De arbeider is zijn loon waard, maar krijgt het nog niet S F.S.Gosllinga J. v. d. I Meer Jan uan I Katwijk No. 8. Zaterdag 20 April 1912. 12e Jaargang SOCIAAL-DEMOCRATISCH WEEKBLAD VOOR HET KIESDISTRICT SCHIEDAM. JK ABONNEMENTSPRIJS: 35 cent per kwartaal franco per post 40 cent bij vooruitbetaling. 12 cent per maand t Losse nummers 3 cent. Redactie- en Administratie-adres GEBOUW „COSSTAlfTIA". Ingezonden stukken voor het eerstv. nummer moeten uiterlijk Dinsdagsavonds 9 uur in ons bezit zijn. ^>jii AD VERTENTIËN: 7ya cent per regel. Arbeidersvereenigingen 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. In de raadsvergadering van Dinsdag is de beslissing gevallen over het voorstel-De Bruin tot verhooging van het maximum der loonen van werklieden bij de Gemeente- Reiniging met f 1, waarover de stemmen in de vorige vergadering hebben gestaakt. Mede door de aktie der vakvereeniging der gemeente werklieden was dit het belangrijkste onderwerp van de heele zitting en dit bleek al uit de opkomst. De heer Kavelaars kiam na de behandeling, echter niet opzet telijk de heeren Wittkampf en de Graaff waren afwe zig de heer de Jong liet zich per auto herwaarts brengen. Het voorstel werd al dadelijk in stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 7 stemmen Vóór stemmen de heeren De Jong, Houtman, De Bruin, Ris, v. Westendorp, Koopmans en Gerlach. Tegen stemmen de heeren Evers, Nolet, mr. v. Briel Sasse, Lagerwey, Goslinga, Beukers, v. d. Drift, Smit, v. Katwijk, Schreuder, v. d. Meer, v. d. Velde en Scheffers. (In de vorige zitting was de stemming als volgt Vóór stemden de heeren Goslinga, Koopmans, v. d. Meer, mr. Kavelaars, De Bruin, v. Katwijk, Gerlach, v. Westendorp. Tegen stemden de heeren Beukers, Smit, mr. v. Briel Sasse, Scheffers, Wittkampf, Evers, v. d. Velden en Lagerwey.) De Bruin riep, toen de heer Goslinga zijn stem tegen uitbracht,,o, die is omgevallen 1" waarop de heer van Katwijk antwoordde ,,er zullen er nog wel meer blijken te zijn", welke voorspelling juist is gebleken. Verraden door een koalitie-kus! Wij hebben in ons no. van 6 April de namen gepu bliceerd van de raadsleden, die vóór het voorstel-de Bruin hadden gestemd, met de waarschuwing er bijLet goed op wie er omvallen 't Is gebleken dat we onze klanten goed kennen, want veranderd zijn van vóór- in tegenstemmers SCHANDE! SCHANDE Wij nagelen hun namen aan den schandpaal ter eeuwige herinnering Natuurlijk moest deze schelmerij, die Rechts weer bekonkeld had, zich wreken en en dat bleek al dadelijk bij het voorstel tot regeling der jaarwedde van den Directeur der Arbeidsbeurs. De Bruin brengt gaarne hulde aan B. en W., die met duizelingwekkende snelheid deze regeling hebben in elkaar gezet. Het blijkt daaruit, dat, wanneer het een der hoogere ambtenaren geldt, wat meer spoed gemaakt wordt dan wanneer het werklieden betreft. Doet ge wel iets voor „De Moker"? Spr. zal de laatste zijn om B. en W. er een verwijt van te maken, dat zij met grooten spoed het voorstel hebben samengesteld en ingediend, maar hij hoopt, dat zij dien spoed nu ook voor andere wachtenden zullen aanwenden. Spr. wil slechts wijzen op het verzoek der vakonder wijzeressen aan de Herhalingsschool, dat is gedateerd 11 November 1911; op de zaak van de werklieden der Gemeentereiniging, die een verhooging toch zeker veel harder noodig hebben, en die nu reeds een half jaar op een oplossing wachten. Maar ook is het waar, dat haastige spoed niet altijd goed is en daarom acht spr. het wel wenschelijk, de beslissing over dit voorstel nog aan te houden. De Voorzitter, de heer P. Lagerwey, gelooft, dat de Raad wel bereid zal zijn, gevolg te geven aan dezen wensch, en daarmede zal willen toonen, dat hij aan alle rechtvaardige verlangens wil voldoen. Spr. dacht, toen hij den heer De Bruin hoorde spreken van een duizelingwekkenden spoed, dat hij het oog had op het werkliedenreglement, waarvan het ontwerp tot wijziging reeds heden gedrukt voor de leden is neergelegd. Het viel hem daardoor wel tegen, dat deze plotseling een wending nam om te komen tot het adres der vak- onderwijzeresen. Waar het voorstel ten opzichte der salarisregeling voor den Directeur der Arbeidsbeurs gemakkelijk in elkaar te zetten was, omdat daarbij maar een commissie gehoord behoefde te worden, daar kon dit voorstel wel met spoed worden gereedgemaakt en ingediend. Waar de heer De Bruin thans echter aandringt op minder spoed, daar wil de Raad waarschijnlijk wel iets aan zijn verzoek tegemoet komen en de beslissing 14 dagen uitstellen. De heer Goslinga wil opkomen tegen de onjuiste voorstelling van den heer De Bruin en opmerken, dat deze zaak niet in 14 dagen geregeld is, want dat zij reeds ter sprake is gekomen bij de behandeling der begrooting voor 1912 in October 1911. De kwestie is dus reeds 6 maanden aanhangig. Het blijkt alweer, dat het den heer De Bruin nooit naar den zin te maken is werkt men vlug, öf langzaam, altijd heeft hij iets af te keuren. Daarom zegt spr. laten we ons van het voorstel-De Bruin maar niets aantrekken en eenvoudig voortgaan met de behandeling van het voorstel van B. en W. De heer Scheffers schreeuwt: stemmen. De Bruin moet opkomen tegen de uitlating van den voorzitter, als zou spr. den spoed, waarmede dit voorstel is ingediend, afkeuren. Integendeel heeft spr. alle hulde gebracht aan B. en W. voor dien spoed en hij heeft alleen daarbij gezegd, dat diezelfde spoed, naar hij hoopte, ook zou worden betracht wanneer het anderen gold. Wat de insinuatie van den heer Goslinga betreft, merkt spr. op, dat hij reeds gewend is aan diens methode laat ons maar stemmen 1 Spr. vindt het standpunt van den voorzitter wat royaler. Met een meerderheid als in deze vergadering kan men het altijd best op een stemming laten aan komen Maar hier moet worden gestemd over een zaak, en eene waarmede geld en waarmede een verordening in verband is. De heer Goslinga heeft alleen willen opkomen tegen het parallel, dat de heer De Bruin trok tusschen de regeling van dit salaris en de loonregeling der ge meentereinigers. De heer De Bruin kan weten, dat deze kwestie reeds een half jaar aan de orde is. Maar daar gaat hij niet op in. Spr. ziet niet in waarom hij een insinuatie gebruikt heeft. Het voorstel van B. en W. is behoorlijk ingediend en heeft ter visie gelegen. Nu wil de heer De Bruin de beslissing uitstellen, omdat het te spoedig is gegaan, een andere maal dringt hij tot spoed aan. Daarin ziet spr. iets tegenstrijdigs. Een dergelijk optreden mag de Raad niet sanctionneeren. Wekt ge uw vrienden wel op, zich te abonneeren Wil de Raad dat toch doen, dan weten B. en W., al thans weet spr. dan, zegt hij met groote zelfgenoegzaam heid, waaraan hij toe is. De heer Evers wil, als de heer Goslinga een voor stel tot terzijdestelling van het voorstel-De Bruin doet, dit zeer krachtig steunen. Het blijkt uit diens woorden^ dat de heer De Bruin aan de rechtsche raadsleden weder partijstemming verwijt. Dat is onwaar, en als er sprake van partijstemmingen is, dan vindt men die aan de linkerzijde. Laat men maar eens nagaan in de verslagen van de laatste jaren, of de linksche raadsleden niet altijd eens luidend hebben gestemd De heer De Jong: Ho ho 1 De heer Evers: Aan de linkerzijde is altijd partij stemming. De heer De Jong: Houdt u toch stil 1 Uitroepen van afkeuring en van ontstemming klinken verward dooreen. De heer Scheffers, die er maar geen hoogte van kan krijgen, dat hij niet op de Lange Haven is, schreeuwt aldoor Stemmen stemmen De heer De Bruin (tot den heer Scheffers)Houd je gemak, het is hier geen Volksbond 1 Spr. meende, dat deze zaak gemakkelijk had kunnen afloopen en is daarom niet ingegaan op de uitdaging van den heer Goslinga. Maar nu deze hem opnieuw tart, wil hij dat met alle genoegen doen, hoewel hij dan den Raad wat langer zal moeten ophouden dan hij ge- wenscht had. Bij de behandeling der begrooting in October 1911 is werkelijk over deze salarisregeling gesproken, d. w. z. de aandacht is daarop gevestigd door één lid, den heer v. d. Velden. In de vorige zitting is het standpunt van het College, dat geen voorstel tot verhooging van het salaris ingediend had, in antwoord van den heer v. d. Velden, door den voorzitter zóó kalm en klaar uiteengezet, dat spr. niet begrijpt, hoe de heer Goslinga thans hier nog den onzin durft verkoopen, dien hij zooeven hooren liet. De vraag om salarisverhooging voor dezen directeur was alleen gekomen van den heer v. d. Velden. De reden waarom B. en W. geen voorstel daartoe deden, behoeft de heer Goslinga niet van spr. te vernemen en te gelooven hij kan die lezen in het verslag der vorige zitting in de rede door den voorzitter uitgesproken. Door den heer Evers is gesproken over partij-stemming, die door spr. niet genoemd is, maar om daarvoor een bewijs te hebben, behoeft men trouwens geen verslagen der laatste jaren na te slaande stemming van nog geen half uur geleden levert daarvoor wel afdoende het bewijs. Verschillende rechtsche raadsleden, die in de vorige zitting vóór de verhooging van het loon der gemeente reinigers stemden, hebben nu daartegen gestemd, en dat wist de heer v. Katwijk vóór de stemming reeds. De Bruin zal tegen het voorstel stemmen, niet omdat de arbeider zijn loon niet waard is, maar omdat hij meent, dat de hoogere salarissen niet verhoogd be- hooren te worden zoolang er nog zoovele loonen hier worden uitbetaald, die schreien om verbetering. De heer Gerlach zal tegen het voorstel stemmen, op de gronden, door den heer De Bruin zooeven aan gevoerd. Vóór stemden de heeren mr. Kavelaars, Lagerweij, v. Westendorp, Goslinga, Beukers, Van der Drift, Smit, v. Katwijk, Koopmans, Schreuder, v. d. Meer, v. d. Velden, Scheffers, Evers, Nolet, De Jong, mr. v. Briel Sasse en Houtman. Tegen stemden de heeren Gerlach en De Bruin. In Schiedam is de arbeider z'n loon waard als hij maar niet tot de plebejers behoort. De armsten onder de armen die kunnen wel wachten. De heeren zijn hardvochtiger gebleken dan wij van van hen dachten. !9|Moge ze ter verantwoording geroepen worden in Brengt „De Moker" in elk arbeidersgezin

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1912 | | pagina 1