Bij Wim de Haan in de dug-out Rik Felderhof! Toen hij belde dacht ik: dat kan toch niet waar wezen? Op zulke momenten ga je denken dat er boven toch Iets moet zijn. Waarom worden mij anders zoveel voorrechten toegemeten? Wie doet dat? Er is blijkbaar iemand die denkt, dat ventje heeft zo'n rotte jeugd gehad, die gaan we eens belonen." Na de uitzending van de Stoel werd hij opgebeld door een man die zich over de telefoon voorstelde als zijn halfbroer. "Later is Wim ging later ook niet naar de begrafenis van zijn moeder, terwijl hij die toch 28 jaar niet had gezien toen zij stierf. Zijn moeder! Alsof hij daar ooit nog iets mee te maken had willen hebben! "Ik kwam op mijn dertiende, het was in de oorlog, een keertje vroeger thuis uit school omdat ik buikgriep had. Ik trof ma aan met een Duitse matroos in bed. Ik zie zijn harige billen nog voor me. Vanaf dat moment had ik ook geen moeder meer." deze man bij mij langs geweest. Zo ben ik erachter gekomen dat ik familie heb. Drie halfbroers en een halfzus." Een paar jaar later ging Jelle dood en kwam er bericht dat zijn erfenis zou worden verdeeld onder vier wettige en een gewettigd kind. "Maar Wim kreeg geen cent. Wel kwam er een jaar later een brief dat er een belastingschuld was en of Wim daar een vijfde deel van wilde voldoen. Daar is Wim nooit op in gegaan." Na dat incident trok hij de huisdeur voorgoed achter zich dicht. Een gezin in de Gorzen ontfermde zich over hem. "Maar eigenlijk is er maar één iemand die Wim de Haan heeft opgevoed. Da's Wim de Haan zelf." Het viel hem niet mee, zichzelf opvoeden. Hoe kom je als kind aan zelfrespect zonder hulp van anderen? Zonder normale ouders? "Ik ben een aantal jaren niet leuk geweest jegens mensen. Ik was een lastige jongen. Ik was die grote gozer uit de Zwartewaalsestraat met wie je beter geen ruzie kon krijgen." Veel lijn zat er in die tijd niet in zijn leven. Hij voer, werkte bij Wilton Feijenoord als scheepstimmerman, deed klusjes in de bouw. Hij bokste. Vestigde de aandacht op zich met een nieuw record spijkerbedliggen. Vier uur en vierenvijftig minuten. "Ik hou van uitdagingen. Ik nam een ouwe deur en sloeg er spijkers in. Ik moest mezelf bewijzen. In SVV keepen was niet genoeg. Reken maar dat ik op dat spijkerbed verdomde pijn heb liggen lijden. Ik kon het alleen verdragen omdat ik wist dat er over me geschreven zou worden." En niet alleen geschreven, bleek al gauw. Willem Duys vond het zo'n formidabele prestatie dat hij de nieuwe kampioen interviewde voor Avro's Televizier, in die tijd het best bekeken weekendprogramma van de Nederlandse tv. "Iedereen praatte over mij! Dat streelde mijn ego. Ik was opeens iemand." Hij zou de uitzending graag nog eens terugzien. Jammer genoeg is Het Spijkerbed niet terug te vinden op de serie dvd's die later van het programma zijn verschenen. "Ze hebben die aflevering bewust weggelaten. Zeker omdat Willem Duys zich openhaalde aan mijn bed. Hij had vier gaten in zijn achterste." In de dug-out, de nis in zijn woonkamer waar de foto's van alle belangrijke momenten in zijn leven hangen, is ook een plaatje uit die periode te zien. De jonge Wim de Haan met spijkerbed aan de voet van de Eiffeltoren. Die foto's zijn meer dan alleen souvenirs aan de hoogtepunten uit zijn leven. Ze bewijzen dat Wim de Haan iemand is. Want dat moet voortdurend worden aangetoond en onderstreept. "Veel van wat ik vertel klinkt ongeloofwaardig. Mensen denken dikwijls dat ik sta te liegen. Maar het is allemaal waar gebeurd. Het rotte is altijd, als je uit de Gorzen komt moet je kunnen waarmaken wat je zegt." De werkelijkheid zit zo raar in elkaar, dat Wim de Haan soms ook moeite heeft te geloven dat alles wat hij meemaakt, ook echt gebeurt. Hij heeft bijvoorbeeld voorspellende dromen. Droomt hij dat hij de volgende dag betrokken zal raken bij een auto-ongeluk, dan is het raadzaam die dag thuis te blijven. Wat hij droomt, komt meestal uit. "Gek hè? Ik kan al die toevalligheden zelf ook niet plaatsen. Daarboven moet toch Iets zijn dat het beste met mij voorheeft..." Ja, hij is gelovig. Een beetje. "Elke avond in mijn bedje laat ik de dag passeren. Wim en Tini gingen op tegenbezoek in Amsterdam. De broers waren er allemaal, de zus ontbrak; zij wilde om emotionele redenen geen kennis maken met de verloren zoon uit Schiedam. De halfbroers bleken allemaal aardige mensen en het werd een gezellige dag. Toch keerde Wim niet opgetogen huiswaarts. "Vier mannen van hetzelfde zaad! Iedereen zou zeggen: fantastisch dat je elkaar hebt leren kennen. Maar het deed me niets." Wat hem hinderde was dat er vrijwel niets over Jelle werd verteld. Die bleef even onbereikbaar als hij altijd was geweest. Wim kwam weinig aan de weet, behalve dat zijn vader inspecteur was bij de Amsterdamse politie en een detectivebureau had. 15 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 15