in 1907 op 13.3 per 1000 in 1911. Het is niet ondienstig vooral voor onze Katholieke mede-burgers, menschen, die bij de minste uiting van den N. Malthusiaanschen Bond, al 't kippevel krijgen enkele cijfers uit verschillende provinciën ter vergelijking mee te deelen, als bewijs, dat 't verschil in 'tN. en het Z. van ons land niet veel uitmaakt, In Limburg bedroeg het getal geboorten in 1910 33.62, in 1911 33.06; in Noord-Brabant respectievelijk 33.10 en 31.80in Drente 32.61 en 32.17. In Friesland 25.33 en 25.01 in Groningen 28.43 en 26.69. In het Zuiden en Drente hoogere cijfers derhalve dan in Fries land en Groningen. Doch de cijfers der gestorvenen loopen in de eerste provinciën ook het hoogst. Hier volgen ze In Limburg in 1910 en 1911 achtereenvolgens 17.22 en 18.36, in Noord-Brabant 16.62 en 19.91, in Drente 14.21 en 16.10, in Friesland 12.68 en 12.64, en in Groningen 12.45 en 14.24. Het slechte Noorden maakt hier een heel wat gunstiger indruk dan het brave uiterst- godsdienstige Zuiden. Ook in de zuigelingensterfte overtreft het voorbeeldige Zuiden verre het Noorden. Om ons tot dezelfde provinciën te bepalen, vinden we voor de provincie Limburg in 1910 en 1911 per duizend levend geborenen 172.06 en 205.58voor Noord- Brabant 154.88 en 225.69voor Drente 100.91 en 126.34voor Friesland 69.32 en 75.08 en voor Gro ningen 87.90 en 129.20. In alle provincies stijging van het aantal sterfgevallen, maar in Noord-Brabant, het neusje van den zalm voor Katholieken, ruim driemaal zooveel als in het ongeloo- vige Friesland. Lezers, acht gij het trekken van conclusies voor ons nu nog noodig Leest en herleest deze opgaven, en bewaart ze zuinig Ze kunnen u goed te pas komen. In Het Volk en in andere bladen o©k zijn in den laatsten tijd beschrijvingen gegeven over Australië en wij vernamen nu nog al van verschillende menschen, die zich hebben voorgenomen óók naar Australië te gaan. Men heeft er een paar stukken in de krant over ge lezen, verder iemand gesproken, die er óók wel eens wat van gehoord had en, nu weet men er genoeg van om er op af te trekken. Er komen in het arbeidersleven tal van oogenblikken, dat men zóó zwart de toekomst in ziet, dat men gelooft niet langer onder zooveel narigheid te kunnen leven. Als men in zulke oogenblikken iets leest over andere landen, dan is men o zoo gaarne geneigd, zich aan te melden als emigrant. Want men wil weg vèr weg onverschillig waar heen. Ginds in den vreemde kan het nooit beroerder zijn als hier. Zoo denkt men. Weest toch voorzichtig bij het beramen van emigratie plannen Laat u niet mee-sleepen door vage indrukken niet van de wijs brengen door onbestemde berichten. Het trekken naar en vooral het zich baanbreken in een vreemd land brengt o zoo groote bezwaren met zich mee, en komen de emigranten al in massa's weer naar hun geboorteland terug, hoevelen zouden o zoo graag hetzelfde doen, die het uit geldgebrek niet kunnen. Wanhopend loopen ze daar langs de booten, vervloekend dat vreemde, onherbergzame land, waarvan ze eens een betere toekomst gedroomd hadden en dat hen niets heeft gebracht dan de eene teleurstelling na de andere. Men miskent het wezen en karakter van het kapi talisme, als men meent, als bezitlooze nog ergens voor zijn macht veilig te zijn. In alle emigratie-landen, zoowel als in de overbevolkte landen, regeert hetzelfde kapitalismedat een proletariaat noodig heeft om het te kunnen uitbuiten en al dezelfde maatschappelijke ellende overal achter zich aan sleept. Dat stelsel ontloopt men niet, waarheen ge vluchten wilt. Wordt ook dit wel eens met ernst overwogen door hen, die het weten kunnen Wij ontrooven zeker niet gaarne aan arbeiders een schoone droom, maar waar blijkbaar zie de corres pondentie-rubriek in Het Volkin welke tal van vragers naar inlichtingen worden verwezen naar de heer Herre- wijn, naar onze meening juist niet zoo'n aanbevelens waardig adres zoovelen zich door wat schrijverij in kranten het hoofd op hol laten brengen en persé „naar den vreemde" willen, meenen wij dat een enkel waar schuwend woord ter afkoeling van te schoone verwach tingen op z'n plaats is, al weten wij wel dat men o zoo gaarne de bezwaren wil wegdoezelen. Tegen emigreeren hebben wij als voornaamste bezwaren: le. dat het zware eischen stelt aan lichamelijke en fysieke geschiktheid, aan welke menigeen niet kan voldoen 2e. dat het tal van ontberingen met zich brengt, welke zij, die uit onze streken komen, zich bijna niet kunnen voorstellen 3e, dat men geen meester is over zichzelf, zich niet kan vestigen waar men wil, maar z'n vrienden en lot- genooten, her- en derwaarts ziet verspreiden 4e. dat zonder behoorlijke kennis van de taal het onverantwoordelijk is te emigreeren 5e. dat men in den vreemde op een stuk of wat uitzonderingen na, die ook hier nog wel zijn te vinden geen andere toekomst meer heeft, dan als loonarbeider te leven en te sterven, met al dezelfde slechte kansen die het proletariërs-leven ook hier heeft. Wie het trots deze groote bezwaren toch wil wagen hij betrachte de uiterste voorzichtigheid, ook als hij soms inlichtingen van den heer Herrewijn verkrijgt. Men bedenke terdege, dat één onberaden stap in dit geval voor het geheele leven noodlottig kan wezen. En daarom weest voorzichtig P. de Br. In de raadsvergadering van vorige week Dinsdag werden de heeren Jan van Katwijk (a.-r.) en C. H. Scheffers (r.-k.) ingezworen, waarmede de Schiedamsche raad weer een paar juweeltjes van klerikalen rijker is geworden. De burgemeester hield daarna een lange rede over de onderhandelingen tusschen Delft en Schiedam over de leverantie van electriciteit en drinkwater, maar in Delftsche bladen was van de Schiedamsche waterleiding een zoo onware en ongunstige beschrijving gepubliceerd, dat deze niet onweersproken mocht blijven, opdat de onderhandelingen niet daardoor beïnvloed zouden blijven. En inderdaad was de kritiek forsch en rijk aan cijfers en feiten. De Bruin vestigde de aandacht op een passage in het ingekomen verslag der Gezondheidskommissie, handelende over de Fabristraat. Door den onwil der partikuliere bouwmaatschappij „Kortland" is in het midden dier straat ter weerszijden een open gedeelte onopgehoogd gebleven, welke op de meest brutale wijze voor vuilnisbelt worden gebezigd. Met wagenvrachten wordt er het afval neergegooid, waait het over de omliggende straten, terwijl een viertal hoekwinkels met konsumptieartikelen het stof uit de eerste hand krijgen. Bovendien heb ik mij afgevraagd, ging De Bruin voort, dit alles in het licht stellende, wat er van worden moet als daar het lentezonnetje over spelen gaat. Hij drong er krachtig óp aan, die vervuiling te beletten. De burgemeester wist van dit alles niets, maar door den heer v. d. Drift werden de mededeelingen van De Bruin bevestigd, waarna de voorzitter verklaarde, tegen verdere vervuiling te zullen doen waken. Bij enkele kommissie-benoemingen nam rechts weer alles wat onder het bereik kwam: Jan van Katwijk vloog vroolijk in de kommissie voor Gemeentewerken, mr. Kavelaars kreeg twee voorzitters- funkties tegelijk en broeder Van der Drift werd naar het ziekenhuis gezonden. De Bruin kreeg voor deze kommissie 7 stemmen. In tweede lezing werd de bewaarschool-subsidie-ver ordening behandeld, waarbij slechts redaktioneele be merkingen werden gehoord. De verordening werd met 14 tegen 6 stemmen (rechts tegen links) vastgesteld. Op een vraag van den heer Everts (r.-k.) antwoordde de voorzitter, dat B. en W. bedoelden het subsidie over het laatste halfjaar van 1911 aan alle bewaarscholen toe te kennen, ongeacht of zij over dat tijdperk aan de voorschriften der verordening voldeden. De Bruin kantte zich daar sterk tegen, maar kreeg alleen gedaan, dat daarvoor eerst een behoorlijk ontwerp-besluit zal worden geformuleerd. Bij een voorstel-B. en W. om aan de vereeniging „Hermes" het exercitieterrein geheel in huur af te staan, drong De Bruin er op aan, waar nu het publiek speelterrein verloren gaat, dat naar een andere gelegenheid zal worden omgezien. Dr. Ris (v. d.) vond 't niet zoo erg noodig, maar B. en W. zullen eens op zoek trekken. Aan 't eind der vergadering een debat over grond prijzen. Een voorstel-De Bruin om voor aan elkaar grenzenden grond aan de Veenlantstraat en de Van Smaleveltstraat denzelden prijs te stellen (voorgesteld werd f 7 en f 7.50) werd niet eens ondersteund. Broeder Van der Velden moet onlangs een tegen- vallertje hebben gehad met grond aan de Prins Frederik Hendrikstraat laten we eens opletten wie er huizen gaat bouwen aan de Veenlantstraat De prijs in aanmerking genomen kan het niet anders haast, of er komen koalitie-huizen Buiten verwachting bevatte het Schied. Volksblad de vorige week terzelfder tijd dat De Moker verscheen, waarin wij aandrongen op beantwoording van ons artikel betreffende de vereenigbaarheid van godsdienst en soci alisme een tamelijk onsamenhangend artikel „Ver- eenigbaar dat als antwoord is bedoeld op ons artikel „Een vraag een antwoord." Wij moeten echter de beantwoording uitstellen tot een volgende maal. Misselijk vertoon. De vorige week hebben in de vergadering van den gemeenteraad weer eenige benoe mingen plaats gehad voor diverse commissiën, welke natuur lijk allen aan de klerikalen ten deel vielen. Zoo werd o.a. in de Commissie voor Gemeentewerken de heer Jan van Katwijk gekozen. Dit is op zichzelf niets bijzon ders. Zulk gedoe zijn we zoo'n beetje gewend. Doch het merkwaardige komt nog. In het raadsoverzicht van het Schied. Volksblad komt de volgende tirade voor Hoewel wij gaarne erkennen, dat de heer Van Katwijk in de commissie voor gemeentewerken de rechte man op de rechte plaats zal zijn, is het, ons inziens, toch niet geheel zonder bedenking, dat de Raad bij elke vacature in deze commissie daarin het aantal, z.g. technische leden versterkt, zoodat deze daarin thans reeds eene meerderheid vormen. Immers, dit kan tengevolge hebben, dat deze Commissie zich al te zeer met allerlei details gaat bemoeien, en de leiding van dezen tak van dienst uit de handen van den Directeur overneemt. En niet alleen zou dit, naar onze meening, in strijd zijn met de taak der Commissie, maar het zou op den gang der zaken bij dezen tak van dienst van storenden invloed kunnen zijn, daar de leiding daardoor ongetwijfeld wordt verzwakt. Een konklusie die wel wat laat komt, zouden we zeggen. Toch heeft met een staal gezicht het heele klerikale stel den heer Jan van Katwijk gestemd en de schrijver van bovengenoemd raadsverslag zal er ook wel meer van weten. Rijp en groen wordt voor dergelijke baantjes kompetent geacht. „Slokop" moest weer wat binnenhalen. De Bruin, die reeds vroeger getoond heeft, de rechte man op de rechte plaats te zijn, kon natuurlijk geen genade vinden in de klerikale oogen. Men schijnt bevreesd te worden voor eigen konskwenties. Te Overschie is de vergadering ten gunste van de motie-Troelstra best geslaagd. Voor een tamelijk bezet zaaltje zette De Bruin de bedoeling der motie uiteen, waarna met algemeene stemmen een symphathie-betuiging met de motie werd aangenomen. Na afloop stelde enkele personen zich bereid met onze afdeeling in ver binding te willen blijven, teneinde ook te Overschie de propaganda voor het socialisme te voeren. Dat is het voorloopig resultaat, laten we hopen, dat we spoedig een afdeeling Overschie kunnen begroeten. De tooneelvereeniging „Tot steun in den Strijd" ontving van de organisatie der glasblazers f 10.en van de K. K. f 5.Hiervoor onzen dank. Het Bestuur. f1 Om te onthouden! Reeds eenige weken heeft zich een nieuwe, veel-percenten-uitdeelende bakker uit Rot terdam, de heer Arie P. Versluysontfermd over de Schiedamsche arbeiders. Het woord percenten is ons al uit den treure bekend. Onze tien-percents-bakkers doen al wat zij kunnen, om de arbeiders van een coöperatieve bakkerij af te houden niet alleen, maar ook trachten zij op verschillende manieren hen, die daarvan al lid zijn, daarvan af te troggelen. Dat moeten zij weten. Maar nu probeert de heer Versluys door nog mooiere beloften zijn a.s. klanten te paaien. Met groote wagens laat hij het Rotterdamsche brood bezorgen, en de rest weet men dan wel. Gaat men echter eens onderzoeken, wat er in de zaak-Versluys omgaat, dan begrijpt men heel duidelijk wie in de allereerste plaats de percenten en de andere fooitjes voor dien „goeden" patroon ver dienen. De afd. Rotterdam van den Bakkersgezellenbond heeft indertijd met veel moeite „redelijke" arbeidsvoor waarden verkregen. Dat vond de heer Versluys nu minder aangenaam, en als eenig middel van verweer past hij het aan den dijk zetten van zijn personeel toe, op zulk een manier, dat de vakbond daartegen niet kan optreden. Nu is er weer een bakkersgezel ontslagen op zeer onheusche en onbillijke wijze. De Bond van Ar-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1912 | | pagina 2