IK HEB LIEVER DAT ZE NAAR DE RECHTER STAPPEN
Henk Slechte
Theo Gootjes over de
Tanker Cleaning
Rotterdam in het
Rotterdams Dagblad van
zaterdag 23 september
1995. Neelie Peper-Kroes
was not amused. Maar
dat is Gootjes' bedoeling
ook allerminst.
In 1896 promoveerde de jurist J.H.G. Cohen op een onder
zoek naar belediging door karikaturen. In zijn boek geeft
hij een aantal voorbeelden van belediging door politieke
tekenaars.
In de Bilderstreit, die Martin Luther en Rome in de eerste
helft van de zestiende eeuw tegen elkaar voerden, ontzag de
Kerk zich niet Luthers vrouw als hoer af te beelden. Luther
stelde daar een verbod op obscene prenten aan 'zijn' tekenaars
tegenover.
In de zeventiende eeuw zouden politieke prenten voor de
Engelse koning Karei II aanleiding zijn geweest om Nederland
de oorlog te verklaren. De Hollanders hadden hem beledigd
met hun 'minachting en hoon door lachwekkende plaatjes'.
Slechts zelden werd een tekenaar voor zijn prenten veroor
deeld. Dat gebeurde de Fransman Honore Daumier. Hij maak
te in 1831 een prent waarop de reus en veelvraat Gargantua
uit Rabelais' gelijknamige boek uit 1534 op een stilletje zit.
De uitgemergelde burgers van Parijs sjouwen hun laatste
bezittingen over een loopplank naar de opengesperde muil van
de reus. Deze verzwelgt alles en poept het weer uit in de vorm
van medailles en adelsbrieven, waarmee gretige politici zich
haastig uit de voeten maken. Gargantua's peervormige hoofd
en grote bakkebaarden maken de gelijkenis met koning Louis-
Philippe onmiskenbaar. Louis-Philippe was als 'burgerkoning'
aan de macht gekomen na de Juli-revolutie van 1830 en had
onmiddellijk een grondwet uitgevaardigd die vrijheid van
meningsuiting garandeerde, maar het beledigen van de koning
verbood. Hoezeer Daumier en zijn redacteur ook betoogden
dat zij niet de koning maar het regime bedoelden, ze verdwe
nen allebei voor een halfjaar in de gevangenis.
Ook na het proefschrift van dr Cohen zijn politieke tekenaars
voor de rechter gedaagd. In 1903 leidde de spoorwegstaking
tot uitvaardiging van een stakingswet door het kabinet-
Kuyper. De socialisten vonden deze wet een 'worgwet'.
Politiek tekenaar Albert Hahn verbeeldde dit gevoel met zijn
worgprent, waarop een herkenbare Abraham Kuyper een op
zijn rug liggende, geketende arbeider wurgt. Hahn werd wel
gedagvaard maar niet vervolgd.
Anders ging het met tekenaar Peter van Reen, toen hij het
bevriende staatshoofd Adolf Hitier beledigde. Het Volk publi
ceerde in 1936 een prent van hem, waarop Adolf Hitier onder
ede verklaart dat de Nazi's nog nooit een politiek tegenstander
hebben vermoord. Hij staat voor de zerken van drie politieke
tegenstanders die door de nazi's vermoord zijn: Rathenau,
Erzberger en Rohm. De prent verscheen nadat Hitier bij de
begrafenis van een nazi, die vermoord was door een joodse
student, had gezegd dat op de weg van het nationaal-socialis-
me geen vermoorde tegenstanders lagen. Het Volk werd ver
oordeeld tot een boete van 1 125.
Het recentste voorbeeld van een politiek tekenaar die wegens
belediging voor de kadi gesleept werd, is de Schiedammer
Theo Gootjes. Op 23 september 1995 publiceerde het
Rotterdams Dagblad zijn karikatuur van ex-minister Neelie
Peper-Smit-Kroes, afgebeeld als hoer met een volle geldzak
voor haar buik, en op haar bovenbenen twee tatoeages: I love
money en I loveTCR. Om te voorkomen dat de lezer niet
zou begrijpen wie hij bedoelde, spaarde Gootjes op het zwarte
micro-jurkje van de ex-minister haar naam uit. De betekenis
van de prent was zelfs voor de incidentele krantelezer en tv-
kijker overduidelijk. Voor de Rotterdamse rechtbank stonden
de directeuren van het bedrijfTanker Cleaning Rotterdam
terecht voor milieu-criminaliteit. Zij hadden hun bedrijf kun
nen inrichten met een subsidie van vele miljoenen guldens
van een minister, die wist dat tegen deze milieu-ondernemers
'•MONEr
37 Musis