buurtwinkel voor de laatste verzamelaars Uit haar jeugd herinnert Rinie Post zich dat het gezinsleven volledig werd gedomineerd door de postzegel. Onder het eten werd zelden over iets anders gepraat. En mijn voornaamste speelgoed bestond uit kapotte postzegels simpele stukje papier om een brief te frankeren was in de loop der tijd een hele bedrijfstak gegroeid, compleet met winkels, veilingen, groothandels, markten, beurzen en tentoon stellingen. Er gingen honderden miljoenen guldens in om. Uit haar jeugd herinnert Rinie Post zich dat het gezinsleven volledig werd gedomineerd door de postzegel. "Onder het eten werd zelden over iets anders gepraat. En mijn voornaamste speelgoed bestond uit kapotte postzegels." Het was een vorm van overkill, want toen ze eenmaal de leeftijd des onderscheids had bereikt was een carrière in de filatelie wel het laatste wat haar trok. "Ik ging op mijn achttiende het huis uit en de verpleging in. De winkel zei me niet veel." Maar het lot beschikte anders. Toen haar vader overleed, voelde zij zich toch geroepen haar moeder bij te staan in de zaak. "Ik begon mee te helpen in de weekends. We stonden met z'n vieren achter de toonbank: moeder, ik en Theo en Dick, twee vaste klanten die er kijk op hadden. Het was altijd razend druk op zaterdag, de mensen stonden in de rij. Ze moesten soms wel een uur op hun beurt wachten. Om de tijd te doden maakten ze een praatje met elkaar. Zo heb ik mijn man Guus leren kennen. Hij was een van de vaste klanten." Postzegelhandel Java bouwde een reputatie op die tot ver buiten de stadsgrenzen reikte. Menig verzamelaar kwam per fiets uit Vlaardingen en Maassluis naar de Gorzen om daar een legioenblok te bemachtigen of een velletje zomerzegels. Terwijl de meeste steden toch hun eigen adresjes voor verzamelaars hadden. Op de Hoogstraat in Schiedam bijvoorbeeld zat sigaren- en postzegelhandel Madjoe, die later verhuisde naar het Schravendijkplein in Vlaardingen. Die gemeente telde, behalve een postzegelhandel op de Hoogstraat, ook nog het zaakje van 'meneer Gort' aan de Leeuwerikstraat. "Er is er geen één meer over, ze hebben allemaal het loodje gelegd," weet Rinie Post te vertellen. Java dankte zijn populariteit voor een groot deel aan de klantvriendelijkheid van de man achter de toonbank. "Mijn vader was tegen iedereen even aardig," vertelt zijn dochter. "Als ze op familiebezoek zijn in Nederland, komen er nog wel eens emigranten uit Canada langs die altijd zeggen dat ze heel goede herinneringen aan de winkel bewaren. Het was echt een plek waar ze zich thuis voelden. Van een oude klant hoorde ik laatst dat mijn vader op zaterdagavonden veilingen organiseerde. Dat kan heel goed, zo'n soort man was hij wel. Hij had alles voor de postzegels over. En voor de klanten." Natuurlijk lagen aan die vriendelijkheid ook wel zakelijke motieven ten grondslag. "Ik herinner me dat er een keer per maand een joods echtpaar uit Rotterdam zegels kwam kopen. Als die mensen kwamen, werden de leunstoelen uit de huiskamer gehaald en in de winkel gezet. Dat echtpaar bleef de hele middag. Ik moest me op zulke dagen heel netjes gedragen en ik mocht beslist geen lawaai maken. Als ze weg waren, was mijn vader altijd in een goed humeur. Dan was er weer voor veel geld verkocht. Van een andere klant weet ik dat hij altijd een glaasje bessenjenever kreeg. Dat was ook zo iemand die een hele middag kon blijven snuffelen." Op uren dat de zaak gesloten was, stonden er buiten dikwijls klanten zich te verlekkeren aan het moois in de etalage. "Schiedammers hadden de gewoonte op zondagmiddag naar de Maas te wandelen. Veel mensen liepen opzettelijk langs onze winkel. Vaak bleven ze heel lang talmen op de stoep, alsof ze hoopten dat de winkel zou opengaan. We trokken altijd publiek, we waren een soort Mekka." In de economisch voorspoedige jaren zeventig bereikte de handel z'n hoogtepunt. Het leek wel of iedere Nederlander postzegels spaarde. De posterijen konden de vellen niet aangedrukt krijgen. "Op dagen dat er nieuwe zegels uitkwamen, holde iedereen naar het postkantoor." Java had het razend druk. Overal in huis lagen postzegels. Dure exemplaren werden soms zo goed verstopt dat ze later niet meer werden teruggevonden. Onder het bed kon een koffer liggen met een collectie die moest worden getaxeerd. In 1980 namen Rinie en Guus de zaak over van Marie Post. "We hadden besloten de gok te wagen. De accountant zei: als je hard werkt, kan je er een goed inkomen aan overhouden. We hadden het voordeel dat we de handel allebei kenden. Guus was een enorme filatelist, die is zijn leven lang gek geweest van postzegels. Als vijfjarig jochie kende hij de hele catalogus uit zijn hoofd en hij haalde als kind stiekem brieven van de buren uit de postbus als er mooie zegels opzaten." De gok pakte niet verkeerd uit. Een hele tijd ging het goed met de zaak. "Totdat de economie kelderde en mensen acuut geld nodig hadden. Het eerste wat ze verkochten was hun 'postzegelverzameling. Er kwamen in korte tijd enorme partijen zegels op de markt. Dat heeft heel wat winkels de kop gekost. Ook wij hadden zoiets van: help! Om ons inkomen aan te vullen ben ik weer teruggegaan in de verpleging, ik ging nachtdiensten draaien in het Zonnehuis." Na die crash bereikte de handel nooit meer zijn vroegere niveau. Veel verzamelaars gaven er wegens de ingestorte prijzen de brui aan. Wie nu nog uit beleggingsoogpunt een collectie wil aanleggen, moet heel veel geld hebben. Dat kunnen de meeste verzamelaars niet opbrengen. Zij postzegelen enkel nog voor de hobby, ze hebben zoveel jaren in hun liefhebberij gestoken dat ze het niet over hun hart kunnen verkrijgen hun albums de deur uit te doen. Rinie Post: "Zegels sparen is iets van vroeger geworden. 25 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 25