Huish. Vergadering
No. 4.
Zaterdag 23 Maart 1912.
12e Jaargang
De Moker
Afd. Schiedam S. D. A. P.
Propaganda voor „DE MOKER".
Autoriteiten waan.
Wekelijksck Overzicht.
SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM,
ABONNEMENTSPRIJS:
35 cent per kwartaal I
franco per post 40 cent bij vooruitbetaling.
12 cent per maand
Losse nummers 3 cent.
Redactie- en Administratie-adres
GEBOUW „COJiSTASTIA".
Ingezonden stukken voor het eerstv. nummer moeten
uiterlijk Dinsdagsavonds 9 uur in ons bezit zijn.
is eiken Zaterdag verkrijgbaar:
Te Schiedam Nieuwsticht N.Z. 32
Zalmstraat 22.
„Constantia", Boterstraat 30.
Te Vlaardingen J. van Driel, Oosterdwarsstr. 27.
Aan bovengenoemde adressen worden ook abonne
menten aangenomen.
De abonné's worden verzocht bij adresverandering
daarvan kennis te geven aan de Administratie.
op Zondag 24 Maart, 's morgens
ten ÏO nnr In „Constantia
AGENDA
Opening. Notulen.
Ingek. Stukken. Mededeelingen.
Fin. verslagen Constantia", Afdeeling, Alg. Kies
rechtfonds, „Kunst en Strijd" en De Moker.
Benoeming Congres-afgevaardigden.
Behandeling Beschrijvingsbrief en Amen
dementen.
Rondvraag.
Aller opkomst dringend gewenscht.
Met nadruk brengen wij in herinnering dat ieder
partijgenoot het recht heeft introducees mede ter verga
dering te brengen.
Het Bestuur,
J. van 'x Zelfde,
Secr.
Nu De Moker in verschillende opzichten voldoet, is
het de plicht van ieder partijgenoot en geestverwant
om met vernieuwde kracht te gaan werken voor ons
blad. Geeft uw kennissen en bekenden een proefnummer
en dring er bij hen op aan zich te abonneeren. Voor
namelijk op groote fabrieken en werkplaatsen moet ons
blad besproken en verkocht worden. Allen met
nienwen moed aan het werk. Adm.
Proefnummers kan men krijgen Hofiaanstraat 25.
Als den dag van gisteren herinneren we ons, dat
ongeveer veertien jaar geleden groote agitatie in de stad
werd verwekt door het feit, dat een drietal onderwijzers
in een met redenen omkleed schrijven aan het college
van Burgemeester en Wethouders van Schiedam bekend
maakte, met te zullen solliciteeren naar de vacante be
trekking van eersten onderwijzer, of te wel plaatsver
vangend hoofd aan een der lagere scholen in deze
gemeente. Een afschrift van dat stuk verscheen in de
plaatselijke pers, zoodat 't groote publiek er evenmin
onkundig van bleef. Het stuk gaf aanleiding tot critiek
aan de eene zijde, en teekenen van bijval aan de andere
zijde. Toenmaals was er reden genoeg, voor de be
trokkenen, om naar het baantje te dingen, omdat 't niet
meer werk, maar wel hoogere bezoldiging verzekerde.
Er moesten dus wel gewichtige bezwaren bestaan bij
die onderwijzers, om de betrekking zonder kans van
benoeming hun neus te laten voorbijgaan. Het voor
naamste, wat door adressanten werd genoemd, was, dat
het eventueele nieuwe plaatsvervangende hoofd reeds
lang was aangewezen. Kosten en moeite konden derhalve
door de niet-uitverkorenen gespaard blijven.
Critiek werd gehoord, zij 't niet in het openbaar. De
drie ondeugensten werden opontboden door Burgemeester
en Wethouders. Ze zouden door het college gehoord,
en zoo noodig gekapitteld worden. Niet alle drie tegelijk,
hoewel Burgemeester en Wethouders slechts één schrijven,
In geen arbeidersgezin van Schiedam
door genoemde drie geteekend, hadden ontvangen.
Ieder zou afzonderlijk onder handen genomen worden.
En vooral mocht er geen ruggespraak tusschen de drie
delinquenten worden gehouden. Bij hun aankomst op
het stadhuis werd ieder een behoorlijk bewaakt vertrek
aangewezen. De mise-en-scène was behoorlijk in mekaar
gezet. Het bewijs van tact van het hooggezeten stads
bestuur was volmaakt in orde. Dat wekte verbazing bij
de drie mannen, die tot dien zich beschouwden als
adressanten, maar na de eenzame opsluiting gingen ver
moeden, dat zij als ernstige misdadigers voor de vier
schaar zouden moeten verschijnen.
Eén voor één werden zij aan een verhoor onderwor
pen, vervolgens mochten ze alle drie gelijk binnen komen
en men begrijpt, als men 't al niet kon weten een
der adressanten heeft direct de Schiedamsche Courant
op de hoogte gesteld dat toen de nabetrachting niet
malsch is geweest.
Wat voorspeld was, is gebeurd. De man, die te voren
met de betrekking gedoodverfd is, heeft ze gekregen,
en de anderen maakten geen promotie.
Zoo handelden onze gemeentelijke autoriteiten in 1898.
Als echte gezagmannen waren ze opgetreden. Maar of
ze zullen gedacht hebben in den jare 1912 nog eens
navolgers te zullen vinden in den Haag, we wagen het
te betwijfelen.
Daar is half Januari de onderwijzer Wanink geschorst
op een wijze, die ieder weldenkende de schouders deed
ophalen. Volgens de wet op 't Lager Onderwijs is
schorsing geen vorm van straf, want dan zou zeker
voor dien tijd geen salaris woeden uitgekeerd. De schor
sing dient alleen om gedurende dien tijd gelegenheid te
hebben, de zaak van alle kanten te bekijken en na
volledig onderzoek tot een redelijke konklusie te komen.
Maar toen de schorsingsduur was afgeloopen, waren
burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage nog even
wijs als een maand te voren. De eenige manier, om
toen niet tot een eind te geraken was, den heer Wanink
voor onbepaalden tijd verlof te verleenen.
Verschillende kerkelijke bladen vonden in Januari
aanleiding, door dit geval nog eens goed op dat slechte
openbare onderwijs af te geven. Elementen als de ge
schorste onderwijzer mochten geen oogenblik langer in
de school blijven, ziedaar de algemeene roep dier bladen.
En, men begrijpt 't reeds, die christelijke kranten riepen
dat louter in 't belang van het openbaar onderwijs, dat
zij uit overgroote liefde wel aan hun borst zouden willen
dooddrukken. Toen echter uitkwam, dat verschillende
Haagsche autoriteiten enorme stommiteiten hadden uit
gehaald, zongen bedoelde bladen wel een toontje lager
of zwegen als het graf. Dat is een der eischen van
fatsoen, of beterhet Gezag wenscht dat zoo.
Voor de burgerlijke bladen want enkele niet-
kerkelijke bladen waren evenmin vijandig tegen het
nemen van „flinke' maatregelen was het dus lang
niet aangenaam, dat het meerendeel der leerkrachten
aan de school, waar ook de heer Wanink werkzaam
was, zich verplicht achtte door middel van een adres
aan burgemeester en wethouders kennis te geven van
hun grieven tegen het hoofd der school, den heer
Dewald. De onderwijzers werden geroepen voor den
wethouder van onderwijs, den heer Verbroecken den
schoolopziener, den heer van Ruijven. Met zijn tienen
kregen ze Vrijdag 8 Maart 's avonds te acht uur een
oproep, om Zaterdagmiddag half twee bij den wethouder
te komen. Een der elf was vergeten. Of dat toeval is,
we weten het niet, maar de heer van Ruijven heeft
langen tijd in Indië doorgebracht en daar is men nogal
bijgeloovig, zoodat waarschijnlijk het getal dertien hem
wat beangst gemaakt heeft. Intusschen heeft 't weinig
gebaat, want de elfde onderteekenaar is toch verschenen.
Om nu goed de overeenkomst aan te toonen tusschen
het Schiedamsche verhoor van veertien jaar geleden en
het Haagsche verhoor van nu, citeeren we het volgende
uit de Schoolbodeorgaan van de afdeeling den Haag
van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, de
afdeeling, die, op zoo kranige wijze, zooals we dat van
haar gewoon'waren, voor de belangen van een miskende
kollega is opgekomen. Het blad schrijft
„Om half twee waren allen tegelijk ontboden. Men
„verwachte dus, dat allen tegelijk zouden gehoord
„worden. Dat bleek echter niet zoo te zijnze
mag „De Moker" ontbreken!
A D V E R T E N T IN 7VS cent per regel.
Arbeidersvereenigingen 3 cent per regel.
Bjj abonnement belangrijke korting.
„werden afzonderlijk en na elkaar gehoord. Die
„niet aan de beurt waren, moesten wachten, in het
„bekende bedompte hokje, dat men op het Voor
bout „wachtkamer" noemt. Zoo moest de laatste
„wachten van half twee tot half acht*), voor hij
„aan de beurt kwam.
„En dat was nog niet het ergste. Ze werden finaal
„opgesloten gehouden. Om toch maar in elk geval
„aanraking met hen, die reeds gehoord waren, te
voorkomenmochten ze zich niet verwijderen,
„Expres voor deze gelegenheid was er op de gang
„een kapstok geplaatst, waarop ze hun kleeren
„moesten hangen, opdat ze toch, na gehoord te
„zijn, niet meer in de „wachtkamer" met de wachten-
„den in kontrakt zouden komen."
Men zietook hier was 't geen optreden, zooals 't
tegenover adressanten past, doch een verhouding als
van een officier van justitie tot beklaagden, die van
de ergste misdaad beschuldigd zijn.
Na het vervallen-verklaren van den troon van Napoleon I
waren, als vóór het uitbreken van de Fransche Revolutie,
de Bourbons in hun „rechten" hersteld. De geschied
schrijvers laten geen van allen na, van de Bourbons te
zeggen „Zij hadden niets geleerd, maar ook niets ver
geten." Is het met onze tegenwoordige autoriteiten niet
evenzoo gesteld Nog altijd treden ze even dom en
onhandig op als vroeger, zij het dan in anderen vorm.
Daartegen kan alleen stevige organisatie van arbeiders en
daarmee gelijkstaanden met kracht optreden. Zooals
onze Schiedamsche autoriteiten veertien jaar geleden
deden, en de Haagsche autoriteiten nu, zooals onze tegen
woordige Schiedamsche autoriteiten nu, waarschijniijk op
meer verfijnde wijze zouden doen, maar daarom misschien
te hatelijker, ten opzichte van onderwijzers, die voor hun
recht opkwamen, zoo zullen ze doen en hebben ze
gedaan tegenover de arbeiders. Alleen die werkers, die
toonen, kracht, werkelijke kracht te bezitten, zullen
gerespekteerd worden. De organisatie kan die kracht
leveren. Vereeniging moet de leus zijn en zal de leus
blijven van de arbeiders, willen zij voorwaarts gaan
Daarvoor aan het werk Dan hebben de slachtoffers
niet voor niet geleden.
En we geven dit artikeltje ter leezing, waarvoor het
onderwerp ons uiterst geschikt voorkwam.
BUITENLAND.
Duitschland. De staking in het Roerbekken is op
geheven. In het besluit genomen op de bijeenkomst van
vertegenwoordigers der stakende mijnwerkers wordt
verklaard,
dat alleen scherpe maatregelen tegen staatsburgerlijke
rechten en een stelselmatig om den tuin leiden en
ophitsen van de openbare meening door een aan arbeiders
vijandige pers in staat zijn geweest den strijdende arbeiders
de overwinning te ontrooven.
De bourgeoisie kan tevreden zijn. Geholpen door de
burgerpers, geholpen door de christelijke arbeiders, die
ook verlangden naar een beter bestaan en toch hun
medearbeiders in den strijd lieten staan niet alleen, maar
oorzaak zijn geweest van de nederlaag hunner klasse-
genooten.
Tot loon daarvoor oogsten zij den dank van het
kapitalisme, een dank waar zij trotsch op kunnen zijn.
Achter de christelijke vakbeweging, rooken immers de
fabrieksschoorsteenen het veiligst
Zoo is deze staking van uitgebuite arbeiders, een
staking om de ellendige positie van hen, die hun leven
wagen om maar steeds grootere winsten in den gapenden
muil van het kapitalisme te brengen, verloren door toe
doen van arbeiders, die onder dezelfde slechte omstandig
heden werken en toch de zijde kozen van hunne onder
drukkers.
De christelijke vakbeweging heeft ook in het Roer
bekken, hare taak schitterend vervuld.
Engeland. In tegenstelling met Duitschland, zijn
de berichten uit Engeland heel wat gunstiger voor de
Cursiveering telkens van „de Schoolbode."
Werft daarom lezers voor ons blad!
t
JV