Frans van Krugten Waar hij niet in berust, waar hij zich vreselijk over kan opwinden, is het voorstel om fors te bezuinigen op de sport 29 Musis voor het eerst aan het licht. De onderwijzer, altijd op zoek naar nieuwe stemmen voor het koor, zond hem meteen naar de pastoor. Zo ging dat op katholieke scholen. Die deden dienst als zeef voor de kerk. Op school bleek tevens dat Frans was begiftigd met een scherp verstand. Hij kon goed leren. Geen twijfel aan dat hij priester zou worden. Rome plukte de schoonste bloemen voor zichzelf. Daar had Rome het volste recht toe. De kerk was het Aan weggaan dacht hij niet. Typisch Frans, de eeuwig dienstbare. Je cijfert jezelf te veel weg, zeggen vrienden wel eens. Hij weet dat ze gelijk hebben. Soms kan hij dat irritante, over-sociale trekje van zichzelf ook niet uitstaan. Maar hoe kom je er vanaf? Het is gewoon een weeffout. En als het moet, kan hij heus wel voor zichzelf opkomen. Ook aan zijn flegma is een grens. Opeens is daar die druppel die de emmer doet overlopen. Dan barst hij los en kun je beter uit zijn buurt blijven. Dan is hij van het ene moment op het andere weer 'die felle rooie' van vroeger. Waarbij zich het verschijnsel voordoet dat hij ook op zulke momenten eerder geneigd is voor anderen op te komen dan voor zichzelf. Niemand die zo goed de weg kent in bestuurlijk Schiedam als Frans van Krugten. Maar op zoiets simpels als een bouwvergunning (voor een tweede bedrijfspand in de Algerastraat) wacht hij al acht maanden. middelpunt van de wereld. Nog wel. Maar Frans bleek toch meer geschikt voor het driedelig grijs dan voor de soutane. Hij had een groot zakelijk instinct en zag mogelijkheden die anderen ontgingen. Als krantenjongen moest hij wekelijks 59 cent abonnementsgeld bij de lezers innen. Iedere week weer al die adressen af wat een tijdverspilling. Betaal voortaan maar per maand, da's voor ons allemaal veel praktischer, ried hij zijn klantjes. Op de uitdeelpost vonden ze hem maar een rare snuiter. Totdat ze in de gaten kregen dat zijn systeem veel tijd en moeite bespaarde. Toen kregen ze respect voor 'm. Maandelijks de krant betalen werd voortaan de norm. In die tijd stond hij bekend als 'die rooie'. Niet wegens socialistische denkbeelden of zo. Van zulke dingen had hij toen geen weet. Het was wegens zijn haarkleur. Rooie, daarmee wilden ze ook zeggen: een felle. Zag hij twee jongens vechten, dan sprong hij ertussen en koos onveranderlijk partij voor de kleinste. Als suppoost bij Hermes werkte hij bezoekers die weigerden te betalen of die zich agressief gedroegen zonder pardon over het hek. Hij kon niet tegen onrecht. Kan hij nog niet verdragen. Zal ook wel door zijn opvoeding komen. Daar vindt alles van je latere gedrag zijn oorsprong, daar is hij van overtuigd. Hij gelooft in een geestesstroming die hij aanduidt als het Naturalisme. Een levensbeschouwing die ontstond in de tijd van Couperus. Je eerste levensjaren zijn bepalend voor je lot en voor hoe je je verdere bestaan inricht. De kaarsjes uitje jeugd lichten je bij op je verdere levenspad. Hij is altijd dat jochie gebleven. Zelfs nu hij aan het hoofd staat van een bedrijf met veertig man in dienst gedraagt hij zich niet als directeur. Terwijl die onderneming hem toch bepaald niet in de schoot werd geworpen. De vroegere Zweedse eigenaren maakten het hem, toen hij nog voor hen werkte, soms knap moeilijk. Hij heeft meermaals op kantoor zitten grienen.Toch is hij Nicoverken altijd trouw gebleven. Ieder ander had op zijn poot gespeeld, misschien wel een advocaat ingeschakeld. Hij niet, hij wachtte beleefd af. In every inch a gentleman. Uiteindelijk toch maar Scheeres eens gebeld: Zeg Reinier, kan jij niet eens wat doen, het duurt wel erg lang zo. Maar zelfs de burgemeester krijgt het niet voor elkaar, die vergunning komt nog steeds niet af. Er zijn ambtelijke complicaties. Wat dat ook moge inhouden. Dat vindt hij wel eens wrang: altijd in de weer voor anderen, en dan zelf worden gepest met formaliteiten. Dat doet pijn, maar hij berust erin. Waar hij niet in berust, waar hij zich vreselijk over kan opwinden, is het voorstel om fors te bezuinigen op de sport. Toen hij de cijfers van het college op zijn bureau kreeg, ontstak hij in grote woede. Greep meteen de telefoon. Veertien jaar voorzitter van de Sportraad, en dan flikken ze hem zoiets! Zo'n maatregel dwingt de verenigingen hun contributies bijna te verdubbelen. Wie denk je dat daar als eerste de dupe van worden? Juist, de gezinnen die het niet breed hebben. Daar krijgen de kinderen te horen dat er geen geld is voor het lidmaatschap van een voetbalclub. 'Ik weet uit eigen ondervinding hoe dat voelt. Het was van huis uit moeilijk om lid te worden van een club. Heb ik geen geld voor, zei mijn vader. Geld, dat had alleen de elite. Alleen de elite deed aan sport. Gewone jongens als ik voetbalden gedwongen op straat. Met een oud tennisballetje. Ik had sproeten en rood haar. Hoeveel jongens er ook meespeelden, kwam er een bal tegen de enige auto in de straat, dan had ik het gedaan. De eigenaar van die auto kwam altijd meteen achter mij aan. Geen twijfel mogelijk: die rooie had het gedaan.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 29