Wij koopen het NIET! Wijzipi rtitont pimté-wlliedM. Altijd op propaganda! het bloempje NIET te koopen! Het Bureau voor Arbeidsrecht in 19 i 1 Maandag a.s. zal vanwege de Ned. Centrale Vereeniging tot bestrijding der tuberculose een Emma-bloem te koop worden aange boden. Heeft men vorige jaren getracht in deze mooie beweging de eenheid te bewaren en een nationale beweging te houden, thans heeft het bestuur het hoofd gebogen voor het drijven van een stuk of wat klerikale monarchisten, die in de bestrijding der tuber culose, waaraan elkeen gaarne wil bijdragen, een goede reclamedag voor het koningschap meenen te zien. Daarom moest het een „Etnma"-bloempje worden. Hoe zeer of we het betreuren, meenen we deze moedwillige, noodelooze uitsluiting der republikeinen, deze lompheid der bourgeoisie, niet zonder een krachtig protest te mogen laten passeeren en wij bevelen als zoodanig aan a.s. Maandag alle drang tot koopen af te wijzen en Het eenig artikel van dit ontwerp luidt: Art. 12 wordt gelezen Het gewone tijdloon wordt voor iederen werkman vastgesteld op voordracht van den Directeur, door de Commissie, onder goedkeuring van B en W. De grenzen waarbinnen dit zal geschieden worden voor elke soort van werk vastgesteld door den Gemeente raad. Deze bepaalt tevens aan welke betrekkingen genot van vrije woning, vuur, licht, water, kleeding, of uit rusting enz. of vergoeding daarvoor verbonden zal zijn. Toekenning van bizondere belooningen als premies, belooningen voor extra-diensten, enz. geschiedt niet, dan volgens een regeling door Burgemeester en Wet houders goed te keuren. De belooning van aangenomen- of stukwerk wordt vastgesteld door of vanwege de Commissie. De Commissie ziet toe, dat deze loonen zoodanig worden bepaald, dat de werkman als vakman en bij voldoenden arbeid daar mede behoorlijk zijn loon kan bereiken. De vaststelling van het gewone tijdloon binnen de door den Gemeenteraad bepaalde grenzen geschiedt naar geschiktheid, terwijl tevens rekening wordt gehouden met dienstjaren. Omtrent het toekennen van verhoogingen in verband met dienstjaren kunnen B. en W. nadere voorschriften geven. Op voordracht van den Directeur en onder goedkeu ring van B. en. W. kan de Commissie voor een bizonder verdienstelijk werkman hooger loongrenzen vaststellen, dan die anders voor hem zouden gelden. Evenzoo kan zij voor een niet volslagen of minder geschikt werkman of een werkman, die zijn geschiktheid gedeeltelijk heeft verloren, lagere loongrenzen vaststellen. Het loon wordt wekelijks uitbetaald. 1. Lantaarnopstekers, hulpsmeden f58; 2. hulp- fitters gasfabriek f911; 3. koolaschschippers, straat vegers, syphonpompers, rioolwerkers, urinoireschoonma kers, staalwerkers, kolenrijders en plaatswerkers f 1012; 4. grondwerkers, opperlieden, koetsiers, stalknechts, baggerlieden f 1113; 5. smeden f 1213Y3 6. steen zetters, fitters, machinisten (gasfabriek), machinedrijvers (waterleiding) f 1314 7. schilders, tuinlieden, straat makers 2de kl. f 13y2141/3 8. timmerlieden, metse laars, steenhouwers, straatmakers 1ste klasse f 1415 9. fabriekssmeden f 1516; 10. gasstokers f 14 11. gasstokersbazen f 1572 12. machinist-opzichter der waterleiding f 1418 allen per week. Hieruit blijkt thans, dat voorgesteld wordt, ook de loonen aan dte reiniging met f 1. te verhoogen. Het voorstel-de Bruin moest neergestemd, omdat men hem natuurlijk elk succesje misgunt. Als dit voorstel aangenomen wordt, kan men toch aannemen dat dit het gevolg is van den drang door de Bruin hierop uitgeoefend, die mede deze zaak aan het rollen heeft gebracht. Nu ons congres van 1912 weer achter ons ligt, waar de S. D. A. P. van Nederland krijgsraad heeft gehouden om de punten van aanval en verdediging te bepalen, nu past het ook weer iederen strijder met frisschen moed het strijdzwaard aan te gorden. Hij, die lust heeft voor de partij iets te doen, vindt overal werk. Hét vorig jaar, dat een zeer belangrijk jaar voor de Nederlandsche S. D. A. P. is geweest tengevolge der kiesrechtactie, heeft bewezen wat de partij, in verband met de moderne vakbeweging, vermag. Daar is het vorig jaar een stuk werk geleverd door vriend en vijand met verbazing aanschouwd. Daarbij is gebleken dat, wanneer de werkers zich samenvoegen om, bezield door hun geestdrift, de belangen der arbeiders klasse den arbeiders bekend te maken, zij daarbij een ruim en dankbaar arbeidsveld voor zich hebben. Was het in het vorig jaar de kiesrechtactie die de arbeiders van Nederland in beweging bracht, ook thans moet die geestdrift, de liefde tot werken voor onze be ginselen, aanwezig zijn. Daar is werk in overvloed. Denk ten eerste maar eens aan onze pers. Hoe verheugt waren wij allen te hooren, dat Het Volk het vorig jaar met ruim 5300 abonné's was vooruitgegaan Dat onze krant weer in minstens zooveel gezinnen méér op de leestafel komt, is tengevolge van het werken in 1911 verricht. Maar behalve dat, moet ook vooral niet verzuimd worden te werken voor de Iele in ere pers. Ons dagblad moet wel is waar ons hoofdorgaan zijn en blijven, moet ons steeds den weg aangeven waarlangs wij hebben te gaan, de gedragslijn uitstippelen die wij hebben te volgen, maar dit moet alles in de kleine pers nader verwerkt worden en voor den strijd dienstbaar gemaakt. Dientengevolge mocht al in een arbeidersgezin Het Volk niet aanwezig kunnen zijn, De Moker moet te Schiedam en omstreken door ieder, die ook maar iets voor de beweging gevoeld, gelezen worden. Wij hebben te dien opzichte een goed voorbeeld aan de anti-revolutiouaire pers. De Standaard is altijd geweest het hoofdorgaan dier partij. Daarin heeft Dr. Kuyper veertig jaar lang zijne ideeën verkondigd, hetgeen ge trouw door de kleinere pers werd weergegeven. Bij het begin der schoolstrijd in 1878 riep Dr. Kuyper de kleinere pers op, zich aan te gorden tot den heiligen oorlog tegen het liberalisme, dat God uit de school wilde bannen. En het is voldoende bekend, met welk resultaat dat werk bekroond is geworden. Dr. Kuyper had toentertijd geen nieuwe ideeën te verdedigen. Deze waren aanwezig doch sluimerden in het volk, in de massa. Daar stonden hem ter zijde de dominé's, die zoowel des Zondags als in de week ijverige propagandisten waren. Wij-daarentegen, de arbeiders, hebben alleen te geven ons idealisme, onze strijdlust! Wij beschikken niet over een leger van door het Rijk betaalde krachten wij hebben geheel met eigen kracht geheele nieuwe levens- en wereldbeschouwingen te prediken en te verdedigen. Maar dat maakt ons ook allen tot strijders die, al naar gelang hunne krachten, voor de partij doen wat kan gedaan worden om deze groot te maken. Vele moeilijkheden zijn daarbij te overwinnen, wij hebben te kampen met veel vooroordeel en miskenning. Maar daarom is het juist van zoo groot belang, dat onze lectuur zoo ruim mogelijk verbreid wordt. Door middel onzer pers worden onze inzichten hoe langer hoe meer verbreid en komt waardeering in de plaats van miskenning en vooroordeel. Nu er dit jaar niet zooveel gelegenheid is met de arbeiders te dien opzichte in aanraking te komen als het vorig jaar, toen voor het petitionnement ieder in 't geweer moest, nu moet een ander middel worden te baat genomen om aanraking met de massa te krijgen en dieper in hun kringen door te dringen. Ook nu moet iedere gelegenheid aangegrepen worden, dat de eene arbeider tot den ander kan gaan om met hem over zijn klassebelangen te spreken. Want datgene wat daarbij gesprokeh moet worden kan alleen een klassegenoot vertolken. Die weet de juiste snaar te treffen om het arbeidershart te doen trillen, die kan alleen weergeven het leed en de miskenning waaronder den arbeiden onder het kapitalisme gebukt gaat. En een aanleiding om u aan uwe mede-arbeiders voor te stellen vindt ge docr de bespreking van uw eigen pers voor Schiedam De Moker Schiedamsche sociaal-democraten 1 werkt voor uwe krant die al aardig uit de kluiten is gegroeid, doch die het waard is door al uwe vrienden en kennissen gelezen te worden. In aansluiting aan het overzicht aangaande de vak beweging in Schiedam, dat wij de vorige maal publi ceerden, laten we thans een uittreksel volgen uit het jaarverslag van het Bureau voor Arbeidsrecht. Er blijkt uit, dat het ook dit jaar niet aan werk heeft ontbroken, dat het zich in een uitstekenden bloei mag verheugen, wat dan ook zeker de arbeidersklasse ten goede zal komen. De ambtenaar werd bijgestaan door een of twee assistenten. Het Bureau was het toevluchts oord voor menig arbeider, die zich verongelijkt achtte en het was somtijds kolossaal het aantal rechtzoekenden te zien. Het Bureau ontving ook dit jaar weder van de Coö peratieve Broodbakkerij en Verbruiksvereeniging ,,Door Eendracht Sterker" een subsidie van f 50 Natuurlijk lokte het voorstel ook nu weer in de ledenvergadering oppositie uit, maar met een overweldigende meerderheid werd het toch aangenomen. Ondanks dien steun was nochtans de financieele toe stand niet rooskleurig. Het kaartenstelsel, sinds eenige jaren in gebruik, maar het vorig jaar gestaakt, kon ook dit jaar nog niet worden hersteld het aanschaffen van litteratuur over rechtspleging kon nog altijd niet plaats vinden er was geen geld. Met groote erkentelijkheid wordt gewaagd van de welwillende en belangelooze hulp, die het Bureau, zoo dikwijls als zij noodig was, van de heeren Mrs. Hijmans Fortuijn te Rotterdam ook dit jaar mocht ontvangen. Te dezer plaatse mag het voorts wederom wel even ge constateerd worden dat noch het Bureau van „Patrimo nium", nóch dat van den R.K. Volksbond ook dit jaar iets over hun verrichtingen publiceerden. Er viel dan ook schijnbaar niet veel te publiceeren, hetgeen ten duidelijkste bewijst, dat ons Bureau in alle opzichten voldoet en menschen van elke gezindte van dienste is. Ons Bureau publiceerde geregeld de kwartaal-over zichten in de plaatselijke pers. Wat de werkzaamheden tn het afgeloopen jaar betreft, geven de volgende cijfers daarvan een overzicht Aard der zaak le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaa Belasting 6 21 40 19 86 Algemeene zaken 7 10 11 13 41 Kinderwetten 1 2 3 Loon vorderingen 15 3 5 20 43 Militie 9 5 14 Ongevallenwet 8 4 5 9 26 Ontslagkwestie 6 3 3 12 Huurgeschil 1 1 Vereenigingszaken 1 1 Armenzorg 1 1 Totaal zaken 37 45 76 70 228 Aantal bezoekers 99 103 138 138 478 e cijfers over de vorige jaren zijn 1906 1907 1908 1909 1910 1911 le kwartaal 37 72 63 55 32 37 2e 41 49 79 83 49 45 3e 98 94 119 84 97 77 4e 57 50 49 49 70 Totaal 233 265 261 271 227 228 Een groote daling vertoont het cijfer der belasting zaken, van 119 over het vorig jaar tot 86 in dit jaar. Een goed teeken inderdaad, omdat er uit blijkt, dat door goede reclame de onjuiste aanslagen verdwijnen. Al zijn er nog heel wat, die het stempel dragen van den „Franschen slag". Het aantal zaken, de Ongevallenwet betreffende, be droeg in 1910 13, thans 26. Deze zaken worden met groote voorliefde behandeld en met veel succes. Al kunnen we niet al te uitvoerig zijn, willen we toch een enkel geval memoreeren, waaruit blijkt, hoe noodig het is, dat men bij een geschil dadelijk zich om hulp en voorlichting tot ons Bureau wendt. Allereerst weer een voorbeeld ter demonstreering hoe slecht de bepaling in art. 20 van de Ongevallenwet, dat voor ongevallen, die geen 42 dagen ongeschiktheid hebben, geen beroep opengesteld is. Een arbeider, wiens dagloon f 3.36 bedroeg, kreeg een rente, berekend naar f 2.40 (dus f 1.68, terwijl hij recht had op f 2.35). Hoewel dit blijkbaar op een ver gissing berustte en het Bestuur der Rijksverzekeringsbank daarop tijdig geattendeerd was, bleef de beslissing on gewijzigd en was er niets aan te doen, want de onge schiktheid duurde slechts één week. Een ander geval betrof een glasblazer, die gloeiend hars in het rechteroog kreeg, waardoor hij enkele weken niet werken kon, gedurende welke hij uitkeering ver kreeg. Na dien kreeg hij een geweldige verzwering aan hetzelfde oog, welke een groote operatie noodzakelijk maakte. Het oog is verloren, maal al kunnen wij niet beoordeelen of er verband bestaat tusschen het bedrijfs ongeval en de geopenbaarde aandoening, uitkeering verkreeg de man nog niet. De procedure is nog niet afgeloopen, maar wij vreezen met groote vreeze Hoe ziekte en ongeval dikwijls in elkaar grijpen, blijkt uit het volgende Een brandersknecht sloeg op 28 Dec. 1910 een wig neer, maar sloeg mis, en bezeerde z'n pols. Den anderen dag stelde hij zich onder behandeling van z'n dokter, die echter niet veel nota er van nam en hem aan het werk liet blijven. Op 2 Febr. moest hij het werk opgeven. Na een consult met een specialist konstateerde zijn dokter een ziekte-verschijnsel. Een ander specialist veronderstelde, dat de pols gekneusd was. Een aanvraag om uitkeering werd afgewezen. Professsor Korteweg te Leiden, op ons advies geraadpleegd, nam de mogelijkheid van het ongeval aan en toen de zaak voor den Raad van Beroep te Rotterdam behandeld werd, werden als getuigen gehoord de huisarts, dr. Geerdes, de specialist dr. P. Fockens en Prof. Dr. J. A. Korteweg. Allereerst was merkwaardig, dat dr. Geerdes den verergerden toestand toeschreef aan de op 2 Februari door getroffene genomen rust, terwijl dr. Fockens van oordeel was, dat de verergerden toestand te wijten was aan het niet tijdig toepassen eener rustkuur. Zoo waren in dit belangrijk opzicht de geneeskundigen het al niet eens, terwijl prof. Korteweg de mogelijkheid van de oorzaak in een ongeval op het aangegeven tijdstip erkende. - Dit alles is echter bijzaak. Hoofdzaak in dit proces

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1912 | | pagina 2