1 Stedelijk Gymnasium i lezers van Musis hebben wellicht aan deze periode nog wel meer of minder goede herinneringen. Het gymnasium wordt in de wet genoemd als apart schooltype. Een schoolbestuur heeft een licentie nodig voor een gymnasiumafdeling op zijn VWO-afdeling of om een apart gymnasium te stichten. Een gymnasium is geen atheneum met Grieks en Latijn, maar een school waar de klassieke cultuur alle facetten van het onderwijs beïnvloedt. De rectoren van de categorale gymnasia in Nederland zijn verenigd in de VRZG (vereniging van rectoren van zelfstandige gymnasia). In hun najaarsconferentie, de laatste vond plaats op 15 en 16 december van dit jaar, kunnen zij heftig discussiëren over wat een gymnasium nu zo apart maakt en wat er zo specifiek is aan een gymnasiumleerling. Dat is lastig. We herkennen een typische gymnasiumleerling, maar omschrijven is veel moeilijker. In ieder geval is duidelijk dat een typische gymnasiumleerling intelligent is, nieuwsgierig en verbaal begaafd. Ook is bekend dat gymnasiumleerlingen het goed doen in het Wetenschappelijk Onderwijs, dat de kennis van de klassieken een brede basis legt en dat het leren van de klassieke talen de taalvaardigheid vergroot. Gymnasium leerlingen kunnen logisch denken en hebben doorzettings vermogen. Op een categoraal gymnasium maken alle leerlingen kennis met de klassieke cultuur en doen ze eindexamen in ieder geval een van beide klassieke talen. Hebben andere VWO-leerlingen dat dan niet? Ja zeker wel, maar op een categoraal gymnasium zijn die eigenschappen bij veel leerlingen aanwezig en dat heeft een positieve invloed op de schoolcultuur. Een elitaire school dus? Ja, als we met elitair bedoelen elitair op intellectueel gebied, maar niet elitair in de betekenis van "alleen leerlingen uit bepaalde kringen zijn welkom". Nederland als kennisland heeft veel goed opgeleide mensen nodig, van VMBO tot en met gymnasium. Het gymnasium heeft in het onderwijs zijn sporen verdiend en aangetoond dat het bestaansrecht heeft. Het aantal leerlingen op de categorale gymnasia neemt nog steeds toe; de grootste gymnasia, in Leiden en Nijmegen, tellen meer dan 1500 leerlingen. De rectoren van de gymnasia hebben twee projectgroepen in het leven geroepen om onderwijsbeleid te ontwikkelen speciaal gericht op de gymnasiumleerling. Docenten op een gymnasium moeten een goede opleiding hebben en over een eerstegraads bevoegdheid beschikken. Kortom, er is een nauwe samenwerking tussen de categorale gymnasia. Het Schiedams gymnasium verwelkomt de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Er komt daarmee een eind aan de dubbelrol van de gemeente: als bestuurder van het openbaar onderwijs en als eindverantwoordelijke voor het totale lokale onderwijs. De school heeft er geen probleem mee om deel uit te maken van een (kleine) Schiedamse Stichting voor voort gezet onderwijs, maar heeft wel zwaarwegende bezwaren tegen een stichting waarvan scholen uit andere gemeenten deel uit maken. In een grotere stichting zullen meerdere scholen met een VWO-afdeling vertegenwoordigd zijn, wat kan leiden tot concurrentie tussen de scholen binnen de stichting. Het bestuur van zo'n stichting zal regelmatig tot belangenafwegingen moeten komen, wat niet altijd in het voordeel van het gymnasium zal kunnen zijn. De medezeggenschapsraad van de school heeft zich uitgebreid laten voorlichten over de uitgangspunten van en de ervaringen met de de OSZG. Na rijp beraad en intensief overleg met ouders en personeel is men tot de conclusie gekomen dat aansluiting bij deze stichting de voorkeur geniet. De OSZG omvat het Barlaeusgymnasium en het Vossiusgymnasium in Amsterdam, het Stedelijk Gymnasium in Haarlem, het gymnasium Felisinum in Velzen, het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch en gymnasium Bernrode in Heeswijk-Dinther, met een gezamenlijk leerlingenaantal van bijna 5000. Binnen deze stichting is een gymnasiaal onderwijsbeleid mogelijk, kan de schoolleiding de aandacht onverdeeld richten op het gymnasiumonderwijs en is het personeelsbeleid gericht op de gymnasiumdocent. De stichting garandeert in haar statuten de denominatie van de bij haar aangesloten scholen: het openbare karakter van de school loopt geen gevaar. Het Stedelijk Gymnasium Schiedam heeft zijn sporen verdiend in de geschiedenis. De laatste jaren is de school sterk in leerlingenaantal gegroeid, bij mijn aantreden als rector in 1997 telde de school 295 leerlingen, dit jaar zijn het er 539. De prognose is dat de school zal groeien tot ruim 600 leerlingen. De gemeenteraad heeft de financiering van uitbreiding van het gebouw om dit leerlingenaantal te kunnen huisvesten goedgekeurd. In de loop van 2008 zal het vernieuwde gebouw betrokken kunnen worden. Het besluit van personeel en ouders om aansluiting bij de OSZG na te streven is gebaseerd op het vertrouwen dat de toekomst van de school als zelfstandig gymnasium met een eigen onderwijsbeleid bij die stichting het beste is gewaarborgd. De parel aan de kroon van Schiedam verdient een goede toekomst. 7 Musis Het Gymnasium verhuist naar het nieuwe gebouw aan de Hugo de Grootstraat, 1967, Foto H. Koster, collectie Gemeentearchief Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 7