SCOREN!
i^ÊSS:
Marcel Warmenhoven
9 Musis
De aanvallen op het beleid van het Stedelijk
Museum Schiedam zijn een tijdlang al van
zeer laag allooi. MUSIS blaast enthousiast
een toontje mee in het Jluitconcert dat een
bewerking lijkt van het stuk dat eind jaren
zeventig werd opgevoerd. Het is mij destijds
niet ontgaan, toen ik in deze stad kwam
wonen. Politici die verwacht werden de
voorwaarden te scheppen waarbinnen door
hun aangestelde museumdirecteuren een
tentoonstellingenprogramma vorm konden j
geven, hebben geen kans onbenut gelaten om
vervolgens vanaf de zijlijn te schreeuwen hoe
hun zonen het snelst kunnen scoren.
Nu heeft ook de Schiedamse burger een
tribune van waar hij zijn ongenoegen kan p
uiten en de heer Slechte, redactielid van het I
onafhankelijke opinietijdschrift, geeft hem in
het decembernummer van jetje. Hij leent zijn
stem aan de tot nu toe zwijgende
Schiedammer die staat te popelen om cultuur
te consumeren van een aansprekelijk niveau.
Met die Schiedammer klaagt de schrijver dat I
hij niet meer begrijpt waar de kunst in het 'i
museum over gaat. Wat jammer nou. In zijn -
aanval op de 'verheven kunst' klinkt heel in
de verte het hoorngeschal door van de nieuwe
staatssecretaris Robin Hood die zijn eisen
dicteert van integratie en democratisering.
Maar in zijn potsierlijke poging ons een
beeld te schetsen van zijn Schiedamse
museum komt een banale kolommenvuller
aan het woord die bijna lachwekkend wordt.
In het redactionele voorwoord worden wij al
gewaarschuwd dat meer criticasters hun gelijk
dreigen te krijgen en dat het museum verliest
op punten.
Inderdaad, cijfers voeren hun schrikbewind.
Bezoekers, bezoekers, bezoekers.
Productiecijfers, verkoopcijfers,
bezoekersaantallen, alles moet groeien. De
Markt is heilig. Als we niet méér presteren
gaat de kwaliteit van het leven achteruit,
roept Den Haag en zingt een plaatselijke
politicus daar zoetgevooisd achteraan. De
eerste de beste bestuurder die zijn mond
zover openkrijgt dat er een ideetje uitrochelt,
wordt dan boven op de barricade gehesen als
levend bewijs van de ware Schiedamse
kunstlieffiebber die afschaffing eist van het
elitaire instituut waar hij niet binnen durft te
stappen uit angst er dingen onder ogen te
moeten zien die hij niet begrijpt.
Heel ver in de geschiedenis gaan we niet
terug. Tot 1991 nog, ivil de heer Slechte ons
doen geloven, begreep men nog wel iets van
die kunst. Aldus getuigen de
bezoekersaantallen
Kan men mij vertellen wat in het werk van
mensen als Harmen Abma, Joost Baljeu, Bob
Bonies, Richard Sena, Daan van Golden,
Joop Schafthuizen, Paul Beekman of Peter
Koornstra begrijpelijker was dan in het werk
van Ben Akkerman, Thomas Emde, Herbert
Hamak, Twan Janssen, Thom Claassen, Gijs
Assmann, Henk Visch, Fransje Killaars of
Juul Kraijer. Want om dat werk gaat het
tenslotte. Maar MUSIS neemt zelden de
moeite om ten minste lezers van het blad
enthousiast te maken voor iets dat men in
het museum gezien heeft. De critici hebben
hun stellingen betrokken en van daar uit
wouwelen ze liever kolommen vol over een
beleid dat hen niet zint. En passant wordt al
dat bekijkelijke werk op een hoop geveegd en
schaamteloos geëtiketteerd als onbegrijpelijk
en elitair. Onlangs vertelde nog zo'tl
scherpzinnige kunstminnaar mij dat het
allemaal maar niks was wat er in het
museum gebeurde. Maar toen ik haar
uitdaagde mij dan te vertellen wat ze van het
werk van die of die kunstenaar vond waar ik
persoonlijk erg van genoten had, bekende ze
mij dat ze er al een jaar niet binnen was
geweest. Daar zakt mijn broek van af.
Het beeld dat de heer Slechte c.s. voor ogen
hebben met hun museum, dreigt tneer en
meer bewaarheid te worden naarmate ze
t volharden in hun hardnekkige monologen
over politiek in-correct elitarisme. Dat beeld is
afgekeken van het museum dat politici uit
een niet zo heel grijs verleden voor ogen
stond (verkoop van de cobracollectie,
bestemming tot sociaal-cultureel centrum,
dahliatentoonstellingen) of zo u wilt een
Kunsthal waar 300.000 bezoekers per jaar
doorheen drommen. Een afspiegeling van de
bevolking van de stad, om die bevolking ertoe
- te verleiden vaker binnen te lopen. Groninger
Museum, Van Abbe, Bonnefanten, Boijmans,
jS allemaal zullen ze zich scharen in de rij van
kunstpaleizen waarvan de directeuren mekaar
met astronomische bezoekersaantallen om de
oren slaan om te bewijzen wie het het beste
doet. Groninger koekenbakkers, techneuten
van Philips, Maastrichtse carnavalsvierders en
Rotterdamse havenarbeiders kunnen hun lol
niet op. En kom je van buiten de stad, dan
hoefje maar het museum in te lopen om te
zien wat de inwoners bezighoudt. Het
museum als encyclopedie van sociale
geschiedschrijving, niet als vrijplaats voor het
tonen van eigenzinnige ideeën.
Veel kunstlieffiebbers hebben het nakijken.
Maar gelukkig wordt Nederland steeds
kleiner en over de grens, dichtbij is er altijd
wel een plek waar nog tvèl iets te genieten
valt. Waaraan het beetje durf van de heer
Slechte als een nauwelijks gehoorde zucht
voorbij gaat. Want geloof me er is maar een
heel klein beetje durf voor nodig om vanuit
de kolommen van een onafhankelijk,
plaatselijk opinietijdschrift voorzetjes te geven
aan suffende politici die pas naar het
museum gaan als ze persoonlijk worden
uitgenodigd om ten overstaan van hun
kiezers commentaar te geven op wat ze daar
zien.
c:
co
m
c: