Julianapark
vorige eeuw de heropleving van de haven vierde.
Voor Schiedam was het enkele malen een unieke ervaring.
Mede dankzij de inzet van de vereniging Polyantha die het
park omtoverde in een bloemenzee. Behalve de verlichte
fonteinen, de in kleuren uitgelichte boompartijen werd de
muzikale achtergrond verzorgd door de vaste bespeler van het
Standaart-orgel in het Passage Theater - de door heel
Schiedam bejubelde Joop Walvis. Organisatorisch en financieel
werden de licht- en bloemenmanifestatie in het Julianapark
gedragen door de in die tijd nog actieve Schiedamse
Gemeenschap. In feite de private culturele raad van Schiedam,
waarin onder het ere-voorzitterschap van burgemeester Peek
vermogende notabelen als Roelants, Van Bergen Walraven,
Vincent en Hoek het pad effenden voor uitvoerders als onder
vele anderen Wiegman en Willem (toen nog 'O') Duys.
Merkwaardig genoeg wordt een ander evenement door
niemand genoemd namelijk de beeldententoonstelling die
museumdirecteur Hans Paalman in het begin van de jaren '70
in het Julianapark organiseerde. Paalman herschiep het park
voor enkele weken in een klein Sonsbeek. Het evenement trok
enkele duizenden bezoekers, maar bleek een te duur en te
kwetsbaar initiatief om een vervolg te rechtvaardigen.
Dit is weer niet het geval met de Aleidafeesten, ooit opgezet
als een kleinschalige manifestatie rondom het park, maar al
snel uitgegroeid tot een vast zomerevenement waarin het
gehele park betrokken was. Ook de Aleidafeesten werden
echter na enkele jaren stilgelegd. Als belangrijkste reden werd
de schade aan het park en met name de gazons aangevoerd.
Maar ook speelde mee dat de Aleidafeesten gaandeweg als
concurrent werden beschouwd van de jaarlijkse
Brandersfeesten. Met het stopzetten van de subsidie stierven
de Aleidafeesten een even snelle als roemloze dood. Echter
niet in de herinnering van de bewoners van Schiedam West die
het prachtige feesten vonden en met name voor de kinderen in
het westen van Schiedam.
Ineke Hagen geeft in haar cultureel scenario voor Schiedam
West aan dat zij in de kranten in het gemeentearchief vele
fascinerende berichten vond over de rijke geschiedenis van het
Julianapark. "Het wel en wee van dit park leeft momenteel niet
alleen onder de bewoners van West", schrijft ze, "maar is voor
vele Schiedammers een aandachtspunt. Om deze
gefragmenteerde aandacht te bundelen, lijkt een document
een waardevol medium. Bij het samenstellen van een dergelijk
document kan samenwerking gezocht worden met het
gemeentearchief, historici, beeldend kunstenaars en
voormalige organisatoren." Ze denkt daarbij vooral aan een
digitaal document, gekoppeld aan een website, om een
netwerk van cultureel geïnteresseerden in de wijk tot stand te
helpen brengen.
Geen eindverslag is denkbaar zonder een samenvatting van
levende wensen en opvattingen. Vele bewoners die in deze
onderzoeksfase zijn benaderd en betrokken bij het onderzoek
van de cultuurscout hebben aangegeven dat zij actief
betrokken willen worden bij de te ontwikkelen culturele
activiteiten in hun wijk. Enerzijds willen zij graag meer
Musis 156
Julianapark 1948, foto A. F. Wiegman, collectie gemeentearchief Schiedam