De woningtoestanden te Schiedam.
Ditjes en Datjes.
is voor ons de wijze, waarop de controleerend-genees
kundige Dr. C. H. van Herwerden zich in het geding
mengde, nadat de Raad van Beroep de vordering van
den getroffene had toegewezen.
Her advies dat deze geneeskundige het Bureau deed
toekomen, is opgenomen in het Jaarverslag van S. B. B.
en 't Bureau v. Arbeidsrecht.
Hiermede ging Dr. v. Herwerden tamelijk buiten zijn
boekje en werd dan ook door het Bureau van antwoord
gediend en op verschillende onjuistheden gewezen.
Het resultaat was voor den getroffene gunstig de
Centrale Raad heeft de toekenning der rente bevestigd
Dagblad-verzekeringen. Over dit soort
verzekeringen zijn we niet heel gunstig gestemd, 'tls
mogelijk een goed reclame-middel voor de bladen, maar
de abonnées moeten er niet al te veel op steunen.
Dit jaar behandelden wij twee conflicten een spoor
wegarbeider werd aan Beukelsdijk doodgedrukt tusschen
twee wagons, was abonné op het Rotterdamsck Nieuws
blad, maar er werd een informaliteit met de polis ontdekt
en de directie van het Rolt. Nieuwsblad hield de f 1000
in den zak.
Een abonné van het Rotterd. Dagblad, een metselaar,
viel met een lift naar omlaag, wat den dood veroor
zaakte. De Ongevallenwet kende de uitkeering toe, maar
de Maatschappij, aan welke het Roti. Dagblad het risico
heeft overgedragen, weigerde, op grond van verregaande
roekeloosheid, de f 1000.uit te keeren.
Daar is een proces van gegroeid, maar juist bij deze
soort conflicten is het procedeeren zoo omslachtig mo
gelijk gemaakt. Wil men een scheidsgerecht, dan moet
men vootaf een belangrijke som geld storten, waartoe
men in den regel niet in staat is.
En geen geld, geen scheidsgerecht, tenzij langs
een omweg met rechtskundige hulp nog een achterdeurtje
te vinden is.
De procedurevorm is dus in één woord ellendig,
terwijl bij het Rotterd. Nieuwsblad de kans op succes
heelemaal niet bestaat.
Men stelle zich dus van al die klinkende beloften
niet al te veel voor.
Aan 20 verschillende loonvorderingen werd door ons
dit jaar een bedrag van f283 526 verkregen.
Een groot aantal zaken ligt nog in proces tot onge
duld van de belanghebbenden duren deze processen
altijd nog oneindig lang. In een proces, waarvan de
arbeider op 13 Maart 1911 ontslagen werd, is in Janu
ari 1912 een uitspraak verkregen.
Zij het dan nog slechts een overzicht in vogelvlucht
over de werkzaamheden van ons Bureau in 1911, wij
meenen dat er uit blijken kan, dat het Bureau weer een
jaar van velerlei en van goeden arbeid achter zich heeft.
v. d. Z.
Dat de woningtoestanden te Schiedam nogal wat te
wenschen overlaten is bekend en dat het Gemeente
bestuur alles behalve ijverig is om in die toestanden
verbetering te brengen is óók bekend.
Het systematisch onderzoek, door de Gezondheids
commissie ingesteld, had bij deze commissie de meening
gevestigd, dat er de aanstelling van een deskundige
vöor woningtoezicht noodzakelijk was en ter illustreering
op welke wijze dit idee door de Gemeentelijke autori
teiten ontvangen werd, citeeren wij uit het ons toege
zonden jaarverslag der Gezondsheids-commissie het
volgende
„Uit het onderzoek is gebleken dat de toestand niet
overal was als wel gewenscht is en het gaf den heer
Inspecteur Van Boven aanleiding om met ons overleg
te plegen om tot verbetering te geraken.
Het gevolg was dat de Commissie besloot het Ge
meentebestuur te verzoeken „het bouwtoezicht zoodanig
„uit te breiden dat iemand speciaal worde belast met
„het onderzoek der bestaande woningen en het uitbrengen
„van rapport en advies."
Wij voegden hieraan toe de volgende zinsnede „Het
„zoude zeer zeker ook mogelijk zijn dat onze Commissie
„voor het aanstellen van een deskundige een post op
„hare raming bracht, doch wij achten het meer regel
matig dat die werkzaamheden onder Uw toezicht
„geschieden en dat het bouwtoezicht dus worde uit-
„gebreid tot bouw- en woningtoezicht."
Toen op ji Maart daarop geen antwoord was ont
vangen schreven wij aan Burgemeester en Wethouders
„In verband met de samenstelling van onze raming van
„inkomsten en uitgaven voor het jaar 1912, hebben wij
„de eer U beleefd te verzoeken ons te willen berichten
„of door U reeds een besluit is genomen op ons schrij
den No. 1630, dd. 12 Februari betreffende
„eventueele uitbreiding van het bouwtoezicht tot bouw-
„en woningtoezicht."
Onder datum 27 Juni (nog altijd was van B. en W.
geen nader bericht ingekomen) werd daarop onze raming
ingediend bij den Gemeenteraad.
Als toelichting bij den post voor Woningtoezicht
schreven wij „Deze post moet dienen voor de bezoldi
ging van een ambtenaar, belast met het toezicht op
„de bestaande woningen. Bij het gehouden woning-
„onderzoek (zie gedrukt rapport) is gebleken dat in
„deze gemeente zeer vele woningen niet voldoen aan
„de eischen die men aan eene behoorlijke woning moet
„en mag stellen. Zonder deskundige hulp is het onze
„Commissie niet mogelijk een nader onderzoek in te
Denkt ge wel om den Steunpenning
stellen, welke woningen onbewoonbaar zullen moeten
„worden verklaard of welke voor verbetering moeten
„worden voorgedragen. De Commissie is van oordeel
„dat het beter is dat het bestaande bouwtoezicht worde
„uitgebreid tot bouw- en woningtoezicht, wat toch reeds
„ten deele het geval is, en dat dus de Commissie zich
„blijft bepalen tot het geven van advies. Zij deed daarom
„een voorstel aan het College van Burgemeester en
„Wethouders, doch mocht daarop nog geen definitief
„besluit vernemen. Aangezien echter niet langer kan
„worden gewacht met de indiening van de raming voor
„1912, kon zij, om te voorkomen dat in 1912 nog geen
„uitvoering zou kunnen worden gegeven aan hetgeen
„zij noodig acht, niet anders doen dan een post op
„hare raming brengen. Daar ook de Commissie niet
„bekend is hoeveel werk aan dien te benoemen ambte-
„naar zal blijken te moeten worden opgedragen, heeft
..zij gemeend, om een goeden ambtenaar te kunnen
„verkrijgen, een jaarloon van duizend gulden te moeten
„uittrekken."
Op verzoek van Burgemeester en Wethouders werden
de gegevens omtrent het gehouden woningonderzoek
aan den Ambtenaar belast met het Bouwtoezicht ter
hand gesteld.
Onder datum 15 Juli ontvingen wij daarop met onze
raming, het volgende schrijven van Burgemeester en
Wethouders „Het komt ons voor dat, gelijk thans Uw
„raming van ontvangsten en uitgaven voor 1912 is
„ingericht, de zaak van het woningonderzoek gevaar
„loopt buiten het goede spoor te geraken.
„Immers, door U zelf wordt toegegeven, dat het beter
„is dat met het toezicht de technische ambtenaren van
„de Gemeente worden belast en dat de Commissie zich
„blijft bepalen tot het geven van advies.
„Kan dus, ook in het oog der Commissie, de aan
stelling van eigen technisch personeel de oplossing
„niet zijn, zoo kan zij zich tevreden stellen met op
„uitbreiding van de werkzaamheden van het Gemeentelijk
„Bouwtoezicht te hebben aangedrongen.
„Wij nemen derhalve de vrijheid U de raming terug
„te zenden en U in overweging te geven den post
„Kosten voor Woningtoezicht" te schrappen en ten
„aanzien van hetgeen door het Gemeentebestuur in deze
„zal worden gedaan voorloopig een afwachtende houding
„aan te nemen."
Onder datum 24 Juli hebben wij daarop als volgt
geantwoord
„In antwoord op Uw schrijven, A. No. 457/2, dd
„15 Juli 1911, hebben wij de eer U te berichten dat
„onze Commissie heeft besloten niet in te gaan op Uw
„voorstel tot schrapping van den post„Kosten voor
„Woningtoezicht." Wij zenden U daarom hierbij de
„ongewijzigde raming weder terug met het toegezonden
„schrijven dezerzijds No. 1650.
„De redenenen die ons noopten, niet op uw voorstel
„in te gaan, zijn de volgende
„In de eerste plaats kunnen wij niet inzien dat door
„onze raming de zaak van het woningtoezicht gevaar
„loopt buiten het goede spoor te raken. Nog steeds
„blijft onze Commissie toch van oordeel dat het beter
„is dat het toezicht door de technische ambtenaren van
„de Gemeente wordt verricht, doch in Uw schrijven
„wordt ons hoegenaamd geen uitzicht geopend, dat door
,,U voorstellen zullen worden gedaan om tot zulk een
„toezicht te geraken.
„Door het indienen van onze raming hebben wij als
„onze meening te kennen gegeven dat de aanstelling
„van eigen personeel o.i. een goede oplossing zoude
„zijn, al vinden wij dan ook een andere wijze van
„handelen beter De reden waarom wij liever de Gemeente
„met het toezicht zagen belast is duidelijk, wanneer wij
„den loop van zaken, zooals deze zal zijn, nagaan.
„Wanneer iemand door ons zal zijn aangesteld zal deze
„functionaris de woningen bezichtigen, de zijns inziens
„onbewoonbare woningen beschrijven en de woningen,
„die voor aanschrijving tot het aanbrengen van verbetering
„in aanmerking komen, eveneens beschrijven. Aan de
„hand van deze rapporten zal onze Commissie die
„woningen bezoeken en aan den Gemeenteraad advies
„uitbrengen. Door Uw technisch personeel zal dan, uit
„den aard der zaak, weder een onderzoek moeten
„geschieden met uitbrengen van rapporten. Dubbel werk
„dus dat geen voordeel aanbrengt doch wel kosten.
„Verder is het duidelijk dat door U, waar reeds de
„beschikking bestaat over ambtenaren voor bouwtoezicht,
„op meer eenvoudige wijze de zaak kan worden geregeld
„dan door ons.
„Waar wij van oordeel zijn dat de zaak door ons
kan worden uitgevoerd is het niet ons voornemen maar
„steeds een afwachtende houding te blijven aannemen.
„Wij meenen U hierbij in herinnering te mogen brengen
„dat ons eerste schrijven reeds dateert van 12 Februari
„1911, dat door ons, in verband met de opmaking van
„onze raming, in dato 1 April 1911 om eenig bericht
„van Uw besluit werd verzocht en dat onze raming
„eerst 27 Juni 1911 werd ingediend. In al dien tijd
„hebben wij die afwachtende houding reeds aangenomen.
„Had onze Commissie op deze raming voor 1912 geen
„post geplaatst, dan had zij zich zelve de mogelijkheid
„afgesneden om nog in het volgend jaar, zoo noodig,
„naar aanleiding van deze aangelegenheid die ons
„inziens zeer spoedige regeling behoeft die maat
regelen te treffen welke, krachtens de wettelijke voor
schriften, door ons kunnen worden genomen.
„Vandaar dat onze Commissie begrijpelijkerwijze in
Is „De Moker" niet ons beste propaganda middel?
„deze materie niet wenseht zich tevreden stellen, en
„zich ook niet mag tevreden stellen, met op uitbreiding
„van het Gemeentelijk Bouwtoezicht te hebben aange
drongen, waar zij allezins bevoegd is zelve deze materie
„te regelen."
Bij schrijven van 10 Augustus hebben Burgemeester
en wethouders daarop aan den Raad den stand van
zaken uiteengezet. (Bijlagen Notulen Gemeenteraad
39a, pag. 163).
Aan het slot schrijven zij „Wij hebben echter geen
„oogenblik vrijheid kunnen vinden den post van f 1000.—
„over te nemen, daar wij een soort technisch bureau
„van de Gezondheidscommissie een onding vinden.
„Wel is ons bekend geworden, dat te 's-Gravenhage
„met medewerking van het Gemeentebesuur iets dergelijks
„is ingevoerd, maar wij kunnen ons niet voorstellen, dat
„bij ernstig verzet van een Gemeentebestuur, de Regee-
„ring, die daarover in hoogste instantte zou moeten
„beslissen, ooit de Gemeente zou dwingen voor zoo iets
„gelden beschikbaar te stellen.
„Wij merken hierbij op, dat de Commissie zelf dit
„ook niet den gewenschten toestand vindt.
„Dan blijft de vraag over of het Bouwtoezicht, zooals
„het thans is ingericht, opgewassen is voor zijn taak,
„want die taak strekt zich nu ook reeds tot het woning
toezicht uit. Of nu dit toezicht versterking noodig heeft,
„kunnen wij niet dadelijk beslissen.
„Blijkt het ons noodig, dan zullen door ons voor
stellen worden gedaan.
„Wij zijn de Commissie dankbaar hierop te hebben
„gewezen, doch wij kunnen ons niet door haar laten
„forceeren tot het nemen van maatregelen, voordat wij
„van de noodzakelijkheid daarvan zijn overtuigd en weten
„hoe daarin op de meest geschikte wijze kan worden
„voorzien.
„Wij meenen ook dat uit onze mededeelingen blijkt,
„dat wij het advies van de Commissie niet naast ons
„neer hebben gelegd, doch daaraan behoorlijke aandacht
„hebben geschonken.
„Het spijt ons dan ook, dat de Commissie gemeend
„heeft daarmede geen genoegen te kunnen nemen en
„zij nu een raming heeft voorgelegd, die door ons niet
„kon worden aanvaard."
Onder datum 27 October ontvingen wij daarop het
bericht dat de Gemeenteraad den post ad f 1000.— voor
woningtoezicht had geschrapt, doch de overige posten
had goedgekeurd. Intusschen was reeds de titel van den
Ambtenaar belast met het bouwtoezicht door den Ge
meenteraad veranderd in: Inspecteur van Bouw- en
Woningtoezicht.
Wij meenden hierin te mogen zien een bewijs dat
het Gemeentebestuur begon in te zien dat er meer moest
worden gedaan aan het woningtoezicht.
Daarbij kwam dat de Secretaris onzer Commissie ons
in de vergadering van 27 October mededeelde, dat hij
een bezoek had gehad van den Inspecteur voor Bouw
en Woningtoezicht, waarbij deze hem, namens den Wet
houder van Publieke Werken, nadere inlichtingen verzocht
omtrent de formulieren van het gehouden woningonder
zoek, daar hem was opgedragen het woningtoezicht ter
hand te nemen.
Aangezien deze mededeeling slechts als officieus kon
worden opgevat, werd besloten van deze mededeeling
melding te maken aan Burgemeester en Wethouders,
met verzoek ons te willen berichten of maatregelen
waren genomen om een systematisch woningonderzoek
ter hand te nemen.
Onder datum 3 November schreven Burgemeester en
Wethouders ons „Naar aanleiding van Uw hiernevens
„vermeld schrijven hebben wij de eer te berichten, dat
„het inderdaad onze bedoeling is, dat niet alleen het
„bouwtoezicht, maar ook het woningtoezicht behoorlijk
„tot zijn recht zal komen. Daartoe hebben wij ook, gelijk
„U bekend is, de reeds door U verzamelde gegevens
„aan den Inspecteur doen ter hand stellen.
„Wij kunnen U de verzekering geven, dat wanneer
„ons in de praktijk blijkt, dat voor dit toezicht meerdere
„hulp vereischt is, daartoe door ons de noodige maat
regelen zullen worden genomen."
De Commissie besloot daarop aan den Gemeenteraad
te berichten, dat zij had besloten niet in verzet te gaan
tegen de wijzigingen in de raming aangebracht, wat bij
schrijven van 10 November is geschied.
Dat het Gemeentebestuur echter niet van ganscher
harte het Woningtoezicht ter hand neemt, zal elkeen
wel duidelijk zijn
Een uitgeknepen citroen. Uit Dirksland meldt men
Een bewijs hoe noodzakelijk staatspensioneering is
Een arbeider, die een menschenleeftijd bij een en
denzelfden patroon werkzaam geweest is, werd dezer
dagen aangezegd, dat zijn loon nu voortaan in plaats
van f i tot op f o.8o per dag verlaagd werd. Deze
arbeider, van bijna 8o jaar, die eiken dag nog land
arbeid moet verrichten en zijn baas heeft helpen rijk
maken, wordt op zijn ouden dag nog gestraft met
loonsverlaging. Is het geen schande voor onze maat
schappij, dat zulke oude tobbers nog in het gareel
van den loondienst moeten loopen en is het geen be
wijs hoe noodzakelijk het is, dat de landarbeiders!
zich organiseeren
NOOIT doet ge voor ,.De Moker" te veel!