De
Jeroen ter Brugge is er niet meer zo 2
kan opgaan in het historische verhaal
Henk Slechte
In december 2000 sprak Musis lang en
indringend met de toenmalige
Vlaardingse cultuurwethouder Kees
van der Windt en de - toen nog
beoogde - museumdirecteur Jeroen
ter Brugge van het al net zo beoogde
Vlaardings stadsmuseum. Daarin
zouden het archeologisch museum
Hoogstad, het Streekmuseum
Jan Anderson, de voormalige
Oudheidkamer Vlaardingen en, in de
laatste maar bepaald niet de minste
plaats, ook het Visserijmuseum
moeten opgaan. Als het aan de
wethouder en de enthousiaste
directeur lag zou dat museum binnen
een jaar zijn poorten kunnen openen.
Musis gaf de twee enthousiastelingen
graag het voordeel van de twijfel.
Dat was tevens de aankondiging van
een kritische voortgangscontrole en
daarvoor is het vijf jaar later de
hoogste tijd.
deskundige uit de wereld van de musea adjunct-directeur
Henk Dessens van het Amsterdamse Scheepvaartmuseum.
Het Streekmuseum Jan Anderson is niet in de stichting
ondergebracht, maar blijft zelfstandig. Jan Anderson zal echter
het nieuwe museum voor de nieuwe vaste opstelling en de
tijdelijke tentoonstellingen wel de vrije beschikking geven over
zijn collecties. Hij sluit dan de deuren van zijn museum aan de
Kethelweg, maar blijft eigenaar van de collecties. Na zijn dood
gaan die over naar de Stichting Collecties Jan Anderson en die
brengt ze dan onder in de Stichting Vlaardings Museum.
Die stichting (lees: het Visserijmuseum) is inmiddels wel
begonnen met de registratie van de collecties. Het grote
voordeel daarvan is dat behoud en beheer veel beter kunnen
worden uitgevoerd en dat de inhoudelijke betekenis van veel
stukken duidelijk is vastgelegd, wat zeer efficiënt is voor de
inrichting van het nieuwe museum. Tenslotte heeft Museum
Vlaardingen, in samenspraak met de gemeente in 2004 een
ambitieus plan gelanceerd voor museale nieuwbouw in het
ontwikkelingsgebied Buizengat, waarvoor architect Wijnand
Houdijk een uitdagend ontwerp heeft gemaakt en gepresen
teerd, compleet met een aanlegplaats voor historische schepen.
Toch is er nog geen nieuw Vlaardings Museum en resideren
directeur Jeroen ter Brugge en het Visserijmuseum nog steeds
in het monumentale maar langzamerhand geheel ongeschikte
gebouw aan de Westhavenkade, waar sinds kort de aller
nieuwste aanwinst een verdiende ereplaats heeft gekregen.
Op de veiling van Glerum Auctioneers in Amsterdam
bemachtigde Jeroen ter Brugge een interessant schilderij uit
1815. Het is geschilderd door Adriaen de Lelij en Willem van
Leen. Het is een charmant genreschilderij, maar voor het
Visserijmuseum vooral interessant, omdat de haringkroon een
wezenlijk onderdeel van de voorstelling is. Jeroen ter Brugge is
ontzettend en terecht trots. Met dit schilderij heeft het Visserij
museum de vroegst bekende afbeelding van de haringkroon
verworven. Als die in juni buiten voor de deur (van de
viswinkel) werd opgehangen, aldus Jeroen ter Brugge, wist
iedereen dat de nieuwe haring in het land was. In de 19de
eeuw was dat groot vaderlands en dito plaatselijk nieuws,
omdat haring een van de populairste onderdelen van het
Intussen is in Vlaardingen veel gebeurd. Op het personele vlak
heeft de empathische Kees van der Windt in 2001
plaatsgemaakt voor de eigenzinnige groenlinkse wethouder
Ben van der Velde en hebben Jeroen ter Brugge en Jan
Anderson geprobeerd hun museale karakters wat
verenigbaarder te maken, wat in 2004 heeft geresulteerd in
een voor beiden goed werkbare overeenkomst om nauw te
gaan samenwerken. Ook organisatorisch is veel veranderd.
In 2002 heeft de Stichting Vlaardingse Musea het bestuur van
de musea én alle rechten en plichten van de verschillende
partners overgenomen. Sinds de intrede van het dualisme in
de lokale politiek, zitten in de raad van toezicht van het
museum niet langer qualitate qua ook leden van de
gemeenteraad. De raad van toezicht van het Vlaardings
Museum bestaat uit Vlaardingse particulieren en als
volksvoedsel was, én de haringvisserij voor Vlaardingen de
belangrijkste economische activiteit was. Ging het daarmee
goed, dan ging het ook goed met de andere bedrijven in
Vlaardingen en dus met Vlaardingen en de Vlaardingers.
De traditie van de haringkroon heeft bestaan tot in de jaren
twintig van de 20ste eeuw. Voor een museum met veel
biologie en vistechniek is zo'n cultuurhistorisch schilderij een
fantastische aanwinst.
Het schilderij met de haringkroon symboliseert zeer aan
schouwelijk het dilemma, waarvoor de directeur staat. In 2000
dacht hij nog aan een stadshistorisch museum dat de som van
alle Vlaardingse museale collecties was en het 'verhaal van
Vlaardingen' aan een gretig publiek zou vertellen. Hij was er
Musis 24