23 Musis boekillustratie, ot bevinden zich in een buitenlandse collectie. Henry Havards illustrator Maxime Lallane (1827-1886) maakte het vignet met de Schiedamse molenkrans in La Hollande 'Vol d'Oiseau', en de Amerikaanse aquarellist, grafisch kunstenaar en Whistler-biograaf Joseph Pennell (1857-1926) maakte twee litho's die zich bevinden in de Library of Congress in Washington, en in Nederland alleen bekend zijn dankzij de geïllustreerde catalogus van zijn volledige oeuvre. Pennell was tijdens zijn langdurige verblijf in Europa (1884-1917) zeer onder de indruk gekomen van de mogelijkheden van de lithografie, en vooral in het laatste decennium van de eeuw experimenteerde hij daarmee intensief. Hij woonde in Londen. In 1897 kwam hij naar Nederland voor een fietsvakantie! De artistieke opbrengst van die tocht was de kleine maar zeer fijne Holland-Series. Twee van de acht litho's waren gezichten op Schiedam, omgeven door zijn molenkrans. Ook hij bezocht de Zaanstreek, waaraan hij vier litho's wijdde. Lallane en Pennell waren niet de enige buitenlandse kunstenaars die in de negentiende-eeuw een korte blik op Schiedam wierpen, maar wel de enige van wier Schiedamse inspiratie we nu nog kennis kunnen nemen. Ook Corot- prenten van Schiedam zijn geen afbeeldingen bekend. De molenkrans rond de stad mag dan nu de roem van Schiedam vertegenwoordigen, zoals uit het bovenstaande kan worden afgeleid, vormden ze te zeer een onderdeel van het industrieel voorkomen, dan dat hun bijzondere schoonheid opviel. De huizen in Schiedam zagen zwart 'door het sterke stoken, 't welk de stad als in eene bestendige rook vertoonde' stond in een aardrijkskundig woordenboek uit 1824. De in haar tijd bekende schrijfster van opbouwende boeken voor jongelieden, de weduwe A.B.van Meerten-geb.Schilperoort, reisde in 1829 door het land en bezocht Schiedam uitgebreid. Geen woord over de molens, maar des te meer over de dikke, zware nevel waarin de stad voortdurend gehuld was, die zich aan de gevels hechtte en Schiedam 'een ongevallig, berookt voorkomen' gaf, en over de gevaren van de drank. Mevrouw Van Meerten vond overigens 'Schiedam niet onaardig gebouwd'. Ook Schiedam zelf vertoonde weinig vertrouwen in eigen kwaliteit. De dichtende dominee Francois HaverSchmidt schreef in 1880 over zijn woonplaats dat er een 'onafboenbare roetkorst' aan de gevels kleefde, en een 'eeuwige steenkolennevel' over de havens en de straten hing, terwijl leerling en'plein-air-schilder'A.P.Ch.Anastasi (1820-1889) reisde in 1857 door Nederland, en bezocht in 1862 J.B.Jongkind in Rotterdam. Ook hij zou in Schiedam geweest zijn, maar de artistieke weerslag daarvan is vooralsnog onvindbaar. De Victoriaanse landschapschilder A.J.Meadows (1843-1907) schilderde in 1881 een Gezicht op Schiedam, waarvan de verblijfplaats (nog) onbekend is. Het is vooral interessant, omdat het herkenbaar Schiedams is en de afbeelding van de molenkrans overeenkomt met die op Rochussens Zeilwedstrijd op de Maas en Jongkinds Maas bij Rotterdam. Zijn landgenoot en collega R.Leitch exposeerde in 1846 in de Londense Royal Academy of Arts 'A view of Schiedam from the ferry near Delfshaven', en de Oostenrijkse landschapschilder R.Ribarz (1848-1904) maakte in 1880 in navolging van J.B.Jongkind een grote reis door Nederland, waarop hij ook Schiedam aangedaan zou hebben.Van hun schilderijen, tekeningen, of Charles Rochussen Kraan brug over de Schie bij Schiedam 1851 Olieverf op paneel Bruikleen Nederland Spoorwegmuseum, Utrecht 'zure spoelingsdampen, mestossenstal, en beschadigde gerst' een afschuwelijke stank veroorzaakten. Logisch dat de buitenlandse kunstenaars liever naar steden en streken gingen, die dankzij de veelgelezen reisgidsen als mooi en schilderachtig bekend stonden dan naar een stad als Schiedam. Schiedam was in de boeken van de vreemdelingen zoiets als het Ruhrgebied nu, een belangrijke economische motor maar geen aanrader in de reisgidsen. Allesbehalve zelfs.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 23