De Ziekte van Lodesteijn en die van de
Historische Vereniging Vlaardingen
Jeroen ter Brugge
De viering van het 40-jarig jubileum van de Historische
Vereniging Vlaardingen (HVV) had op geen betere plek
georganiseerd kunnen worden. Het schoolgebouw van het
Accentcollege aan het Geuzenplein (voorheen Westland Zuid)
belichaamt bij uitstek de tragiek, die aan de oprichting van de
HVV ten grondslag lag. In zijn 'Ziekte van Lodesteijn'
(Amsterdam 1989), een autobiografische afrekening met zijn
verblijf als leraar klassieke talen aan deze school, gaf Levi
Weemoedt een even beeldende als lachwekkende beschrijving
van het door hem zo verafschuwde gebouw. De parallel met
het proces van sloop en nieuwbouw in het na-oorlogse
Vlaardingen dient zich hiermee aan. 'De nieuwe school was
drie glazen verdiepingen hoog, afgevoegd met drie
motregengrijze stroken beton. Om de voorkant van de
achterkant te kunnen onderscheiden werd de facade zes maal
onderbroken door een verticale flap, een rechtopstaande
vliegtuigvleugel in zeer herkenbaar gifgroen. De ingang was
aan de achterkant. Dat moest te leren zijn.' Dit schoolgebouw
werd aan het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw
gebouwd, nadat een houten noodgebouw al meer dan 15 jaar
onderdak bood aan generaties leerlingen. Maar nog meer dan
het gebouw verafschuwde hij de maatschappij die dergelijke
projecten op hun geweten hebben en tot instrument hebben
gemaakt om de leerlingen in bedwang te houden, denkend ze
hiermee een grote dienst te verlenen. Weg was de
geborgenheid van het oude en rotte noodgebouw. Een plek
waar de kinderen in ieder geval ruimte konden vinden voor
hun fantasie en zelf iets konden ontdekken, zonder dat dat
voorgekauwd werd door een alwetend systeem. Weemoedt
laat de rector verzuchten dat hij slechts één fout heeft
gemaakt: 'Zijn personeel was misgegaan!'. Zij weigerden zich
aan te passen aan het nieuwe gebouw en de voor het gemak
in het leven geroepen regels. In plaats van hier rekening mee
te houden, werden die regels alleen maar nog stringenter
gehandhaafd en de lezer van de novelle voelt al aan waarop
het uit zal draaien: een definitieve verwijdering tussen school
en leraar Lodesteijn. De vergelijking met de sloop van het
historisch erfgoed en de bouw van matig gewaardeerde
nieuwbouw dient zich aan. Waren het in het geval van de
school de leraren, of in ieder geval Lodesteijn, die
tegensputterden, in de stad zelf protesteerde niemand.
Hoewel de viering van het jubileum vooral het karakter had
van een reünie van oud-bekenden, met veel kraampjes die het
nostalgisch hart sneller deed kloppen, waarde de geest van
Lodesteijn na 25 jaar nog steeds door het gebouw. In 1967
opgericht met als belangrijkste doel het behoud van historische
bebouwing, moest voorzitter Wout den Breems constateren dat
er toch wel heel veel gesloopt was in die 40 jaar. Burgemeester
Bruinsma sprak namens het College van Burgemeester en
Wethouders van Vlaardingen de te verwachten doch
enthousiast uitgesproken felicitaties en opbeurende woorden.
Tevens herinnerde hij er nog maar weer eens aan dat in een
dynamische stad helaas niet alles aan historisch erfgoed kon
worden behouden. Afwegingen moeten gemaakt worden en
daarbij kan het gebeuren dat in de ogen van de HVV
behoudenswaardige panden gesloopt worden! Na een
voorgeschotelde opsomming van in de laatste 50 jaar
gesloopte panden, trachtte hij het goede voornemen van het
gemeentebestuur nog te illustreren met het behoud van het
Weeshuis, alweer meer dan tien jaar geleden. Of hij de
criticasters van de HW hiermee kon overtuigen is
twijfelachtig. Maar goed, je kan over de historie natuurlijk ook
publiceren en dat heeft de HW de afgelopen 40 jaar dan ook
veelvuldig gedaan. En natuurlijk is het niet zo dat de
Gemeente Vlaardingen de woorden van gelijke strekking
uitspreekt als die van de door Weemoedt gecreëerde rector:
'Wij hadden u [de protesterende leraren] graag daar [in de
houten noodschool] achtergelaten te midden van het andere
puin'. Feit is wel dat het hoofddoel van de HVV anno 2007 nog
even actueel is als in 1967. Wout den Breems stond hierbij in
zijn jubileumtoespraak uitgebreid stil. Voor de transformatie
naar een gewenst bruisende stad werd 'een flinke tol betaald'.
Nog veel werd er in die jaren zestig gesloopt. De maat was vol.
Dat inzichten met de tijd veranderen, mag blijken uit het besef
bij de HVV dat wat in de wederopbouwperiode werd gebouwd,
nu steeds meer de belangstelling krijgt van de vereniging. Of,
om met oud HVV-voorzitter Paul Westerdijk te spreken,
'Wat we nu afschuwelijke gebouwen vinden, kunnen over
honderd jaar wel eens bijzonder gewaardeerd worden'.
Vlaardingen maakte tussen pakweg 1950 en 1965 naam op
gebied van vooruitstrevende stedenbouw en architectuur, met
ontwerpers van nationale statuur. De ironie wil dat nu juist
hun producten rond de eeuwwisseling zwaar onder vuur
liggen. De HVV voert daarom reeds sinds enige jaren strijd
voor deze wederopbouwarchitectuur, gebaseerd op
inventarisaties van de Gemeentelijke Monumentencommissie
en architectuurhistorici uit den lande. Den Breems moest
helaas constateren dat zijn club nog bitter weinig gehoor heeft
gevonden. Bekend is de strijd van de HVV voor het Shell
sportpark De Vijfsluizen, de Pniëlkerk en vooral de met sloop
bedreigde Technische School. Het eerste lijkt nu bewaard te
kunnen blijven (overigens zonder bemoeienis van de
Gemeente), de kerk is alweer enige jaren geleden gesloopt en
voor de Technische School is de rijksmonumentenstatus
aangevraagd en tegelijk is een bezwaar tegen het sloopbesluit
ingediend. Tot zijn opluchting bespeurt Den Breems echter een
voorzichtige Vlaardingse 'monumentenlente'. Hoewel het
College dus de handen van de Technische School heeft
afgetrokken, ziet hij in het voornemen om de brandweer
kazerne en 't Oude Thuis aan de Oosthavenkade te behouden
een keerpunt. Een broodnodig keerpunt, want 'wat je sloopt,
ben je kwijt'.
65 Musis